Maar, meneer de directeur,
die geschiedenis,
dat is geweldig!
Brusse's „Mensen van Morgen"
zijn er weer - mèt Loekie
WIE MOET OP
DEZE BRIEF
ANTWOORDEN?
IVOPOL
Deze week in
de bioscopen
4"°
<je IVïeu
V3N </ÉZe
De kwaliteitstandpasfa
-DE HAVENLOOUd DONDERDAG 18 MAART 1965
19
In het Franse weekblad
„La Réforme" werd enkele
jaren geleden deze „brief van
een voorbijganger" gepubli
ceerd. Wij dachten zo dat dit
schryven door zijn indrin
gende directheid zeer de
moeite van het lezen waard
is, vooral voor hen die zich
christenen noemen.
Mijnheer de directeur, X
Het lot doet ons soms vreemde ontmoetingen beleven. Het heeft getrild dat ik, die in Guèret
geboren ben, nu in Parijs woon, vlak bij de Porte Maillot. Het heeft ook gewild dat ik vaak t
de Avenue de la Grande-Armée neem om naar mijn werk te gaan of om zo maar wat te
wandelen. Dat lot heeft dus getrild dat ik twee zondagen geleden een paar minuten voor zes- X
sen 's avonds die Avenue afliep. Om u volledig op de hoogte te stellen, ik kwam terug van
een bioscoop aan de Champs Elysées. !Su, toen ik een gebouw passeerde, teaarvan ik al X
vaker het weinig boeiend aanzien had opgemerktvlak bij het métro-station Argentine,
zag ik een bordje vlak naast de grote deur. „Vanavond om 6 uur Bijbellezingstond erop.
Ik ken u niet, mijnheer de directeur, nieuwe koning wilde zich laten aan-
maar ik kan gemakkelijk raden wat bidden. De Israëliet ging voort met al
ii mij wilt zeggen. U gaat natuurlijk leen zijn Godi de uwe te aanbidden,
zeggen: „Mijn kind, dat was het lot Men wierp hem in een leeuwenkuil,
niet, dat je daar langs deed gaan Ik De leeuwen raakten hem niet aan.
maak van de gelegenheid van uw in- Maar, mijnheer de directeur, die ge-
terruptie gebruik om u te verzekeren,
dat ik op het gebied van de godsdienst
volkomen onverschillig ben. Ik geloof
niet dat ik ooit gedoopt ben. Ik heb
nooit anders over God en over zijn
- en spreken als over zeei
vage en zeer verver wij derde geschie
denissen, en over christenen als men
gen met bizarre vooroordelen. Ik ken
geen vijandschap, ook geem verachting,
er moet nu eenmaal van alles m onze
wereld zijn. Sta mü dus toe mijn „lot
te handhaven.
Maar er wordt soms over katholie
ken in de kranten gesproken. Van tijd
tot tijd spreekt men over de protes
tanten of over de bijbel. Ja, ik weet
dat de bijbel het meest gelezen boek
van de wereld is, maar het is nu een
maal zo, ik heb hem nog nooit gele
zen. Ik heb veel „best-sellers" gelezen,
mftar deatè nog nooit. Hij moet niet 1 1
zo'n beste publiciteit hebben. Neem
ie rekenschap geven. God, de bijbel,
de christenen, je gaat nu zien wat het
allemaal is". Ik ben dus naar binnen
gegaan. Ik kwam binnen in een zo
goed als lege kerk, mijnheer de direc
teur. O, het was zeer netjes, bijzonder
helder, grote stoelen met leuningen die
goed zaten. Er kwam een man die las.
Toen hij klaar was ben ik opgestaan
en heb gekeken naar de mensen die er
waren: een half dozijn, meer met.
Donderdags daarna kwam ik op
nieuw langs die kerk, ik keerde terug
van mijn werk. Ik zag opnieuw de
grote deuren open staan en het b°^e'
En weer ging ik naar binnen. Nieuws
gierigheid? Interesse? Onrust? Noem
het zoals u wilt. Dezelfde man kwam
weer lezen. Toen ik opstond telde ik
opnieuw de bezoekers: een half dozijn,
meer niet. Enfin, deze zondag, dezelfde
belevenis. Weer waren er vijf of zes
komeh luisteren.
Toen ik buiten kwam. mijnheer de
directeur, was ik even van rnn stuk.
