moet hij thans liet reeds bekende nog eens in herin- nering brengen. [let plan, door de heeren Ingenieurs Conrad c. s. ontworpen werd zoo als men weet door decommissie van zeevarenden afgekeurdgezegde commissie, getromv aan baar mandaat, onthield zich ■wel ora iets anders in de plaats te stellen raaar gaf toch als haar gevoelen te kennen, dat de havenmond Daar het Noorden of Noord-Noord-Oost moest ge- keerd zjn. De rigting nu van den liavenmond is hier onbetwistbaar eene hoofdzaak, orndat z j in onafsclieidelijk verband staat met bet hoofdbeginselnnmelijk: de wijze waarop men den ingang der liaven verkennen, naderen en bereiken moet. Ook steller dezes vond de ingang, naar net Zuid- Westen gekeerd ongunstig, doch vooral om dezelfde reden, welke hem eene opening aan de Noord- of Noord-Noord-Oostz ijde vooronraudzaam deden houden, te vveten dat men met stormweder en lagerwals- ■winden das juist dan wanneer een toevlugts- oord de meeste waarde heeftdwarszee's en bij-den- wind zeilende zou moeten naderer.. Men belioeft waarlijk geen zeeman te zijn om te begrijpen, dat in zulk een gevalhet gevaar om den havenmond te missen en op het strand te worden geworpen verre van gering te achten is; men dient met kraclit van zeil te uprangen of het vaartuig drijft at'en is reddeloos verloren. Zulk eene manoeuvre blijft hoogst gewaagdwant het minste ongeval bet scheiiren van een zeil, eene geringe rertraging in het liitvoeren der bevelen, en hoe gaat het daarmede dikwijls in tijd van nood doet haar mislukken. Het was en blijft dus alsnog zijne innige overtuiging, dat de ingang loodregt op het strand, naar het Noord- Westen moet gekeerd zijn oradat men dan ten alien tijde gelijk reeds vroeger breedvoerig is aangetoond voor wind en zee afloopende met een enkel voorzeil bijgezet, den liavenmond bereiken kan. Er is meer. Het gevaar van verzanding zal gewis grooter zijn bij een' havenmond die, naar het Zuid-Westen gekeerd, Toor den vloed, en van het Noord-Noord-Oostvoor de eb openligt. Naar het Noord-Westen gekeerd, trekt de stroom dwars voorbij de monding, en zou door de rigting der leidamrnen van het plan door steller dezes inge- diend eerder eene schuring dan verzanding doen ont- staanwaarvan straks nader. Men herinnert zichdat de gezamenlijke stukken betrekkelijk den aanleg eener haven te Scheveningen waartoe ook behoorden de drie plannen door den Hoog WelGeb. Heer Jhr. Mock, den Schout-bij-nacht Arriens en den ondcrgeteekendeden 11 Maart des vorigen jaars door het Gemeentcbestuur aan het Instituut van Ingenieurs ter beoordeeling werden toegezonden; het Instituut begreep echter, bijkens haar rapport van 15 December daaraanvolgende, zoo als men weet, die drie plann«'n buiten beoordeeling te moeten laten. Hoewel nu door dat besluit het verzoek van het Gemeentebestuur zonder gevolg bleef en hoe veel prijs men er overigens op mogt hebben gesteld om het oor- deel van een wetenschappel ijk ligcliaam te vernemen de ondergeteekende berustte voor zooveel hem betrof, gaarne in dat besluit, want: waren zijne denkbeelden onjuist~en verwerpelijkdan zou het eene onvrucht- bare tijdverspilling geweest zijn, zich met de beoor deeling daarvan onledig te houden, en was er daaren- tegen iets goeds in vervatdan] zou het ter zijner tijd wel tot ontwikkeiing worden gebragt, ook zonder de sanctie van het Instituut. In die meening werd hij al aanslonds versterkt, door het gunstig onthaal, dat zijn plan bij do heeren Ingenieurs van Hooff en Ermerins ondervorid die