It 1 M E 1 L A 1 I).
deze raentichen zeide de kardinaal. Maar hoe verdienen
ey alien het dagelijksch brood vroeg de Dauphin
naif, en de kardinaal antwoordde: En ae trompant lea
una lea autrea.
Wilt gy overigens de meening der Fransche regering
kennen omtrent Engelands toestand in dezen oogenblik,
zie dan het artikel door de Agence Havaa aan de
departementale bladen gezonden. Gisteren meldde ik
U nog in welk een doorluchtig beschermheerschap die
correspondentie zich mag verheugen en hare meening
kan dusals die van onsgouvernement worden beschouwd.
Terwijl dat artikel aan de eene zyde de woorden
bevatde hemel beware ons op onze beurt te willen
beschuldigen raast het van den anderen kant tegen
Engeland en de discussien in het Huis der Gemeenten,
welke het als onvruchtbare driften beschouwt.
Een ander berigt ontvang ik van een mijner vrien-
den te Berlyn, mij bepaald bevestigendehetgeen
ik u omtrent Pruissens en Engelands meening be-
trekkelijk Savoye meldde. Die beide regeringen moeten
de zienswijze van Zwitserland omtrent Chablais en
Faucigny volkomen deelen. De taal der Duitsche bladen
schijnt daar overigens voor te pleitenen zelfs de
Conatitulionnel bevatte de verklaring dat die dagbladen
slechts een weefsel van scheldwoorden tegen Frankrijk
bevatten.
Heb ik dus regt den toestand gespannen te noeraen,
welke overigens niet weinig door de taal der pers ver-
ergerd wordt? Lees de Patriede Mondeden Constitu-
tionnelde Gazette de Francehet Journal dea Debats; van
allekomt het daarop neder, dat de Franseh-Engelsche
alliantie haar einde is genaderd hetgeen door het meer-
endeel dier bladen met vreugde wordt vernomen. De
Opinion Nationale alleen doet eene klagt hooren over
het plotseling verbreken der naauwelijks aangegane
alliantie tusschen twee groote volkeren van het Wes-
ten welke tevens een waarborg voor Westelyk Europa
was. i)
Hetzelfde blad bevat thans de opmerking, welke ik
in mijn voorlaatsten brief omtrent de nota van den
Moniteur nopens de inlijving van Savoye heb gemaakt,
waarin alleen van het arrondisaement Nizza sprake was.
Dat blad verklaart dit daardoordat dan Remo en
Oneglia tot Piemont zouden blyven behooren. Dit is
eene oppervlakte van 1136,88 Nederl. mijlen, met
131.383 bewoners.
Te Nizza moeten intnsschen op nieuw anti-Fransehe
demonstration hebben plaats gehad.
De heer Benedetti is gisteren ochtend weder alhier
teruggekeerdoverbrengende de laatste bepalingen
nopens den afstand van. Savoye.
De Patrie bevestigtdat generaal Lamoricidre naar
Belgie zou zijn vertrokken, om van daar dereisnaar
Rome te aanvaarden. Hij zou echter daarheen zijn
vertrokkenom de zaken met eigen oogen te beoor-
deelen, alvorens het vereischte verlof van den Keizer
te vragen. Anderen beweren echter, dat hij reeds voor
goed is vertrokken; doch het is bezwaarlijk aan te
nemen, dat hij zijne eigenschap van Franschman zou
willen verliezenietswat (zoo als wij reeda gezegd
hebben) noodzakelijk bij gebrek aan dat verlof, en volgens
de bepalingen van het Wetboek Napoldonuit dezen
Btap moet voortvloeijen.
De benoeming van generaal Lamoricibre heeft op
nieuw het gerucht der ontruiming van den Kerkelijken
Staat door de Fransche troepen verlevendigd.
