Maar, meneer de directeur, die geschiedenis, dat is geweldig! Brusse's „Mensen van Morgen" zijn er weer - mèt Loekie WIE MOET OP DEZE BRIEF ANTWOORDEN? IVOPOL Deze week in de bioscopen 4"° <je IVïeu V3N </ÉZe De kwaliteitstandpasfa -DE HAVENLOOUd DONDERDAG 18 MAART 1965 19 In het Franse weekblad „La Réforme" werd enkele jaren geleden deze „brief van een voorbijganger" gepubli ceerd. Wij dachten zo dat dit schryven door zijn indrin gende directheid zeer de moeite van het lezen waard is, vooral voor hen die zich christenen noemen. Mijnheer de directeur, X Het lot doet ons soms vreemde ontmoetingen beleven. Het heeft getrild dat ik, die in Guèret geboren ben, nu in Parijs woon, vlak bij de Porte Maillot. Het heeft ook gewild dat ik vaak t de Avenue de la Grande-Armée neem om naar mijn werk te gaan of om zo maar wat te wandelen. Dat lot heeft dus getrild dat ik twee zondagen geleden een paar minuten voor zes- X sen 's avonds die Avenue afliep. Om u volledig op de hoogte te stellen, ik kwam terug van een bioscoop aan de Champs Elysées. !Su, toen ik een gebouw passeerde, teaarvan ik al X vaker het weinig boeiend aanzien had opgemerktvlak bij het métro-station Argentine, zag ik een bordje vlak naast de grote deur. „Vanavond om 6 uur Bijbellezingstond erop. Ik ken u niet, mijnheer de directeur, nieuwe koning wilde zich laten aan- maar ik kan gemakkelijk raden wat bidden. De Israëliet ging voort met al ii mij wilt zeggen. U gaat natuurlijk leen zijn Godi de uwe te aanbidden, zeggen: „Mijn kind, dat was het lot Men wierp hem in een leeuwenkuil, niet, dat je daar langs deed gaan Ik De leeuwen raakten hem niet aan. maak van de gelegenheid van uw in- Maar, mijnheer de directeur, die ge- terruptie gebruik om u te verzekeren, dat ik op het gebied van de godsdienst volkomen onverschillig ben. Ik geloof niet dat ik ooit gedoopt ben. Ik heb nooit anders over God en over zijn - en spreken als over zeei vage en zeer verver wij derde geschie denissen, en over christenen als men gen met bizarre vooroordelen. Ik ken geen vijandschap, ook geem verachting, er moet nu eenmaal van alles m onze wereld zijn. Sta mü dus toe mijn „lot te handhaven. Maar er wordt soms over katholie ken in de kranten gesproken. Van tijd tot tijd spreekt men over de protes tanten of over de bijbel. Ja, ik weet dat de bijbel het meest gelezen boek van de wereld is, maar het is nu een maal zo, ik heb hem nog nooit gele zen. Ik heb veel „best-sellers" gelezen, mftar deatè nog nooit. Hij moet niet 1 1 zo'n beste publiciteit hebben. Neem ie rekenschap geven. God, de bijbel, de christenen, je gaat nu zien wat het allemaal is". Ik ben dus naar binnen gegaan. Ik kwam binnen in een zo goed als lege kerk, mijnheer de direc teur. O, het was zeer netjes, bijzonder helder, grote stoelen met leuningen die goed zaten. Er kwam een man die las. Toen hij klaar was ben ik opgestaan en heb gekeken naar de mensen die er waren: een half dozijn, meer met. Donderdags daarna kwam ik op nieuw langs die kerk, ik keerde terug van mijn werk. Ik zag opnieuw de grote deuren open staan en het b°^e' En weer ging ik naar binnen. Nieuws gierigheid? Interesse? Onrust? Noem het zoals u wilt. Dezelfde man kwam weer lezen. Toen ik opstond telde ik opnieuw de bezoekers: een half dozijn, meer niet. Enfin, deze zondag, dezelfde belevenis. Weer waren er vijf of zes komeh luisteren. Toen ik buiten kwam. mijnheer de directeur, was ik even van rnn stuk. Eerst voelde ik veel sympathie voor die mannen die kwamen lezen en die niet aarzelden voor vijf of