If I A E A L. A A 81. goedgekeurd en jniclite de aanhechtingen, welke dien vrede vernietigdezeer toe. Het had ook geen grooten zin in het Congres wel begrijpende dat eene ver- gadering van Europesche Staten niet gaarne de hand zoti leenen aan de veranderingen van grondgebied en dynastien welke in Italie plaats liadden. Er was daar te lande vooral eene hinderpaalvan ouds- her reedsvoor de oprigting van een groot Lom- bardisch Rijk 't welk Engeland wilde: namelijk het wereldlijk gezag des Pansen. Voor het wel- slagen der Engelsche politiek waren dns twee zaken noodiggeen Europeesch Congres te Parijs en bijna geen wereldlijk gezag des Pausen meer. Van deze twee gebeurtenissen zegt het Journalis de eene reeds vervuld, en met de andere scheen dit bijna ook het geval geweest te zijn, en dit wel, ondanks het denkheeld van Villafranca en van Zurich door bemiddeling van Frankrijk Hoe, vraagt de heer Girardin, is het Fransche gouvernement zoodanig van de politiekbij beide verdragen aangenomen afgeweken Wat gaf Engeland aan Frankrijk, om het tot zoo groote verandering te bewegen De schrijver zegt, die beide teedere vragen met algeheele openhar- tigheid te zullen behandelen. Hij voegt er bijdat hij in die openhartigheid geen stoutheid of ge- vaar ziet, omdat hij den terugkeer sedert van Frankrijk tot de politiek van Villafranca, goed- keurt. Bij zijn onderzoek wijst de schrijver op de verschijning der beruchte brochure: De Paus en het Congreswaarvan de strekking was geen Congres en bijna geen wereldlijk gezag des Pausen, in ddn woord, de Engelsche politiek. De heer Girardin zegt niet, dat deze politiek, zelfs bij onzen ouden parlementairen regeringsvorm geene meerderheid zou gevonden hebben, daarvoor waren redenen in den toestand van Italid, in voorir.genomenheid tegen het Pausdom in de billijke verwijten tegen het Pauselijk bewind, in de revolu- tionnaire denkbeelden van ons land. Hij keurt de politiek van December 1859 dan ook niet bepaald at; daar voor konden redenen zijn, maar onder ddne voor- waarde slechtsdat namelijk die Britsche politiek altijd door Engeland staande gehouden en verdedigd zou worden. Het is te begrijpen, dat Frankrijk zieh opofferingen getroostte in het belang eener organisatie van Italie, maar dit alles onder ddne voorwaarde dat namelijk Frankrijk en Engeland zich op ernstige wijze vereenigen ora dat groote werk te volbrengen. Engeland begreep dit echter op die wijze niet. Het deelde ons voorstellen mede het liet ons over die door Europa te doen aanneraen of die zelf uit te voeren, doch het wilde noch aan ons, noch aan Italie eenigen waarborg geven. De Engelsche ministers hebben in het voile Parlement verklaard dat zij met Frankrijk geen of- en defensief verdrag, tot regeling der Italiaan- scheaangelegenden, hadden gesloten, noch zouden sluiten. Wat (vraagt de heer Girardin) gaf Engeland dus aan Frankrijk, om het te doen besluiten, van de beginselen van Villafranca en Zurich af te wijken Niets. Wij moesten alles voor eigen rekening, en ten voordeele van Engeland, in Italie regelen en men wilde, zoo als de heer Brighti zeideons niet qens Savoye in ruil geven. 