mttmam
- 1
DE HAVENLOODS DONDERDAG 25 MAART 1965
DE LENTE
is niet
te stuiten
-'i'i
en als straks de blaadjes uit zijn, zullen we hier heus wel een
rustig plekje kunnen vinden.
als ze elkaar nou maar krijgen, voordat die zon weg is
Een kille regen, afgewisseld door vlagen natte sneeuw,
voortgejaagd door een koude wind. De eerste lentedag,
zondag 21 maart. Maar tochtoch kon al dit winterse
gedoe het voorjaar niet tegenhouden. Toch beginnen de
knoppen te zwellen, bijna onzichtbaar nog, toch bloeien de
krokussen en toch kruipt van tijd tot tijd een warm zonne
straaltje tussen de donkere wolken door. En wij, mensen,
wij reageren prompt. Misschien is het die magische datum,
misschien zijn het al die voortekenen. Maar wij kunnen ons
niet onttrekken aan onze romantische neigingen, wij moeten
wel dat schaarse straaltje zonlicht oppikken, al is het weg
gedoken in een hoekje van ons balkonnetje en wij willen
al zo graag denken aan al die dingen, die wij in de zomer
weer willen doen. Varen, kamperen, vakantie, dingen waar
je in de winter alleen maar aan denkt, maar waarvoor je de
voorbereidingen in het voorjaar moet treffen. We kunnen
ons er niet aan onttrekken. Het is als een koorts, die over
ons heen slaat. Een koorts, die ook maakt, dat de huisvrouwen
plotseling aan de grote schoonmaak moeten, iets wat de
mannen nooit zullen begrijpen. Maar zij ondergaan de
komende lente weer op een andere manier, die de vrouwen
misschien niet zo best begrijpen. Dichters bezingen de
schoonheid van de lente, stoere boerenjongens gaan op zoek
naar het kivietsei, wakkere natuurliefhebbers trekken er in
alle vroegte op uit om te kijken welke vogels al zijn terug
gekeerd uit warme streken en welke blaadjes al uit de knop
zijn gekomen. En overal ontluikt de jonge liefde, bij planten,
bij dieren en bij mensen. Onstuitbaar, maar wie zou het
willen stuiten?
Foto's C. M. THOLENS.
Ms**» i -
en toen zei ik tegen mijn vrouw mij niet gezien die grote maar als we nou straks 's avonds om tien uur an de de Rivijerra
schoonmaakkommen, dan mot het wel een beetje vlugger, hoor
zullen we nu de bijtjes maar roepen
[blozend)
Weet de baas veel
ik zal je heus beschermen en altijd voor je zorgen..