artiesten op celluloid McimamiiM In de tuin van een villa aan de 's-Graveiand- seweg in Hilversum ligt een houten geval. Het heeft de vorm van een doorgesneden kegel, is on geveer een meter lang en ook ongeveer even hoog. Het hele geval heeft een onbestemde groen-blauwe kleur. De mensen, die iets met dit geval te maken hebben, lopen er stilletjes lachend langs. 0 In de door Multifilm in opdracht van Philips gemaakte film Interludium Electronicum, een film, die de toeschouwer binnenvoert in de adembene mende wereld van de elektronica, krijgt men beel den te zien van de aardbol, zoals er alleen nog maar door astronauten een blik op kon worden geworpen. Onder de camera van het ruimteschip draait de aardbol rond in al haar kleurenpracht. CINECENTRUM Tussen beide zaken bestaat een re gelrechte band Want als d?t houten ge val daar in die tuin aan de 's-Grave- landseweg er niet geweest zou zijn, dan zouden de beelden van de aardbol niet in de film zijn gekomen. Want de ca meramensen van Multifilm zijn niet in de ruimte geweest. Zij zijn gewoon met beide benen op de grond blijven staan, hebben het houten geval laten construe ren, hebben er een camera overheen la ten dwalen en lieten de lens datgene registreren, wat tot op heden nog maar enkele paren mensenogen hebben ge zien. De tuin, waarin het houten geval ligt, behoort tot het grote complex van Cine- centrum, dat op de hoek van de 's-Gra- velamdseweg en de Steynlaan in Hilver sum heel erg gevoelig werk doet. Het is een heel vreemd bedrijf, ondergebracht in vijf villa's en een aantal aangrenzende bouwwerken. De naam Cinecentrum staat op een statige, witte villa, die de naam „Heuvelhoeve" draagt, en de ar geloze voorbijganger begint te vermoe den, dat daar achter die statige gevel wel iets gebeurt, wat met film te ma ken heeft. Dat is dan inderdaad het ge val, maar het begint de leek te duize len, zodra hij beseft wat er eigenlijk precies gebeurt. Vijf dochters "Cten jaar of vijf geleden gebeurde er aan die 's-Gravelandseweg een bio logisch wonder. Van vijf moeders, die samen een dochter hadden, werd één moeder met vijf dochters gemaakt. Die vijf moeders waren Interfilm, Multifilm, Polygoon, Profilti en Telefilm. De ene dochter was Cinecentrum, dat enige ja ren tevoren door deze maatschappijen gezamenlijk was opgericht. Van de doch ter werd de moeder gemaakt en de vijf vroegere móéders werden de dochters, die voortaan zelfstandig door het leven zouden gaan, maar met al hun proble men bij hun moeder bleven aankloppen. Een jaar of zeven geleden werkten deze vijf filmbedrijven nog volkomen apart. Elk Vpor zich had zich op een bepaald gebied gespecialiseerd en elk bedrijf liet die technische verzorging van zijn films ontwikkelen, monteren, syn chroniseren en wat er allemaal nog meer aan te pas komt op een andere plaats verrichten. Dait bleek niet alleen onnodiiig kostbaar, maar het was ook bijzonder on praktisch. Centralisatie was dus geboden op een centraal gelegen plaats. Een op het laatste nippertje opgenomen film, die nog dn Haarlem moest worden afge werkt en iin het Journaal van acht uur moest warden vertoond, raakt* nog wel eens in de mist, nog afgezien van de le vensgevaarlijke toeren op de weg, die de mensen moesten uithalen om de film toch nog op tijd in de studie te krijgen. Daarnaast besefte men, dat men de krachten moest bundelen om in de ko mende E.E.G. het hoofd te kunnen bie den aan de buitenlandse concurrentie. De vijf filmbedrijven stichtten dus een gezamenlijk afwerklaboratorium in Hil- Aanvankelijk liep alles wat stroef, vooral, omdat het laboratorium als doch ter tegen elk van haar moeders „ja" moest zeggen, hetgeen nogal interne moeilijkheden