N\ 10.
Zaturdag12 January,
186I.O!
vi
VAN
BSUITliSL A IK
laille
DA6BLAD
ZUIDHOLLAND EN SGRAVENHAGE
Dit Darjblad verschijnt dagelijksuitgenomen Zo/t-
Feestdagen. Prijs per drie maanden f 5.
Franco per post f 6.
Unevenstakken en advertentien
franco aan 't Bureau van dit
Dagblad. A
Prijs der Advertentienvan 16 regels f 1.80, tike
repel meer 25 centsbehalve het zegel. Groote
letters naamxate de ruimtewelke zij beslaotn.
I' Il l .Y It K IJ K.
Parijs 10 Jan. Naar men verneemtzal het ba
ten Hove den 23 dezer voortgang hebben.
De Moniteur maakt aan de onzerheid nopens dr
bijeenkomst der Kamers een eindedoor de mede-
deeling van het volgende berigt
Het schijnt zekerdat de Senaat v66r het einde
dezer maand zal bijeengeroepen worden om over het
voorstelvervat in het decreet van 24 Novemberte
beraadslagenen dat de zitting in de eerste dagen
van Februarij zal worden geopend.
Uit de twijfelachtige uitdrukking: het schijnt maakt
men op, dat er omtrent de bijeenroeping tot het laatste
oogenblik onzekerheid heeft bestaan. Als gerucht
wordt medegedeeld, dat de Keizer in zijne openings-
rede eenige woorden zal zeggen over het verlengde
verblijf van ons leger te Rome, ten einde het Wetg.
Ligchaam in de gelegenheid te stellen, zich daaromtrent
uit te laten, en daarmede des noods zijne politiek
tegenover de andere Mogendheden te kunnen ver-
dedigen.
Van het ontslag van den heer Thouvenel hoort
men niets naders. Integendeel worden de geruchten
deswege tegengesproken. De heer de Mornij protesteert
althans tegen elk denkbeeld, om de portefeuille van
buitenlandsche zaken te aanvaarden.
Men spreekt zeer ernstig van een ontwerp van
wet op de drukpers't welk aan het onderzoek van
den staatsraad zou zijn onderworpen.
Men verzekertdat Mgr. Maretwiens benoeming
tot bisschop, te Rome niet bekrachtigd sehijnt te
worden, zijn ontslag zal indienen en waarschijnlijk
tot kanonnik der eerste orde te St. Denis zal worden
benoemd.
De werkzaamheden tot herstel der groote zaal
van den Senaat spoeden ten einde. De onkosten, door
den brand aan het gebouw veroorzaakt, zullen ruim
400,000 fr. bedragen.
De Fransch-Belgische commissie voor de re-
daetie van het handelsverdrag zet stepds hare werk
zaamheden voort, doch heeft die nog niet ten einde
gebragt, zoo als door een dagblad verkeerdelijk is
gemeld.
De Belgische dagbladen gewagen van eene nota
welke de Britsche gezant aan ons gouvernement zou
hebben aangebodenter zake van de verlenging van
het verblijf onzer troepen in Syrie. De Correspondance
generate zegt, dat dit berigt volkomen ongegrond is.
Intusschen is de houding tusschen Frankrijk en Enge-
land, ter zake der Syrischo aangelegenhedensteeds
gespannen. Het is evenwel onmogelijk, dat Frankrijk
er aan denktzijne troepen terug te trekken. Men
zegt, dat zich eene commissie van Maroniten en be-
woners van Damascus bij den generaal de Beaufort
begevenheeft, met verzoek eene maand voorafgewaar-
schuwd te wordenindien hij bevel mogt ontvangen
het land te verlaten. De 3 of 4000 Christenen, te
Damascus geblevenzouden die beweging volgen en zich
alien naar Egypte begeven. Velen hunner zijn als com
missie naar Said-Pacha vertrokkenom hem concessie
van grond te vragen. Men heeft, bij debekende vrijzinnige
en beschaafde denkbeelden van den Onderkoning,
alle reden te gelooven dat zij wel zullen ontvangen
worden. Het is dusnaar aanleiding van dit een en
arider wel denkbaardat wij vooreerst in Syrie zullen
blijven.