11 Dit is (aldus eindigt het artikel) het Engelseh verbondop die wijze zijn tot de juiste waarde terug- gebragt de oorzaak en het beginsel der politiek, welke het Fransche gouvernement in de maand December 11. scheen aangenomen te bebben, en welke strijdig is met die van Villafranca en Zurich. De aanspraak van den 1 Maart wijkt met reden van die politiek af en keert gedeeltelijk tot die van Villafranca terug. Deze terugkeerwelke niet als eene reaetie tegen Italie of eene breuk met Engeland kon beschouwd worden is een stelsel, "twelk wij nog onder- zoeken moeten in zijne betrekkingen tot de politiek -waarvan het zich verwijdert en tot die, waarbij het zich aansluit. ITALIE. Terwijl Frankrijk, dat nog voor weinige weken geheel Italiaansch gezind was, plolseling van inzigten schijnt veranderd te zijn, gaat men in Midden-Italie rustig voort op den weg der aaneenhechting. Sardinie is bereid, de Romagna aan den Paus te laten en het stadhouderschap te aanvaarden eene schikking, welke nog geenszins door den Paus is goedgekeurd, maar weigertonvoorwaardelijk de aanhechting van Tos- Cane af te wijzen. In hoever of het waaris, als de graaf tie Cavour zegtdat Sardinie niet wenscht Toscane in te lijven, weet men niet, maar dat het met rid- derlijkheid alle gunstige kansen aan de tegenstanders der aanhechting laatblijkt uit de wijze, waarop het beroep op de kiezers wordt gedaan. Men stelt namelijk de vraag aldus: of men eene vereeniging met Sardinie of een afzonderlijk Koningrijk wenscht. Het spreekt van zelf, dat de vrienden der verdreven Hertogende voorstanders van een lid der familie van Keizer Napoldon en die van den Hertog van Genua in ddn woord, alien die byzondere belangen hebben, zich zullen vereenigen om de vraag in laatstgenoemden zin te beantwoordenzoodat de oppositie ddne lijn zal trekken tegenover de vrienden der aanhechting. GRAVEHHAEE 7 Maart. Bij Kon. besl. van den 2 dezern°. 46 is het ont- vangkantoor der directe belastingen en accijnsen te Rhoon c. a. opgeheven en vereenigd met dat van Per- nis c. a., onder voortdurend beheer van den ontvanger A. van Cappellen Wz. By Kon. besl. van den 4n°. 48, zijn benoemd: tot directeur der registratie en domeinen voor de pro- vincien Groningen en Drenthe, de heer J. van Diest thans directeur der reg. en dom. voor het Hertogdom Limburgtot directeur der reg. en dom. voor het Hertogdom Limburg, de heer H. J. Vonk, thans in specteur der reg. en dom. lste kl.; tot inspecteurs der reg. en dom.lste kl„ de heeren E. H. F. W. Mathon en J. H. M. Sprde, thans inspecteurs der reg. en dom. 2de kl.; 2de kl., de heer E. H. Ramaer, thans inspecteur der reg. en dom. 3de kl.; 3de kl., de heer S. H. Win- kelraan thans ontvanger der reg. en dom. te Heerlen. Bij Kon. besl. van dezelfde dagt., n°. 49zijn benoemd tot ontvangers der reg. en dom.te Assen de heer H. van Meurs thans ontvanger der reg. en dom. te Vollenhove; te Vollenhove de heer Mr. B. H. Up- meijer, thans ontvanger der reg. en dom. te Vianen te Vianen, de heer A. van Hettinga Tromp, thans ontvanger der reg. en dom. te Zevenaar. Z. M. heefcbij besluit van den 26 Feb.n°. 80 gelieven te bepalen, dat de korte jasby HD. besl. van den 12 July 1855, n°. 