opriep. Vandaar, dat op een gegeven moment de biologisch vreemde beslissing moest worden geno men om de dochter te bombarderen tot moeder. Al is daarmee niet gezegd, dat de vijf dochters nu braaf steeds maar ,,ja" tegen Cinecentrum moeten zeggen, want de dochters hebben hun eigen zelf standigheid behouden. Journaals TTET RESULTAAT van dit alles ls, dat Cinecentrum een bedrijf is ge worden, dat in ieder geval uniek is in Europa. Er is geen onderdeel van de filmerlj, waarop Cinecentrum zich niet heeft gespecialiseerd, terwijl het bij an dere maatschappijen zo xs, dat men zich wel op bepaalde punten speciali seert, maar andere dingen weer aan an deren moet overlaten. In de eerste plaats wordt erthet Poly- goon-Profilti weekjournaal voor de bio scopen gemaakt. Dit journaal staat on der redactie van een buiten het bedrijf staande redactiecommissie, die onder toezicht van de overheid is gevormd. Dit garandeert de objectiviteit in de keu ze en de behandeling van de onderwer pen. Daarnaast verzorgt Telefilm, als on derdeel van Cinecentrum, het technische gedeelte van dagelijks twee televisie journaals, het wekelijkse sportjournaal, het wekelijkse regionale journaal, het maandelijkse jeugdjournaal en agrarisch allerlei, plus nog een groot gedeelte van de gefilmde onderdelen van de program ma's van de N.T.S. en de omroepver- eraigiimtgen. Uiteraard worden er ook films ge maakt in opdracht van derden, "waar voor men eigen regisseurs, scriptschrij vers, cameramensen en wie er allemaal nog meer aan te pas mogen komen, in dienst heeft. Dan is er nog de afdeling Strip en Dia, waar bijvoorbeeld dia's worden gemaakt voor het onderwijs en ten behoeve van het toerisme. Ook zijn er bedrijven, die van de diensten van deze afdeling gebruik maken, omdat zij een artikel op de markt orengen, dat niet (loor een vertegenwoordiger onder de arm meegenomen kan worden. Vele bedrijven zijn tot de conclusie gekomen, dat dia's dan aantrekkelijker zijn dan folders. Tenslotte is er dan nog de afdeling cartoons en model-animation. Cine Car toon bestaat nu een jaar of drie en is speciaal opgericht met het oog op die tele visiereclame. Deze afdeling werkt ook voor Nederlandse bedrijven, die op de Uit enorme tanks komen honderden meters film in een schijnbaar onop houdelijke stroom. Op de foto ziet men de laatste fase: de droogtank. Daar achter zijn de ontwikkel- en fixeer- tanks, die automatisch worden be diend en onder toezicht staan van een elektronisch brein. buitenlandse televisie reclame willen maken. Ook in Nederland, tijdens het korte bestaan van de R.E.M. heeft men verschillende „spots", die door deze af deling zijn geproduceerd, in opdracht van de betreffende industrieën, op het scherm kumoen zien. EN met dit alles is dan wel opper vlakkig geschetst wat Cinecentrum doet. Voor het gezicht van de buitenwe reld, althans. Want wanneer men een kijkje neeimt in de vijf villa's en verschil lende bijgebouwen, dan begint men pas te beseffen, dat een film niet alleen maar een kwestie is van op een knopje van een camera drukken, filmpje ontwik kelen, desnoods nog monteren en dan maar vertonen. Eigenlijk is Cinecentrum een bedrijf, waar het wemelt van mensen met gek ke ideeën. Zo worden <Jam ook op de afdeling trucage bewegingen gefilmd, die er niet zijn. Wanneer men bijvoor beeld een voorwerp, dat zich normaal niet beweegt, toch op het scherm ziet komen, alsof het door een motortje wordt voortbewogen, dan is het niet het voorwerp, dat die beweging maakt, maar de camera (de 35 of de 16, zoals ze in Cinecentrum zeggen) die beweegt en de illusie oproept. Zo is het ook op de afdeling animation waar zaken worden gefilmd, die men eigenlijk