BIWIDiVLAWII. ♦an oordeel, dat aan de beide gevolmagtigden alge- heele vryheid moet worden gelatennaar orastandig- heden te handelen. Ten gevolge van dit verschil van gevoelen, zou het vertrek van den baron Gros eenige vertraging ondergaan. Die houding van het Britsche gouvernement zou te meer beteekenis hebben, indien het waar is wat sommigen beweren, dat daarbij de nevenbedoeling is zoo veel raogelijk troepen hier te houden, ten einde op alle mogelijke gebeurte- nissen in Europa voorbereid te zijn Of nu al die feiten waarheid behelzenen of alles althans niet te donker gekleurd iszal nader moeten blijken. I T A L I E, De depeche van graaf de Cavourin antwoord op de bekende nota van den heer Thouvenelis thans openbaar geraaakt. Met het hem eigene diploraatiek talent antwoordt de Sardinische minister op de bekende drie punten. Na melding gemaukl te hebben van de verpligtin" welke Italie aan Keizer Napoldon heeft, betuigt de graaf zijn leedwezen, dat de voorgestelde schikking in zijne oogen onuitvoerbaar is. Terstond na het sluiten van den vrede van Villafranca, zou dit pro- gramma op geen bedenkingen van belang zijn ge- Stuit, thans echter hebben de Midden-ltaliaansche Staten zich te zeer vertrouwd gemaakt met het denk- beelddat zij meester waren van hun eigen lotom zich nu nog een regeringsvorm of regent op te laten dringen. Het Sardinisch gouvernement kan niet anders doen dan de wenschen van Frankrijk aan de Midden- Italiaansche Staten bekend te maken. De voorloopige regeringen zullen echter de verantwoordelijkheid van dergelijke schikking niet op zich willen nemen en door het algemeen stemregt later uitmaken, wat de bevol- king wil. Wat het voorstel aangaat, betreffende de Romagna zoo als het daar ligtzoo het bijna eenstemmig door de bevolking worden verworpen terwijl zeker de Paus er nog ongunstiger over zou denken. Wat toch de Paus tot dusverre verhindert, om aan den eenpari^en wensch van Europa gehoor te geven en hervormingen in te voeren is hooldzakelijk de vrees, dat deze tot noodlottige gevolgen voor de voorschriften der chris- telijke zedelijkheid zouden leiden. Een onlangs voor- gevallen feit bevestigt dit. Toen Frankrijk toch voor eenigen tijd aan den Paus voorsteldeom even als de overige Europesche Mogendheden een nationaal leger zamen te stellenopdat hij, Frankryk, zijne troepen zou kunnen terugroepen, antwoordde de Heilige Vader, dat hij niet tot een recrutering-stelsel kon overgaan, omdat het tegen zijn geweten streedeen groot deel zijner onderdanen, al was het dan ook slecht tijdelijkhet huwelijk te verbieden. De graaf de Cavour treedt ir. eene uitvoering ont- wikkeling van de bezwaren welke tegen het vicariaat, zoo als Frankrijk dat wil, bestaan. Beter komt het hem voor om eerst den uitslag der stemming af te wachten en dan aan Koning Victor Emanuel over te latenmet den Paus te onderhandelen. De Koninc zou de oppersuzereiniteit van den Paus erkennen en zich verbinden des noods door kracht van wapenen voor zijne onafliankelijkheid te waken en tot zekere hoogte in de uitgaven van het hof van Rome te voorzien. Voorts verklaart de graaf, dat Sardinie zich on- voorwaardelijk zal gedragen naar den uitslag der stem ming blijkt daaruit, dat Toscane zelfstandigheid wil, dan zal zijne regering daartoe mede werkenverlan^t het de aanhechting, dan zal die wensch vervuld worden. De Sardinische regering ontveinst zich niet de bezwaren aan zulke handelwijze verbonden, vooral nu die gevaren door Frankrijks houding zoo zeer zijn toegenomen maar indien Sardinie de voorstellen van Frankrijk aannarazouden die gevaren nog oneindig grooter zijn en de invloed van Koning Victor Emanuel zou in Italie zijn vernietigd, zoodat hem zelfs het regeren over 'tween liy verkreeg moeijelijk zou worden. Ook op dit punt toont de heer Cavour uitvoerig aan dat Frankrijks wenschen onvereenigbaar zijn met de waarachtige belangen van Italie. '8 (1RAVEAII1AGE 8 Maart. Bij Kon. besluit van den 6 dezern°. 58, is aan den officier van gezondheid 2de kl. van het leger in Oostindie G. J. Wienecke, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der onderscheidirigstetkenen van ridder lste kl. van de orde van Philip den Groot- moedige, hem door den Groothertog van Hessen <*e- schonken. Bij besluit van dezelfde dagt.n°. 