IV0.6.
Dingsdag8 January,
VAN
BBl I T E L A I).
DAGBLAD
ZUIDH0LL1ND EN SGRAVENHAGE.
Dit Dagblad verschijnt dagelijksuitgenomen Zon- en
Feestdagen. Prijs per drie maanden f 5.
Franco per post f 6.
Brievenstukken en advertentien |i Prijs
f x- a n c o aan 'tiB .,-ran van dit
Dagbkul. j|
der Advertentienvan 1-6 regels f 1.80, elke
•gel meer 25 cents, beholve het zegel.Groote
letters naarmate de ru'rnte,, welke zij beslaan.
I) II I T S C (1 L A X B.
Berlijn 5 Jan. Een aantal Vorstelijke personen
uit liet buitenland zijn reads te Sans Souci aange-
komen.
De Kroonprins zal vermoedelijk tot stadhouder
van Pommeren worden benoemd.
De dagbladen vangen aan de regering op de
noodzakelijkheid te wijzen tot eene amnestie over te
gaan. Mogt deze vroeger uit een gevoel van kieschbeid
jegens den overleden Koning niet kunneu verleend
wordentlians is daartegen geen enkel beletsel meei
en acht men eene twaalfjarige gevangenis zware stral
genoeg voor personenwier voornaamste misdaad
daarin bestaatdat zij zich in een oogenblik van
staatkundige opgewondenheid, tegen de bestaande orde
van zaken hebben verzet.
Weenen, 5 Jan. De lie wijzen, dat de reactie op
nieuw zal zegevieren, worden met elken dag duide-
lijker. Het aanblijven van graaf von Rechberg, als
minister van buitenl. zakenis op zieh zelf daarvoor
reeds een genoegzaam bewijs. Wei wordt gezegd
dat de heer von Schmerling aan het bewind zal
blijven en zijn programma zal uitvoeren maar men
gelooi't er niet meer aan en beschouwt het ont-
slag van den heer von Schmerling als eene zeer
waarschijnlijke gebeurtenis. De partij, wier tienjarige
invloed Oostenrijk heeft gemaakt tot hetgeen het tegen-
woordig is, zal weldi'a weder do bovendryvende zijn.
De stemming, welke tlians hier heerseht is buitengewoon
gedrukt. Aan de beurs noteert men den zilverkoers met
47welke daadzaak luider spreekt dan eenig dagblad -
artikel. De kleine kapitalist aarzelt niet, zijnefondsen
te verkoopen, om ten minste nog iets te x'edden. Het
vertrouwen is niet sleehts verminderd, maar het bestaat
in het geheel niet meer. Hoe men onder zulke om-
standigheden het van buiten dreigend gevaar te gemoet
wil gaan, blijft een raadsel. En juist op dit punt
schijnt in de hoogste kringen een zelf-bedrog te be-
staan dat zich bitter zal wreken.
Niet sleehts een enkel dagblad spreekt in den geest
van vorenstaand artikel, maar bijua alle bladen hebben
moeite, in genoegzaam bezadigde termen te schrijven,
ten einde niet onder het bereik der politietekomen. 'tis
een toestand van ontbinding, welke hetergste doet vree-
zen. Men ziet den ondergang van het eens zoo magtige
Keizerrijk te gemoet.
In Hongarije en elders worden thans de belastingen
algemeen geweigerd en de Regering heeft geen magt,
tot de invordering over te gaan. Ongelukkig voor het
Rijk dat de aanzienlijkste en invloedrijkste personen
zich sedert lang van onze binnenlandsclie fondsen
hebben ontdaanzoodat zij weinig of niet bij eene
catastrophewelke zoo gemakkelijk te voorkomen
was, te verliezen hebben.
F ft A X K R IJ H.