Ik neem volkomen aan dat het onmogelijk is de
beide bevelhebbersLaraorici&re en Goyon om zoo
te zeggen, tegenoverelkander te plaatsen maar ik ben
in staat, u op vrij officiele gronden te verzekerendat
de Paus den generaal Lamoricibre niet tot zich heeft
geroepen dan omdat de Keizer had te kennen gegeven,
dat de ontruiming van Lombardye door onze troepen,
hetzelfde voor den Pauselijken Staat raoest tengevolge
hebben. (Wij moeten doen opmerken dat dit geheel
in stryd is met het artikel van den Conatitutionnel
tie ona vorig nommer onder de telegraphische berigten.)
De heer de Persigny wordt alhier verwacht. Hoewel
hy slechts gedureade de Paaschdagen in onze hoofd-
Jit ad zal vertoevenzou zijne komst misschien de
zaken tot een goed einde kunnen brengen, De Timea
riep uit: Onze droom is geeindigdGoed. Maar
zoo wij niet meer droomen willen laat ons ten minste
ongestoord slapen.
Parys, 29 Maart. Men verzekert, dat de markies
de Lavalette, de nieuw benoemde gezant te Konstan-
tinopelzich deze week op zijn' post zal begeven.
De tijd, om in de zaak van den bisschop van
Orleans in hooger beroep te komenis voor de be-
htnghebbende partijen verstreken het openbaar minis-
terie kan echter nog in het belang der wet tusschen
beiden komen doch deswege schijnt niets beslist te zijn.
Onlangs is door den telegraaf gemeld dat de
Fransche schepenwelke voor Algdsiras kruisten
bevel hadden ontvangen zich naar Napels te rigten.
Onze vlootonder bevel van den schout-bij-nacht
Jehenneheeft sinds lang de wateren van Algdsiras
verlaten en is te Toulon teruggekeerd. De officieren en
sen gedeelte der equipagie is aan walvoor een paar
dagen was er nog geen bevel tot inscheping gegeven.
Gisteren avond liep het geruchtdat door
den heer Thouvenel aan lord Cowley een schrifte-
lijk of mondeling antwoord zou zijn gegeven omtrent
de houding, door het gouvernement der Koningin
tegenover Frankrijk aangenomen. Die houding blijft
natnurlijk diepen indruk maken. Intusschen begint
men eenig meerder geloof aan de bijeenkomst van een
Congres te hechten. Aan wie de eer van zoodanig
denkbeeld toekomt is onverschilligmaar mogt men
het zoo ver kunnen brengendan zou dit voorzeker
een groote stap tot behoud van den vrede zijn. (Wij
moeten intusschen ten deze verwijzen op onze particuliere
correspondentiewaarin beweerd wordtdat Frankrijk
tegen een Congres is).
Men zegtdat ook het antwoord van Spanjeopde
depeche van den heer Thouvenel is ontvangen. Aan de
uitbreiding der Fransche grenzen, aan den kant der
Alpen laat zich het Madridsche Kabinet weinig ge-
legen liggen maar bij het antwoord moetnaar men
zegteen protest ten behoeve der Hertogin van Parma
gevoegd zijn. In dat protest wordt de staatkunde van
Frankrijk en van Piemont gelaaktals ernstig inbreuk
raakende op de monarchale beginselen.
Hetgeen nopens den generaal de Lamoricibre is
gezegdraaakt natuurlijk nog al indruk. VolgeDS
sommigen zou hij niet tegen den zin zelfs niet buiten
weten van het Keizerlijk ^gouvernementnaar Rome
zijn vertrokken. Zij voegen er bij, dat de nuntius den
Keizer over deze zaak heeft onderhoudenen dat
Z. M.naar men verzekerter geen bezwaar in zou
hebben gemaaktdat de generaal zich onledig hield
met de organisatie van het leger van een bevrienden
Souvereinop welke organisatie door ons gouverne
ment zelf was aangedrongen. Nog zegt men, dat de Keizer
zou te kennen gegeven hebben dat hij niet voornemens
was den generaal verlof te weigeren om den Paus aan
het hoofd van zijn leger ten dienste te staan indien
dat verlof hem werd gevraagd.
