HUISHOUDBEURS
Cotelet van grootmoeder
Hoed af voor hoedenontwerper
U_l
De mens als
onnutte faktor
heeft tal van jaarlijkse stamgasten
M
KOKEN
KRATZï
DE HAVENLOODS DONDERDAG 8 APRIL 1
Niet alleen de Internationale Huishoudbeurs zelf jubileert, er zijn meer
jubilarissen. Dat zijn de bezoeksters, die vol trots vertellen, dat ze geen
enkele beurs hebben overgeslagenHet moeten er velen zijn, want de
huishoudbeurs wordt steeds groter en er komen steeds meer bezoeksters.
De jongere huismoeders worden meegetrokken door de ouderen, die zo
weer een gewoonte kweken voor de volgende generatie beursbezoeksters.
Het is daarom geen zeldzaamheid, moeders met hun dochters-huisvrou
wen samen op de beurs te zien. Maar ook grootmoeder, moeder en doch
ter zagen we gezamenlijk een middagje erop uit trekken, de Amster
damse RAI in
Omdat het een jubileumbeurs is heb
ben we deze keer bij onze rondgang
speciaal gelet op de bezoeksters aan
wier trouw de beurs per slot van reke
ning haar 20-jarig jubileum te danken
heeft. We zager, dat men de beurs be
zoekt in groepjes, minstens met zijn
tweeën, vrijwel nooit alleen. Vergrijsde
vriendinnen, die de gezamenlijke her
innering hier weer terugvinden. Onder
het motto: vier ogen zien meer dan twee
ontdekken ze de nieuwigheden en her
kennen ze de oude vertrouwden, want
ook het oudere blijft interessant. Be
zakt en bepakt met folders zijn deze
beursbezoeksters nog maandenlang de
vraagbaak voor de vriendinnen die
thuisbleven.
Ze weten ook precies hun eigen krach
ten te sparen. Ze houden rekening met
hun maag, maar ook met hun voeten.
Zo weten ze waar en wanneer de kof
fie klaar is, of de lunchsoep en het bakje
thee in de middag. Ze kennen ook het
wachtritueel bij de gebraden kippetjes.
Die moeten betaald worden. Ze weten
echter Ook welke andere hapjes je zo
maar kunt proeven en "waarvan ver
wacht wordt, dat je iets erbij koopt. Ze
kennen alle recepten van alle mixer
stands, die ooit op een huishoudbeurs
gestaan hebben en ze hebben ze alle
geproefd.
Vlees met stoel
ALS goede huisvrouwen weten ze na-
tuurlijk alles af van melk. Het
zuivelbureau weet dat ook wel. Maar het
zuivelbureau weet meer, b.v. dat huis
vrouwen wel eeois vermoeide voeten op
zo'n beurs krijgen. Daadom hebben ze er
stoeltjes neergezet. Met de pakjes naast
Eén druk op het snij-apparaatje en het tomaatje is verdeeld in acht partjes,
het begin van kunstwerkje.
zioh op de grond, heerlijk achterover
geleund, het gewicht der jaren van je
voeten, zo laat je desnoods nog een jaar
de ..vlaflip'' en de yoghurt-truc over je
heengaan! De slagers hadden hetzelfde
idee. „Vlees met stoeltje" dachten ze, dan
vergeten de huisvrouwen misschien wel
de prijs. En ze laten hun chef-kok zeer
verdienstelijke dingen doen met steeds
meer vlees.
„Verveelt het nu nooit?" vroegen we
zo'n uitrustend tweetal. „Welnee, het ia
allemaal even gezellig, en daarom slaan
we ook geen jaar over. We'leren ook
elke keer weer iets bij. De eerste keer
luister je maar half bij een demonstratie,
er is immers zo veel te horen. Dan pro
beer je het thuis en het lukt niet. Het
volgende jaar kijk je dan beter en je
begrijpt de methode waarmee het wel
lukt.