Parijs6 Jan. Omtrent de receptie op Nieuwjaars-
dag wordt nog medegedeeld dat de Keizer eenige
zeer hartelijke woorden tot lord Cowley heeft gerigt,
aangaande de goede zamenwerking der beide legers bij
de expeditie in China, welke een bewijs te meer is
van de dagelijks meer en meer toenemende betere
verstandhouding tusschen beide landen. Z. M. heett
zich overigens jegens de vertegenwoordigers van alle
buitenlandsche Mogendheden zeer minzaam betoond
en niet alleen aan de gezantenmaar zelfs aan bij na
alle gevolmagtigde ministers de hand gegeven.
Men zegtdat H. M. de Iteizerin nog dezen
winter eene reis naar Egypte en Jerusalem zou doen.
Het stoffelijk overschot der Hertogin van Alba,
met de Heine Hortense naar Spanje overgebragtis
op twee mijlen van Madrid, in de villa Carabauchel,
ter aarde besteld alwaar een prachtig monument ter
harer eere is opgerigt.
Men zegtdat er uitzigt zou bestaan dat de be-
noeming der vier laatste bisschoppen door den Keizer
gedaandoor den Paus zou worden bekrachtigd.
De generaal Ignatierminister van Rusland te
Pekinis tot grootofficier van het Legioen van Eer
benoemd, ter belooning voor de loyale en ijverige mede-
werking door hem bij het sluiten van den vrede met
China verleend. Lord John Russel heeftnamens de
Koningin deswege zijn' dank aan het Keizerlijk Rus-
sisch Kabinet doen kennen.
Het besluittot bijeenroeping der groote Staats-
ligchamenis nog niet verschenen. Het gerucht ver
spreidt zich zelfs, dat de zitting van hetWetgevend
Ligcliaam eerst den 22 Februarij zou geopend worden,
en dat die Yergadering alsdan nog onmiddellijk tot
den 4 Maart zou worden verdaagdom aan den Senaat
den tijd te latende nieuwe organieke bepalingen te
behandelen.
De Constitutionnel deelt eindelijk in een vierde
artikel, de conclusien van zijn werk, getiteldOos
tenrijk en Venetiemede. Na betoogd te hebben, dat
de meeste argumentengebezigd door de aanhangers
van den afstand tegen geld juist tegen dat stelsel
gerigt zijnen dat de kwestie eener railing van
grondgebied niet ernstig onderzocht isbesluit de
heer Grandguillotdat alleen Europa, in Congres
vereenigd eene voldoende oplossing kan vinden.
Reeds nu (zegt de Constitutionnelblijken uit al
die brochures uit die verschillende polemiekbepaald
twee zaken ten eerste dat het stoffelijk en zedelijk
voor Oostenrijk onmogelijk is, Venetie te behouden
ten tweede dat het van de zijde der Italianen eene
dwaasheid zou zijn, een strijd uit te lokken, welke
voortaan zonder doel is.
Het is een wezenlijk staatkundig dilemma Moet
de kwe3tie nog meer verwikkeld worden en moet zij
eene derde phase intredenwaardoor belangen in het
spel zouden worden gebragtwelke er tot nu toe
buiten waren? Dat Europa uitspraak doe.
Van een Europeesch Congres wachten wij dus
eene redelijke en practische oplossing. Herhaaldelijk
hebben wij reeds deze hooge beslissing ingeroepen
wij doen dit heden met meer overtuiging dan ooit.
Een Congres was verloden jaar yvenschelijk het is
dit jaar onvermijdelijk. De gefieurtenissen zijn snel
voorwaarts gegaan. In 1860 betrof het sleehts den
strijd tusschen Italie en Oostenrijkin 1861 geldt
't het bestaan zelf dier beide groote landen.
Het bestaan van het eene laud is even noodzakelijk
als dat van het andei-e."