87, voor de generaals, mitsgaders voor de hoofd- en verdere officieren bij de onderscheidene staven alsmede bij de corpsen van het wapen der infanterie het bat. mineurs en sapeurs en de Ivoninkl. militaire Academie ingevoerd, zal worden inge- kort en van onderen ruimer zal wezendan tot dus verre het geval was zullende de schoot of de panden niet langer mogen wezen dan in de verhouding van 0.29 el, gerekend van de ondersfe knoop of de taille, wanneer de onderkant van het kleedingstuk 0.25 el boven de knie afhangt: voorts zullen de hoektn van vorcn etn weinig afgerond moeten zijn. Z. K. H de Prins van Qrartje is heden middag ten half 5 ure met den spoortreih van Rotterdam in'deze residentie teruggekeerd na eene afwezigheid sedert 20 September jl. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Alexander bevonden zich aan het stationom den Prins te ontvangen, die bij zijne komst door den Burge- meester van de hofstad werd verwelkomd. De Prin3 heeft den overtogt van Groot-Brittanje naar Nederland met het stoomschip de Batavier gedaan. De directeur der militaire voterinaire dienst heeft ter kennis gebragt van de belanghebbenden dat aan s Rijks veeartsenijschool te Utrechtzal kunnen worden geplaatst ddn kweekeling, om voor rekening van het Departement van Oorlog te worden opgeleid tot paar- denarts bij het leger hier te lande; weshalve de ouders of voogden die voor hunne zonen of pupillen de toe- lating als kweekeling bij 's Rijks veeartsenijschool ter opleiding als paardenarts bij het leger, mogten ver- langen, worden verwittigd dat, op nader te bepalen tijd een vergelijkend examen voor adspiranten zal worden gehouden en dat vdor 1 Mei aanst. een daartoe strekkend verzoekschrift aan hem, directeur, vrachtvrij zal moeten worden ingezonden. Naar men verneemt, is het regement veld-artillerie met twee compagnien transporttrein vermeerderden het lste, 2de en 3de regement vesting-artillerie, elk met eene compagnie. Koninklijke Nederlandsche Marineop 1 January 1860. Admiraal van de vlootZ. K. H. Prins Fredrrik der Nederlanden luitenant-admiraal, opper- bevelhebber der vljjotZ. K. H. Willem Frederik HendrikPrins der Nederlanden; vice-admiraals D. Bijl de Vroe en F. X. R. 't Hooftschouten bij nachtZ. K. H. de Prins van Oranje, A. J. de Smit van den BroeckeG. Vogelpoot, A. baron Collot d'Escury en J. F. E. von Romer; 20 kapts. ter zee; 40 kapt.-luits. ter zee; 15 luits. lste kl.78 luits. 2de kl.67 adelborsten lste kl. Corps Mariniers. Commandant, A. J. Voet.luit.- kolonelL J. A. baron Quarles de Quarles; majoor, F. C. R. baron Quarles de Quarles; 4 kapts. lste kl. 9 kapts. 2de kl.; 15 lste luits; 9 2de luits; 1 1 uit kol. militair iritendant; 1 kapt.-kwartiermeester1 lste luit.-administrateur van kleeding; 1 2de luit.-kwartier- meester. Geneeskundige dienst der Zeemagt. Inspecteur G. F. Pop; dirigerend officicr van gez. der lste kl., 11. Slot; 3 dirigerende officieren van gezondh. der 2de klasse; 12 officieren van gezondh. der lste kl. 39 idem 2de kl.31 idem 3de kl. 1 eerste apotheker der zeemagt. vetten lste kl.waarvan 1 met 28 en 3 met 26 st. 2 korvetten der 2de kl., waarvan 1 met 20 en 1 met 12 St.; 7 brikken, waarvan 4 met 18, 1 met 14 en 2 met 12 st.; 7 schoonerbrikken, waarvan 1 met 10; 5 met 6 en 1 met 5 st. 4 schoonerswaarvan 3 met 3 en I met 1 st.1 transportschip, met 10 St.; 34 kanor,- neerbooten groot model (nieuw Tiud en mortier) en II kanonneerbooten klein model: 1 kanonneerboot in de Westindie, met 2 st.13 verdedigings-vaartuigen met 5 st. Schepen tot verschillende diensten gebezigd. 