„Het publiek leest de gebruiksaanwij
zingen immers maar half", zegt een
doorgewinterde demonstratrice. „Als we
niet ieder jaar weer op dezelfde fouten
opmerkzaam maken, dan lijkt het alsof
onze producten niet deugen, terwijl ze
alleen maar verkeerd worden gebruikt,
omdat men nu eenmaal niet leest wat
op de verpakkingen staat".
„Wat is er nieuw van het jaar?" vra
gen we een ander oude-garde-team dat
ook geen beurs overslaat: „Op woning-
gebied: geruite wollen gordijnen; drie
hoekige wasbakken voor een verloren
hoek in een badkamer; een wandrëk
voor de keuken, waar alle hang- en 1 eg-
bakken en lepelrekken gecombineerd aan
hangen. Op etensgebied: een verrukke
lijke Franse uiensoep, slaatjes, die her
metisch verpakt zijn en dus langer goed
blijven, een tomatensaus, die geen
ketchup is en buitenlands lamsvlees, dat
geen schapenvlees is. En als cadeau voor
manlief thuis: een preparaat tegen be-
modderde autoruiten en beslagen bril
lenglazen." Dit is slechts een bloemle
zing uit hun oogst, een ander clubje
ontdekt misschien weer andere dingen,
die zij belangrijker vinden.
Gewoon leuk
Tj^EN ander drietal, een oma. moeder
en dochter-combinatie ontmoetten we
bij de snufjes, de nieuwigheden waar
voor iedere vrouw op „de beurs" komt
Ze stopten bij de rubberhandschoenen.
Oma had er nauwelijks belangstelling
voor. Wat heb je nou aan handschoenen
Tien dagen paradijs
in de keuken? Ze heeft ze nooit ge
bruikt. Want in haar tijd deed een keu
kenmeisje of tenminste wel „een hit"
het vuile werk. En nu heeft ze 't niet
meer. Moeder daarentegen zou wel even
willen proberen. Zou je toch alles kun
nen voelen? Zou niets uit haar vingers
glippen? Haar dochter echter maakt een
eind aan de overpeinzingen: „Kijk nu
^rst eens in je keukenla, moeder", zegt
ze, „ik weet zeker, dat je er minstens
één paar in hebt liggen. Je gebruikt ze
immers toch niet! Geef ze maar aan mij,
want ik verslijt ze echt. we hebben ze
leren te gebruiken op de huishoud
school!"
Bij de aardappelschilapparaten zijn de
rollen omgedraaid. Hier is de dochter
fel enthousiast. Haar periode van aard
appelschillen begint pas: kijk maar hoe
dunt het schilt. De prijs is er zo uit-
i honderdduizenden vrouwen-zonder-beroep.
gespaard! Grootmoeder en moeder kijken
elkaar aan. Moet je nu zo veel jeugdig
enthousiasme bederven van verkoopster
en koopster tegelijk? Moet je nu vertel
len, dat hetzelfde apparaat al lang ge
leden bestond. En dat het nog ergens in
een kast moet liggen, want je kunt er
niet mee pitten en de grillig gevormde
moet je toch met de hand overschillen.
Maar naar verluidt zijn de piepers nu
van vorm veranderd en beter geselec
teerd.
Voor een stand met een snij apparaatje
bekijkt het drietal de kunststukjes die
uit doodgewone groente gemaakt kun
nen worden. Het doe-het-zelf apparaatje
voor de vrouwelijke chef-kok is niet
duur. Je spaart er niets mee uit. Het is
gewoon leuk en wil ook niets anders
zijn. Het zal ook gebruikt worden, als
je eraan denkt. Zelfs oma met haar bib
berhand j es kan ermee overweg en zo
een schotel lief versieren. Moeder denkt
aan haar lijn en dat ze voortaan op
prettig versierde wijze haar rauwkost
kan eten. Ook dochterlief sneuvelt voor
het apparaatje voor de hobbykok. Nu
kan ze voortaan de plaatjes uit het
kookboek nadoen.
