kiwimlavik
-
onderhouden om het denkbeeld der Italiaansche confe
derate weder op het tapijt te brengen. Eene ziens-
wijze is echter algemeen, hetisdeze, datde Engelsch-
Fransche alliantie noodzakelijk onder dit gedrag van
onzen Keizer jegens Koning Frans II moet lijden.
Onze betrekkingen methetHof van Rome blijven bui-
tendien hoogst gespannen en de zonderlinge wijze
waarop de Moniteur van de allocutie van den Paus
heeft gesproken is daarvan het meest welsprekende
bewijs. De eenige troost, die den Paus daarin wordt
geboden is de overwinning, door de onversclirokken
soldaten van Frankrijk, in China behaald. Ik kan u
bovendien mededeelen, dat het Hof van Rome bepaald
heeft geweigerd zijne goedkeuring te schenken aan de
bevorderingen bij de Fransche geestelijkheid onlangs
door onze Regeringgedaan, waarvan eene brochure het
gevolg iswelke onder den titel vanRome et les eveques
zal verschijnen.
Bij dat alles komt nog, dat hetzichmeerenmeerbe-
restigtdat de maarschalk Niel met eene strateo-isclie
zending naar Duitschland zal worden belast. Gij weet,
dat de Italiaansche oorlog door eene gelijke zendin^
van denzelfden maarschalk werd voorafgegaan.
Men verzekertdat de Keizer een eigenhandigen
brief aan Keizer Frans Jozefheeftgerigt, omhemgeluk
te wenschen met zijn besluit omtrent den graafTeleky
genomen. De invrijheidsstelling van dien Hongaar-
sclien uitgewekene wint nog in waarde, indien het
waar is, gelijk men van goede zijde verneemt, dat dit
heeft plaats gehad zonder datzoo als vroeger werd
beweerddaarbij eenige voorwaarde is gesteld. Als
tegenhanger tot het bovenstaande meld ik u, dat de heer
Proudhonbij het berigt van het hem verleende verlof
om naar Frankrijk terug te mogen keerende mede-
deeling heeft ontvangendat hij desniettegenstaande
onder het toezigt onzer politie zou blijven.
De Prinses Mathilde is geheel hersteld van de on-
gesteldheiddiehaar eergisteren bij het verlaten van de
Tuilerien overviel. Het was overigens niets, dan eene
bezwijming door de liitte veroorzaakt, die in het paleis
moet hebben geheerscht. Daarentegen is de gezondheids-
toestand derKeizerin, bij wie - tegen den gewonen regel -
geene nieuwjaar-receptie plaats had, verre van bevre-
digend. Ik kan,1 u dan ook verzekerendatH. M.eraan
denkt, binnen kort eene nieuwe reis te ondernemen.
Het is echter nog niet bepaald, of de Vorstin naar het
zuiden van ons land of wel naar het buitenland zal
gaan. Zelfs schijnt men aan Egypte tedenken.
Men zegtdat zich hier ter stede een Sardinisch
agent bevindt, die in last heeft, voor zijne regering
eene leening van 300 millioen te sluiten. Gij herinnert
u dat ik u reeds eenige maandon geleden heb gemeld,
dat het Piemontesche Kabinet daaromtrent stappen
bij een onzer voornaamste bankiers had gedaan.
Gisteren heeft er wederom een ministerraadonder
voorzitting van den Keizer plaats gehad, waarin de
opening van den Senaat op 22 Januarijdie van het
Wetgevend Ligchaam op 4 February moet zijn vast-
gesteld.
De Patrie van gisteren avond verzekert, dat de
Erigelsehe regering de bevrachting van schepen voor
China heeft gestaakt. Daarenboven moet de bevelhebber
der troepen den last hebben ontvangen, zijne man-
schappen onmiddellijk naar Engeland en China tedoen
vertrekken. Alleen zal Tien-Tsing door de geallieerden
bezet blijven, tot de oorlogskosten door de Chinezen
zullen zijn betaald.
S GRA E II E ,4 Januarij.
De Opper-Ceremoniemeester heeft bekend gemaakt
dat het Hof den rouw zal aannemen wegens het over-
lijden van Z. M. Frederik Willem IV, Koning van
Pruissen, voor den tijd van zes weken te weten
twee weken den middelbaren rouw en vier weken
den ligten rouwmet ingang van den 3 dezer.
Het heeft Z. M. den Koning behaagdden heer
III. ridder van Rappard, eervol ontslagen secretaris-
generaal bij het Departement van Oorlog, te benoemen
tot Grootkruis der orde van de Eikenkroon.
Bij Zr. Ms. besl. van den 2 dezer, n°. 98, is de
officier van gezoudheid 3de kl.bij de zeemagtP.J.