niet kan filmen. Wat bijvoor beeld te zeggen van de opdracht, dié men kreeg bij het maken van de metro film voor Rotterdam om dan ook maar eens te laiten zien wat er 'tijden* het hei en onder de grond gebeurt? Natuurlijk kan men een camera onder de grond stoppen, maar veel resultaten zal dit niet opleveren. „We hebben gewoon de camera on dersteboven op de grond gelegd", ver telde ons een medewerker van de afdeling model-animation, die vindt, dat men op die afdeling „lekker kan spelen en stoeien". „Op een glasplaat daarboven maakten we van wat rommel, stukjes kurk en zand iets wat de bodemcon structie moest weergeven. Toen lieten we er een stukje hout in zakken. Od de film was het net alsof we inderdaad in de grond hadden gefilmd". Gek vak OP EEN KAMERTJE daarboven werkte het hoofd van Cine Cartoon Centre, de Amerikaan Jim Htltz, op volle toeren. Hij zat tegen zijn deadline aan. Hij moest een cartoon klaar hebben voor een bepaald merk van een elektrisch scheerapparaat. Voor hem aan de muur hing een serie tekeningen, die het ver haaltje, dat uiteindelijk op de filmband moet komen, summier weergaf. Sum mier. want op de film worden per secbnde 24 beeldjes gegeven. De teke naar zou dus per seconde ook 24 beeld jes moeten maken, maar vaak kan met twaalf worden volstaan. En dikwijls hoeft hij voor ,en bepaald gedeelte van een be weging niet het hele figuurtje over te 'te kenen, terwijl hij er ook voor zorgt, dat de aohtergronid zoveel mogelijk constant blijft. De bewegingen worden allemaal apart op een stuk transparant oapier gete kend, dat op de benodigde achtergrond wordt gelegd. De camera fotografeert elke tekening. Op een lange lijst, die als een soort draaiboek fungeert, wordt elk beeldje aangegeven met als kanttekening daarbij de geluiden, die er op een be paald moment bij horen. Het klinkt allemaal misschien een beetje ingewikkeld, maar dat is het in de praktijk dan ook echt. Dat is dan ook een van de redenen, waarom Cine centrum Hiltz als hoofd van deze afdeling heeft aangetrokken. Hij verwierf ln 1963 in Cannes twee eerste prijzen voor recla mefilmpjes, die hij had gemaakt in op dracht van een grote Nederlandse fa briek. „Ja. waarom eigenlijk een Ameri kaan", zegt de heer J. Hendriks, pu- blic-relationman van het Cinecentrum, heidsfouten. Even snel plakken vaar dige vingers het wekelijkse „onder werp in kleur" in de zwart-wit strook. „dat komt omdat de mensen een veel grotere ervaring op dit gebied hebben Ze hebben het als het ware in hun vin gers zitten. Je kunt eigenlijk niet zeggen, dat iemand, die op de afdeling cartoons of de afdeling model-animation werkt, aan die en die eisen moet voldoen. Hij moet natuurlijk artistieke talenten hebben, maar voor de rest moet hij het alle maal zelf uitvinden. Er bestaat overigens geen opleiding voor, behalve dan die uit de praktijk. En dan geldt weer: je hebt het of je hebt het niet. Eigenlijk is het een gek vak. Want je moet niet alleen Een van de statige villa's aan de 's-Gravelandseweg in Hilversum, waar Cineaentrum is gevestigd. zien hoe je onmogelijke dingen kunt be reiken, maar je moet die dingen dan ook nog op celjuloi'd overbrengen. En on ze opdrachtgever en het bioscooppu bliek slikken heus niet alles. Die zijn veeleisend"- Vreemde geluiden UIT EEN GANG komen plotseling vreemde geluiden op ons af. Het zijn achelle, hoge piepgeluiden, die zich ver liezen in 'n sliert van klanken. Even abrupt houden die geluiden op. En dan ineens klinkt er een normale mannen- of vrouwenstem, omkranst met muziek. Daar zilt men te synchroniseren, d.w.z. het ge luid bij een film in overeenstemming te brengen met de beelden. Het zijn ingewikkelde apparaten, waarachter