BATAVIA SOORABAYA, SATA7IA. BATAVIA, De Spoorweg. Te Rotterdam IVOORO-BRABAItfO FOP S M I T DEPARTEMENT VAN FINANTIEN. G-ebroeders 'Wolff, in. AO V E It I Ii ITIEI. Te ROTTERDAM ligt in lading J. C. SCHOTEL Rapt. J. P. van Bcest Holle Voor PASSAGlEltS lijks In verbinding met den 'Rijnspoorwegaan 11 den Raad van Administratis van de Hollandsche Spoorwegmaatschappij te verleenen volgens het ont- werp van voorwaarden hiernevens gevoegd 1) waarin overigenswelke spitsvindigheden de Raad van Administrate ook in zijn geschrift moge hebben ter neder gesteldzelfs geen zweem van aanwijzing wordt aangetroffendat de Regering het voornemen zou hebben gekoesterd gelijk de Raad van Adminis trate haar poogt toe fe dichten, noch de eene noch de andere eoncessie te verleenen indien niet beiden worden aanvaard. Neen do brief van 22 December 1859 sluit zeer stellig elk denkbeeld aan eene keuze door de Regering te doen ten eenemalo nit. Die brief geeft op de meest ondubbelzinnige wijze het voornemen der Regering te kennen om de beide concessien gelijktijdigof anders aan de meest gereede partij die te verleenen, welke door haar was aangevraagd. Pin dat is zoo duidelijkdat de Raad van Adminis trate, zijns ondanks heeft moeten zwichten voor de kraclit der waarheid. Zijne beweiing, dat de Regering eene keuze tusschen de beide lijnen zou behooren te doen was zoo volkomen onvereenigbaar met de wezen- lijke toedragt der zaakdat hij getracht heeft, den nieuw opgetreden Minister en de openbare meening op een dwaalspoor te brengen. Daarom heeft hij het doen voorkomen als of het denkbeeld van het con- cessioneren der beide verbindingslijnen door de ont- werpers der Goudasche lijn was aangegevenhetgeen hun de gelegenheid bood uit te roepen Het is te ii betreurendat eene zoo oripractische en hersen- ii schimmige gedachte niet, gelijk zij verdiendedoor Zijne Excellence den afgetredon Minister terstond ii is verworpen n 2) en met inderdaad belagchelijken opbefde ontwerpers der Goudasche lijn van het op roekelooze grondslagen 3) eenen spoorwegen- strijd ondernemen van dubbele waaghalzerij 4) en van het werkelijk ten eenemale missen van allegron- dige zaakkennis en emstig overleg voor belangrijke ondernemingen gevorderd te betichten eene minder edelmoedige taktiek kennelijk alleen te baat genomen, om zijne tegenpartij in een ongunstig daglicht te plaatsen. Doch het voorgeven, dat de ontwerpers der Goudasche lijn op het concessioneren der beide verbindingslijnen zouden hebben aangedrongen scheen op zich zelf geen gereeden ingang te zullen vinden. Ook daartoe waren kunstmiddelen noodig en die heeft de Raad van Ad- ministratie gemeend te vinden in de onwaarachtige aantijging, dat de ontwerpers der Goudasche lijn het onderzoek van de meerdero of mindere aanspraak op voorkeur der verbindingslijn van Leiden naar Woerden boven die van 'sGravenhage naar Gouda, steeds hadden ontweken, en dat zij de bewustheid hadden, dat hun ontwerp bij zoodanige toetsing onproefhoudende zou ii worden bevonden 5), om dan aan deze voorgewende bewustheid het aangeven van het denkbeeld van het concessioneren der beide verbindingslijnen, ten einde daardoor het onderzoek tusschen de twee lijnen af te snijden te kunrien toescbrijven en overigens de hun valschelijk aangewreven zucht tot ontwijking van dit onderzoek te exploiteren, om zoo mogelijk de openbare meening tegen de ontwerpers der Goudasche lijn in te nemen. Het blijkt alzoo, dat de Raad van Administratie zijne toeviugt tot de door ons