zes mensen een deel van hun middag op te offeren. Ik weet niet of ik zoiets zou doen. Wanneer je werkt ben je bijzonder zuinig op je zondag. Die mannen hadden zich dus druk gemaakt voor zo goed als niets. Ik vermoed wel dat die tezing nauwelijks bestemd was voor mensen als ik, voor wie de bijbel, zoals men zegt He breeuws is, een oud boek, zoiets het R^elandsiied. En dat mensen van mijn soort niet in de war raken van een met de hand beschreven bordje waarop bovendien niets schokkends staat, is niet te verbazen. Maar hoe dan ook, mensen zoals u, ik bedoel mensen die gedoopt en in de kerk getrouwd zijn, zij hadden toch moeten weten dat die bijeenkomst plaats vond. Men had hen toch op de een of andere manier moeten inlichten. U zult zeggen, dat zij 's morgens mis schien al naar de kerk geweest waren en dat ze nu andere dingen te doen hadden. Ze waren misschien wel de stad uitgetrokken, met het hele «esm- ze lachten of ze huilden m een bios- Weet u wat men ons heeft voorgele zen? Van de eerste zondag herinner ik mij dat niet meer Ik was gierig en heb toen niet goed opgelet. U neemt mij dat niet kwalijk hoop ik Maar de woensdag en zondag daar op heb ik een werkelijk vreemde ge schiedenis gehoord. Een jonge man, een Israëliet, bevond zich in gevangen schap in een grote stad, bij een mach tige koning. Die machtige koning had een droom gehad, die niemand voor hem kon uitleggen. Welnu, de jonge Israëliet vertelde niet alleen de droom, waarvan de koning hem niets verteld had, maar hij legde hem ook nog uit. Het ging over een standbeeld met een gouden hoofd en met voeten van y zer en leem; een klein steentje deed het standbeeld ineenstorten, het werd groter en werd een berg zo groot als de wereld. Hoe was die jonge man dat allemaal te weten gekomen? Zijn God had het hem bekend gemaakt. Ik heb begrepen dat di'e God ook uw God moet zijn. Enige tijd later zag de opvolger van deze koning een hand die geheim zinnige woorden op de wand schreef. Diezelfde Israëliet was de enige die die woorden kon uitleggen: zij voor spelden de val van deze koning. In de nacht, die daarop volgde, werd de koning van zijn troon gestoten. De schiedenis, dat is geweldig! Ik vertel u niets nieuws, dat weet ik. Maar geeft u zich rekenschap van de uitwerking die zoiets moet hebben op iemand als ik: een God, die alles weet, die alles hart, op alle momenten van hun le ven. Dat wil zeggen, dat Hij weet wat ik denk, dat Hij mijn leven kan ver anderen. Dat wil zeggen dat Hij me kan laten leven of sterven, lachen of huilen, en dat de hele wereld in zijn hand rust. Ik zeg u dat precies zoals ik denk: eenvoudig logisch. Als de ge schiedenis van die jood waar is, dan wordt alles anders. Of die geschiedenis waar is. Dat vraag ik u. Dat veroorloof ik mij u ook te vragen. Of houdt die geschie denis mij voor de gek? Het is jammer dat ik het antwoord op de brief hiernaast niet in mijn bezit heb. Ik weet zelfs niet of dat antwoord ooit verschenen is. Het zal wei, „La Réforme" kennende, kan ik me niet indenken dat ze het hierbij gelaten hebben. Hoewel, ik weet het niet, maar het is natuurlijk ook mogelijk dat ze geen antwoord hebben gegeven. Mis- sohien hebben ze de brief wel expres onbeantwoord gelaten. Ik weet ook niet of ik er goed aan doe wel ein ant woord te geven. Misschien moeten wij allemaal wel zelf nadenken wat wij op zoiets te zeggen hebben. Eén ding is zeker, hier is iemand aan het woord die in verwarring geraakt is. De schrijfster om de een of an dere reden heb ik het idee dat het een jonge vrouw is