iV. 41.
Vrijdag, 17 February.
I860.
VAN
BEKENDMAKING.
AAN BESTEDIN CI.
III ITi:\LA\IA.
IB 1 IV IS V 1, A V IB.
DAGBLAD
ZDIDHOLLAND EN SGRAVENHAGE
Bit Daglfbd verschijnt dagelijksuitgenomen Zon-
F eestdagen. Prijs per drie maanden f 5.
Franco per post f 6.
--
De STA1TSIUAD, COMMISSARIS des
HO^U'Csi in de Provincie Zuidholland:
Brengt ier kennis van de eigenaars van percelen
gronds, gel'gen in de Gemeenten OudewaterHeken-
dorp llaastrecht en Steinvoor zoover die nitmaken
den Oever van de Hi. ier de Hollandsche IJsselen
dns krachtens het decreet van 22 Jannarij 1808 en op
grond van de ordonnantie van 1669, aan de erfdienst-
baarheid van jaag- of voetpad onderworpen zijn.
Dat zij verpligt zijn de oevers behoorlyk te zuiveren
van alle zich daarop bevindende liinderlijke voorwerpen,
volgens de bepalingen van het decreet.
En zal deze door inSertie in de Nederlandsche Staats-
Courant en in het Dagblad van Zuidholland en 's Graven-
hage, ter kennisse der belanghebbenden worden gebragt.
's Gravenhage den 16 February 1860.
De Staatsraad
Commissaris des Konings voornoemd
Van der HEIM,
Bnevenstukken
J r a n c o aan
l.agblad.
en advertentien
t Bureau van dit
Prigs der advertentien van 1 6 regels f 1.80, tike
regelmeer 25 cents, behalve het zegel. Groole
letters naarmate de ruimte, we I be zij beslaan.
Op Maandagden 27 Februarij 1860, des voormid-
dags ten llure, zal, onder nadere goedkeuringdoor
de Commissie belast met het beheer van den weg van
de Iloflaan bij Rotterdam naar Goudain bijzijn van
den Hoofdingenieur of een der Ingenieurs van den
Waterstaat, in het lOde district, aan het locaal van
het Raadhuis te Kralingen, worden AANBESTEED:
Het herstellen en snoeijen van de heggen en
het aanbrengen van beveiligingstniddelen langs
die gedeelten van den weg van de Hojlaan
bij Rotterdam tot Goudaloopende over
Schielands lloogen Zeedijk.
Deze aanbesteding zal geschieden by inschrijving en
opbod.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het
Raadhuis te Kralingen en op alle zoodanige plaatsen,
alwaar gewoonlijk de bestckken van Waterstaats-
werken in de Provincie Zuidholland ter lezing gelegd
worden.
Zullende ddn dag vodr do besteding, des morgens
om 11 ure, beginnende te Gouda, de noodige aanwijzing
in loco worden gedaan, en voorts nadere inlichtingcn
te bekomen zijn bij den Hoofdingenieur van den Water-
staat J. A. Beijerinck en den Ingenieur J. F. Augier,
te 's Gravenhage.
De StaatsraadCommissaris des Konings
in de Provincie Zuidholland.
Van* der HEIM.
(Alerhnald wegens eene uiisstelling.)
De BCKGEMEESTER Hoofd der Geraeente-
Politie
Gezien art. 817 van de Algemeene Politie-Veror-
dening, luidendo; Al wie een Koffljhuis Tapperij
Slijterij, Ivroog of eenig Huis waarin men gelagen
zethoudtis verpligt die des middernaehts te sluiten.
Het is hun verboden na dat tijdsip, vo<5r de uren
jn dat artikel omschreven hunne huizen te openen.
Art. 318, luidende: De houders dier huizen zijn
verpligt vodr middernachtde bezoekers aan te
zeggendat deze behooren te vertrekkenen bij wei-
gering of nalatigheid door dezen aan die aanzegging
te voldoen de hulp der Politie in te roepen. n
En art. 321 luidende: Bij Kermis, en zoo lang
deze duurt, alsmede bij openbare Feesten en Verma-
kelijkheden zijn de artt. 317 en 318 niet van toepassing.
De Burgemeester zorgt, dat het begin en de duur
van den tijd, gedurende welke de sluiting te midder
nacht niet verpligtend isworde bekend gemaakt in
het Dagblad der Gemeente.
Brengt, naar aanleiding der bepaling in laatstge-
noemd artikel voorgeschreventer kennisse van de
belanghebbenden dat bij gelegenheid van het openbaar
feest, hetwelk op Maandag aanstaande zal plaats
hebbende sluiting van de hiervoren vermelde huizen
in den nacht van den 20 op den 21 Februarij 1860
(Maandag op Dingsdag)niet verpligtend is.
's Gravenhage den 16 Februarij 1860.
De Burgemeester
Hoofd der Gemeente-Politie voornoemd
(get.) F. G. A. GEVERS DEYNOOT.
F It A W K R IJ K.