gezamenlijk een haven-ontwerp indienden hetgeen wat de hoofd- beginselen van vorm en zamenstelling betrof, volgens de loyale betuiging diet' heeren, op zijne donndes be rustte. De ondergeteekende zou zich dan ook zekerlijk ont- houden hebben, er nit eigen beweging nog nader op terug te komen zoo hij niet dezer dagen eene brochure ter lezing had ontvangen, getiteld Eenige vragen betrek kelijk eene haven te Scheveningen door een lid van den Gemeenteraad te 's Gravenhage. Zonder in discussie te treden over al de punten, in dat gesohrift ter sprake gebragt, zoo als bijv. of het voor Amsterdam al dan niet urgent is, eene betere eommunicatie naar zee te erlangenof de geprojecteerde spoorwegiijn Gouda- Scheveningen al dan niet het natuurljk uitgangspunt eener heirbaan voor Noordelijk en Midden-Kuropa zal vormenof 's Gravenhage al dan niet eeno handels- plaats zou kunnen worden of werkelijk reeds is, het geen men bijkans zou vermoeden, omdat er sinds ge- ruimen tijd eene Kamer van Koophandel gevestigd was, met vermijding in 46a woord, van alles wat thans naar zijne meening niet ter zake dienende is wilde hj toch naar aanleiding dier brochure, deze en gene punten nog wat nader releveren, om daardoor welligt iets b j te dragen tot eene gewenschte eindbeslissing. Het oorspronkelijk plan waste Scheveningen voor de visschersvloot eene berghaven te makendie tevens zou kunnen dienen voor eene aanlegplaats van stoom- paketschepen eene diepte van 6 ellen aan de monding der haven werd daarvoor voldoende geacht, en die diepte wordt op 600 ellen afstands van de laagwater- lijn aangetroffen. Het spreckt van zelve, dat dit ook aan zeilschepen van klein charterkoffen schooners en brikken den toegang zou veroorloovenal ware het alleen om bij stormweder een tijdelijk toevlugtsoord te vinden, hetgeen voor kleine vaartuigen met doorgaans weinig talrijke equipage nog meer behoefte is dan voor groote schepen die betrekkelijk beter bemand zijn en natuurlijk langer zee kunnen bouwen. Doch w:ij bopalen ons aanvankeljk bij eene haven vodt' de visschersvlootVeods dit wa»-een© zaak van zeemagt moet bezitten en wier belangrijke konpvaardij- vloot voor een goed deel door vreemdelingen wordt be mand. Imrners werd de visscherij ten alien tijde en overal voor de pepiniere der groote scheepvuart oeschwuwd. Het bij ons afgeschafte premie-stelsel voor de visscherij wordt dan ook met name in Fntnkrijk op ruime schaal toegepast, en nog onlangs werd inde Revue des deux Alondes eene opgave gedaan van de verbazende som- men, door de Fransche regering aan de instandhouding en uitbreiding der New-Foundlandsche visscherij uitslnitend met dat doel ten koste gelegd. De voor- onderstelling is dus niet vermetel, dat men bj de uitvoering van een havenplan te Scheveningen, ook van onze llegering medewerking en ondersteuning zou mogen verwachten. Het kustlicht bljft in ieder geval voor rekening van hut Departement van Marine. Wanneer nu deeigenaars van snelzeilende bunschepen, met een eenvoudig ingerigt guflfeltuig toegerustde gelegenheid hebben hunne levend aangebragte lading, binnen weinige uren naar Duitschland vervoerd te krijgen dan mag men van de ontwikkeiing der visschersvloot zeer groote verwachtingen koesteren tan de noodige handen zou het niet ohtineken al werd lie vloot driemaal zoo talr ijk want het is toch immers geen vereischte, dat men op een zeedorp u gewonnen en geboren zij om ter viachvangst te gaan Er werd echter, van den aanvang af, aan het denk- beeld gehecht, om