De apparaatjes vliegen weg. De oude
garde, de jubilerende bezoeksters laten
zich hier in haar volle waarde kennen.
Als eerste schapen gaan ze over de
dam feilloos zeker, want ze weten dat
ze hiervoor kwamen, voor het snufje,
en ze zullen het hebben ook!
StjZANNE GIDEONSE.
Voor
GER.O,
Een fleurige schaalniet van t
een hobby-kok.
Een hoedenvenkoper is meestal geen
hoedenontwerper en een hoedenontwer
per is niet persé een hoedenverkoper!
Hij verkoopt natuurlijk ook graag, maar
hij zal in eerste instantie erop bedacht
zijn, dat u als zijn cliënte de hoed
diraaigt dire u staat. En die daarom ook
uw echtgenoot leuk zal vinden. Daar
naast wil hij graag dat u een levende
aanbeveling van zijn die smaak en zijn
zaak zutó zijn. Een hoeddiie u,graag draagt,
gaat langer mee. Het is dus ook alleszins
verantwoord om daarvoor ook naar de
vakman te gaan, in het bijzonder als
deze ook een kunstenaar is.
Gerard Brussée aan de Haagse Voor
hout is zo'n kunstenaar. Hij is een jon
geman van 23 jaar, die nu al het derde
zomerseizoen de hoeden ontwerpt voor
een cliëntèle, die zeker stuk voor stuk
dubbel zo oud is als hijzelf. Want even
als de Haute Couture is ook de Haute
Chapellerie het terrein van de niet meer
zo heel jonge vrouw. Een jong meisje
kan zich misschien elk hoofddeksel per
mitteren, een vrouw tussen de dertig
en de zeventig weet beter. Zij zal niet
slechts haar nieuwe voorjaarsoutfit met
overleg kiezen maar ook de kroon erop,
de hoed. En wat graag zal ze daarbij
het advies aannemen van een specialist,
zoals Gerard Brussée er een is. Hij ziet
haar immers met zoals zij zichzelf dage
lijks in de spiegel ziet, hij ziet haar
zoals ze op straat gezien wordt, zoals
ze uit de auto stapt, zoals ze is: spor
tief en voortvarend de ene, bedeesd en.
terughoudend de andere.
VEERTIEN dagen geleden heb ik in
deze rubriek een oud kookboekje be
sproken. Ik heb toen opgemerkt, dat on
ze voorouders echt wel iets van koken
en van lekker eten, natuurlijk af
wisten. Toen ik dat stukje schreef, ver
moedde ik niet, dat ik zelf enkele dagen
later achter een cotelet zou zitten, die
was bereid, aldus, stond op de spijskaart,
op de manier, zoals grootmoeder het
deed. Het was een bijzonder smakelijk
maal, stammend uit de Franse keuken,
waar het gerecht „Cotelet Grand'mère"
wordt genoemd.
Nu heb ik wel gemerkt, dat een slager
«n een restauranthouder, in één persoon
verenigd, een voor de gasten ideale com
binatie is. Een van
die mensen is de
heer A. J. F.
Schell, die aan da
West Kruiskade in
Rotterdam een sla
gerij en een res
taurant bezit. Da
heer Schell wondt
geestdriftig, wan
neer men met hem
over vlees begint
te praten en met
kernachtige geba
ren geeft hij dan
de afmetingen aan
van biefstukken en
coteletten, die volgens hem de meest
juiste zijn en die Amerikaans aandoen.
De heer Schell heeft een chef-kok. die
nu al bijna 26 jaar in het vak „zit" en
die zijn kunst ook heeft kunnen uitleven
in zeer gerenommeerde zaken. De heer
H. Hobbel stapte in 1947 in de zaak van
de heer Schell, die in 1940 op de Oude
Binnenweg al een slagerij, annex brood
gerij aan de West Kruiskade, waar hij
jeszaak had. Daarna begon hij de sla-
ook soeip verkocht hetgeen de voorbe
reiding was van het restaurant, dat in
1943 daar begon te draaien.