die dit geschreven heeft is op een bepaald ogenblik verbijsterd geworden. Ze heeft die ge schiedenissen van Daniël, de jonge Is raëliet in gevangenschap bij de konin gen van Babel, met een stijgende ver bazing aangehoord. Daar staat een ge bouw, midden in Parijs, waar derge lijke oude verhalen worden voorgele zen. Wat heeft dat voor zin? Wat is de betekenis daarvan? Ze maakt een juis te conclusie ze noemt het zelf: een voudig logisch als dit waar is, kan alles veranderen. Maar ze kan moeilijk geloven dat dit waar is. Vijf of zes mensen die er be langstelling voor hebben is geen in drukwekkend gehoor. Dat zou er op kunnen wijzen dat de rest „het wei ge looft". En hier kan ik me indenken dal „La Réforme" eventueel niet geant woord heeft. Want hier moet iedereen voor zichzelf antwoorden. Als dit waar is, kan alles veranderen Als er een God is, die alles weet en alles kan, die zijn aanbidders in alle dingen helpt, dan zouden de kerken moeten volstromen. Dan zouden de mensen zich moeten verdringen om deze verhalen telkens opnieuw te horen en ze te vergelijken met wat ze zelf van deze God meemaken en ervaren. Daar heeft ze gelijk in. Op die vragen moeten u en ik antwoorden. In Neder land stijgt met iedere volkstelling het aantal van hen die opgeven tot geen geloof te behoren. Ons volk is in zeke re zin allang geen christelijk volk meer. Honderdduizenden zijn gedoopt en tienduizenden zijn in de kerk ge trouwd, die er niets meer aan doen. We komen er niet mee klaar om te zeg gen dat het hier niet zo is als in Frankrijk. Dat hier de mensen nog met duizenden naar de kerk gaan. F staat zelf voor de vraag van deze brief. U wilt misschien ook, wat hier zo prachtig staat: dat het gelaat van de wereld (en van uw ïeven) veran dert. Maar dan willen wij u zeggen: stoort u zich er dan niet aan dat er zoveel mensen zijn die deze verhalen onbeantwoord laten. U moet zelf ant woord geven. Deze God van Daniël is nog zo- Nog steeds maakt Hij bekend wat de wereld van 1965 droomt en wat >e uit legging ervan is. Nog steeds kunnen zij die op Hem vertrouwen er op reke nen dat Hij helpt. Hij heeft geholpen in zijn Zoon Jezus Christus. Hij is: God onder ons en met ons. Met ons verloren leven, dat zo nodig anders moet worden. Misschien behoort u tot die velen die gedoopt zijn eu in de kerk getrouwd zijn en van wie ande ren «ioh afvragen: geloven ze er nog in? MEDEMENS Waarom Hvas er bijna niemand om naar die geschiedenis te luisteren? De christenen hebben dus wel wat beters te doen? Bestaan er dus belangrijker zaken voor hen? Ik stel me voor, dat als ik die geschiedenis voor waar hield, het mij nooit zou vermoeien om er naar te luisteren. Het komt mij voor dat ik een soort dorst zou hebben naar dergelijke geschiedenissen. Als die jood bestaan heeft, als het hem overkomen is wat ik gehoord heb, maar waarom schreeuwt men dit dan niet van de daken? En er moeten nog meer belevenissen zoals die van hem in de bijbel staan. Ik denk dat ik niet moe zou worden om er naar te luis teren, dat ze me goed zouden doen, op zondag of op donderdag en alle dagen van de week. Ik deïik: dat ze me zou den heipen om te leven, dat ze me zouden doen leven! U zegt: de christenen weten al die dingen al, ze hebben ze niet meer nodig. Ze leven er al van- Ik weet wat ik gezien heb: een lege kerk. Ander halve man een een paardekop voor een geschiedenis, die, als ze waar is, het gelaat van de wereld kan veran deren. Ik heb me afgevraagd of de chris tenen er werkelijk wel zo in geloven, in wat men hun vertelt. En als