Uitslag der Verkiezingen. BUITENLAND. BINNENLAIMD. t lijkheidsgevoel zich liet krachtigst openbaart, waar een belangrijke burgerstand welvaart genietin de beide groolste Akademiestedendie middelpunten van ont- wikkeling en wetenschappelijke opvoedingvindt het //zweren bij den eenigen politieken meester" geen of slechts genngen bijvaldaar zegeviert het beginsel van ware liberaliteit of onafhankelijkheid boven slaafsche onderwerping. Wij drukken ons hedeu sterk uit, sterker dan wij bet gewoon zijn; dat zou verwondering kunnen wekken, omdat wij niet behooren tot de oppositie quand meme; maar wij moeten omtrent den uitslag der verkiezingen de waarheid te krachtiger doen uitkomennaar mate door zoo velen in de ministerieele partij op eene wijze gekuipt en ge'intrigueerd isdie den eerlijken man tegen de borst stuit en die hem uit verontwaardiging te luider doet spreken. Heel't intussohen de ministerieele partij dan geen zegepralen behaald Jain Limburgmaar daar heeft dan ook de partij het hevigst gewerktdaar is met brieven van Ministers rondgeloopen daar heeft men de godsdienst in den arm genomen. Daar kan het tweede Ministerie Thorbecke zich over de overwinning verheugen. Maar tegenover die overwinning staat de nederlaag te 's Hage, te Breda en bijna overaiwaar tegenover de uitvallende anti-ministerieele ledenkandidaten waren gesteld." ■iMiliiMII I Mill'T Uit Weenen is aan de Frankforter Post-Zeitung getele- grafeerd dat het de Deensehe gevolmagtigden zijn die de weder-bijeeukomst der conferentie op Woensdag en toen op Donderdag hebben vertraagd, omdat zij nog riadere voorstellen inwachtten zoowel omtrent het punt van den wapenstilstand als over de verdeeling van Sleeswijk. De Morning-Herald aoht het zelfs waarschijnlijk en de Daily- Telegraph wenschelijkdat de conferentie morgen wederom en wel tot Woensdag zal verdaagd worden. Daarvan nota nemende, kunnen wij tevens, in de onder- stelling dat de P. Z. goed is ingelicht, hieruit opmaken dat vau de zijde van Duitschland geene nadere en aan- nemelijke voorstellen verwacht worden, gelijk dan ook uit de jongste nota, in de Nord-Deutsche Zeitung voor- komende, en waarin gezegd werd dat Pruissen bij zijne eischen volhardt, scheen te blijken dat de heer von Bernstorff zijne vroegere verklaringen niet zal wijzigen. Het is natuurlijk dat bij de voortdurende spanning in Denemarken waarvan de dagbladen dagelijks de getuigenis afleggen; bij de opgewondenheid onder het Deenscb-gezinde Engelsche volkbij de volhardende politiek van Duitsch land dat bij dat alles de bezorgdheid in Europa veeleer toe- dan afneemt, zij het dan dat van tijd tot tijd stellig vredelievende verschijnselen zijn op te merken. Men heeft noodwendig in het gister medegedeelde en door ons be- sproken artikel van den Conslitutionnel een voorteeken te meer willen zien van de verstoring van den Europeschen vrede. De indruk dien wij voor ons van het bedoelde artikel in het ofBcieuse blad hebben opgevatis door ons onmiddellijk ter neder gesteld. Wij zagen er hoofdzakelijk een nieuwe pogiug van Frankrijk in om het vertrouwen van Europa te winnen. Evenwel redeneert men van andere zijden aldus. Wanneer het Fransche gouvernement reeds wijst op toekomstige ernstige verwikkelingenwelke uit het Deensehe vraagstuk kunnen ontstaandan is dat gouvernementhetwelk toch wel het best met de ware toestanden bekend zal zijn, niet overtuigd dat zoodanige uitkomst tot de onmogelijkheden behoort, Wanneer inder- daad Europa met een oorlog bedreigd wordtdan weten wij