'S GIlilVEKHACiE 30 Maart.
Z. M. de Koning heeftbij besluit van den 6 dezer
n°. 48, benoemd lot commandeur der orde van den
Nederlandschen Leeuw den heer Torben Billelaatst
Minister-Resident van Z. M. den Koning van Dene-
marken bij het Nederlandsche Hof.
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden vertrekt
heden nacht naar Engeland, ten gevolge van eene alhier
ontvangen telegraphischberigt, houdende dat H. K. H.
de Prinses wederom ongesteld is geworden.
Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is toegezonden een ontwerp van wet, tot inkoop
en amortisatie van rentegevende nationale schuld, ten be-
drage van f 5,000,000, mitsgaders tijdelijke uitgifte,
tegen onderpand van in 's Iiijks schatkist aanwezige
gelden. In de Menvorie van Toelichting tot het
ontwerp wordt gezegd, dat het bepaalde voornemen
bestaaternstige pogingen aan te wenden ten einde
zoo spoedig als de aard der zaak en het gewigt van het
onderwerp zulks toelaat, spoorw.egen daar te stellen,
Onze geeerbiedigde Koning wenschte zulks sedert vele
jarenen de natie ziet die met regtmatig verlangen te
gemoetevenzeer als er haar aan gelegen is, andere
in het openbaar belang gevorderde openbare werken
tot stand te zien komen.
Daarbij mag aan de eene zijde de toekomst onzer
zich meer en meer herstellende finantien niet in gevaar
worden gebragtterwijl aan de andere zijde niet mogen
voorbijgeziep worden billijke wenschenop gronden
van algemeeri b£bthg berustende.
Tot welk besluit men ook omtrent de wijze van
uitvoering komen moge, wordt erom die mogelijk
en gemakkelijk te maken gevorderd dat naar bezui-
nigingen die met betrekking tot andere onderwerpen
mogelijk zijn, worde omgezien, en dat in de eerste
plaat3 van de rnimt- der in de schatkist voorhanden
zijnde gelden gebruik worde gemaakt, om de uitgaven
voor de rentebetaling gevorderd, meer en meer te ver-
minderenzonder zich te berooven van de raiddelen
welke eventueel tot dekking van andere uitgavenals
die voor de bedoelde groote werken benoodigd zullen
kunnen zyn.
Voorts mag worden aangenomen dat, ofschoon het
te hopen isdat de wettenwelke men op het oog
heeft, spoedig tot stand komende daardoor gedurende
het jaar 1860 te veroorzaken uitgaven welke ook de
strekking der spoorwegplannen zijn moge, niet zeer
aanzienlijk kunnen zijn.
Deze verschilleride beschouwingen zijn in het oog
gehouden bij deoverweging van hetgeen degeldelijke
toestand der schatkist tot pligt maakt, aan deStaten-
Generaal voor te stellen.
Die toestand laat toe, over te gaun tot eene nadere
beschikking ter amortisatie, ten bedrage van vijf
millioen gulden.
Men leest in de Rotterdamsche Courant
Men verzekert ons dat de Regering reeds in be-
ginsel zou hebben beslistconcessie te verleenen aan
de Hollandsche Spoorweg - Maatschappij tot aanleg
van een spoorweg van Scheveningen tot's Gravenhage,
en verder van Leiden tot Woerden tot aansluiting
met den Rijnspoorwegen onder verpligting, om den
spoorweg tusschen de residentie en Leiden te veran-
deren in smal spoorten einde van Scheveningen af
eene doorloopende verbinding ook voor de residentie
met het Europesche spoorwegnet daar te stellen. Men
meent te weten, dat deze beslissing bovenal moet
rusten op de overweging van het onmisbaar verband,
dat alsdan zou ontstaan bij denvoor de Landsver-
dediging noodzakelijk geachten aanleg van een spoor
weg van Haarlem naar het Nieuwediep.