ze er niet in geloven, misschien is het dan wel niet waar. Misschien zijn het maar verhalen, om de mensen te doen in slapen. Ik weet er niets van, ik vraag het me af. Omdat men de mensen die zich de moeite geven om te komen lezen zou moeten waarschuwen, hun zeggen dat het niet waar is, dat het niet de moeite waard is, dat zij hun tijd verspillen. Men zou hen moeter zeggen naar huis te gaan en hun tijd anders te besteden. Die vraag kwelt mij, ik heb het u gezegd. Heeft u voor zoiets niet uw blad „la Réforme"? Ik verwacht dus een antwoord, mijnheer de directeur, en i'k reken er op dat u op de een of andere manier er iets aan doet. Met beleefde groet, üw P.P. ik kwam terug van de Champs Ëlysées, toen ik een gebouw passeerde... ARENA: Mensen van Morgen, 18 J. cIn^AAL: James Bond 007 contra dr. NO (prol). 18 OOO ir CINEAC-Beurs: In 90 nachten de we reld rond, 18 j. O CINEREMA: Circus World (prol.) a.l. COLOSSEUlvf: vanavond: Dertien stap pen naar de dood, 18 j. OOO vr t.m. wo: Hercules en de Moloch 14 j. O volgende do: De wrede steppe, 14 J. OOO za-, zo-mi: De laatste Robin Hood, fair Lady OO CORSO CINEMA: (prol.) a.l. OOOO GRAND: Irma la Douce (prol.) It J. HARMONIE: do t.m. zo: Duel bij de Zilverkreek 14 j. OO ma t.m. wo: Alarm voor Squadron 904, 14 OO KRITERIONAllez Franca (prol.) a.l. ■Ct LUMIEREGeheime agent In Gibral- 14 i. OO 9 gangsters, 18 PASSAGE: Topkapi, 18 j. OOO PRINSES: De grote ontsnapping, J OOO i: Gezworen kameraden. 1 i masker, 14 j, OO volgenll^do: Spionage 18 j. OO STUDIO '62: Politiepost Reeperbahn, thall£ The Train (prol.- 18 J. OOO 'tVENSTER: Liefdeonder voorbe houd (prol.) 18 j. OOO VICTORIA: vanavond: De wals van de toreadoren, 18 j. OO vr t.m. wo: Vrouwen verdwijnen, 18 i OO -£r première OOOO zeer goed OOO goed OO middelmatig O matig tot slacht Tot 29 mei niet hengelen bij Prinses Beatrixpark De Hengelsportvereniging Schiedam en omstreken vestigt er de aandacht op, dat het seizoen thans tot 29 mei is ge sloten, voor het water in en rönd het Prinses Beatrixpark. Eigenaren van volkstuintjes in Thurlede worden erop geattendeerd, dat vissen in de omrin gende sloten zonder vergunning is verbo den. Een dagkaart als door het gemeen tebestuur verstrekt, is niet voldoende. Mevrouiv W. Menningh verlaat Muziekschool Mevr. W. Menningh zal met ingang van 1 april de Sohiedamse Muziekschool verlaten, waaraan zij sinds 1956 ais le rares vertoonden was. Daarvoor was zij lerares aan de Schledatnse Muziek- en Balletschool, welke een fusie aanging. Zij zal nog werk2aafti blijven aan de ste delijke muziekschool te Delft en gemeen telijke kweekschool te Rotterdam. D. Damme veertig jaar bij drukkerij Wijchers N.V. De heer D. Damme heeft dezer dagen herdacht, dat hij veertig jaar in dienst was van de drukkerij Wij&ers N.V. aan de Walvisstraat. Tijdens een zeer druk bezochte receptie werd hem o.m. het gouden CNV-insigne uitgereikt. Zijn werkgever bood de jubilaris een TV-toes- tel aan. Ook kreeg de heer Damme nog tal van andere geschenken. november, dat korte looptijd vorig jaar van Kees Brus se's „Mensen van Morgen", de openhar tige confrontatie met dertien jongeren van onze tijd, die reeds zoveel stof heeft doen opwaaien, zij het dat de wind uit een andere richting kwam dan produ cent Rudolf Meyer zich had voorgesteld. Want na een periode van zeer bevredi gende publieke belangstelling kwam er een abrupt einde aan de vertoningen in ruim twintig verschillende Nederlandse bioscopen door een gerechtelijk verbod. Men kent de aanleiding: bepaalde nogal denigrerend