aangegeven tweeledige on waarheid genomen heeft, om der Regering, zoo mogelijk, de stelling op te dringen, dat zij in den tegenwoordigen stand der zaaknog eene keuze tusschen de beide lijnen zou kunnen doen, eene stelling die, zoo zij het niet verleenen van eoncessie voor de Gouda sche lijn ten gevolge moest hebben, tegenover hen die daartoe aanvrage gedaan hebben, leiden zou tot ver- zaking van elk beginsel van regtvaardigheid en goede trouw, maar die door den Raad van Administratie wordt te berde gebragt, uit hoofde van den neteligen toestand waarin hij zich door den weinigen bijval, die zijne oorspronkelijke aanvrage biijkbaar bij de ii meest aanzienlijke en invloedrijke aandeelhouders der maatscbappij heeft ontmoet, geplaatst ziet, en als eene zieltogende pogingom de door hem zoo zeer gevreesde en sedert jaren tot groot nadeel voor het algemeen belang tegengehouden Goudasche lijn te weren. Kon de Regering ook nu nog eene keuze tusschen beide lijnen doen, ware zij niet aan hare eigen vroegere handelingen gebondenvan wie zou zij dan voor- lichting moeten vragen Van het collegie van Gedeputeerde Staten van Zuid- holland Wij zouden dien scheidsman moeten wraken. Vooreest omdat de bemoeijingen van dat collegie, als binnen de grenzen van het gewest beperkt, zijn van zuiver localen aard. De aansluiting van's Graven- hage aan het groote Spoorwegnet is daarentegen, gelijk wij later zullen aantoonen, een onderwerp niet van locaal, maar van algemeen nationaalen tevens van algemeen Staatsbelang. Ten tweedeomdat de zamenstelling van dat col legie bij de bcoordeeling van eene vraagwaarbij, al ligt meer dan behoort, op locale belangeu zou worden geletgeene genoegzame waarborgen voor zijne onpar- tydigheid oplevert. Eindelijk omdat de leden van dat collegie niet zyn de bevoegde deskundigen. Om te kunnen beslissen welke van twee spoorweglijnen de beste zij is het een onmisbaar vereischte, dat men eene groote mate van ervaring in het spoorwegtrafiek hebbe verkregen. Wij nu gelooven dat het collegie van Gedeputeerde Staten ons niet zal tegensprekenwanneer wij beweren dat het nimmer is gebleken dat ddn van zijne leden eene 1) Zie stukken betreffende de ontworptn verbinding enz.biz. 5. "2) Memorie biz. 18. 3) Memorie biz. 6. 4) Memorie biz. 18. 5) Memorie biz. 32. bepaalde studie van het spoorwegtrafiek heeft gemaakt. Moot dan de afdeeling Waterstaat van het ministerie van llinnenlandsche Zaken het pleit uitmaken Ouk tegen hare uitspraken zouden wy moeten op- komen. Van den ddnen kant is ook van haar geene grondige kennis, door ondervinding geschraagd, van het spoorwegtrafiek te vervvachten. En van den anderen kant schijnt bij haar steeds eene by zondere vooringenomen- heid voor de belangen van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij boven te drijven, welke hare onpartijdigheid niet boven alle bedenking verheven doet zijn. Ot zal men op het gevoelen vaa Let Departement van Oorlog afgaan Ook dat niet, want het defensiewezen is, inzonder- heid ten aanzien van een geheel binnenlandschen spoorweg, een zeer speciaal belang, terwijl de keuze tusschen twee lijnen zich alleen op algemeen belang mag gronden. Neen, ware eene keuze onvermijdelijk, dan zouden wij meenendat de Regering de voorlichting zou moeten inroepen van wezenlijke en geheel onpartijdige deskundigen hetgeen zou kunnen geschieden door raadpleging van niannen, die in andere landcn door veeljarigeondervinding, eene degelijke kennis van het spoorwegtrafiek hebben verworven. In Nederland be- stond daartoe tot dusverre geene toereikende gele^en- lieid. Dan, wat hiervan ook wezen moge, bij den tegen woordigen stand der zaak kan geene keuze meer te jjas komen. Alvorens dat aan te toonen zullen wij echter, ten einde de verkeerde indrukken weg te neraendie wel- ligt door het geschrift van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij zijn teweeg gebragtde redenen ontvouwen, waarom de lijn Scheveningen-Gotida verre de voorkeur verdient boven de lijn Leiden-Woerden. 