51heeft Z. M. goedgevonden aan E. Bakker, op zyn verzoek, eervol ontslag te verleenen als ijker van het vaatwerk te Coevorden. Bij besluit van gelijke dagt., n°. 59 is op het daar toe door hem gedaan verzoekaan den met verlof hier te lande aanwezigen kapt. der infanterie van het leger in NeSrl. Indie, E. W. T. F. Preusser.een eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. militaire dienst onder toekenning van pensioen. Bij besluit mede van den 6 n°. 50heeft Z. M. goedgevonden de benoeming van H. D. ter Wee burge- meester van Voorhout, tot secretaris dier gemeente, met Zijne goedkeuring te hekrachtigen. Naar men verneemtis door Z M. den Koning ver gunning verleend tot het houden eener verlotingten behoeva van het op te rigten monument van wijlen onzen beroemden landgenoot den historie-schilder Ary Scheffer, met vrijstelling van zegel en registratie- regten zijnde de inzending der voorwerpen voor die loterij bepaald op den 16 dezer. Men verzekert, dat de graaf van Zuylen van Nyevelt, Nederlandsch Minister-resident bij het Hof van Turkye, zou benoemd zijn tot Minister van Buitenlandsche Zaken. Gelijk reeds gemeld is zullen de miliciens der ligting van 1859, thans in reserve, den 17 April aanstaande in activiteit worden opgeroepen en niet, zoo als abusief in eenige bladen vermeld is, den 17 dezer. In verband hiermede zullen de miliciens der ligting van 1858, welke tot aanvulling van ontbrekende vrijwilligers bij de onderscheiden corpsen des legersin werkelijke dienst zijn gehouden, den 1 Julij aanstaande met onbepaald verlof naar hunne haarsteden worden gezonden. Naar men verneemt, zal er eene verandering bij het corps der militaire intendance plaats hebben, waaruit eene promotie zal voortvloeijen. Ten gevolge van eene schrijflbut, is het getal luits. tor zee, in de openbaar gemaakte opgave van de Nederlandsche Marine onjuistopgegeven; het getal luits. der lste kl. bedraagt 115, dat der 2de kl. 178. De Drentsche Cour. meent te kunnen mcdedeelendat de zaak derspoorwegen door het tegenwoordig Ministerie met ernst en ijder zal worden ter hand genomen en tevens, dat het de vurige wensch van dit Ministerie en dus ook van den heer van Hall zal zijn als, bij de aanstaande regeling dier belar.grijke zaakhet meer bijzonder belang der gewesten met het algemeen lands- belang in overeensteraming kan worden gebragt. Door het Provinciaal Gercguhof in Zuidholland is beslist dat het feit, bestaande in het nederleggen van een kind beneden de zeven jaren door zijne moeder op eene plaats, waar eenig hooi en stroo voorhanden en die beschut was door kreupelhout, met het doel om het daar te laten overnachten omdat zij het in hare eigene woning niet brengen nmgt cn zij geen huis had kunnen vinden waar men het wilde innemenniet kan worden geachtdaar te stellen het misdrijf van het te vondeling leggen en verlatc-n van een kind beneden de zeven jaren oud. Het Hof heeft mitsdien vernietigd een vonnis der Regtbank te Gorinchem waarbij de° bekl. deswege was veroordeeld tot eene correctionele gevan genisstraf te ondergaan in eenzame opsluiting voor den tijd van drie maanden, alsmede tot betalintz eener geldboete van f 8. Bij vonnis der Regtbank van hedenis overeen- komstig het requisitoir van het Openbaar Ministerie, de vischventster C. G. vrijgesproken van de haar te aste gelegde diefstal van zilver, doch wegens diefstal van een' boezelaar, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van drie maanden. In dezelfde zitting werd ook N. C. B.schuldig verklaard aan opligting en veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Aan het oordeel der Regtbank werd heden onder- worpen de zaak van E. J. Z.J. R. O. en J. J. O., beklaagd van de zijde der administrate van 's Rijks belastingenvan verhindering der commiezen in de uitoefening hunncr werkzaamheden en door het Open baar Ministerie van rebellie en woordelijke beleedUing dier beambten Uit de verklaringen vandezen rcsultee'rde dat de beklaagden eenen door hen benaderden os niet hadden