Na dit een en ander ontwikkeld te hebbeneindigt
het blad zijn artikel aldus
Men misleide zich nietwanneer wij Oostenrijk
aanraden, te transigeren en zich eindelijk met de
hedendaagsche denkbeglden enbeginselen te verzoenen,
dan vei'langen wij zijne vernedoring niet; het is een
laatste hulpmiddel, 't welk_ wij hem met aandrang
aanbieden. En die aandrang verklaart zich door de
overtuiging, waarin wij verkeeren, dat zijn heil voor
de veiligheid en de vrijheid van Europa noodzakelijk is.
Men misleide zich verder ook nietwanneer wij,
Italie vragende hen niet te volgen, die het vooruit-
stooten en het aan nieuwe gevaren willen overgeven,
aan geene persoonlijke berekening gevolg geven
onze woorden worden vooi'geschreven door het duidelijk
begrip der zaken en menschen van dezen tijd. Frank-
rijk heeft voorzeker genoeg gedaan dat het hem ge-
oorloofd zij Italie er op te wijzen dat't het regt niet
heeft zijn laatsten inleg op eene kaart te zetten en
alzoo den roemrijken uitslag onzer gemeenschappelijke
overwinningen in gevaar te brengen.
Maar welk is ten slotte het punt van transactie
waar zich de tegenstrijdige belangen van Italie en
van Oostenrijk kunnen ontmoeten Wij weten dat
de zaak moeijelijk is maar wij houden haar niet voor
onmogelijk. Wij begrijpen weldat Oostenrijk eene
provincie niet zal verkoopenwelkQ het bezitdoch
zouden niet begrijpendat het eene combinatie zou
weigeren welke door de politiek opgespoord en tot
rijpheid gebragt en alleen door een Congres verwezen-
lijkt kan worden in het belang van het goede regtvan
het Europeesch evenwigt en van den wereldvrede.
Uit Madrid wordt gesclxreven datdecommissie,
belast met het onderzoek van het on twerp van wet
nopens de drukpers, het omtrent de bepalingen der
nieuwe wetgeving eens was geworden. Die bepa
lingen zouden zijn algeheele opheffing van de inbeslag-
neming der dagbladenvermindering van den borg-
togt; behandeling der drukpersdelicten voor de ge-
wone regtbanken.
Parijs 6 Januarij.
Particuliere Correspondentie.
Zoo als gij weeterkende Gothe drie groote mannen
als zijne lievelingen te hebben uitgekozen: Linnaeus,
Spinoza en Shakespeare. Wat hem echter bij den laatste
stuitte was de onafzienbare reeks commentateurs
die hy vooral beschuldigde Shakespeare nog minder
verstaanbaar te maken dan hij is, zonder dat die
aanteekenaars ooit vermoeid werden. Shakespeare und
kein Ende waren de woordenwelke hem eenmaal ont-
snapten. En waarlijk ik zou schier Inst hebben, liet-
zelfde op Venetie en Gaeta toe te passentweelcwestien,
waarbij elken dag aanteekeningen vermeerderd en ver-
beterd op het tapijt worden gebragt, zonder dat de
zaak zelve verandering ondergaat of voor het publiek
wordt opgehelderd. Onze journalisten en politici maken
rnij den indruk van de paarden, welke vroeger onze
molens in beweging bragten en behoorlijk geblind-
dookt rond liepen, en zoodoende immer weder op
dezelfde plaats terugkeerdenzonder dat zij zelven
begrepenwelke de rol waswelke men hen liet
spelen. De Constitutionnel van gisteren levert op nieuw
een bewijs voor hetgeen ik zeg. (Hierbij ontwikkelt
onze correspondent het artikel uit gemeld blad
waarvan wij bereids een overzigt onder onze gewone
berigton geven). Doch inderdaad is een Congres even-
thans als in het vorige jaar mogelijk. Natuurlijk
dient men aan te vangen met de grondslagen waarop
zoodanige bijeenkomst zou berusten. Gij weet reeds
door de Duitsche dagbladen, dat Keizer Frans Jozef
dengeen als een verrader beschouwtdie hem een
voorstel nopens den afstand van Venetie zal doen,
terwijl onze regering door een officieus schrijven uit
Weenen weetdat dit de denkbeeldon van Keizer
Frans Jozef omtrent deze kwestie zijn.