nu reeds (maar dan toch zeker tot nader order?) dat Frankrijk daaraan geen deel zal nemen. Het zou Engelaud dan de handen vrijlaten. Maar dan is een oorlog tusschen de Mogendheden van het vasteland en Eugeland niet minder gevaarlijk. Op dit punt spreekt >de Morning-Pus^ hedeu aldua De vijandelijkheden zullen binnen eenige dagen hervat worden. Eugeland zal dan hebben te onderzoeken welke houding het zal aanuemenof het Denemarken moet helpeu of wel aan zijn lot moet overlaten. Frankrijk laat ons het initiatief in deze quaestie. Nemen wij de wapenen opdan zullen wij alleen staan gelijk Frankrijk alleen was in Italie." Het orgaan van Lord Palmerston verklaart tevens dat de heer von Bismarck Oostenrijk zou hebben verwitiigd dat men op de onthouding van Frankrijk kon rekenen en dat Rusland in geen geval de politiek van Pruissen zou dwarsboomen. //De drie Souvereineute Kissingen vereenigd voegt de Post er bij vleijen zich dat zij ons slechts de wetten hebben voor te schrijven en dat wij dan zullen gehoorzamen. Engeland is iuderdaad in het alternatief geplaatst van zich in de positie te schikkendoor Duitschland verlangd en tot den rang van Mogendheid van den vierden rang af te dalenof wel om den oorlog te moeten voeren." Niet minder geschikt om op de beaugste gemoederen te werken, is het artikeltje van de Berlijnsche officieuse Provincial- Correspondent (onder de //laatste berigten' van ons vorig nummer voorkomende) en waarin reeds nu de krachtdadige medewerking van de Volksvertegenwoor- diging, hare vaderlandslievende ondersteuning wordt inge- roepen voor het tijdstip, waarin de toestand nog drei- gender zou worden dan hij op dit oogenblik is. Onzes inzieus st.rekt dat artikeltje blijkbaar om het terrein te verkennen. De oppositie-pers in Pruissenwelke tevens in het Deensehe vraagstuk de //nationale persiszal niet nalaten hierover haar gevoelen te openbaren en daaruit zal de Regeriug, die vooruemens schijnt den Landdag eerlang bijeen te roepen, kunnen opmaken, in hoever het krijgsgeschal de stem van de tegenstanders heeft kunnen verdooven. Terwijl de gister ontvangen regtstreeksche berigten uit Mexico meldden dat Juarez den zeiel van zijn bestuur bepaaldelijk te Monterey had gevestigdzeggen de bij den Franschen Moniteur ontvangen brieven dat de oud- president in het land ronddwaaltzonder ergens de be- volking aan zijne zijde te hebbenen schilderen die brieven den toestand verder als zeer gunstig af voor de Fransche interventie. De laatste berigten uit Tunis luiden steeds zeer ongun- stig. De gemoederen in de hoofdstad zelve zijn zeer op- gewonden. De opstandelingen houden hunne eischen vol; hun opperhoofd, de Bey AU-ben-Rdamheeft.een veld-bey als vermoedelijk erfgenaaiii van het regentschap benoemd en dezen met eene voorhoede van 5000 ruiters tot bij Testourop 24 uren afstands van Tunis afgezonden. De caid Nessim, groot-schatkistbewaarder en een der hoolden van het bestuuronder voorzitterschap van den Khasnadar, is zegt mennaar Europa vertrokkeu. Vdor zijn vertrek naar Konstantinopel heeft Prins Couza aangekondigddat hij zich daarheen begaf om van de Porte te erlangen eene nieuwe erkenning der autonomie van Roumanie en verklaarde hij te rekenen op de wel- willendheid en de goede zorgwaarmede het Suzereiue Hof en de guaranderende Mogendheden jegens de Vorsten- dommen bezield waren en waarvan hij bij de jongste gebeurtenissennieuwe bewijzen had ontvangen. MlWhltlJIt, [Pan onzen eigen correspondent Parijw16 Junij. Gister meldde ik u, dat in den