1 korvet lste kl., exercitie-batterij te Willemsoord 1 gewezen raderstoomschip, wachtschip te Soerabaya te zamen 151 schepen. In dienst zijnde schepen en vaartuigen. 10 bestemd voor de binnenlandsche dienst; 1 bestemd voor de buitenlandsche dienst; 3 op kruistogt; 5 op reis naar Oostindie1 op reis naar de Westindien. Zeemagt in de Oostindien. 28 schepenwaarvan 2 wachtschepen4 korvetten; 7 brikken; 5 schroef- stoomschepen 10 rader-stoomschepen en 1 roei- kanonneerboot. Zeemagt in de Westindien. Station Curasao: 2 schepen; station Suriname: 4 schepen. Corps mariniersop 1 Januarij 1860. Sterkte aan wal: 34 officieren 875 onderofficieren en minderen sterkte aan boord 10 officieren en 1002 onderofficieren en minderen, te zamen 44 officieren en 1877 onder officieren en minderen. BU Zr. Ms. besluit van den 31 December 1859, n°. 74, is de sterkte bepaald op 49 officieren en 2104 onderofficieren en manschappen. Alzoo ontbreken 5 officieren en 227 onderofficieren en manschappen. Uit Purmerend wordt gemeld dat de heer Mr. P. M. Tutein Nolthenius zich de benoeming als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalwaarvoor de verkiezing op den 20 dezer is bepaald zal laten wel- gevallen. Administratis big de Zeemagt. 3 inspecteurs van administrate 13 officieren van administratie der lste kl.35 idem 2de kl.26 idem 3de kl.16 adjunct- admiriistrateurs35 klerken. Corps machinisten bij de stoomvaartdienst. 7 officieren-machinist12 machinisten lste klasse. Dek- en onderojficieren, Onderofficieren lste kl. (graad van adjudant-onderofficier)15 opperschippers 6 opperstuurlieden; 6 opper-constabels. Onderofficieren 2de kl. (graad van serjant-majoor)20 schippers 6 eerste stuurlieden; 12 conslabels-majoor10 eerste timmerlieden. Onderofficieren 3de kl. (graad van ser- jant); 9 bootslieden 5 tweede stuurlieden; 6 con- stabels 4 schielieden 13 eerste zeilmakers 6 eerste smeden 2 eerste kuipers; 18 botteliers6 tweede timmerlieden 8 tweede zeilmakers2 provoosten 8 eerste zieken-oppassers. Corps Ingenieurs der MarineHoofd-ingenieur, directeur van scheepsbouw: L. K. Turk; 5 hoofd- ingenieurs; 2 ingenieurs lste kl.2 id. 2de kl.3 aspirant-ingenieurs1 adsistent bij den scheepsbouw 1 hoofd-ingenieur a la suite. Nederlandsche zeemagt. 5 fregatten met stoom- vermogen, waarvan 3 met 51 st. en 2 met 45 st.; 2 korvetten met stoomvermogen met 19 st.; 17 schroef- stoomschepenwaarvan 4 met 16 st.3 met 14,9 met 8 en 1 met 7 st.13 schroef-stoomflotille-vaartuigen waarvan 11 met 10 en 2 met 8 st.; 12 rader-stoom schepen, waarvan 5 met 8, 5 met 6, 1 met 4 en 2 met 1 st. 1 rader-stoomschip, (behoorende aan het Departement van Koloniendoch bemand wordende door de Marine), met 4 st.6 drijvende batterijen waarvan 3 met 32, 1 met 30 en 2 met 26 st.2 linie- schepen 2de kl.met 74 st.3 fregatten lste kl. waarvan 1 met 54 en 2 met 52 st.4 fregatten 2de kl.met 36 st.1 geraseerd fregatmet 28 st.4 kor- Zoowel de Regtbank te Appingadam als het Hof in Groningen in hooger beroep, hadden verstaandat het met geweld opnemen van een tolboom, ter ontduiking van het verschuldigde tolgeldden dader wel wegens die ontduiking strafbaar stelt, en het onmiddellijk daarop gevolgde aanbod van betaling van dien tol de strafbaarheid in deze niet wegneemt; doch dat hier, waar alleen eenige meer dan gewone krachtsinspanning was aangewenddoch zonder dat daarbij eenige schade aan den tolboom was toegebragtniet te denken valt aan het wanbedrijf van verbreking van afsluiting in den zin van art. 456 van het Wetboek van Strafregt, wes- wege de beklaagde mede was vervolgd. In overeen- stemming met de conclusie van den heer adv.