Men spreekt van eenige anti-gouvernementale
demonstration in de onlangs ingelijfde provincien. Men
noemt o. a. in eene hoofdplaats dit feit, dat genoegzaam
geen der dames op een bal van den prefect zijn ver-
sehenen, terwijl zij evenwel den volgenden dag een
publiek concert hebben bijgewoond.
Uit Mannheim wordt op nieuw berigt, dat Jud
zou gevat zijn. Daarvan isonmiddellijk aan de Fransche
autoriteiten kennis gegevendezen hebben een photo-
graphisch portret van den moordenaar toegezonden
't welk volkomen naar den in hechtenis genomen
persoon gelijkt. Het is te hopendat dit berigt ge-
grond zij.
Parijs 10 January.
Particuliere Correspondentie.
De jongste berigten onzer officieuse bladen hebben
in hoofdzaak bevestigd hetgeen ik u in mijne voor-
gaande brieven omtrent Gaeta heb gemeld. De
Italiaansche confederatie neemt daarbij eene groote
plaats in. Gij herinnert u, hoe dikwijls ik de opregt-
heid heb in twijfel getrokken waarmede de Keizer
den Italiaanschen oorlog opende. Ik deed dit als ter
loopszonder mij echter bij hell aan te sluitendie
niet opliielden te verzekeren, dat onze regering de
woordenFenheid van Italie op hare banieren had
gesclireven niettegenstaande zij de stellige overtuiging
haddat dit ontwerp niet te verwezenlijken was.
Daardoor zou zij het tweeledige doel bereiken om
Prins Murat op den ti'oon te plaatsen en het denk
beeld der confederatie in toepasSing te brengen. Ik
ben geen onvoorwaardelijk aanhanger van deze leer
doch ik mag niet verzwijgen dat zij weder op nieuw
door gouvernement en publiek wordt besproken. Zie
hier namelijk wat ik daaromtrent verneem. In den
ministerraadwelke gisteren onder voorzitting des
Keizers is gehouden, moet Z. M. hebben ver-
klaarddat hij nog altijd onverwrikbaar aan hot
denkbeeld van een Italiaanschen Bond vastliield.
Hij moet echter hebben doen opmerkendat de
wijzigingen in de verdeeling van Italie, sedert het
opvatten van dat plan, daarin veraudering noodig
maakten en hij dientengevolge twee Rijken, Noord-
en Zuid-Italie wenschte te stichten waartusschen de
Pauselijke Staat als verbindingsteeken zou liggen. De
Bond zou daardoor uit drie hoofden bestaanvan welke
de H. Vader de Voorzitter zou wezen. Ik voor mij
lierhaal het echterdat dit plan even weinig als dat
van het Congres te verwezenlijken is. Ik doe daarom
in de eerste plaats de volgende vragen, welke ik
uwen lezers ter ovcrpeinzing aanbiedZal het praesi-
diurndoor den Pans te bekleoden niet in werke-
lijkheid verniotigenwat ten koste van geld en bloed
thans voor Ttaiiil is verkregen En heett de Paus,
door het uitspreken van den banvloekniet eene^ on-
overkomelijke klove tusschen Z. H. en Koning V ictor
Emanuel doen ontstaan?
Bnitendien is het mij niet duidelijk wat men bij
het stichten eener confederatie met Venetie zal doen.
Ik geloof toch niet, dat men, na al het gebeurdenog
aan afstand tegen eene geldelijke vergoeding denkt.