Ministerraad besloten was, om op staatkundig terrein zich zoo stil mogelijk te houden. Dit wordt heden morgen bevestigd door een artikel in den Constitutionnelwelk officieus orgaan erkentdat de toestand zoo gespannen is, dat Engeland zou kuunen genoodzaakt zijn tusschen beiden te treden ten voordeele van Denemarken in de Sleeswijksch-Holsteinsche quaestie. Maar al mogt dit ook zich verwezenlijken dan zou Frankrijk zich toch van alle deelneming daaraan onthouden c;i dien ten gevolge Europa voor een algemeenen oorlog behoeden. Onnoodig is het u te zeggendat dit artikelin ver- band met de nieuwe verdaging der conferentieouze beursmannen in geene aangenaine stemming heett gebragt. Het ziet er douker uitte meerdaar de Engelsche kanaalvloot van Plymouth naar Spithead vertrokkeu is, hetgeen als eene bedreiging van Engeland jegens Duitsch land beschouwd wordt. Vergun mij nu tegenover deze algemeene beschouwingen ook de mijne te plaatsen. Zonder te willen ontkennen de groote moeijelijkhedenwat aangaat de demarcatie-lijn twijlel ik toch geen oogenblik of de Londensche confe rentie zal deze moeijelijke taak goed ten einde brengen. Ja zelfs de verdaging der conferentie tot aanstaanden Zaturdag versterkt mijn vertrouwen. Indien erinder- daadgeene ernstige redenen bestondenwelke Engeland kunnen doen onderstellendat eene goede uitkomst mogelijk is waarom dan de laatste zitting der conferentie verdaagd en uitgesteld Dit is ook het gevoelen van een Duitsch diplomaat, met wien ik mij geruimen tijd over den huidigen toestand onder- houden heb. Men verdaagt, zeide hij, en men zal misschien nogmaals verdagen de conferentie, want men wil de zaak zoo goed mogelijk tot eene oplossing brengen. Vergeet ook niet, dat ep dagelijks officieuse bijeenkomsten tusschen de ge volmagtigden plaats hebben nu eens ten huizd vaiiTLord Russelldan weder ten huize van den Oostenrijkschen gezant, graaf Apponyi. Wat men zegt van den door Lord John Russell bij het Fransche Gouvernement gedanen stap om die Mogendheid over te halen, dat zij zich met Eugeland verzetten zou tegen de hervatting der vijandelijkheden, dit heeft be- trekking of tot een vroeger tijdstip of is geheel onlijdig. Hoe dit zijzooveel is zekerdat de Engelsche Staats- lieden, zoowel whigs als tories, geen oorlog met Duitsch land willen maken. Een zonderling maar tevens treurig iets is het, dat onze dagbladente midden van zulk een gespannen staat- kundigen toestandzich bijna uitsluitend met godsdienstige en klericale quaestien bezig houden. Den vrijen loop niet kunnende geven aan hunne politieke denkbeelden, hebben zij eene polemiek geopend over zaken, die tijdens de Restau- ratie in de mode waren. Ik maak er den dagbladschrijvers geen verwijt van, maar het is de schuld van het nood- lottig stelsel van onderdrukkingdat met vaste hand wordt volgehouden. In de provincie, waar de verkiezingen voor de Alge meene Raden de gemoederen hevig in beweging brengen wordt de onaf hankelijke pers zeer bemoeijelijkt. Intusschen moet men ter eere vau die weinige dagbladen zeggen, dat zij dapper ten strijde trekken en met onverbidde- lijken ijver de verregaande onbillijkheden en gunsten, welke de prefects en de maires aan de officieele kandi daten verleenen, ten toon stellen. De commissie der cheques heelt beslotendat zij be- ginnen zal ruei een soort van enquete in te stellenten einde na 1e gaan welk onthaal de voorgenomen hervorming in deze finantieele zaak zou vinden bij de groote handels- en industrie-mannen. BELGIE Van onzen eigen