Eerst voelde ik veel sympathie voor
die mannen die kwamen lezen en die
niet aarzelden voor vijf of zes mensen
een deel van hun middag op te offeren.
Ik weet niet of ik zoiets zou doen.
Wanneer je werkt ben je bijzonder
zuinig op je zondag.
Die mannen hadden zich dus druk
gemaakt voor zo goed als niets. Ik
vermoed wel dat die tezing nauwelijks
bestemd was voor mensen als ik, voor
wie de bijbel, zoals men zegt He
breeuws is, een oud boek, zoiets
het R^elandsiied. En dat mensen van
mijn soort niet in de war raken van
een met de hand beschreven bordje
waarop bovendien niets schokkends
staat, is niet te verbazen.
Maar hoe dan ook, mensen zoals u,
ik bedoel mensen die gedoopt en in
de kerk getrouwd zijn, zij hadden toch
moeten weten dat die bijeenkomst
plaats vond. Men had hen toch op de
een of andere manier moeten inlichten.
U zult zeggen, dat zij 's morgens mis
schien al naar de kerk geweest waren
en dat ze nu andere dingen te doen
hadden. Ze waren misschien wel de
stad uitgetrokken, met het hele «esm-
ze lachten of ze huilden m een bios-
Weet u wat men ons heeft voorgele
zen? Van de eerste zondag herinner
ik mij dat niet meer Ik was
gierig en heb toen niet goed opgelet.
U neemt mij dat niet kwalijk hoop
ik Maar de woensdag en zondag daar
op heb ik een werkelijk vreemde ge
schiedenis gehoord. Een jonge man,
een Israëliet, bevond zich in gevangen
schap in een grote stad, bij een mach
tige koning. Die machtige koning had
een droom gehad, die niemand voor
hem kon uitleggen. Welnu, de jonge
Israëliet vertelde niet alleen de droom,
waarvan de koning hem niets verteld
had, maar hij legde hem ook nog uit.
Het ging over een standbeeld met een
gouden hoofd en met voeten van y zer
en leem; een klein steentje deed het
standbeeld ineenstorten, het werd
groter en werd een berg zo groot als
de wereld. Hoe was die jonge man
dat allemaal te weten gekomen? Zijn
God had het hem bekend gemaakt.
Ik heb begrepen dat di'e God ook uw
God moet zijn.
Enige tijd later zag de opvolger
van deze koning een hand die geheim
zinnige woorden op de wand schreef.
Diezelfde Israëliet was de enige die
die woorden kon uitleggen: zij voor
spelden de val van deze koning. In de
nacht, die daarop volgde, werd de
koning van zijn troon gestoten. De
schiedenis, dat is geweldig! Ik vertel
u niets nieuws, dat weet ik. Maar geeft
u zich rekenschap van de uitwerking
die zoiets moet hebben op iemand als
ik: een God, die alles weet, die alles
hart, op alle momenten van hun le
ven. Dat wil zeggen, dat Hij weet wat
ik denk, dat Hij mijn leven kan ver
anderen. Dat wil zeggen dat Hij me
kan laten leven of sterven, lachen of
huilen, en dat de hele wereld in zijn
hand rust. Ik zeg u dat precies zoals
ik denk: eenvoudig logisch. Als de ge
schiedenis van die jood waar is, dan
wordt alles anders.
Of die geschiedenis waar is. Dat
vraag ik u. Dat veroorloof ik mij u
ook te vragen. Of houdt die geschie
denis mij voor de gek?
Het is jammer dat ik het antwoord op
de brief hiernaast niet in mijn bezit
heb. Ik weet zelfs niet of dat antwoord
ooit verschenen is. Het zal wei, „La
Réforme" kennende, kan ik me niet
indenken dat ze het hierbij gelaten
hebben. Hoewel, ik weet het niet, maar
het is natuurlijk ook mogelijk dat ze
geen antwoord hebben gegeven. Mis-
sohien hebben ze de brief wel expres
onbeantwoord gelaten. Ik weet ook niet
of ik er goed aan doe wel ein ant
woord te geven. Misschien moeten wij
allemaal wel zelf nadenken wat wij op
zoiets te zeggen hebben.