Doch waartoe reeds de mogelijkheid eener confederatie
of van het Congres te bespreken terwijl de eerste
stapde wapenstilstand te Gaetanog steeds moet
worden gedaan en groote moeijelijkheden nroet onder-
vinden. Heden ochtend verzekerde men bovendien op
stellige wijzedat alles deed vooronderstellendat
Koning Frans II alle voorstellen daartoe weigert en
zal weigeren, en nog altijd aan zijn besluit blijltvast-
houden, om zijne laatste verblijfplaats op Napolitaan-
schen grond tot het uiterste te verdedigen. Ook moet
de wapenschorsing door Koning Victor Emanuel nog
niet zijn aangenomen en op de door hemgestelde voor-
waarden afstuitendat Gaetaonmiddellijk na het
vertrek des Konings, aan de Piemontezen zou worden
overgegeven. Ook dit is weinig met de plannen van
een Congres of eene confederatie overeen te brengen.
Het is dan ook ten gevolge van het bovenstaande
dat wij enpleine negotiation zijn. Behalve het verzenden
van depeches aan het Engelsche Kabinet, gisteren
avond heeft rnede gisteren avond eene bijeenkomst
tusschen onzen ministers van buitenlandsche zaken en
de Engelsche en ltussische vertegenwoordigers aan
het hotel van den eerstgenoemde plaats gehad terwijl,
naar men mij verzekertheden eene nieuwe soortge-
lijke conference zou worden gehouden. Hoe de uit-
slag ook moge wezen kunt gij het voor zeker aanne-
men dat onze Regering alles wil aanwenden om het
jaar 1861 te doen voorbijgaanzonder dat de Euro-
pesche vrede worde verstoord en zij tevens verlangt
uit den doolhof te geraken waarin zij door de Ita
liaansche kwestie is gebragt. Zelfs eenige nieuwe
voorstellen, dezer dagen naar Rome verzonden, moe-
ten daarvan de onmiskenbare blijken dragen. Ik zou
echter daaromtrent in geene bijzonderheden kunnen
treden, aangezien die met een digten sluijer zijn om-
huld. De verzekering, mij gegeven, dat zij met het
plan der confederatie in verband zouden staandeel
ik dus onder hot grootste voorbehoud mede. Bij
al het bovengenoemde wil ik alleen nog voegen wat
in den Constitutionnel van gisteren avond omtrent de
onderliandelingen nopens den wapenstilstand wordt
het besluit van Koning Frans II te voorzienma&r
men mag vooronderrtellendat de jonge Vorst, aan
wiens karakter en moed geheel Europa hulde brengl
zich geene hersenscliimmen zal maken noch omtrent
de ontknooping van het beleg voor Gaetanoch om
trent de onmogelijklieid voor Frankrijk, om onbe-
paald eene houding to blijven bewaren, welke dat
land in de oogen der openbare meening solidair zou
maken voor de gebeurtenissen in Zuid-Italie.
Intusschen volgen de generaal Goyon en de admiraal
Le Barbier dene gedragslijn welke zeer weinig strookt
met het onwrikbare besluit onzer Regeringtot het
terugtrekken van ons smaldeel van voor Gaeta. I k
zeg onwrikbaar nu ik de overtuiging heb, dat de
lieeren von Metternieh, lord Cowley en von Kisseleff
schier het onmogelijke hebben gedaan om onze rege
ring van besluit tc doen veranderen. Doch om op de
beide zoo even genoemde bevelhebbers terug te komen
meld ik udat de admiraal Le Barbier door zij no
officieren eene nitgewerkte kaart van de wateren
voor Gaeta heeft doen vervaardigenwaarop alles
is aangetekend wat voor de verdediging der
vesting aan de zeezijde nuttig kon wezen. Deze
kaart, welke een meesterstuk moet zijn,
is door hem aan den Koning ten geschenke gezonden.