Wij meenen aan de juistheid van dit berigt te
moeten twijfelen. De Regering zal geen overeenkomst
sluiten met eene corporatiewelke voor het tegen-
woordige althans daartoe onbevoegdis, althans niet,
indien zij officieel van die onbevoegdheid kennis draagt,
zoo als hier het geval is.
Ook het motief van den spoorweg van het Nieuwediep
naar Haarlem is te ongerijmd dan dat dit als be-
weegreden voor de onverantwoordelijke benadeeling,
welke men der Residentie wil aandoenzou kunnen
doen gelden. Wei zal men altijd eene schijnrede moeten
aanvoeren, tot verdediging van eene zaak, welke in
zich zelve niet deugt, maar dat men een argument zou
bezigen, dat meer tegen, dan voor de rigting Woerden
bewijstkunnen wij moeijelijk vooronderstellen. Voor
Noordholland is de aansluiting van den Holl. en Rijn
spoorweg te Woerden niet wenschelijk.
Wij zullen dit in een onzer volgende hoofdartikelen
aantoonen.]
Dg Leidsche Cour. deelt mededat heeren Gedep.
Staten van Zuidholland zich gewend hebben tot den
Minister van Binnenl. Zaken met het verzoekdat de
Hooge Regering de tot standkoming bevordere van
de ontworpen spoorweg-verbinding Scheveningen-
s Gravenhage-Leiden-Woerden daarbij te kennen
"gevende, dat deze verbinding in het algemeen belang
de voorkeur verdient boven die van Scheveningen-
's Gravenhage-Gouda.
Wij meenen te moeten herinnerendat de Provin
ciate Staten van Zuidhollandin hunne zitting van
15 Julij 1859, na eene langdurige beraadslagiug, hadden
besloten1°. met 36 tegen 27 stem men, om de be
slissing omtrent het voorstel hunner comraissie tot het
indienen van een adres aan Z. M. den Koning, waarin
wordt verzocht, dat zoodra mogelijk in het belang van
s Gravenhage, GoudaGorinchem de .provincie en
het Rijk eene spoorweglijn tusschen voormelde steden
en eene vlugtliaven te Scheveningen tot stand gebragt
worde, onbepaald aan te houdenen 2°. zonder hoofd -
ilelijke omvraag de beslissing omtrent het voorstel der
commissie om zich bij adres tot den Kpning te wenden,
met verzoekdat in het belang dezer provincie door
het Rijk met de noodigeklem bij de Rijn-en Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappijen woridt aangedrongen
op vereeniging en aansluiting hunner stations en diensten
te Rotterdam insgelijks onbepaald aan te houden,
De Provinciale Staten hebben zich alzoo bepaald
tot de ondersteuning van den ontworpen Zuider-
Spoorweg. Daartoe werd door hen een adres aan de
Tweede Kamer gerigt. Nopens andere punten werd
voorloopig geene beslissing genomen en de behandeling
daarvan verdaagd tot na den afloop van de discussien
omtrent het bij de Kamers aanhangige wets-ontwerp
wegens de Noorder- en Zuider-Spoorwegen. Daar de
Provinciale Staten nog geen nader besluit hebben ge
nomen zoo is dat op dit oogenblikten aanzien van
die vergadering, de stand van zaken.
Of echter Gedeputeerde Staten aan de Regering
hebben gevraagd zich bij contract te verbinden om ten
eeuwigen dage de lijn Scheveningen-Gouda te zullen
belettenmeenen wij te mogen betwijfelen. sGraven-
hage moet toch vroeg of laateene directe verbinding
met het Zuiden hebben, en die zal bij Rotterdam nooit
tot stand komen.