Eén ding is zeker, hier is iemand aan
het woord die in verwarring geraakt
is. De schrijfster om de een of an
dere reden heb ik het idee dat het een
jonge vrouw is die dit geschreven
heeft is op een bepaald ogenblik
verbijsterd geworden. Ze heeft die ge
schiedenissen van Daniël, de jonge Is
raëliet in gevangenschap bij de konin
gen van Babel, met een stijgende ver
bazing aangehoord. Daar staat een ge
bouw, midden in Parijs, waar derge
lijke oude verhalen worden voorgele
zen. Wat heeft dat voor zin? Wat is de
betekenis daarvan? Ze maakt een juis
te conclusie ze noemt het zelf: een
voudig logisch als dit waar is, kan
alles veranderen.
Maar ze kan moeilijk geloven dat dit
waar is. Vijf of zes mensen die er be
langstelling voor hebben is geen in
drukwekkend gehoor. Dat zou er op
kunnen wijzen dat de rest „het wei ge
looft". En hier kan ik me indenken dal
„La Réforme" eventueel niet geant
woord heeft. Want hier moet iedereen
voor zichzelf antwoorden.
Als dit waar is, kan alles veranderen
Als er een God is, die alles weet en
alles kan, die zijn aanbidders in alle
dingen helpt, dan zouden de kerken
moeten volstromen. Dan zouden de
mensen zich moeten verdringen om
deze verhalen telkens opnieuw te horen
en ze te vergelijken met wat ze zelf
van deze God meemaken en ervaren.
Daar heeft ze gelijk in. Op die vragen
moeten u en ik antwoorden. In Neder
land stijgt met iedere volkstelling het
aantal van hen die opgeven tot geen
geloof te behoren. Ons volk is in zeke
re zin allang geen christelijk volk
meer. Honderdduizenden zijn gedoopt
en tienduizenden zijn in de kerk ge
trouwd, die er niets meer aan doen.
We komen er niet mee klaar om te zeg
gen dat het hier niet zo is als in
Frankrijk. Dat hier de mensen nog
met duizenden naar de kerk gaan. F
staat zelf voor de vraag van deze
brief. U wilt misschien ook, wat hier
zo prachtig staat: dat het gelaat van
de wereld (en van uw ïeven) veran
dert. Maar dan willen wij u zeggen:
stoort u zich er dan niet aan dat er
zoveel mensen zijn die deze verhalen
onbeantwoord laten. U moet zelf ant
woord geven.
Deze God van Daniël is nog zo- Nog
steeds maakt Hij bekend wat de
wereld van 1965 droomt en wat >e uit
legging ervan is. Nog steeds kunnen
zij die op Hem vertrouwen er op reke
nen dat Hij helpt. Hij heeft geholpen
in zijn Zoon Jezus Christus. Hij is:
God onder ons en met ons. Met ons
verloren leven, dat zo nodig anders
moet worden. Misschien behoort u tot
die velen die gedoopt zijn eu in de
kerk getrouwd zijn en van wie ande
ren «ioh afvragen: geloven ze er nog
in? MEDEMENS
Waarom Hvas er bijna niemand om
naar die geschiedenis te luisteren? De
christenen hebben dus wel wat beters
te doen? Bestaan er dus belangrijker
zaken voor hen? Ik stel me voor, dat
als ik die geschiedenis voor waar hield,
het mij nooit zou vermoeien om er
naar te luisteren. Het komt mij voor
dat ik een soort dorst zou hebben
naar dergelijke geschiedenissen. Als
die jood bestaan heeft, als het hem
overkomen is wat ik gehoord heb,
maar waarom schreeuwt men dit dan
niet van de daken? En er moeten nog
meer belevenissen zoals die van hem
in de bijbel staan. Ik denk dat ik niet
moe zou worden om er naar te luis
teren, dat ze me goed zouden doen, op
zondag of op donderdag en alle dagen
van de week. Ik deïik: dat ze me zou
den heipen om te leven, dat ze me
zouden doen leven!
U zegt: de christenen weten al die
dingen al, ze hebben ze niet meer
nodig. Ze leven er al van- Ik weet wat
ik gezien heb: een lege kerk. Ander
halve man een een paardekop voor
een geschiedenis, die, als ze waar is,
het gelaat van de wereld kan veran
deren.