's Graveshage, 2 April 1860. Namens het 's Gravenhaagsehe Spoorweg-comitd A. de PINTOWaarnemend Voorzitler. H. G. C. L. JANSSENS, Secretaris. Wat is de reden ot het voorwendsel voor den Woerdenschen weg, met uitsluiting van alle andere1 Haarlem en Leiden moeten niet worden verstoken van de aansluiting aan den Kijn-spoorweg, en de zoo- genaamde Rijnstreek, d. j. de weinige dorpen tusschen Leiden en Woerden gelegenhoezeer die er niet de minste behoefte aan heeft en er ook bitter weinig gcbruik van zal makenmoet ook haren spoorweg hebben. Dat is het algemeen belang, waarmede men zoo schermt. Gesteld het zij zoo, daarvoor is niet het monopolie, dat de Hollandsche Maatscbappij vraagt, noch het schreeuwcnd onregt, waarmede 's Gravenhage en de aanvragers van den Goudschen weg bedrest worden noodig. Er is een veel eenvoudiger en beter middel. Laat de Hollandsche Maatscbappij eerie lijn leggen van Leiden naar Woerden en de andere Maatschappij die er om vraagt, de lijn van Scheveningen naar Gouda. Zoo doende kunnen beide ondernemingen te zamen lieslaauindien ten minste die aansluiting te Woerden eene zoo goede zaak is, en dit moet de Hollandsche Maatschappij zelve weten maar zij zal dan ten minste niet gedood worden door de concurrentiewaarvoor zij zich zoo angstig maakt. Dan zullen Leiden en Woerden geholpen zijn; dan zal de Rijnstreek haren spoorweg hebben dan zal's Graven- hage, dat geen monopolie wil, geholpen zijn, en het algemeen belang zal er zeker niet onder lijden. Er is nog eene andere vraag. Weotraen wel, welk gevaarlijk spel men speelt met dat monopolie, dat wel beloofdmaar niet gegeven althans niet verzekerd kan worden De tegenwoordige Minister kari zich laten beprateu, om nu de eoncessie voor den Goudschen weg te weigeren; maar hij kan onmogelijk beletten dat een opvolger die er anders over denkt, die over een juar wel geeft. Men wil verbindtenissen van de Regering, dat zij nooit aan iemand anders dan aan de Hollandsche Maat schappij eoncessie tot eene verbinding geven zal. Maar dat is immers onzin. Vooreerst zou zulke verhindtenis onbillijkonredelijk, ongeoorloofd en onzedelijk zijn. Maar bovendien, de Regering, die eoncessie verleent voor het leggen van eenen spoorweg, sluit geene contrac ts- Zij kan in het algemeen belang en voor de openbare veiligheid aan de concessionarissen voorwaarden op- leggenwaaraan dezeu zich moeten onderrverpen zoo zij de eoncessie willenmaar zij kan daarbij voor den Staat geene verbindtenissen uangaan; en zy kan, in geen geval, big contract atstand doen van hare regerings- regtori. Zulke onwettige en onzedclijke verbindtenissen zouden derhalve nooit verbindend kunnea zijn voor hare opvolgers. En wat zal men dan hebben aan dat schyn-monopolie, dat iederen dag kan, en zeker bij de eerste Kabinets- verandering den weg zal gaan van alle monopolien dat is zal worden afgebroken P. Voorspoedig bevallen vau eene DOCH TER, P. G. E. SIMONISvan Bvsterveed. s Ghavenhage Eenige kennisgeving. den 2 April 1860. Heden verloste voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER R. G. OPPENHEIMgeliefde echtge- noot van 'sGkavenhage Dr. S. HOVEN. den 2 April 1860. Heden overleed in den ouderdom van ruim 72 jaren, tot diepe droefheid harer kinderenVrouwe ANNA ARNOLDINA SOFIA METELERKAMP, Weduwe denWelEerwaarden Zeergeleerden Heer IsaHc Slctitee. 