In de zitting van het Provincial Geregtshof van
Zuidholland, van heden, werd behandeld de zaak van
het Openbaar Ministerie tegen J. H.Nassauer van
geboorte, beschuldigd van diefstal bij nacht, met
binnenbraak, en van eenvoudigen diefstalgepleegd in
een bewoond vaartuig, zijnde dit vaartuig het Frank-
forter Beurtschip n°. 22.
Aan den beschuldigde was tcegevoegd als verdediger
Mr. Th. van Stolk. Deze nam, namens den beschul
digde, de volgende conclusie, die hij in het breede
toelichtte: dat het Prov. Geregtshof van Zuidholland
zich, en ieder andere Nederlandsche regter, onbevoegd
zal verklarenom in deze zaak als strafregter regt te
sprekendaar het hier geldt een misdrijf, gepleegd
door een vreemde ten nadeele van een' vreemdenan
boord van een vaartuig varende onder vreemde via";
overwegende toclidat volgens het algemeen erkend
internationaal regteen schip een deel is van het
land, wiens vlag het voert, en dat het geschreven en
positief en Nederl. regt dit beginsel van volkenregt
erkentbevestigt en volledig huldigt.
Na de toelichting dezer exceptie, trad hij in eene
korte beschouwing omtrent de naar zijne meening minder
juiste qualificatie der feitenen eindigde met op vijf
verzachtende omstandigheden te wijzen, indien het Hof
meende bevoegd te zijn in deze zaak regt te spreken;
De uitspraak over deze belangrijke zaak is op morgen
bepaald.
In dezelfde zitting is uitspraak gedaan in het hooger
beroep van het Openbaar Ministerie bij de Arrond.-
Regtbank alhier tegen zekeren v. d. B., aangeklaagd
wegens poging tot omkooping van een openbaar amb-
tenaarmaar door de Regtbank van alle regtsvervolging
ontslagen op grond dat het aanbieden van geld, onder
beding, zoo als in deze had plaats gehad, niet de
strekking had om van den ambtenaar eenige ambts-
of dienstverrigting te verkrijgen, maar integendeel opdat
die ambtenaar zich zou onthouden van iets te doen
dat zijn pligt medebragten dat tegen dit feit noch
bij art. 179noch bij eenig ander artikel van den
Code Penal straf is bedreigd. Het Hof heeft de over-
wegingen des eersten regters overgenomen het hooger
beroep vernietigd en den gei'ntimeerde van alle regts
vervolging ontslagen.
Het Prov. Geregtshof van Utrecht heeft weder een
treffend verlies geleden door het afsterven van den
raadsheer Mr. J, F. baron van Reede van Outshoorn
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Burggraaf Dubus de Ghissignies, nieuw benoemd
attachd bij het Belgisch gezantschap alhier is in deze
Residentie aangekomen en aan het Hotel Paulez af-
gestapt.
Heden morgen heeft op de begraaf plaats Eik en
Duinende ter aardebestelling plaats gehad van het
stoffelijk overschot van wijlen den heer Mr. U. A.
Evertsz, in leven raadsheer in den Hoogen Raad,
Achter den lijkwagen volgden twee koetsen, waarin
gezeten waren de broeder van den overledenede
heeren F. de Greve, voorzitter, Gockingaraadsheer,
en Gregory advocaat-generaalalien behoorende tot
het gemelde regterlijke collegieterwijl zich eenige
vrienden van den overledene op do begraafplaats
bevonden, om hem de laatste eer te bewijzen.
In de algemeene vergadering van de afdeeling's Gra
venhage der vereeniging: het Metalen Kruisgisteren
avond alhier gehoudenis van wege het hoofdbestuur
berigt ontvangen van het overlijden van den heer
E. W. van Dam van Isselt, waarbij regtmatige hulde
werd toegebragt aan de verdiensten en talenten van
het voormalige geachte lid en medebestuurder dezer
vereeniging. De heer de Brauwonder-voorzitter der