Ik heb me afgevraagd of de chris
tenen er werkelijk wel zo in geloven,
in wat men hun vertelt. En als ze er
niet in geloven, misschien is het dan
wel niet waar. Misschien zijn het maar
verhalen, om de mensen te doen in
slapen. Ik weet er niets van, ik vraag
het me af. Omdat men de mensen
die zich de moeite geven om te komen
lezen zou moeten waarschuwen, hun
zeggen dat het niet waar is, dat het
niet de moeite waard is, dat zij hun
tijd verspillen. Men zou hen moeter
zeggen naar huis te gaan en hun tijd
anders te besteden.
Die vraag kwelt mij, ik heb het u
gezegd. Heeft u voor zoiets niet uw
blad „la Réforme"? Ik verwacht dus
een antwoord, mijnheer de directeur,
en i'k reken er op dat u op de
een of andere manier er iets aan doet.
Met beleefde groet, üw
P.P.
ik kwam terug van
de Champs Ëlysées, toen ik een
gebouw passeerde...
ARENA: Mensen van Morgen, 18 J.
cIn^AAL: James Bond 007 contra
dr. NO (prol). 18 OOO
ir CINEAC-Beurs: In 90 nachten de we
reld rond, 18 j. O
CINEREMA: Circus World (prol.) a.l.
COLOSSEUlvf: vanavond: Dertien stap
pen naar de dood, 18 j. OOO
vr t.m. wo: Hercules en de Moloch
14 j. O
volgende do: De wrede steppe, 14 J.
OOO
za-, zo-mi: De laatste Robin Hood,
fair Lady
OO
CORSO CINEMA:
(prol.) a.l. OOOO
GRAND: Irma la Douce (prol.) It J.
HARMONIE: do t.m. zo: Duel bij de
Zilverkreek 14 j. OO
ma t.m. wo: Alarm voor Squadron 904,
14 OO
KRITERIONAllez Franca (prol.) a.l.
■Ct LUMIEREGeheime agent In Gibral-
14 i. OO
9 gangsters, 18
PASSAGE: Topkapi, 18 j. OOO
PRINSES: De grote ontsnapping,
J OOO
i: Gezworen kameraden. 1
i masker, 14 j, OO
volgenll^do: Spionage
18 j. OO
STUDIO '62: Politiepost Reeperbahn,
thall£ The Train (prol.- 18 J. OOO
'tVENSTER: Liefdeonder voorbe
houd (prol.) 18 j. OOO
VICTORIA: vanavond: De wals van de
toreadoren, 18 j. OO
vr t.m. wo: Vrouwen verdwijnen, 18
i OO
-£r première
OOOO zeer goed
OOO goed
OO middelmatig
O matig tot slacht
Tot 29 mei niet hengelen
bij Prinses Beatrixpark
De Hengelsportvereniging Schiedam en
omstreken vestigt er de aandacht op,
dat het seizoen thans tot 29 mei is ge
sloten, voor het water in en rönd het
Prinses Beatrixpark. Eigenaren van
volkstuintjes in Thurlede worden erop
geattendeerd, dat vissen in de omrin
gende sloten zonder vergunning is verbo
den. Een dagkaart als door het gemeen
tebestuur verstrekt, is niet voldoende.
Mevrouiv W. Menningh
verlaat Muziekschool
Mevr. W. Menningh zal met ingang
van 1 april de Sohiedamse Muziekschool
verlaten, waaraan zij sinds 1956 ais le
rares vertoonden was. Daarvoor was zij
lerares aan de Schledatnse Muziek- en
Balletschool, welke een fusie aanging.
Zij zal nog werk2aafti blijven aan de ste
delijke muziekschool te Delft en gemeen
telijke kweekschool te Rotterdam.
D. Damme veertig jaar bij
drukkerij Wijchers N.V.
De heer D. Damme heeft dezer dagen
herdacht, dat hij veertig jaar in dienst
was van de drukkerij Wij&ers N.V. aan
de Walvisstraat. Tijdens een zeer druk
bezochte receptie werd hem o.m. het
gouden CNV-insigne uitgereikt. Zijn
werkgever bood de jubilaris een TV-toes-
tel aan. Ook kreeg de heer Damme nog
tal van andere geschenken.
november, dat
korte looptijd vorig jaar van Kees Brus
se's „Mensen van Morgen", de openhar
tige confrontatie met dertien jongeren
van onze tijd, die reeds zoveel stof heeft
doen opwaaien, zij het dat de wind uit
een andere richting kwam dan produ
cent Rudolf Meyer zich had voorgesteld.