correspondent Brussel, 16 Junij. Gister is de heer Schollaertlid van de regterzijde, afgevaardigd door Leuven, tegen het einde der zitting begonnen den Minister van Finantieu te beant- woorden. Hij verdedigde de jezuiten en de Belgische Katfyolieke geestelijkheid in het algemeen met rondbor- stigheid en welsprekendheid. Hij beweerde datTiienland meer gehecht is aan de rijksinsteilingen dan de geeste lijkheid en dat men eene wezenlijke onregtvaardigheid zou begaan, indien men de Belgische Katholieken verant- woordelijk wilde stellen voor de buitensporige denkbeelden van een twaalftal Italianen. De heer Schollaert zeide dat het ongerijmd was aan te nemen, dat het Christendomhet welk de menschheid de vrijheid heeft aangebragt, de vijand dier vrijheid worden kon. Daarna trad de redenaar in eene uitvoerige beschouwing over het feitwaarop de heer Frere-Orban gewezen haddat de jezuiten er naar ge- streefd hebben hunne wijsgeerige meeningenop te dringen aan de Leuvensche universiteit. Dit is, volgtus hemeene zuivere metaphysische quaestie, bij welker oplossing de maatschappij weinig belang heeft. Yervolgens vraagde de heer Schollaert of het wel po litiek was gehandeld van de leden der linkerzijde om de regterzijde te bestempelen met den naam van klerikalen. Wilt gij dan aan de helft der natie het grove verwijt toe- voegen dat zij de slaaf is van de geestelijkheid? Hier moesten wij niets anders zijn, dan de vertegenwoordigers der natie. Men maakt het der geestelijkheid tot een verwijtdat zij zich met de verkiezingen bemoeitdus ging de spreker voort. Ook ik wensch dat de geestelijkheid daarbij niet tusschenbeide kome; zij zelve haakt naar het oogenblik dat zij niet meer noodig zal hebben, zich met dien strijd in te laten. Maar gijliberalendwingt er haar toe. Overai waar de geestelijkheid zich vertoont, hetzij zij den predik- stoel beklimme, of de scholen binnentrede, of haar voet zette op de kerkhoven, overai vindt zij de hand opge- heven, die, zoo ze al niet slaathaar ten minste terugstoot en bedreigt. Daardoor is de geestelijkheid wel verpligt, ter bescherming der Kerkom in het politiek strijdperk te treden. Ten aanzien der quaestie van de begraafplaatsen erkent de heer Schollaert dat het liberate beginsel in zoo verre juist is, als het eerbied eischt voor het stoffelijk over- schot der overledenen. Maar aan de vrijheid van gods dienst is men het ook verpligt het dogma der Kerk te eerbiedigen en de Katholieken niet te noodzaken aan dat dogma geweld aan te doen. Men "maakt er den heer Soonens een grief van, zeide de spreker voorts dat hij de St. Pieterspenning naar Rome heeft gebragt. Dat is geen griefdoch strekt hem tot eer. Wij zouden het uitvaagsel der menschheid zijn als wij onzen penning niet opbragten aan den algemeenen vader der chrislenheid. Het is geene aalmoeswant kinderen kunnen hunnen vader geene aalmoes geven. De spreker is bij het vertrek van den post nog aan het woord. »VITS€HLMD. [Van onzen eigen correspondent Bcrlijn, 15 Junij. Ten einde te voorkomen dat men zich verkeerde inzigten vorme ten aanzien der door Rus land aan den Groothertog van Oldenburg afgestane regten op het Kieler land, zij het mij vergund daaromtrent de volgende feitelijke opmerkingen te maken. Bij het uitsterven der Deensehe linie van het Olden- burgsche Huis in het vorige jnar. had de Augustenburg- sclie linie het regt om het grootste gedeelte van het Groot- hertogdom Oldenburg, en de oude graafschappen Oldenburg en Delmen'norst als haar erfdeel in bezit. te nemen. Dit