►f» HAVENLOODS DONDERDAG 15 APRIL 1965 OPNIEUW PASEN „Misschien moeten we, staande rondom, de katafalk van de dode God al 75 jaar na „Also sprach Zarathustra" tot de ontdekking komen dat de kist leeg is, dat Hij ergens anders is. De dood van God te constateren heeft duidelijk niet geholpen: weliswaar zijn er een aantal mensen te vreden bij de ervaring dat je zonder Hem ook leven kunt, maar er zijn anderen die Hem anders terugvinden Uit: Te elfder Maar leeg m hoop vol van vreugde lilt is natuurlijk een andere lege kist. Dit is niet het lege graf van Pasen en van de hof van Arimathea. Toch hadden de mensen ook toen God dood gemaakt. Ze wilden van Hem af. En dat scheen te lukken. Want: niets zo zeker als een graf. En: als de dood, als je adpm wegblyft als je pols niet meer klopt je hart niet meer slaat en je wimpers niet meer trillen. Maar op PASEN was het graf leeg. Niet zo leeg als een hoog liggende rijnaak of als een mensenhart kan zyn. Niet wanhopig leeg, niet eenzaam leeg 1965 Weer is de kist leeg. Wij hebben God zelf begraven. We hebben geroepen dat Hy dood was. We hebben gezegd dat Hij nergens hoor je 't? nergens te vinden was. We hebben zyn afwezigheid luidruchtig geconstateerd. Heengegaan. In stilte. In hoge ouderdom. God. Maar ook deze kist bleek leeg te zyn. Hij is daar niet. Daar waar wij hebben geschreeuwd dat Hij dood was. Dood en begraven. Maar: alleen dat wat wij van Hem gemaakt hadden, was dood. Alleen dat beeld van Hem was dood. Dat beeld dat Nietsche van Hem maakte. En meneer X. En mevrouw Y. Of het beeld dat Hitler van Hem maakte. „Der alte Herrgott''. Of het beeld dat bepaalde vrome' mensen van Hem maakten. Dat gaat allemaal dood. En dat is goed. Voortreffelijk. Begraven maar. Maar wie denkt dat Hy God zelf begraven heeft, kijkt in een lege kist. Anderen vinden Hem anders terug! Tieners in de slums van Londen. Mannen en vrouwen in Marokko, Arbeiders in een schaftlokaal. Of zomaar iemand in een kerk. Mensen om een avondmaal. Of in een kelder, waar de een de ander helpt. Tastend in het donker. Gehandicapt door al die oude rommel, en toch zo VRIJ als een vogel een vogel van God. Opnieuw Pasen. Er gaat een roep: Hij leeft Hy leeft Hier en daar En overal Waar mensen wonen en leven en liefhebben en dienen En waar mensen luisteren naar woorden die nooit oud worden al zijn ze nog zo begraven onder onze grijze kreten. Woorden die altyd weer opstaan: IK BEN DE OPSTANDING EN HET LEVEN Zie niet om Straight forward to Selma DENK AAN DE VROUW VAN LOT Het land ligt vooruit Het land dat Hy ons wjjst

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 11