Bovendien heeft hij de lielft van al het linnengoed
dat zich op zijn scliip bevindt, naar de vesting ge
zonden om tot pluksel en zwachtels voor de gekwetsteu
te dienen en de wijuen, welke hij aan boord heeft,
ter beschikking des Konings gesteld. De dienst in de
hospitalen wordt bijna uitsluitend door Fransche
officieren van gezondheid waargenomen die daartoe
opzettelijk door den generaal de Goyon van Rome zijn
gezonden en daarin, even als in de gelieelereorgani-
satie der anbulances en hospitalen, door de genees-
heeren van onze flotille worden bijgostaan,
Ik herinner u aan hetgeen ik zoo even zeide om
u al het ongegronde der volgende hier in omloop zij nde
geruchten te doen begrijpen en waarvan devertaling
eener Russische brochure in de Revue contemporaine en
de proclamatie van den nieuwen Koning van Pruissen de
aanleiding schijnente wezen. Gij zult namelijk het oor-
logzuchtig karakter dier proclamatie hebben opgemerkt
en het zal u, evenmin als mij onduidelijk zijn geweest,
wien men bedoelt met den vijanddien men daarbij voor
oogen schijnt te hebben. Desniottegenstaande spreekt
men hier van een Fransch-Pruissisch verbondmet het
oog op de voordeelen, welke voor beiden uit een nederlaag
van Oostenrijk zouden kunnen voortvloeijen. Ik heb
niet noodig u al het onzinnige van dit gerucht aan te
toonen. De Prins-Regent heeft tot heden getoond
een regtschapen en vrijzinnig man te wezen en zal
zeker te verstandig zijn, om zich niet de fabelen van
den ijzeren en den steenen pot en die van den vos en
de raaf te herinneren.
De vertaling der zoo even genoemde brochure
waariu het nut van een Russisch-Fransch verbond
wordt aangetoond, heeft sommige van eene dergelijke
alliantie, en van het afbreken der betrekkingen
tusschen Londen en Parijsdoen spreken.
Het eene is echter even overdreven als het andere.
"VVel moet er nog altijd verscliil van zienswijze om
trent de bezetting van Syrie tusschen Frankrijk en
Engeland bestaandoch de vriendschappelijke be
trekkingen tusschen beide landen en de plaats welke
de heer Persigny bij onze regering bekleedtmaken
eene af breking zoo niet onmogelijk, dan toch hoogst
moeijelijk. Het is overigens waardat onze be
trekkingen met Rusland uitmuntend zijndoch dit
was in den jongsten tijd nimmer andersvooral
sedert de bijeenkomst.
De depechegisteren avond alhier ontvangen
nopens het sluiten van een additioneel tractaat tus
schen den Russischen generaal Ignatief en den Chi-
neschen Prins Kong, heeft onze regering weinig
gesticht. Gij herinnert u namelijkdat toen ik u
onderhield over de liulpdoor dien generaal aan
lord Elgin en baron Gros, bij het sluiten van den
vrede te Pekin betoond, ikop grond van parti
culiere berigtende onbaatzuchtiglieid van den
Rnssischen gezant in twijfel trok, terwijl ik er bij-
voegdedat hij ter belooning daarvoor door ons
ruivAVi iiiiuuoiingOii r jyO 7 o 1*1 P
gezegdHet eenige dat wezenlijk vaststaat, is, dat gouvernement zou worden gedecoreerd. a dit heeft
de Keizerlijke regering, met eene bedoeling waarvan plaats gehad, vermeeut onze Regering plotseling, dat
niemand de edelmoedigheid zal miskenneneen wapen- de generaal zijnenlandgenooten zekere voordeelen heeft
stilstand heeft aangeraden en dat deze in beginsel verzekerd, waardoor hier in diplomatieke kringen wordt
reeds door de Piemontesclie regering zou zijn aange- voorondersteld dat de Russische gezant te Pekin de
nomen. Op dit oogenblik is het antwoord uit Gaeta Russische en Chinesche in plaats van de Engelscli-
nog niet bekend. Het is onmogelijk, op zekere wijze Fransche belangen heeft voorgestaan. De met