regt der Augustenburgers is zoo klaur als de da en onbetwistbaar. Dc Deensehe linie der Oldeuburgers had echter in 1773 die graafschappen aan de Gottorpschc linie, namelijk aan (later) Keizer Paul 1 van Rusland afgestaan en daarvoor diens erfgoed, het Kieler land, in ruil ontvangen. Om nu den jongeren tak van zijn Huis schadeloos te stellen voor het verlies zijner eventueele regten op Kiel, had de Keizer intusschen gelijktijdig de zoogenaamde graafschappen aan een der voorvaders uit het tegenwoordige Groothertogelijke Oldenburgsche Huis //voor eeuwig" afgestaan. Toen de Sonderburgsche (Augus- tenburg-Gliicksburger) linie, die na het uitsterven der Deensehe linie de naaste regten had op Oldenburgtegen deze schikkingen protesteerdeverkreeg zij van Dene marken de belofte, dat zij in het bezit van het Kieler land zou gesteld worden, *ndien zij eventueel in Olden burg niet tot de erfopvolging komen kon. Na de uiteenzetting van het vorenstaande kan men naauwelijks aannemen, dat de Hertog van Oldenburg iets anders bedoelt, bij het doen gelden zijner aanspraken op Kieldan om eene hoogst eigenaardig verwikkelde erf opvolging in Oldenburg in een zuiveren toestand te brengen. Dat de heer von Bismacrk zich van den Olden- burger bedieut om zijne woede op den Prins van Augus- tenburg te koelen, dat kan ik aaunemen; maar moeijelijk zal hij den Augustenburgerdie geheel Sleeswijk-Holstein en den Duitschen Bond voor zich heeft, uit den zadel kunnen ligten. Op goed gezag kan ik u nopens de in den jongst ge- houden door den Koning met behulp van den Kroon- prins gepresideerden ministerraad genomen besluiteu het volgende mededeelen. Pruissen blijft nog steeds vasthouden aan de grenslijn FlensburgTondern. Mogten echter de vijandelijkheden den 26 weder hervat wordendan zou dit programma geheel en al worden losgelaten en Pruissen aanspraak maken op geheel Sleeswijk. Daarbij is het een feit dat zoowel voor het leger te land als voor de marine uitgebreide voorbereidende maat- regelen worden genomen om den strijd weder te kunnen hervatten. Ook de commissie der Hannoversche Eerste en Tweede Kamers zijn tot eenstemmigheid gekomen ten aanzien van eene motiewelke zich verklaart voor de scheiding der Hertogdommen van de Deensehe Kroon en voor hunne onafscheidbare vereeniging tot een onaf hankelijken, in den Duitschen Bond in te lijven Staatonder de erfelijke souvereiniteit van den Prins van Augustenburg. Men kan voorspellen dat deze motie door de beide Kamers zal wor den aangenomen. Het Russische Keizerpaar is gister avond te Kissingen aangekomen. Morgen komen daar de Keizer en de Keizerin van Oostenrijk en later de jeugdige Koning van Beijerenaan. Uit Dresdenwaar zich vele Polen bevindenis aan de Beijersche Regering berigt, dat in eerstgenoemde plaats eene demonstrate tegen Keizer Alexander wordt voorbereid, zoodat het Gouvernement zich verpligt heeft gezien met 't oog daarop buitengewone maatregelen te treffen. BEXEMARKE1V Kopenhagen, 14 Junij. Dagbladet van heden schrijft: //Men heeft beweerd dat er oneenigheid is ontstaan tus schen den Koning en het Ministerie en dat dientengevolge de meeste Ministers hun ontslag hadden genomen. Indien zoodanige oneenigheid werkelijk plaats gehad heelt, dan moet het geschil later weder bijgelegd zijn; want van eene ministerieele crisis is hier geen sprake meer. Paedrelandet bevat een hoofdartikel over de blijkbaar toenemende deelneming van Noorwegen voor Denemarken en van het wortel schieten der denkbeelden omtrent een Scandinavisch