willen laten volgen voor en aleer de prijs daar voor was betaald dat zij de deur der slagtplaats hadden geslotenhen te dier plaatse hadden geduwd gestooten en veroorzaakt, dat de hoofdcommies niet had kunnen schrijven, terwijl zij de arabtenaren eindelijk voor dieven hadden uitgemaakt. Door den Rijksadvocaat Mr. G. Delprat werd betoogd, dat de prijs van benaderd vecniet ter plaatse der benadering behoefde to worden voldaan maar dat de arabtenaren daarvoor naar het kantoor des ontvangers verwijzen, en het benaderde vee ter stond weder nemen konden en dat derhalve door het stuk vee met te laten volgende commiezen in de uitoefening hunner functien waren verhinderd. Hij vorderde te dier zake eene boete van f 50300. Door den substituut-officier van justitie werd geeischt de veroordeeling-der beklaagden tot eene subsidiaire gevangenisstraf van zes dagen tot twee jaren, en wyders eene boete van f 25en eene gevangenisstraf van 14 dagen wegens de andere hun te laste gelegde mis- dryven, waarvoor het bewijs, naar zijn oordeel, resul- teerde uit de beeedigde verklaringen der arabtenaren, hetwelk met ontzenuwd was door hetgeen de getui»en a decharge hadden verklaard. De beklaagden werden bijgestaan door den advocaat Mr. J. Kappeijne van de Coppello, die de genomen conclusien bestreeden tot vrijspraak der beklaagden concludeerde. Na re- en dnpliek is de uitspraak bepaald op heden over aelit dagen. Heden morgen heeft, op hetR.-K.kerkhof, deplegtige ter aardebestelling plaats gehad van wijlen den heer van Romunde, oud-Minister voor de zaken der R.-K. Eeredienst. Achter de lijkkoets volgde een viertal koetsen waarin de bloedverwanten en vrienden van den overledene gezeten waren. Men merkte daarbij op den oud-Minister van Buitenl. Zaken den heer van Sonsbeek en den heer Mutsaers, thans Minister voor de zaken de R.-K. Eeredienst, alsmede den heer Willems, secretaris-generaal bij dat Departement. Gisteren avond had in de Groote Kerk aihierde plegtige bevestiging plaats van den WelEerw. heer A. J. Begemann tot predikant bij de Zuid-Afrikaan- scbe Republiek. De bevestigingsrede werd uitgesproken door Ds. Haverkamp Begemann predikant te Gouda een bloedverwant van den jeugdige naar Zuid-Afrika beroepen prediker en die daartoe den voor dien avond aan de orde zijnde Lijdensstof (Luk. XXII; 54 b. - 62) tot tekst gekozen had. De plegtige bevestiging zelve geschiedde door Ds. de Willigen, als president der commissie tot de taken der Protestantsche Kerken in I I Nederlands Oost- en Westinditi. Belialve Z. Ew en de heeren Zaalberg, secretaris en Oortlid der genoemde commissie, namen aan het plegtige werk der inzegenino- van den beroepene door oplegging der handennog deel de predikanten Haverkamp Begemann, van Gouda° van Limburg Brouwer, van Amsterdam, de Voogd van Amsterdam, Begemann, van Ankeveen de Ridder, van 's Gravenhage en Roraenij van Montfoort. Gedurende de oplegging der handen zong degemeente Is 134:3a, waarna Ds. de Willigen, namens de indische commissie en Ds. van Limburg Brouwer namens de Amsterdamsche commissie voor de Kerkelijke belangen der Zuid - Afrikaansche Republiek den be- vestigden leeraar rr.et hartelijke en ernstige toespraken begroettenterwijl Ds. Haverkamp Begemann, na weder den kansel beklommen te hebben, nog een laatste woord tot den bevestigde rigtteen daarop de gemeente voorging in het gebed. Het zevende concert Diligentia, gisteren avond ge- ftHenn-irVeioLiVereerd met ,ePenwo°rdigheid van HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik der Neder- anden en bijgewoond door een zeer groot aantal leden. Vanneer ook al de hooggespannen verwachting van dit concert, door de ongesteldheid van den voortreffelijken zanger Stockhauseji te hooren, eenigzins te leur gesteld was bood het niet te min een rijk kunstgenot aan. Wij hadden toch hetgenoegen, den heer Alfred Jaell, die reeds zoo gunstig bij ons bekend is, weder tehooren. Deze uitstekende pianist speelde het zoo schoonemaar niet minder moeijelijke Concertin Es, van Beethovenen handhaafde daarin op nieuw zijn' reeds zoo welgeves- tigden roerahij bragt zijn toehoorders door zijn geacheveerd spel en