uitgevallen opmerkingen van de Amsterdamse volksjongen Loekie over het gezinsleven in het ouderlijk huis Waren zijn vader zo'n doorn in het oog, dat deze verwijdering van alle scènes, waarin zijn zoon optrad, eiste. Dit had onvermijdelijk tot gevolg, dat de gehele film uit de circulatie werd genomen, waarna onderhandelingen met de toorni ge vader, die toentertijd in het zieken huis lag, zich moeizaam voortsleepten en tenslotte op niets leken te zijn uitge lopen. Reeds was er sprake van, dat de gehele Loekie-figuur zou worden vervan gen door een andere knaap, Nico, toen de intussen herstelde vader plotseling be reid bleek onder zekere voorwaarden het optreden van zijn zoon in Brusse's film toe te staan. Daartoe moesten de geïn crimineerde woorden, die op zijn verhou ding tot zijn ouders sloegen, in de eerste plaats worden verwijderd. Dat betrof zes a zeven zinnen, waardoor de film met amper driekwart minuut moest wotden bekort. Voorts wilde Loekie's vader een aandeel in de winst, dat hij wenst te bestemmen voor een door hemzelf aan te wijzen liefdadig doel, en een ge heim telefoonnummer, dat hem moet vrijwaren voor reacties en commentaren uit de buitenwereld, die van de film al of niet hebben kennis genomen. Daartoe bestaat dan nu weer de gele genheid; in Arena zijn de voorstel lingen van „Mensen van Morgen" her vat, in de „bekorte" versie, die echter door een inleiding van Kees Brusse, waarin de perikelen van de afgelopen maanden even uit de doeken worden ge daan, toch wèer „op lengte" is gekomen. Wij mogen nog wel eens in herinnering brengen, hoe knap Kees Brusse het Fran se voorbeeld van Bernard Blier jr. („Hit- Ier? connais pas") heeft nagevolgd. Met een verrassende vrijmoedigheid vertel len zijn dertien „kandidaten" voor de drie camera's, die op hen in de kleine studio-cirkel, waar zij niet uit mogen treden, zlj'n gericht, over hun nog prille leven, over hun eigen wereldje, hun op vattingen en ideeën, hun botsingen, hun angsten en hun problemen. Zij doen dat zonder enige terughoudendheid, zij zeg gen hun mening vrijuit, ook wanneer zij een intiem onderwerp aanraken. Aan Kees Brusse, vrijwel niet in het beeld, ontvouwen zij onbevangen en in een dik wijls verbijsterende oprechtheid de zor gen, die hen kwellen, de toestanden die hen dwarszitten^ Zij komen uit alle gele dingen van de samenleving: Loekie (19), de Mokumse volksjongen, wiens handen nogal eens los dan zijn lijf zitten eh die dus geregeld met de maatschappelijke spelregels in botsing komt; Linda (20), een frisse, ongecompliceerde boerendoch ter Jan (22), een rechtlijnig denkende student in de economie; Francine (22), het kloosterleven voorbereidt; Harry C23)een mismaakte concertpianist-in-spe, die zich ten doel stelt in alles gelijk te zijn aan zijn me demensen en deze zelfs nog wil overtref fen; Riekje (21), tippelaarster in de gro te stad die onomwonden de achtergron den van haar rosse leven uit de doeken doét; Hansje (19), een ouderloos meisje met moderne vrije opvattingen; Cora (19) aankomend tuinbouw-architecte, die met een ontwapenende oprechtheid door het leven gaat; Felicia (19), een ongehuwde moeder; Pieter (18), zoon uit een mis lukt huwelijk, die heel wat weerstanden moet overwinnen bij het zoeken van zijn levensweg; Peet (22), sportleraar en in ternationaal voetballer, die het leven aandurft; Anton (23), een simpele bouw vakarbeider, die zijn weg nog zoekt; en Joop (26), een homofiel, die op zijn eigen wijze zijn eenzaamheid tracht te door breken. Kees Brusse heeft dit heterogene