Rijk. Het blad vaart hevig uit tegen alle Philistersdie met Duitschers handel drijvenen vooral tegen de Duitsche verzekering-maatschappij. Als een sprekend bewijs voor de algemeene stemming hier te lande wordt het volgende van hier geschreven aan het dagblad le Nord. Zekere heer Soerensen, oud-lid van den Volksthing, wilde zich naar Jutland begeven om een adres aan den Koning, waarbij hij verzocht den vrede te sluiten, aan de goedkeuring en de teekening te onderwerpen van zijne vrienden en kennissen. Plotseling werd hij echter den 28" Mei gearresteerd. Een inspecteur en twee agenten van politie verschenen in zijne woning, namen de geautogra- phieerde exemplaren van het adres in beslag en bragten den heer Soerensen naar het politie-bureau over. Daar werd hij in vrijheid gelatenonder aankondigingdat men hem geregtelijk zou vervolgen. De exemplaren van het adres werden niet teruggegevenomdat naam en voornaam van den steendrukker daarop niet verrmStd waren." Terwijl men het zenden vau adressen aanmoedigt waarbij de voortzetting des oorlogs wordt verlangd, tracht het Ministerie elke manifestatie tegen te gaan ten gunste van den vrede. Het dagblad de Flynepostenvan de zaak gewag makende, verdedigt de handeling des heeren Soerensen, die, naar het gevoelen van het blad, loyaal en geheel overeenkomstig met de wet wasdaarentegen eritiseert het conservatieve blad scherp de in deze door den Minister van Justitie genomen maatregelen. RESIBEXTIE-VIEIUS. (14 Junij 1864). Alkmaar. Aftredend lid de heer jhr. mr. C. van Foreest. Herkozen de heer jhr. mr. van Foreest met 643 van de 1261 uitgebragte stemmen. De regerings- candidaat de heer mr. M. J. de Lange vereenigde 249 stemmen op zich. Verder werden uitgebragt op de heeren J. L. Kikkert 188, R. C. Sloos 80, H. Koomen 19 en op verschillende andere personen enkele stemmen. Het kiesdistrict telt 2978 kiezersin 1858 stemden 1545, in 1860 1091, in 1862 1171 en in 1864 1261 kiezers. De verjaardag van H. M. de Koningin werd heden in de residentie door het uitsteken der vlaggen van alle gouvernements- en stadsgebouweneven als van de huizen van nagenoeg alle particulieren gevierd, zoodat sommige straten huis aan huis gedrapeerd waren. Van tijd tot tijd heeft het karillon zich doen hooren en is des namiddags eene groote parade gehouden. De muzijkuitvoering door de kapel van het regiment grenadiers en jagers, lokte tusschen 2 J en 4| ure tal van toehoorders. Vele vreem- delingen waren met de verschillende spoortreinen aan gebragt. De toegang tot het Bosch is prachtig gedrapeerd terwijl de toestellen eene bij uitstek schitterende illumi- natie beloven. Door de Nationale Zangschool voor handwerkslieden onder bescherming van Z. M. den Koning, wordt morgen aan HH. MM. den Koning en de Koningin ter gelegenheid van hun 25jarig huwelijksfeestuit hoogachting, een prachtig album aangeboden, voorzien van een keurig vers van onzen begaafden volksdichter C. G. Withuijs en bevattende verder eene volledigc naanilijst der leden. De bandin het atelier van den heer Rinck alhicr vervaardigdis van blaauw tluweel met ziKcren kroon, omgeven door een lauwertak op de voorzijde en aan de aclUerzijde het Nederlandsche wapen; een en under getuigt van den keurigeu smaak, die gewoonlijk doorstraalt in het biudwerk door genoemden heer vervaardigd. De titel is smaakvol in verschillende kleuren bewerkt door onzen bekwamen stadgenoot D. Scholten en heelt tot opschrift: /'Aan Hunne Majesteiten den Koning en de Koningin der Nederlanden eerbiedig