Feltkampmet ingang van den 1 bevorderd tot
officier van gezondheid 2de kl.met bepalingdat hij
zal rang uemen tusschen de officieren van gezondheid
2de kl.C. G. de Jong en M. T. Manden.
Wij vernemen, dat H. M. de Koningin, ofschoon
IID. ongesteldheid gelukkig niet van ernstigen aard
is, evenwel nog steeds het bed moet liouden.
Z. K. H. Prins Frederik is heden avond uit deze
Residentie naar Berlijn vertrokken.
De Staats-Courant behelst de wet tot onteigening
v an percelennoodig tot den aanleg eener nieuwe
straat in deze gemeente loopende van den hoek van
de Dagelijksche Groenmarkt en het Kort Achterom
naar den hoek van het Buitenhof bij het Hofpoortje
In de gisteren gehouden zitting van den Hoogen
Raad (burgerlijke Kamer) is beeedigd als advoeaat
de heer Mr. B. Meesvan Rotterdam.
Bij arrest van het Prov. Geregtshof in Zuidholland
van 27 Junij 1860 was in de zaak tusschen den heer
Jhr. Mr. J. van Reigersberg Versluis, tegen de ge
meente Middelburg beslistdat hij die. als inwoner
eener gemeente in den aldaar geheven wordende
hoofdelijken omslag is aangeslagen naar art. 245 der
gemeentewetniet in dien omslag voor het geheele
jaar behoeft te deelen wanneer hij gedurende eenige
maanden van dat jaar zijn domicilie niet binnen die
gemeente heeft gehad noch ook feitelijk aldaar is
verbleven. Ten gevolge van deze beslissing, werd de
gemeente Middelburg veroordeeld!: 1°. om den heer
Versluys door betaling van 76.32, terug te geven
de vail hem ingevorderde 4/12 gedeelten van den
hoofdelijken omslag in die gemeente over het jaar 1856
geheven, en 2°. hem te vergoeden alle kosten enz.,
bij hem ten gevolge van dien aanslag geleden. Tegen
dit arrest is de gemeente Middelburg in cassatie ge-
komen en word deze zaak gisteren bij den Hoogen
Raad bepleit. Drie middelen werden tot staving der
voorziening door de heeren Mrs. Haakma van Royen
en Faber van Riemsdijk aangevoerd en verdedigd.
Zij werden bestreden door den advoeaat van den heer
Versluysden heer Mr. J. G. Rochussen. De con-
clusie van don adv.-gen. Gregory zal nader worden
genomen.
I T A E I E.
Volgens brieven uit Turin is de minister de Cavour
geheel van zijne ziekte hersteld.
Uit Gaeta wordt van den 25 December geschreven
dat de offieiers der bezetting het volgende adres aan
den Koning hebben onderteekend
Sire,
Te midden der ongelukkige gebeurtenissenwaar
van de treurige tijden ons de bedroefde en veront-
waardigde toeschouwers hebben gemaaktkomen wij
onderteekenarenoffieiers der bezetting van Gaeta,
met een vasten wil vereenigdde hulde onzer trouw
vernieuwen voor uwen troonwelke door het ongeluk
te eerbiedwaardiger en te luisterrijker is geworden.
Het zwaard aangordendehebben wij gezworen,
dat het vaandel'twelk ons door U. M. was toe-
vertrouwd door ons zelfs ten koste van al ons bloed
zou verdedigd worden. Aan dien eed willen wij ge-
trouw blyven. "Wij zullen, welke ook de ontbe-
ringende smarten en de gevaren mogen zijn
waartoe wij door de stem onzer chefs geroepen wor
den voor het slagen of voor de behoeften der ge-
meene zaak, met vreugde onze fortuinenons leven en
elk ander goed opofferen. Naijverige handhaver van
die militaire eer waardoor alleen de soldaat van den
bandiet onderscheiden wordtwillen wij aan U. M.
en aan geheel Europa toonendat, zoo velen onzer
den naam van het Napolitaansche leger door verraad
of lafheid bezoedeld hebben het getal van hen die
trachten dien naam zuiver en vlekkeloos aan het
nageslacht over te leverenmede groot is.
Wij zullen, ons lot moge op het punt zijn
beslist te worden, of langdurige smarten of strijd ons
wachten, dat lot bedaard en onbevreesd, met de
fiere en waardige kalmte, welke aan soldaten past,
dragenwij zullen de vreugde der zege of den dood
der dapperen te gemoet gaan, onder het aanheffen
onzer oude kreetvan leve de Koning
De jongste depeche uit Gaeta van 31 Dec. melden
niets omtrent eenige verandering in de belegerings-
operatien. Dien dag had de Koning den Franschen
admiraal ontvangen, die hem heeft gezegd, dat in
zijne instructien niets gewijzigd was, en dat Keizer
Napoleon hem in last had gegeven den Koning mede
te deelendat hijin overeenstemming met de Noord-
sche Mogendhedenzich tegen de bepaalde blokkade
van Gaeta zou blijven verzetten.