de haven ook voor stoom-paketten toegankelijk en bruikbaar te maken, en hoe meer de tanleg eener spoorljn Gouda-Scheveningen hare ver- wezenlijking nadert, valt het bezwaarlijkerdat idde >rijs te geven. Wanneer men die bijzaak eens dcarteert en alleen eene berghaven voor de visscliers- loot wenschte te maken, dan zou het schrikbarend cjfer van minstens twee millioen zeer gewis tot op 1/6 van die som gereduceerd kunnen worden eene 1 iopte aan den ingang van 3£ Ned. el, die op 300 ellen afstands van de laagwater-1 ijn wordt gepeild ware dan voldoende; een klein voorhaventjevan vorm en zamenstelling, als door den ondergeteekende nerd aangegeven met een bassin van 20,000 vierk. ellen groot, bijv. 400 ellen lang en 50 ellen breed, zou dau vooreerst aan het oogmerk voldoenver- meerderde de visschersvloot, dan behoefde men slechts het bassin te vergrooten. Men heeft echter iets anders iets kolossalers begeerd, en daarom zou het weinig baten, de berekening van dit plan hier nog in te lassehon het mag echter opgemerkt worden dat, naarmate men aan de zaak meer uitbreiding heeft trachten te geven te weten het vestigen eener paketvaartopnemen van kleine koopvaardijschepen ontwijfelbaar met handels- ontwikkeling gepaard en het maken eener vlugthaven, ook haar nationaal ofzelfs inter-nationaal belarig klimt, zonder daardoor uit een locaal oogpunt gezienminder nuttig ol wenschelijk te worden omdat tevens de waar- schijnlijkheid toeneemtdat de noodige fondsen niet alleen door de Gemeente behoeven verscbaft te worden. Wat hier van zij men verlangde indertijd het plan eener haven ook voor stoomschepen geschikt, en voor- waar aan plannen heeft het niet ontbroken ook steller dezes gevoelde zich gedrongen, do vrucht van zijn nadenken over die zaak ter overweging te moeten geven en als noodzakelijk gevolg daarvan kan hj zich thans, na de lezing der brochuremoeijcljk ont- houden het vroeger aangevoerde nog met een enkel woord toe te lichten. De geachte schrijver behandelt hoofdzakeljk vijf punten, te weten: de vergeljking met Ostende, de verzanding, het gevaar van vernieling der havenwerken, het nut der haven te Scheveningen als vlugthaven en het brieven-vervocrde ondergeteekende zal.kort- heidshalye het eerste en laatste punt zamenvatten. Vergely king met Ostende en lirievetwervoerDe schrijver zegt naar waarheid dat Ostende digter bj de Kn- gelsche kustligtdan Scheveningen, en dat enkele uren bj storm of zware mist van overwegend belang zijn. Zeer juist maar wanneer de toegang naar Scheve ningen door storm of zware mist belemmerd wordt dan mag men vcilig aannemendat Ostende zich niet op lietzelfde oogenblik in fraai woder en beldere zonneschijn verheilgten bet verschil in afstand wordt ruimscboots opgewogen daardoordat Ostende eene zoogenaamde tij-haven met een verval van 16 voeten water is; de ingang der haven is naar het West- Zuid-Westen gekeerd, dus bij lagenvals - wind rooejelijk en alleen met hoog water to bereikenwant 150 ellen buiten de hoofden ligt eene zandbank die den toegang met hoog water beletmen leest dan ook op pag. 23 der brochurewaar een nittreksel van een rapport over die haven voorkomt a A l'aide des dcluses on obtient aujourd'hui stir le banc de la passe une hauteur d'eau de 1,70 metres a basse mer de vive eau mais cette profondeur diminue en hiver. Nu spreckt het van zelve, dat 17 palmen water niet voldoende is voor zee-stoombooten en z j dus met laagwater voor den wal komendeverpligt zijn op de zoogenaamde reedeten anker te