Zoals gezegd legt de heer Schell voor-
MET ADAM
al de nadruk op „een goed stuk vlees"
en de heer Hobbel weet precies hoe hij
dat vlees smakelijk moet klaar maken.
En hij was ook zo vriendelijk mij het
recept te geven van zijn cotelet op de
manier van grootmoeder, een gerecht
waar ik thuis beslist eens mijn eigen
gezin op wil tracteren.
Voor dit gerecht neemt de heer Hob
bel een fikse cotelet, die hij op de ge
bruikelijke manier braadt. Dan snijdt hü
per persoon vijftig gram rookspek in
kleine stukjes, die hij op een zacht vuur
verwarmt, dus niet bakt. Daarbij voegt
hij honderd gram (steeds voor éen per
soon dus) gebakken uitjes, die hij even
doorroert. Verder gaan er bü 150 gram
in blokjes gesneden worteltjes, 150 gram
doperwten, 75 gram champignons en
vijftig gram zilveruitjes. Dit alles zet
hij op een zacht vuur, zodat het flink
kan doortrekken. Dan snijdt hij twee
honderd gram aardappelen in blokjes.
Indien mogelijk laat men die aardappel
blokjes even in de frituur schrikken,
zodat ze er smakelijker gaan uitzien.
Die aardappelen doet hij er dan bij en
hij maakt het geheel af met een paar
druppels sojasaus, wat peper en zout.
Dan wordt het geheel gaar gebakken.
Alles gaat daarna op een schaal, de cote
let wordt er opgelegd en het gerecht
wordt gegarneerd met tomaten, sterre-
kers of iets dergelijks.
Het resultaat is heerlijk. Behalve de
sojasaus is het geheel Frans, maar die
paar druppeltjes geven er toch een ex
tra tintje aan. „En", zei de heer Hobbel,
„waarom zouden we die sojasaus alleen
bij Indische gerechten gebruiken en niet
bij andere". En ik geef hem volkomen
gelijk. De sojasaus verdient ook in ons
land een nog betere bekendheid.
JAN DIJKSTRA.
U zult moeten toegeven, dat de hoed
van het ene type niet zonder meer past
op het hoofd van het andere. Misschien
ziet u zichzelf graag zoals u zoudt wil
len zijn en wilt u proberen deze wens
droom door uw nieuwe hoed te verwe-
zelijken. Thuisgekomen ontmoet u pro
test en dus verdwijnt deze „droom van
een hoedje" op uw bovenste kastplank.
Dit kan u bij een hoeden-artiest niet
gebeuren. Want zo jong als hij is, zal
Gerard Brussée u met zachte drang en
veel tact naar de hoed toeleiden, die u
staat en die meestal speciaal voor u
gemaakt wordt.
Hij koopt zijn materiaal in Parijs en
meestal slechts genoeg voor een enkel
model. Zijn hoeden zijn handwerk en
zijn specialiteit doorgestikte hoeden, een
zeer tijdrovend werk. Toch is hij niet
afschrikwekkend duur. Hij houdt reke
ning met uw beurs. Voor 50 tot 200
gulden kunt u bij hem terecht, en om
gerekend in het aantal kéren, welke u
een speciaal voor u gemaakte hoed kunt
dragen, is dat niet zo duur. Hij houdt
ook rekening met uw persoonlijkheid,
zelfs met uw bril. Zijn hoeden zijn ve
derlicht, uw kapsel wordt dus nipt ge
drukt. Wilt u uw hoed eens in uw tas
pakken, ongekreukt komen zijn door
gestikte hoeden daar weer uit te voor
schijn.