In 1860 zijn te 's Gravenhago goboren 1425 zonen en
1343 dochters, te zamen 2768 kinderen. Overleden: van
liet mannelijk geslacht 835, van het vrouwelijkegeslacht
833, te zamcn 1 GO'Swaarvan ongehuwd van het
mannelijk geslacht 530 van het vrouwelijke geslacht
526, gehuwde mannen 218, gehuwde vrouwen 163,
weduwenaars 87 weduwen 144. Nog zijn alhier inge-
schreven 46 personen van het mannelijke en 18 van
het vrouwelijke geslacht, elders overleden, doch alhier
gewoond liebbendeen 117 kinderen als levenloos
aangegeven. Zijn overleden 522 beneden het jaar,
274 van 1 tot 10 jaar, 57 van 10 tot 20 jaar, 87
van 20 tot 30 jaar, 100 van 30 tot 40 jaar, 108 van
40 tot 50 jaar, 303 van 50 tot 70 jaar, 217 van 70
jaar en daarenboven. Gehuwd 658 paren en inge-
tengewoon talrijk publiekwaaronder men vele dames
opmerkte, werd in het nieuwe jaar hartelijk welkom ge-
heeten doorden presidentden heer baron van Lijnden.
Hy herinnerde aan de verloopen dagen van 31 Dec. en
1 Januarij, waarop hetdrankgebruik nogmeer dan op
andere dagen plaats heeft, en spoorde een ieder aan,
om, elk in zijnkringwerkzaam te zijn tot bevordering
van het doel der Vereeniging: geheele afschaffing van
den sterken drank.
Door den oud-voorzitter der afdeeling, den heer
S. A. van Hoogstraten, werd liierop in eene onderhou-
dende rede nagegaan,waterin het verloopen jaar gedaan
was en in het aangevangene gedaan kan worden, tot
bestrijding van den algemeenen vijand: den sterken
drank. Hij rigtte zoowel het woord tot hen, die nog
met tot de Vereeniging waren toegetreden, als tot de
leden zelven, entdrong er bij alien zeer op aan, om te
trachten, met alle ten hunnen dienste staande mid
delen, hetdrankgebruik, zoo niet geheel te doenophou-
den, dan het ten minste te verminderen.
Eenige belangrijke bij zonder heden werden daarna
medegedeeld door den heer Alvarez, kweekelino-0p de
zendeling-school te Rotterdam, die reeds opjeimdioen
leeftijd zich het belang der afschaffing zeer ter harte
heeft genomen. Zoowel zijne rede, als die van den heer
van Hoogstraten, werden zeer toegejuiclit.
Fen slotte werden doorden heer Verveen, naaraan-
leiding der prentverbeeldingen, voorkomende in den
Uravenhaagschen Almanakeenige opmerkingen ge -
maakt, geheel toepasselijk op de zaak der afschaffing
die ook hij ten sterkste aandrong.
O
De sub-commissie voor de oprigting van een stand-
beeld voor Joost van den Vondelte Amsterdam,
bestaat te Rotterdam uit de heerenDr. G. A.
fschneither, vOorzitterS. van Baalenpenningmeester
Mr II. A. A. van Befkel, Mr. A. BogaersMr. J. G.
de Bruyn Dr. G. P. I.'Groshans, Mr. A. Hoynck
van Papendrecht, Dr. A.deJager, R. H. Nierstrasz
C. G. Schutze van Houten, Joost van Vollenhoven en
T. van WestrheOne, Wz.secretaris.
Door de buitengewone hoeveelheid gevallen sneeuw
en den daarop gevolgden wind, is de gemeenschap van
Haarlem met IS oordholland voor gewone'rij lumen
en zelfs voor den brievenpostsedert een paar dagen
geheel ■gestremd. Men arbeidt met kracht aan het
bruikbaar maken van den grooten weg naar Alkmaar.
Ds. Ter Haar, te Nijmegen, heeft voor het beroep
naar Delft bedankt.
schreven 5 echtscheidingen.
O
Gisteren werd voor het Kantongeregt alhier, eene
hoogst belangrijke regtsvraag behandeldnamelijk de
vraag, of art. 319 der Algemeene Politie-Verordening
voor's Gravenhage verbindend is.
Dit artikel luidt als volgt:
„De gevallen van bewezene overmagt allddn uitge-
zonderdmoge de visscherspinken en booten niet aan-
leggennocli hunne touwen of aukers uitwerpen vddr
of op de, ingevolge art. 329, afgepaalde standplaatsen
der badkoetsen, op straffe van gevangenis van edn da"-,
met of zonder boete van/5 tot 10 voor iedere over-
tredingte verbeuren door den stuurman of die hem
vervangt."