Farijs 14 Feb. Met uitzondering van den dag van
gisteren, zijnde de verjaardng van het overlijden van
den hertog van Berryis de geheele week aan feestelijk-
heden bij gelegenheid van den Vastenavondgewijd.
Eergisteren avond was er een schitterend bal bij don
beer de Chasseloup-Laubat. Donderdng is er bal bij
Prins Galitzine den 18 bij den beer Fould aan het
ministerie van Staat; den 19 groote reunie ten Hove.enz.
Bij den uitgever Dentu zijn wederom drie nieu we
brochures verschenen, ten voordeele der Rationale zaak
van Italie. De belangrijkste is die getiteld de aan-
hechting beschouwd uit het Italiaansche en het FVansche
oogpuntdoor den heer Ferdinand de Lasteyrie,
oud-vertegenwoordigerkleinzoon van den generaul
Lafayette. De twee andere brochures zijn de Pans
en de politiek door de gravin Montomerlien u een
woord aan de vijf en veertig brochuresdoor een
Katliolijk.
Thans is in liaar geheel bekend geworden de
circulaire van den minister van buitenlandsche zaJeen
aan onze diplomatieke agenten, betreffende het rond-
gaand schrijven van den Paus. De heer Thouvenel
zegt in zijne circulaire, dat hij bij de verwyten, welke
in het Pauselijk schrijven meer of minder bewimpeld
aan de Keizerlijke Staatkunde gedaan worden niet
zal stil staan aan de onpartydige geschiedenis over-
latende te beslissen op wien de verantwoordelykheid
voor het gebeurde nederkomt; maar hij hetreurt het, dat
het Itoomsche Hof, in strijd met iie gebi uiken der diplo-
matie, gelijk hij zich uitdrukteer. bovenal tot hot gebied
der wereldlijke zaken bchoorend vraagstuk regtstreeks
op het godsdienstige terrein heeft ovcrgebragt. u Met
innig en opregt leedwczen (/egt hij) heeft hot go'uver-
nement des Kcizers gezien, dat de Heilige Vader een
beroep op het geweteri der geestelijkheid doct en de
geloovigen tot ijver aanvuurt, naar aanleiding eerier
aangelegenheidwelke niet anders dan tussciien do
gouvernementen met nut kan worden behandeld.
Dit punt nader aar.dringende zoekt de heer Thou
venel vooral te betoogcn dat het een gesehil van Iouter
en uitsluitend wcreldlijken aard betreft. Zijns inziens
raakt het de godsdienst volstrekt nieten was het een
ongelukkig denkbeeld .van het Roomsche Hof, twee
soorten van belangen welke niet zonder gevaar onder-
een gemengd en verward zouden kunnen worden
oaderling in onafscheidelijk verband te willen brengen.n
Olschoon dat verband die verwarring zich in de
eerste eeuwen der Christenheid welligt lieten verde-
digen was het niet enkel door bewijsgronden aan
zijne goddelijkc zending te ontleenen en door in den
naam des Hemels eischen te doen dat het Pausdom
nu eens met hulp der bovolking zelve en dan weder
met bijstand van buitenlandsche Souvereinen, een ge-
deelte van Italie in bezit heeft weten te krijgen.
De circulaire erkentdat die verwerving van grond-
gebied en de nitbreiding van de politieke magt des
Pausdoms haren grond hadden in den vooruitgang
destijds in het Pauselijke bestuur gelegen voor volken,
die aan de heerschappij van geweld en regeringloosheid
bloot stonden maar zij geeft te kennen dat juist
diezelfde reden thans in omgekeerden zindat is voor
de inkrimping van het politieke gezag des Pausdoms,
zou kunnen worden aangevoerd. Ilct zij mij ver-
gund te zeggen (zoo vervolgt de heer Thouvenel),
dat in onze dagen het godsdienstige gebied geheel van
het politieke en burgerlijke is afgescheiden en dat
deze scheiding een vooruitgang is welke door's Kei-
zers gouvernement als eene voor boiden heilrijke en
onherroepelijk vervvorvene aanwinst der hedendaagsche
burgermaatschappij beschouwd wordt. De Heilige Stoel
handelt dus even zeer tegen den geest des tijds als tegen
de voor het onderlinge verkeer der volken aangenoiuen
regelenwanneer hij in den naam des geloofs een
beroep op het geweten der Christenen doetter be
vordering van een belang dat, wel beschouwdenkel
van wcreldlijken aard is.
Vervolgens wordt met aanvoering van historische
feiten betoogd, datdegrenzen van het Pauselijk grond-
gebied door den loop der gebeuitenissen sedert de
Fransche omwenteling van 1789 aanmerkelijk gewij-
zigd en meermalen veel ingekrompen zijn, zonder dat
het geestelijk gezag van het Pausdom daardoor eenige
merkbare albrenk heeft geledenen zonder dat ook
de meest Katholijke mogendheden, Oostenrijk bijv.
aanleiding vonden voor de regten van den Heiligen
Stoel, uit het oogpunt van het geestelijk gezag en
den Paus ternggegeven
van de godsdienstige belangen, op te komen. Zoo heeft
het Roomsche hof in het jaar 1797 de Romagua aan
Frankrijk afgestaan en tevens van het bezit van Avig
non en van andere Fransche landstreken afgpzien
zonder dat Pius VI, die toen regeerde, aan zijn pliwfen
als hoogepriester en als schutsheer des geloofs me code
te kort te doen.