-gen. Karseboomheeft de Hooge Raad hedenzich met de leer van beide collegien vereenigende, hoofdzakelijk beslist, dat het onderwerpelijke feit niet valt in de termen van art. 456 meergemeldwaarin het wan- bedriji wordt aangeduid met de woorden quiconque aura detruit des clotures enz. Op dien grond is ver- worpen het beroep in cassatie van den proc.-gen. bij gemeld Hof, die bij memorie de schending van art. 456 had beweerd. Heden morgen heeft, op de begraufplaats Eik-en- Duinen, de ter aarde bestelling plaats gehad van wijlen den heer E. M. S. van Santen; achter de lijkkoets volgden broeder.s diakenendie met den overledene hadden dienst gedaan, wijders een vijftal koetsen waarin gezeten waren de bloedverwanten, benevens de heeren pred'kanten Koetsveld en Zaalberg en eene commissie uit broederen-ouderlingen. Eene talrijke schare belangstellenden bevond zich bij het sterfhuis van den overledene, die zich om zijne deugden en christelijke liefde, in ruime mate de algemeene ach- ting had weten waardig te maken. Bij het geopend graf werden woorden van troost gesproken die op de aanvvezigen een diopen indruk maakten. De Leidsche Courant meldt, dat de heer officier van justitie bij de Arrond.-Regtbank aldaar, op last van hooger hand, in hooger beroep is gekomen van het vonniswaarbij de heer Mr. G. W.die weigerdein eene strafzaak als getuige den eed af te leggen, door gemelde Regtbank is vrijgesproken. Dezer dagen is door het Frov. Geregtsh. van Noord- holland de teregtstelling bevolen van C. K.R. K. C. Z. en J. Z.alien zeelieden op Vlielandthans gedetineerd in het huis van arrest te Alkmaar. De acte van beschuldiging luidt, dat deze lieden zich in den nacht van3op -4Nov.jl. gezamenlijk hebben begeven naar het op den 3 Nov. opde Eijerlandschegronden onder Texel gestrande sehoonerschip Mariakapt. de Boer; dat zij dat schip hebben beklomraen een vat suiker met de bijl hebben opetigeslagen en de suiker medegevoerd in zakken die zij daartoe hadden medegebragt. Het schip willende verlaten zijn zij echter betrapt door een der bewakers, den rijksveldwachter Jacob Veen, wien het gelukte het gestolene weder te doen af geven doch niet anders dan na hun zijn pistool te hebben voor- gehouden. Opmerkelijk is het, dat, naar men ver- zekert, de beschuldigden op Vlieland gunstig bekend staan. Zoo dus het onderzoek ter openbare teregtzitting mogt bevestigen, wat de instructie aan het licht schijnt te hebben gebragt, zal men in het gebeurde een treurig blijk vindenhoe diep nog bij velen onzer kustbe- woners het kwaad is geworteld om bij stranding en schipbreuk met die ramp op onregtmatige wijze voor- deel te doen, en tevens den wensch mogen uiten, dat deze vervolging een heilzamen indruk moge achterlaten. Den genoemden Rijksveldwachter Veen werd voor zijn moedig gedrag door Z. M. eene gratificatie toegekend van vijftig gulden. De loop der wettige bevolking van de gemeenta Leidengedurende het jaar 1859, was als volgt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 2