gaan tot tijd en wijle, dat het vloedgetij hen verooriooft naar binnen te gaan. Daardoor laat zich ook verklarcndat men te Ostende een loods belioeft, dien men bj een immer voldoenden waterstand wanneer de verkenning der Scheveningsehe haven met twee geleide-vurenzijdelings door schermon gedekt, waarbij als t ware de 1 ijn die men te volgen Reel't, wordt aangewozen zelfs bj nacht, dus zeker met daglicht, hier gevocgelijk kan ontberen. Steller dezes vermeeut alzoo, dut de nabijlieid aan de Engelsche kust digter dan Scheveningen daardoor wat van hare waarde verliest, gezwegen van het doolhof der gevaar- lijke Vlaamsche banken niet verre van Ostende, terwijl men hier van den lioek van Holland af naar Texel een zuiver strand bezit. Dat voorts ons brievenvervoer naar- en vnD Knge- (jfld be^pqetjig^, ^ppd|door eene verzending via f{ 4at41 W® ^^0 ^5 ,-t?: er ter^ toe - stemmen naarmate riij teregt of ten on regie over ver- traging der binnenlandsche eoreespondentie klaagt. -De drie uren stoom'ensby het fraject T)sfende-Engelah(f uitgewonnen, gaan meer dan te loor op ale chemin les ecoliers Nederland-Ostende-Enge'ami. Op pag. 18 herinnert de schrjver aan de vraug van den heer Mock of de pinken, zoo als thans op het strand liggendeniet veel gemakkelijker in zee te brengen zijn dan 64a voor 66a nit eene havenkom door ddne vooi haven met 66ae opening iliertegen valt op te merken dat de pinken oak thans nimmer alien te gelijk in zee gaan of kunnen gaan: daarvoor zouden trekkende p uirden en duwende menschenruggen tek-u't schieteumet aflandige wind kan de gansche vloot zonder andere hulpbinnen het half uur uit het bas«in in zee raken en nimmer kan er sprake zijn, van in de haven opgesloten te liggen ook niet met Noord-Westen wind met stormweder blijven de vaartuigen natuurlijk binnen, en is het weder good, dan kunnen zj langs de havenhoofden tot naar de monding worden opge- trokken om daar zeil te zelteu en naar verkiezing Zuid- of Noordwaarts aan te houden. Verzanding. Ziedaar een netelig puntomdat het a priori moeijelijk te bewjzeu valtwiens gevoelen juist is, hoewel de ondergeteekende met de Fransche en Belgische ingenieurs gaaf toestemt (pag 2j u dat In de ongelijkmatige werking van eb en vloed eune oorzaak van aanslibbing en verzanding moet wor den gezocht. Hoe minder men dan aan dien invloed is blootgesteld hoe minder men ook voor verzanding door die oorzaak te weeg gebragt, belioeft te vreezen. Wanneer de schrijver dus (pag. 31) zegt, dat de liaven van Ostende, waar 16 voeten verval is, in dit opzigt van betere conditie is dan die te Scheveningen zou wezendat maar 6 voeten verval van waterstand heeften dat dus het verschil ten voordeele van Ostende wordt uitgedrukt door 5:2, dan is hij van oordeeldat men de verhouding moet omkeeren en de cijfers verwisselen in 2:5. Bj het havenplan, door den ondergeteekende inge- diend is de rigting der dammen loodregt op het strand, en zoo als reeds vroeger is opgemerktloopt de stroom op den buitenkant der dainmen aan vindt daar tegen- stand en laat zeer tot versterking der dammen, zand vallen om vervolgens, grootendeels zandvrij langs de monding guleid te worden. De eenige verzanding, die men bj dit plan te vreezen heeft, i3 van de strandzee met harden N. W. wind, en wel vooraan in den havenmond doch niet in die mate dat zj niet door uitbaggering met weinig kosten zou kunnen opgeruimd worden. De geachte schrijver nieent (png. 42), dat als de liaggermolen niet kan worken ook de gewone schuiten