'sGravenhage, 29 Maart 1860. V"or de vele en hartelijke bewijzen van deelneming van bier en elders ontvangen, gedurenae de ziekte en bij het treurig overlijden van onzen geliefden Broeder, Mr. U. A. E VERTSZ, betuigen wij onzen opregtendarik. 'sGravenhage, S. EVERTSZ. 2 April 1860. W. A. EVERTSZ. Het R.-K. Parochiale Armbestuur alhier berigt dat zijne op fVoensdag den 4 April te houden COLLECTE, aolil ringen I* ultgestehl wegens de op dien dag te houden Collecte van de Ned Herv Diaconie. 's Gravenhage 2 April 1860. A. P. van L GUN F.N, Voorzitter, F. A. T. WEVESecretaris Bij de Commissie tot inzameling van liefdegiften ten behoeve van de nagelaten betrekkingen dermet de pink de Jonge Arendverongelukte visschersis tot en met den 2 dezer in dank ontvangen van N. N. yiO; H. G. B. f 2.50; C. O. y7.42^ Uit Overasselt f 3.96; van de Vereeniging Vrienden der Waarheid Afd. 's Gravenhage f 45.27 van de heeren uitgevers van het Handelsbladeen pak katoen X. f 10, uit Dordrecht f 1.25^; N. N. _/"10: uit Diepenheim aar. postzegels f 0.50 C. M./10; N. N./lO; P.V./5, en van het Bureau van het Dagblad van Zuidholland en 'sGravenhage ontvangen de som van /316.95J. Aan 't Bureau van dit Dagblad is voor bovenge- meld doel nog ontvangen van V3. f 20 F. v. L S. N 10J. H.S./2.47J; J. If. 10; j. B. f 0.70H. H. 2.50. NAAR EN voor Goederen en Pa§sagler», waartoe uitmuntend is ingerigt het snelzeilend Barkschip om in den loop van Maart te vertrekken. AdresdeCargadoors P. VARKEVISSERZONEN aldaar, en DE CON INGH CP., te Amsterdam. LIGT IN LADING NAAR voor PASSAGIERS, om vermoedelijk in de rnaand Mei te j, vertrekken Het extra Snelzeilend Gekoperd Nederlandsch Clipper Fregatschip Kapt. H. Ii. BOK, zijnde uitmuntend voor Passagiers ingerigt en van alle Gemakken voorzicn voerende eenen geexamineer- den Scheepsdoctor en eene Melkgeveode Koe. Adres bij de Cargadoors P. A. VAN ES C°. te Rotterdam. NAAR vertrekt in April, het daartoe bijzonder goed ingerigt CAMPAGNE SCHIP, Kapitein L. HOEFMAN, roert een' geexamineerden Scheepsdoctor. Adres bij W. RUYS J.Dzn. Bestuur der Domeinen. Op Dingsdag, den 17 April 1860, des voormiddags elf ure, in het Logement den Burg, te Leidenzal de Ontvanger der Domeinen te's Gravenhage, als daartoe gemagtigd, in het openbaar, bij opbod en afslagver- koopen Een 1IUI9 staande binnen de Gemeente Leiden, aan de Oostzijde van het plein van 's Gravestein plaatselijk bekend wyk 4, n°. 630, en kadastraal als Huis, sectie G, n°. 945; belend aan de eene zyde n°. 629Willem de Munniken aan de andere zyde n°. 631Klaas van den Eykel. De voorwaardenwaarop de bovengemelde ver- kooping zal plaats hebbenzijn kosteloos en voor een ieder ter lezing ter Secretarie der Gemeente Leiden ten kantore van den Ontvanger der Registratie en Domeinen te Leiden en van den Ontvanger der Directe Belastingsn aldaar, alsmede ten kantore van den Ont vanger der Domeinen te 'sGravenhage. De Ontvanger voornoemd H. COLLOT d'ESCURY. Zaakwaaenemers hebben tot in het begin van Mei aanst. hun Kantoor VERPIiAATST naar de Tweede tVagengtraatten huize van den Heer JR. de JLeeutv, over de St. Jacobsthaat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 5