opgedragen, ter ge legenheid van Hoostderzelver Zilveren Huwelijksfeest door de Nationale Zangschool voor Handwerkslieden te's Gra- venhage, 18 Junij 1864. Wij laten hieronder het gedicht van den heer Withuijs volgen: Het Zilvren'Huuwlijksfeest, dat, op dees dag der dagen, De blijde hofstad viertvervult met zielsgeneugt De/Prinsen Neerlauds hoop; Uw Kouinklijke Magen En alien wien 't geluk van 't Vorstelijk Paar verheogt. Maar wij, die 's Konings gunst ons doel bevordren zages: Te woekren met den Zaug voor kunstgevoel en deugd; Wij, dankbre Handwerkslieu wij juiehen van de Vreugd Die ons doorstroomtdit blijk U op te mogen dragen. o Majesteiten beide Uw troon en volk zoo waard Der Vorsten Vorst, Die tijd en lot gebiedt op de aard', Bewaarde U voor dit Feest U, met Uw dierbre Zonen. Wij bidden Hem: Gebie den tijd, die snel ontvaart, o Almagtook met Good dit Echtverbond te kroonen "En zij 't in heii verhoogdnaar mate 't meer verjaart C. G. Withuxs. (Lid van Eer.) Ook door het schilderkundig genootschapPulchri Studio alhier, zal aan HH. MM., op den dag van morgen. een fraai op perkament in gothischen stijl geschreven heil- wensch, voorzien van de namen der heeren kunstenaars, als blijk van hulde worden aangeboden. Naar wij vernemenzal ook de gemeente Apeldoorn een kostbaar geschenk in zilver aan HH. MM. den Ko ning en de Koningin aanbieden. Dit geschenk bestaat in een voortreffelijk schoon vrouwenbeeldop voetstuk, met toepasselijke wapenschilden en inscriptien. Het beeld draagt een sierlijke kristallijnen coupe, georneerd met prachtige zilveren bloemen. Dit werkstuk is entworpen en vervaardigd in de Koninklijke Nederlandsche fabriek van gouden en zilveren werken van den heer J. M. van Kempen, te Voorschoten. Programma van het vuurwerk dat morgen avond ten 10 ure in de Maliebaan ontstoken zal worden, en ver vaardigd is door den bekenden kunstvuurwerkmaker de heer P. L. van der Brugte Amsterdam No. 1. Een staande zon no. 2. Guirandoles met schit terende verlichtingno. 3. Vijf molenwieken alien in kleur verschillendeno. 4. Eene groote draaijende pyramide waarboven een kolossale globe no. 5. Drie batterijen in verschillende kleuren en met kolonnadesno. 6. Prachtige groote rosetten in verschillende kleurenno. 7. Een watermolenhet water door kunstmatig vuur nage- bootstno. 8. Guirandoles met gekleurde vlammenno. 9. Drie draaijende fonteinwerken en no. 10. Een prachtige tempel, ter eere van HH. MM. den Koning en de Koningin, versierd met de jaartallen en het Haag- sche wapen, op beide zijden prachtige piramides met de nuameijfers W. S.en eindigende met groote boyquetten en vuurpijlen met zwermpotten. Tusschen de aldeelingen bovenvermeld zullen nog onderscheidene kleine vuur- werken ontstoken worden, zoodat het geheel een bij uitstek prachtig vuurwerk zal vormen. Wij lezen in de Amsterdamsche Courunt het volgende: //Wij hebben zonder schroom van tijd tot tijd ongun- stige berigten uit Suriname medegedeeld, omdat zij af- komstig waren uit bronnen boven alle verdenking verheven. Wij hebben het pligt geacht den waren ongelukkigen toestand van zaken niet te bemantelen, opdat er verbe- tering kome. Een zware verantwoordelijkheid laden zij op zichdieuit wat reden dan ookde waarheid ver- bergenof zich onnadenkend leenen om haar te verduistercn. Het Handelsllad van heden neemt een brief uit Para maribo op, waarin gezegd wordt: //Men tracht in de Amsterdamsche Courant allerlei logenachtige berigten om trent den toestand der kolonie en de geemancipeerden te