meesterlijke voordragt in verruk- king. Door de Concert-etude van Liszt, eene Nocturne en Walse van Chopin maar vooral door twee salon- stukken van zijne compositie, eene Transcription du Pardon de Ploermel en een Gallop-fantastique deed hij diebewondenng tot verbazing stijgen over zijne onbe- grypelyke technische vaardigheid. Algemeen waren dan ook de by valsbetuigingen, die hij ontving, en onder dave- rend applaudissement werd hij herhaalde malen terug- geroepen, zoodat hij om daarvoor zijne erkentelijkheid te betuigen nog een zijner meesterstukken voordroec. De zang-solo's werden vervuld door Mw. Elise Lecomtedie twee groote aria's voordroeg welke even- wel minder geschikt voor Concert-aria's schenen en een Lied van Schubert zong. Ook zij werd herhaaldeliik toegejuicht. De ensemble-stukken bestonden uitdezesde Symphonie van Niels Gade, en eene Ouverture van Schumannen Wagner s Ouverture: der Tannhduser. De Symphonie welke wij het genoegen hadden voor de eerste maa'l hier te hooren uitvoerenis zeer origineel en bevat zeer veel schoonsvooral beviel ons het Andante. De Ouverture Hermann und Dorotheawelke thans beter dan in het vorige concert kon beoordeeld worden voldeed zeer, en de fraaije Tannhauser besloot dezen avond op waardige wijze. In den Kon.-I ranschen Schou wburg werd Zatui dac 11 voor de tweedemaal ten tooneele gevoerd Moise en Egypte, groote opera van Rossini. Het was ons bijzonder aangenaam dat dit hoogst verdienstehjk muzikaal voortbrengseltot het vroegere iepertoire behoorende, en, naar ons inzienveel te ang ongebruikt gebleven thans weder te voorschijn is gekomen, te meer daar het zich door schoone melodienen bovenal uitmuntende instrumentatie zoo byzonder onderscheidt. Dit stuk, ontleend aan het bekende Bijbelsche verhaal (de terugkomst van Mozes uit Egijptezijn overtogt door de Roode zee enz.)heeft, wat de uit voering aangaat, vrij wel voldaan. De heer d'Hooghe vervulde de titelrol op allezins waardige wijze zijn kostuum en zijne houding waren uitmuntend, terwijl hij zich van zijne hoogst moeijelijke zang-party vrij goed kweet. De heeren Abelli (Pharaon) lapdau (Amdnophis) Lambert (Osiride) en VrijdaMi i iezer) mogten almede de tevredenheid van het publiek ondervinden terwijl de dames Castan (Senaide) en Hesse (Anais) bare zangpartijen loffelijk vervulden vooral voldeden de heerlijke duo's, in de eerste en tweede acte, tusschen Mile. Hesse en den heer Tapiau, alsmede in de vierde acte het treffendekoor (gebed) van Mozes en zyne volgelingen, onder begeleiding van piano. Deze drie stukken vonden zeer veel bijval, even als het laatste tooneelde Apothdose of de triumph van den uit Egypte teruggekeerden Mozes en zijn volk. Den heer Marcel Briol komt alle lof toe voor de mise en scene, terwijl bovendien de costumes en het decoratief niets te wenschen overlieten. ^e. reeds door haar opgevoerde opdra's blyit de directie steeds onvermoeid werkzaam om nog voor het eindigen van hare administratis, opdra'sals: La Reine Topazele Dieu et la Bayadere en Faust te raonteren. Mogt zij hiervoor eene meerdere belangstel- ung van het publiek ondervinden, dan dit tot hiertoe het geval is geweest. Reeds voorlang, maar inzonderheid toen de Residentie, den 28 der vorige maanddoor eene cycloon werd ge- teisterdwelke in kracht bijkans met een orkaan gelyk stondwant er is eene winddrukking van 125 kilos op de vierkante el waargenomen, hoorde men met zekere angstvalligheid spreken over den grooten springvloed die morgen namiddag, ten 3 u. 37', op onze kust zou plaats hebben. Bij sommigen bespeurde men overdreven bezorgdheid tot in het bespottelijke, a sol Gods bescherming en bewaring juist op dat oo«en- blik onvoldoende zou blijken; bij anderen daarentegen laakbare zorgeloosheid en minachting van een natuurver- schijnsel, dat, zoo de Almagt het niet door andere midde- len verhoeden wilde hier en elders duizenden met dood en verderf zou bedreigengezwegen van de millioenen bade, en de vrucht van jaren lange, ijverige inspanning n het gebied des Oceaans ontwoekerd die wellio't enkele uren te loor zouden kunnen gaan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 2