Want na een periode van zeer bevredi
gende publieke belangstelling kwam er
een abrupt einde aan de vertoningen in
ruim twintig verschillende Nederlandse
bioscopen door een gerechtelijk verbod.
Men kent de aanleiding: bepaalde nogal
denigrerend uitgevallen opmerkingen van
de Amsterdamse volksjongen Loekie
over het gezinsleven in het ouderlijk huis
Waren zijn vader zo'n doorn in het oog,
dat deze verwijdering van alle scènes,
waarin zijn zoon optrad, eiste. Dit had
onvermijdelijk tot gevolg, dat de gehele
film uit de circulatie werd genomen,
waarna onderhandelingen met de toorni
ge vader, die toentertijd in het zieken
huis lag, zich moeizaam voortsleepten
en tenslotte op niets leken te zijn uitge
lopen. Reeds was er sprake van, dat de
gehele Loekie-figuur zou worden vervan
gen door een andere knaap, Nico, toen
de intussen herstelde vader plotseling be
reid bleek onder zekere voorwaarden het
optreden van zijn zoon in Brusse's film
toe te staan. Daartoe moesten de geïn
crimineerde woorden, die op zijn verhou
ding tot zijn ouders sloegen, in de eerste
plaats worden verwijderd. Dat betrof zes
a zeven zinnen, waardoor de film met
amper driekwart minuut moest wotden
bekort. Voorts wilde Loekie's vader een
aandeel in de winst, dat hij wenst te
bestemmen voor een door hemzelf aan
te wijzen liefdadig doel, en een ge
heim telefoonnummer, dat hem moet
vrijwaren voor reacties en commentaren
uit de buitenwereld, die van de film al
of niet hebben kennis genomen.
Daartoe bestaat dan nu weer de gele
genheid; in Arena zijn de voorstel
lingen van „Mensen van Morgen" her
vat, in de „bekorte" versie, die echter
door een inleiding van Kees Brusse,
waarin de perikelen van de afgelopen
maanden even uit de doeken worden ge
daan, toch wèer „op lengte" is gekomen.
Wij mogen nog wel eens in herinnering
brengen, hoe knap Kees Brusse het Fran
se voorbeeld van Bernard Blier jr. („Hit-
Ier? connais pas") heeft nagevolgd. Met
een verrassende vrijmoedigheid vertel
len zijn dertien „kandidaten" voor de
drie camera's, die op hen in de kleine
studio-cirkel, waar zij niet uit mogen
treden, zlj'n gericht, over hun nog prille
leven, over hun eigen wereldje, hun op
vattingen en ideeën, hun botsingen, hun
angsten en hun problemen. Zij doen dat
zonder enige terughoudendheid, zij zeg
gen hun mening vrijuit, ook wanneer zij
een intiem onderwerp aanraken. Aan
Kees Brusse, vrijwel niet in het beeld,
ontvouwen zij onbevangen en in een dik
wijls verbijsterende oprechtheid de zor
gen, die hen kwellen, de toestanden die
hen dwarszitten^ Zij komen uit alle gele
dingen van de samenleving: Loekie (19),
de Mokumse volksjongen, wiens handen
nogal eens los dan zijn lijf zitten eh die
dus geregeld met de maatschappelijke
spelregels in botsing komt; Linda (20),
een frisse, ongecompliceerde boerendoch
ter Jan (22), een rechtlijnig denkende
student in de economie; Francine (22),
het kloosterleven
voorbereidt; Harry C23)een mismaakte
concertpianist-in-spe, die zich ten doel
stelt in alles gelijk te zijn aan zijn me
demensen en deze zelfs nog wil overtref
fen; Riekje (21), tippelaarster in de gro
te stad die onomwonden de achtergron
den van haar rosse leven uit de doeken
doét; Hansje (19), een ouderloos meisje
met moderne vrije opvattingen; Cora (19)
aankomend tuinbouw-architecte, die met
een ontwapenende oprechtheid door het
leven gaat; Felicia (19), een ongehuwde
moeder; Pieter (18), zoon uit een mis
lukt huwelijk, die heel wat weerstanden
moet overwinnen bij het zoeken van zijn
levensweg; Peet (22), sportleraar en in
ternationaal voetballer, die het leven
aandurft; Anton (23), een simpele bouw
vakarbeider, die zijn weg nog zoekt; en
Joop (26), een homofiel, die op zijn eigen
wijze zijn eenzaamheid tracht te door
breken.