ge zelschap gedurende twaalf dagen te gen zich laten „aanpraten"; 50 km film heeft hij daarna in de montagekamer te ruggebracht tot 2700 meter Het is een briljant werkstuk geworden, deze pot pourri van spontane „biechten", die zon der scenario of afspraak vooraf tot stand kwam en in onderwerpen gerangschikt een virtuoze ,,cri de coeur" van onze hedendaagse jeugd vormt. Prachtig heeft Brusse steeds close ups van anderen in gelast els schijnbare reactie op een be paalde uitlating (in werkelijkheid had hij slechts éèn persoon bij zich). Het pleit voor zijn vakmanschap (ook in het bui tenland erkend, want Brusse is reeds uit genodigd om een soortgelijke film in Duitsland te komen maken), dat hij er zelfs in geslaagd is, ledêr statisch karak ter te vermijden en tussen de gerichte onderwerpen door zinvolle pauzes te cre- èren waarin iemand de studio binnen komt, in de cirkel plaatsneemt en zich een houding zoekt. Zijn observaties, af gestemd op details in gelaatsuitdrukking, pose en hebbelijkheden, verraden de psy choloog in deze regisseur, die ook zo'n uitstekend acteur is (Maigret!). Het voor treffelijke camerawerk van Ruurd Fe- nenga en de sterk ondersteunende jazz- thema's van Herman Schoonderwalt ma ken van „Mensen van Morgen" mede een film, die men gezien (en gehoord!) moet hebben. Vooraf gaat weer de kleu rige documentaire, die Herman van der Horst in zijn befaamde dynamische stijl van Amsterdam maakte; eind mei gaat Francine (Mensen t de camera. naar het filmfestival ia toen het nog ongebombardeerd de Coolsingel stond een Franse film „Gibraltar" met Erich von Stroheim en Viviane Romance. Nu vertoont hertzelfde theater weer een „Gibraltar"-film, dit maal met Gérard Barray in de hoofdrol, die reeds een langdurige musketier-repu tatie geniet. Hij speelt een Britse luite nant, Frank Jackson, die in Gibraltar is gestationeerd, maar zich van militaire diacipline weinig aantrekt. Hij gokt graag en heeft een vriendinnetje in Tanger, een Spaanse danseres, die hem veel geld kost. Wanneer hij diep in de schulden is ge raakt, doet zij hem een idee aaö de hand, om aan geld te komen: zij zal hem in contact brengen met mensen, die zich voor militaire inlichtingen interes seren. Zo komt hij in aanraking met een spionagebende, die ervoor verantwoor delijk is, dat in de buurt van Gibraltar drie Engelse voor het midden-oosten be stemde troepen-transportschepen met ex- plösieven tot zinken zijn gébracht. Leid ster van de bende is de eigenares van een schoonheidssalon (Hildegarde Ne±t), die hem overhaalt om in het paleis van de residerende commandant documenten in de kluis te fotograferen. Het komt echter uit, JaCkson krijgt vestingstraf van 20 jaar, maar weet te ontsnappen. Daarna heeft regisseur Pierre Gaspard- Huit een verrassende wending in petto, die wij hier niet willen verraden. In de donderdagcyclus van Colosse um, een opmerkelijke Tsjechof-ver- filming van Alberto Lattuada, die nieuw is voor Rotterdam, namelijk „La Step- pa" (De wrede Steppe") die in 1964 furore maakte op de Berlinale. Het is de lange reis van een 9-jarig jongetje, dat van het Russische platteland uit de twee de helft van de vorige eeuw met een wolkaravaan naar de grote stad trekt, waar hij het gymnasium moet bezoeken. Deze in Joegoslavië opgenomen film is niet alleen spectaculair door zijn folklo ristische reconstructies, maar in zijn sprookjesachtige dramatiek boeiend en meeslepend mèt behoud van Tsjechofs bedoelingen. Het behoud van Uwtanaen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 13