te kort zullen schieten doch de eenige reden waarom dat zou gebeuren, is, dat de schepraden door de be weging van het vaartuig beurtelings 6fte diep bfniet diep genoeg zouden ratten in het eerste geval loopt men gevaar, dat de bladen hreken in het andere brengen z j gcen zand op voor eene goede en regel- matige werking wordt betrekkeljk kalm water ge- vorderd. Do verzanding schijnt bj den geachtea schrjver een hoofdbezwaardoch de ondergeteekende is van oordeeldat men op dit gedeel'.e der kust veeleer aan afzanding moet denken het is toch bekend dat bijv. de Iverk van Scheveningen cenmaal in het midden van het dorp heeft gestaanen dat men eenige jaren geleden, uit vrees voor doorbraak dc dammen bj Loosduinen en voi der zuid waarLs heeft uioeten Ie"»en 1 - om strand aan te winnen. Dit is zeker, dat bj eene opening naar het Noord-Westen, geene verzanding door eb of vioed te vreezen is, en wat het inwerpen van de strandzee belreft, dit gevaar wordt minder, naar mate de havenmond in dieper water ligt, omdat op twaalf voeten beneden de oppervlaktc, het water niet meer door golfslag in beweging komtendusdebodem niet wordt losgewerkt. Een verschijnsclgel jk de geachte schrjver aan het strand te Loosduinen heeft opgemerktwaar een el water, den volgenden dag, na harden wind door een el zand vervangen wasis op eene diepte van 6 ellen vet der in zee niet denkbaar. Het gevaar van vernieling der havenwerken. In den laatsten tijd vernam men bij herlialing klagten over de onheilendoor den vernielenden paalworm te weeg ge bragtterwijl de proevon met gecreosoteerde palen genomentot heden toe nog geen afdoend resultant hebben opgeluverd dit heeft b j den ondergeteekende bet denkbeeld doen ontstaan om bij dit werk de houten palen te vervangen door gegalvaniseerde ijzeren schroef- palen, waar tusschen, in dutibele rj gezetde rijzen zinkstukken konden geplaatst worden. Hij houdt twee ryen palen voor voldoende, omdat men geen waterkeering behoeft raaar alleen den golfslag moet breken waartoe een min of meer veerkrachtige dam van rijswerk beter geschikt is, dan een massive dijk; men moet ook niet voorbijzien dat de zwaarste aanslag alleen de koppen der dammen ol' het front der haven treftdie men wat meer versterken kan. Zoover de ondergeteekende weet is het stelsel van rijswerk tusscber, paalrijen gevat alleen als golfslagwcrend middel, nog niet toegepast bj werken van dien aard bij is van meening, dat men op betrekkeljk geringe diepte onder het zandeen vasten bodem zal aantreffen meermalen heeft hijna stormwederhier en daar op het strand stukken veen of klei zien leggen die buiten kijf door de strandzee waren opgeslagen. Ook de na verloop van achttien eeuwen nog aanwezige overblijfselen van het Huis te Britten bewijzen genoegzaamdat men toen zeker op geen zand heeft gebouwd. Het nut der haven te Scheveningen als vlugthaven. De geachte selirijvcr deelt mede (pag. 53), dat er zjn die beweren dat ieder gezagvoerder die met zijn bodem bj stormweder, onze zoo zeer gevreesdo kust nadertal was z j met vlugtbavens bezaaid liever het ruime sop zal kiozen en tot hot laatst toe traehten te houden, en verder dat or zee-offioieren zjn, met wie ZEd. over de zaak heeft kunnen spreken die tot dit gevoelen overliellen. Zonder aan zijne eigene meening eenige waarde te willen hechten, stelt de ondergeteekende daaj? t^e^qvej^ ^-g^l^miBjTeest, aan het slot van htt rapporf der c'ommissie Van "zeevarendenalien mannen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 3