Een hoed kan een sluitstuk op uw
voorjaarsensemble zijn. Op de show
konden we zien, dat de hoed echter ook
het middelpunt kan vormen en gecom
bineerd kan worden met een bijpassen
de sjawl, met een blouse, zelfs met een
parasol of een bijou. Een eenvoudig
effen japonnetje of uw mantelpak van
het vorige jaar kan de omlijsting vor-
mein. Het wordlt te zamen een elegante
nieuwe outfit, pretentieloos en dus over
al en altijd te dragen. We zagen zo'n
combinatie: een effen beige heel een
voudige japon gecombineerd met een
blauwe bretion en een blaurw-oranje
gevlamde shawl. Het werd een hoogst
elegant ensemble. We zagen de com
binatie blouse 'met hoed, ook hesje met
hoed, ideaal voor een tailleur waarvan
we geen afstand willen doen. We zagen
ook een blouse met aangeknipte kraag
capuchon, die over de bijpassende toque
getrokken kon worden. Hierbij hoort
slechts het allereenvoudigste, hoogst on
opvallende mantelpakje om er onver
wacht chique mee voor de dag te komen.
De aangeknipje capuchon-kraag van
uw blouse is slechts een kraag onder
uw jasje zolang u aan het winkelen
bent. Met één handbeweging als „ca-
goule" over het bijpassende hoedje ge
trokken wordt het een uiterst chique
geheel, waardig om zo gekleed een
avondje „uit" af te sluiten.
Gerard Brussée met mannequin Tanja tijdens zijn show.
Korfe Hoogstraat 18 Rotterdam
Telefoon (010) 135763
/"iP een van de toppunten van de
welvaart sprak een Amsterdams
groot-industrieel de wenselijkheid uit
„enige vermindering van werkgele
genheid" te bevorderen teneinde de
krappe arbeidsmarkt wat te ontlasten
en de werkkracht minder duur" te
maken. Voor zover wij weten werd
sedertdien niet meer op zo duidelijke
wijze „hardop gedacht", maar wie zou
menen dat deze wens niet meer leeft,
vergist zich schromelijk.'
De gesignaleerde uitspraak is symp
tomatisch voor de instelling van be
paalde lieden, die de mens blijkbaar
niet anders kunnen waarderen dan als
een nuttige of onnutte faktor in het
ekonomisch proces. Wij wezen er des
tijds op, dat het toelaten van een
„beetje werkloosheid" niet alleen op
ekonomisch gebied de paarden achter
de wagen spannen is, maar ook, dat
deze intentie uit menselijk en sociaal
oogpunt in alle opzichten verwerpelijk
is. In de crisisjaren werden werkende
mensen eveneens „goedkoop" gemaakt
en rauwelings aangewezen oP „steun".
Het dagblad bericht „dat er gedacht
kan worden aan een werkloosheid van
35.000 tot 40.000 man" leek te plomp
en te onbeschaamd om het als een
aprilmop te beschouwen, maar het
stond er toch maar.' Wij weten niet
wat erger is, een dergelijke uiting van
volslagen onverschilligheid jegens het
lot van de werkloze of het feit, dat
een dergelijke mentaliteit nauwelijks
wordt opgemerkt.
Want dit is geen uit de kontext ge
rukte kreet, maar een der zes wel
overwogen punten, die het Centraal
Planbureau in ons land bij wijze van
profetie ten beste gaf aangaande de
ekonomische situatie in de toekomst.
Als punt 1 lanceerde het Planbureau
de stelling, dat de produktiecapaciteit
in ons land sneller zal toenemen dan
de binnen- en buitenlandse vraag.
Punt 2 luidde: als gevolg daarvan be
staat kans op een heel lichte ontspan
ning op de arbeidsmarkt. Gedacht kan
worden aan een werkloosheid van
35.000 tot 40.000 man: in 1964 bedroeg
de arbeidsreserve gemiddeld 30.000
Het manipuleren met mensen in
ekonomische planning en beleid is in
onze tijd blijkbaar een doodgewone
aangelegenheid. De meegaande hou
ding tegenover deze uitwassen van het
rationalisme is een veeg teken, dat het
gevaar zelfs niet wordt onderkend!
Drie generaties bekijken het elk op hun manier