Verder herinnert de heer Tiiouveneldat in het
jaar 1814 de Keizer van Oostenrijk wiens tegenwoor-
dige opvolger zoo veel bezorgdheid voor de wereldlijke
magt van den Heiligen Stoel nan den dag legt, niet
sehroomde over een gedeelte van het gebied van den
Heiligen Petrus te beschikkentoen hij met Koriiug
Joachim Murat een geheim verdrag aanging, waarby
aan dezen, ten einrlo hem voor de tejen Frankrijk
gesloten coalitie te winnen eene nitbreiding van grond-
gebied werd toegezegd welke het aantul zijner onder-
danen met 400,000 moest vermeerderen; en dat °rond-
gebied zou van den Kerkelijken Staat genomen worden.
De even vermelde bepaling bleef door den loop der
gebetit tenissen zonder gevolg"; maar in het jaar 1815
deden de Bourbonsdie toen in Napels weder op den
Troon gebragt warenmoeite om haar ten huuncn
voordeele te doen gelden terwyl Oostenrijk in weerwil
van het protest van den Paus, een gedeelte van do
provincie Fcrrara op den linker oever van den Po
hetwelk vroeger niet tot het Venetiaansciiemaar tot
den Kerkelijken Staat behoord had in bezit hield.
Hierbij voegt de heer Thouvenel nog, dat het bij
de onderhandelingen van het jaar 1815, ook bij de
Katholijke Mogendheden eenen tijd lang twijfelachtig
is geweest of de Romagna aan
behoorde te worden.
Hij besluit ziin schrijven aldus Ik heb deze feiten
alleen herinnerd om te toonen hoe zeer do leer, welke
in de jongste eneyclica is vervnt, met de onweder-
sprekelijkste regelen en herinneringen der staatkunde
in strijd is, al is zij thans ook met de denkwijze van
het Roomsche hof in overeenstemming. Het is mijne
bedoeling geenszins, daartrit gronden tegen de erkende
regten van den Heiligen Stoel af te leiden maar ik
wilde u in staat stellen in uwen kring op te komen
tegen <le verkeerde voorstellingenwelke aan eene
meetiing over een vraagstuk van wereldlijken aard het
voorkomen zouden kunnen guven van eene inbreuk op
do heilige en onverjaarde regten der Katholijke Kerk.
ITALIE,
De dagbladen en correspondentien uit Turin zijn
opgevuld met tegenstrijdige lezingen betreffende het
door het Sardinische gouvernement te nemen besluit,
ten aanzien van de aanhechting van Midden-Italie en
de nieuwe verkiezingen. Volgens de Opinionswas
omtrent dit vraagstuk nog geen bepaald besluit ge
nomen. Dat blad voegt cr bij, dat de combinatie
welke de meeste kans zou hebben deze zou wezen
om nieuwe verkiezingen te-doen plaats hebben en dat
de nieuwe afgevaardigden geroepen zouden worden
de vroegere stemming nopens de aanhechting te be-
krachtigen, terwijl zij alsdan bij het nieuwe nationale
Parlement te Turin zitting zouden gaan nemen. De
Opimone zegt ook, dat het Fransche gouvernement er
met meer op zou aandringen dat de nieuwe verkiezin
gen volgens het algemeene stemregt zouden plaats heb
ben. Dit komt geheel overeen met hetgeen uit Parijs
geschreven wordt, in tegenspraak van hetgeen door
sommigen gemold is, omtrent eene verkoeling tussciien
het Kabinet derTuilerien en dat vanTurin. Niets is on"e-
gronder, scliryft men uit Parijs,dan hetgeen herhaaldefijk
gezegd wordt, dat het Fransche gouvernement een
zedelijken dwang op Piemont wil uitoefencn, door de
Fransche troepen de Toscaansche en Rornaansche
grenzen to doen naderen. Om de moeijelijkheden
betrekkelijk de aanhechting der Midden-Jtaliaan-
sche Staten te verklarenzoekt men bezwaren ten
aanzien van den afstand van Savoye en Nizzawelke
tussciien do beide bondgenooten volstrekt niet zoo zwaar
wogen. Zeker levert het vraagstuk luoeyulijkheden op,
maar Frnnk'rijk en Piemont staan tot olkander in de
beste verhouding, en de komst van den graaf AiAso
is allezins geschikt, om eene gewenscbto opiossing te
doen vinden.
'I (■RitVESIIAia ii 16 February.
Vj. M. de Koning heeft den baron von Linsingen,
laatst Minister-resident van Hanover bij het Nederl.
Hof, benoemd tot commandeur der orde van den
Nederl. Leeuw,