Kees Brusse heeft dit heterogene ge
zelschap gedurende twaalf dagen te
gen zich laten „aanpraten"; 50 km film
heeft hij daarna in de montagekamer te
ruggebracht tot 2700 meter Het is een
briljant werkstuk geworden, deze pot
pourri van spontane „biechten", die zon
der scenario of afspraak vooraf tot stand
kwam en in onderwerpen gerangschikt
een virtuoze ,,cri de coeur" van onze
hedendaagse jeugd vormt. Prachtig heeft
Brusse steeds close ups van anderen in
gelast els schijnbare reactie op een be
paalde uitlating (in werkelijkheid had hij
slechts éèn persoon bij zich). Het pleit
voor zijn vakmanschap (ook in het bui
tenland erkend, want Brusse is reeds uit
genodigd om een soortgelijke film in
Duitsland te komen maken), dat hij er
zelfs in geslaagd is, ledêr statisch karak
ter te vermijden en tussen de gerichte
onderwerpen door zinvolle pauzes te cre-
èren waarin iemand de studio binnen
komt, in de cirkel plaatsneemt en zich
een houding zoekt. Zijn observaties, af
gestemd op details in gelaatsuitdrukking,
pose en hebbelijkheden, verraden de psy
choloog in deze regisseur, die ook zo'n
uitstekend acteur is (Maigret!). Het voor
treffelijke camerawerk van Ruurd Fe-
nenga en de sterk ondersteunende jazz-
thema's van Herman Schoonderwalt ma
ken van „Mensen van Morgen" mede
een film, die men gezien (en gehoord!)
moet hebben. Vooraf gaat weer de kleu
rige documentaire, die Herman van der
Horst in zijn befaamde dynamische stijl
van Amsterdam maakte; eind mei gaat
Francine (Mensen t
de camera.
naar het filmfestival ia
toen het nog ongebombardeerd
de Coolsingel stond een Franse film
„Gibraltar" met Erich von Stroheim en
Viviane Romance. Nu vertoont hertzelfde
theater weer een „Gibraltar"-film, dit
maal met Gérard Barray in de hoofdrol,
die reeds een langdurige musketier-repu
tatie geniet. Hij speelt een Britse luite
nant, Frank Jackson, die in Gibraltar is
gestationeerd, maar zich van militaire
diacipline weinig aantrekt. Hij gokt graag
en heeft een vriendinnetje in Tanger, een
Spaanse danseres, die hem veel geld kost.
Wanneer hij diep in de schulden is ge
raakt, doet zij hem een idee aaö de
hand, om aan geld te komen: zij zal
hem in contact brengen met mensen, die
zich voor militaire inlichtingen interes
seren. Zo komt hij in aanraking met een
spionagebende, die ervoor verantwoor
delijk is, dat in de buurt van Gibraltar
drie Engelse voor het midden-oosten be
stemde troepen-transportschepen met ex-
plösieven tot zinken zijn gébracht. Leid
ster van de bende is de eigenares van
een schoonheidssalon (Hildegarde Ne±t),
die hem overhaalt om in het paleis van
de residerende commandant documenten
in de kluis te fotograferen. Het komt
echter uit, JaCkson krijgt vestingstraf
van 20 jaar, maar weet te ontsnappen.
Daarna heeft regisseur Pierre Gaspard-
Huit een verrassende wending in petto,
die wij hier niet willen verraden.
In de donderdagcyclus van Colosse
um, een opmerkelijke Tsjechof-ver-
filming van Alberto Lattuada, die nieuw
is voor Rotterdam, namelijk „La Step-
pa" (De wrede Steppe") die in 1964
furore maakte op de Berlinale. Het is de
lange reis van een 9-jarig jongetje, dat
van het Russische platteland uit de twee
de helft van de vorige eeuw met een
wolkaravaan naar de grote stad trekt,
waar hij het gymnasium moet bezoeken.
Deze in Joegoslavië opgenomen film is
niet alleen spectaculair door zijn folklo
ristische reconstructies, maar in zijn
sprookjesachtige dramatiek boeiend en
meeslepend mèt behoud van Tsjechofs
bedoelingen.
Het behoud van Uwtanaen