Bij gevolg zal Oostenrijk nimmer in een Congres
toestemmen tenzij men voorop zettedat er van geen
afstand van Venetie sprake zal wezen. Want neernt
die Mogendlieid daarin zonder die voorwaarde plaats
dan zou men lietzelfde kunnen zeggenwat men bij het
verschijnen der brochure van den heer Pereire zeide
namelijk, dat reeds het aanhooren van die voorstellen
tot afstand, zou bewijzen, dat Oostenrijk het beginsel
toeeaf. Maar aangenomen eens dat Keizer Frans Jozef
in het Congres toestemdezonder die voorwaarde te
stellenmaar dat die Mogendhoid in den boezem van
den Areopagus het voorstel afwees, want eene andere
beslissing kan van Keizer Frans Jozef niet worden
verwacht, nadat de officieuse stappen der Mogend
heden zijn misluktdan heeft het Congres totniets
gediend en de Venetiaansche kwestie blijft dan
voortbestaan als thansdaar alle wijzigingen
daarin, naar mijn ifizienniets zullen veranderen.
Daarenboven is het duidelijkdat de omwenteling
mede in het Congres zal moeten vertegenwoordigd
wezenen zoudt gij dan geloovendat Oostenrijk
tegenover Garibaldi of een zijner gevolmagtigden aan
de gi-oene tafel zal plaats nemen Geloof daarom niet
dat de heer Grandguillot in deze niet de ziens-
wijze onzer regering uitdrukt. Het Congres ligt wel
degelijk in hare bedoelingdoch uit al het opgenoemde
blijkt.dat zij, zeker van eene mislukking dier poging,
veeleer Oostenrijk in de openbai'o meening wil ver-
zwakken dan eene scliikking dozer kwestie tot stand
brengen. Intusschen geeft ons gouvernement zich het
air alsof het met het Congres werkelijk ernst ware
en reeds moet het zoover zijn dat Rusland en Pruissen
wel een Congres voorstaandoch langs dien weg een
besluit willen uitlokken waardoor het statu quo ge-
handhaafd en Koning Victor Emanuel, Koning Frans II
en Z. H. de Paus tevreden gesteld zouden worden met
het grondgebied, thans in bun bezit.Doch aan de andere
zijde staat Engeland die, even als Frankrijk, een
geheel tegenovergesteld doel wil bereikennamelijk
don afkoop van Venetie. Zelfs zou het mogelijk kunnen
wezen, dat de Fransche en Engelsche regeringen af
haren invloed zouden bezigen om inde adressen van
antwoordzoowel van het Parlement als van onze
Kamers een wenscli in dien geest te doen uitspreken.
Dit laatste komt vrij goed overeen met de verze-
keringmij gegevendat de Keizer zijne Troonrede
eerst in de laatste week van Februarij zal uitspreken
om alsdan dadelijke aanleiding te hebbenvan de
debatten in de parlementen van Turin en Londen te
gewagen en der Vertegenwoordiging alzoo gelegen-
heid te gevende groote Europesche kwestien van
den dag in haar adres van antwoord te bespreken.
Voeg nog bij al het opgemelde dat Engeland een
Congres niet vijandig is maar de eenlxeid van Italie
als grondslag verlangten gij zult de onmogelijkheid
dier bijeenkomst inzien. Buitendien bewijst het zamen-
trekken van 183,000 man in Venetie en de reserve
van 70,000 man nabij Triest en te Griitzwelken
uitslag men van de pogingen tot bijeenroeping van
een Congres kan te gemoet zien.
Tot Gaeta het tweede bete noire onzer staatkunde
overgaande, wil ik vooraf doen opmerken, dat de Corres-
pondance Havas op nieuw verklaartdat onze bescher-
ming dier vesting niet lang meer zalaanhouden.Gijweet