Er waren 13 gedaagden waarvoor Mr. Ths. van
Stolkals verdediger optrad. De pleiter betoogde
eerst het groote belang der zaakdaar de bloei van
Scheveningen en de welvaart van honderde huisgezin-
nen op het spelstaat indien dit artikel wetskracht had.
Daarna ontwikkelde pleiter 13 gronden ten betooge,
dat gemeld artikel niet verbindend was.
Nadat het O. M. deze gronden'had bestreden en
pleiter ze had volgehouden, is door den heer kanton-
regter de uitspraok bepaald op Donderdag aanst.
Wij vernemen, dat de eerste uitvoering der zang-
vereeniging van de hier ter stede gevestigde Afdeeling
der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, die
voorloopig op Woensdag, den 9 dezer was bepaald,
ten gevolge eener onverwaclite verliindering van den
zangerdie de partij van Samson moest vervullen
voor eenige dagen is uitgesteld.
Gisteren avond hield de s Gravenhaagsche afdeeling
der Nederl. Vereeniging tot Afschaffing van den Sterken
Drankweder eene openbare vergadering. liet bui-
Eoid Caithness stoomt thans met een stoomrij-
tmgje door de drukste straten der City. Het is inderdaad
opmerkenswaardigmet welk eene vlugheid en ge-
makkelijkheid hij zijn voertuig bestuurt en de dui-
zende karren en rytuigen, die de City doorkruissen
weet te ontwijken. Het stoomrijtuig maakt geen
geraas en jaagt dus den paarden geen schrik aan.
De maatschappij voor de telegraphie in de Roode
zee en Indie heeft, ten gevolge van een plaatselijk
onderzoek, verklaarddat er geene mogelijkheid
bestaat tot herstelling van den onderzeeschen kabel
ter verbinding van Suez en Bombayover Suskin
en Aden aan de Roode zeeen Mascate en Kurrachee
in den Indischen oceaan. Fen gevolge dezer verkla-
nng, heeft de maatschappij de meeste ambtenaren afge-
danktterwijl men vreestdat dit tot eene geheele
ontbmding der maatschappij zal leiden.
Uor«lrceht2 Jan. Het ijs op de rivier voor
deze stad is zoo in kracht toegenomendat men het met
beladen schietschouwen bijna in alle rigtingen kan
passeren. Het behoeft dus geen betoog dat do over-
togt, in vergelijking van vroeger, veel vergemakke-
lijkt is. Aan 's Gravendeel passeert men de rivier
op gelijke wijze. Achter het eiland veel ijs.
Gorlnchem 2 Jan. Het ijs voor deze stad heeft
zich vastgezet. Het waterdat vrij hoog was opge-
loopenzoodat men in de Dalempoort de schotbalken
heeft moeten leggen is een weinig vallende.
Amsterdam 3 Jan. Heden morgen ten elf ure
verzamelden zich in de groote kunstzaal der Maat
schappij Arti et Amicitiae de leden, die het stoffelijk
overschot van Nicolaas Pieneman naar de laatste
iustplaats zouden begeleiden. In de zaalmet rouw-
floers behangenprijkte het portret des ontslapenen,
door de hand van zijn tegenwoordigen leerlingden
heer W. J. Martensonlangs vervaardigden eene
proeve, hoe gelukkig de groote meester het talent der
jongeren wist te ontwikkelen en in het ware spoor
te leiden. De stoet begaf zich in plegtigen optogt
van het gebouw der Maatschappij naar het sterfhuis,
en kwam ten ddn ure ongeveer aan de Nieuwezijds
Kapelwaar eene groote schare wachtende en het graf,
waarin des ontslapenen vader rustgeopend was, om
nu het aardsche hulsel van den zoon te ontvangen.
De slippen van het lijkkleed werden gedragen door
de heeren te Gempt, Martens, Cunaeus en Hollander,
kunstenaars, die het onwaardeerbaar voorregt hadden
genoten zich onder zij neleiding te vormen. Onder plegtig
orgelmuzijk aan de groeve gekomen, werd de lijkkist
nedergezet en daarop palet en penselenalsmede een
immortellenkrans met lauweren omwonden gelegd
welke symbolen reeds het lijkkleed op den togt ten
grave hadden versierd. Daarnevens werden thans op
twee kussens de talrijke ordeteekenen geplaatst, die
eens op de edele borst des kunstenaars prijkten. De
aanwezigenin wier rijen zich vele vereenigingen
vertegenwo.ordigd zagen scliaarden zich nu met°de
naastbestaanden om het graf. Ook onze geeerbiedigde
Koningdie den ontslapene hoog had gewaardeerd
wilde daarvan bij vernieuwing, nu hem de laatste
eer bewezen werd, doen blijken, en deed zich door
vier adjudanten vertegenwoordigendie nevens den
heer burgemeester plaats namen. Zelden zagen wij