verspreiden, doch de dagelijksche feiten wederspreken ze op de krachtigste wijze." Dergelijke onbeschaamd- heid gaat inderdaad alle verbeelding te boven 1 Meent dan de briefschrijver of de redaktie van het Handelsblad die zoo maar raauw weg dergelijke korrespondentie op- discht, dat met driest weg, bout spreken, alles afgedaan is? Wij zullen voor het tegendeel zorgen, daarvan geven wij het Handelsblad en zijnen korrespoudent bij voorbaat de verzekeringwant de waarheid is niet op hun zijde. Met het voile bewustzijn, dat onze berigten, wel verre van leugenachtig te zijn, strooken met de korrespondentie onzer voornaarnste handelshuizen, gaan wij voort. //En het is niet alleen in bijzondere brievenmaar door de dagbladpers in de kolonie zelvedat de korrespondent van het Handelsblad openbaar gelogenstraft wordten wel op hetzelfde oogenblik. Wij kunnen dus niet anders doen dan het Handelsblad uit te noodigen zich beter te laten informeren, kennis te nemen van stemmen die in het openbaar opgaan, en de beschuldiging, ons ligtzinnig naar het hoofd geslingerd terugwerpen en zeggenPartikuliere berigten uit Paramaribo, van 20 Mei 11., behelzen beves- tiging van dagelijksche feiten, welke op de krachtigste wijze de onuiure, misleidende berigten wederspreken, die men in het Handelsblad omtrent den toestand der kolonie en der geemancipeerden tracht te verspreiden." De Ilooge Raad der Nederlanden heeft heden de beide namens het R. C. Armbestuur te Nijmegen voorgedragene kassatiemiddelen, tegen een arrest vanhetHofinGelderland, waarbij dat bestuur is veroordeeld tot het doen van rekening en verantwoording van zijn gehouden beheer aan het R. C. Parochiaal Armbestuur aldaar, ongegrond verklaard en alzoo het beroep verworpen. De drie garnalenvisschers uit Tholen, waarvan wij gister melding maakten, die den 16n April jl. in een hunner netten op de rivier de Nieuwe Maas, een balk hebben opgevischt waaraan zich kbper bevond, en zich een en auder toeeigendenzonder daarvan aan de bevoegde autoriteit (strandvonder) kennis te gevenzijn heden te dier zake door het Provinciaal Geregtshof in Zuidholland schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en ieder ver oordeeld tot zes dagen gevangenisstraf. In deze residentie zijn aangekomen en in het hotel de VEurope gelogeerdde heeren J. Chenot en H. E. Bazin, beiden van Dyon; en de heer V. Noizet, conseiller de prefecture, van Laon. Dat Madlle Leon en haar vader prof. Leon inderdaad weten te //tooveren" werd op nieuw gister avond bewezen toenondauks het saizoenwaarin de meesten van de buitenlucht gebruik maken, dezaal van den Hoogduitschen Schouwburg gevuld was met een talrijk publiekdat zich op nieuw kwam verlustigen in de behendigheid in de vaardigheid en vlugheid van den heer Leon maar vooral in de met zooveel gratie uitgevoerde toeren van zijne beminnelijke dochterdie hier een hoogst aangename her- innering achterlaat en schoone souvenirs naar elders mede- neemt,, welke haar gister avond kwist ig werden toebedeeld in den vorui van fraaije bouquetten en die de aanvallige artiste zoo noodig tot zoovele credietbrieven kunnen strekken in de andere steden des Vaderlands welke zij thans, eveuzeer in gezelschap vau den heer Leon, gaat bezoeken on van waar wij beiden weder hier hopen t ontmoetcu als goede oude kennissen. Gedurende de laatste dagen zijn een groot aant familien te Scheveningen aangekomen zoodat de villa's op een paar naalien reeds bewoond zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1864 | | pagina 2