mannen en vrouwen, gehuld in witte jassen eigenlijk geeft heel Cinecentrum uiterlijk de Indruk van een ziekenhuis die bestemd zijn om het stof zoveel mogelijk te weren, ogen schijnlijk rustig, maar in feite bijzon der geconcentreerd, zitten te spelen met spoelen, beelden en geluid. Op een schermpje met de afmetingen van een televisiescherm, verschijnt een vaag beeld van een man, die met zijn hoed in de hand achter een begrafenisstoet aanloopt. „En terwijl ik daar achter de baar aanliep klinkt een stem uit de luidspreker, onmiddellijk gevolgd door een luid geDlep, terwijl de man plotse ling achteruit begint te lopen en de baar weer achterwaarts op het scherm zicht baar wordt. Schijnbaar zonder pauze begint de man dan weer vooruit te lopen. De baar verdwijnt weer uit het beeld. „En terwijl ik daar klinkt zijn stem weer. Dan wandelt hij weer achteruit. Weer komt de baar in het beeld. Weer begint de man te lopen. „En terwijl ik daar Het is een Duitse film, die op dat moment na-gesynchroniseerd wordt, het geen beteken t, dat de Duitse tekst nu door Nederlandse, stemmen wordt gesproken, maar dat de woorden, die deze stemmen zeggen, gelijk moeten lopen met de be wegingen op het scherm. „O", zegt de man in de witte jas. op wiens wenken de begrafenisstoet voor. en achteruitgaat, „dtit dis nog niiet eens ingewikkeld. Ik heb nu alleen maar de film ln één geluids band, want hier is geen muziek bij. Maar meestal hebben we twee geluidsbanden en die moeten dan ook gelijk lopen". In de kliniek "W7ANNEER alles gelijk loopt, gaat W de uiteindelijke geluidsband naar een montage-afdeling, waar de geluidsstrook wordt opgenomen en op de film wordt overgebracht. Soms echter moet de film eerst naar de „kliniek", een afdeling, Razendsnel wordt het bioscoopjour naal van Polygoon-Profilti doorge spoeld en gecontroleerd op schoon- waar films worden gereinigd en worden ontdaan van allerlei zaken, die het beeld kunnen ontsieren. Vaak zitten er krassen op de film. waardoor de toeschouwer kabels en vlekken op het scherm ziet. De krassen worden, indien mogelijk, op gevuld met een soort lak. hetgeen ge beurt in een ingewikkelde machine. Soms moet men een heel nieuwe achter laag aanbrengen, vooral wanneer het oude films zijn. „De moeilijkheid is. dat we nooit exact weten wat er met een film is ge beurd", vertelt weer een andere man in een witte jas, die ons vriendelijk pro beert uit te leggen wat er allemaal in de kliniek precies gebeurt. „We krijgen hier ook films uit Rusland. En dan weten we zelfs niet of de film al eens eerder behandeld is en of, indien dat zo is, de lak, die wij er op aanbrengen, geen slechte invloed kan hebben. Want die lak kopen we in het buitenland en de fabriek houdt het recept angstvallig geheim. Dat zouden wij ook doen, maar nu zit- En dan is er nog een probleem, waar alle mensen van Cinecentrum er wer ken er zo'n 280. binnen- en buiten dienst dagelijks tegen vechten. Dat is het stof, dan ondanks het feit, dat de zaak zo smetteloos mogelijk wordt ge houden, overal dreigt. Op een andere afdeling draaien in een eindeloze beweging honderden meters film in gesloten glazen kasten. De films zijn achter een volkomen gesloten wand ontwikkeld, gefixeerd en gespoald en komen ten slotte in de droogkasten uit, waar ze worden gedroogd en tenslotte opgespoeld. Dat gebeurt allemaal elek tronisch. Een geheimzinnig brein houd' het procédé angstvallig in de gaten, vult de bakken mei ontwikkelaar en fixeer steeds bij en zorgt er voor, dat er geen mensenhanden aan te pas komen, voor dat de film opgespoeld is. In een labora torium daar weer achter worden enkele maletn per dag proeven genomen met de chemicaliën, die men bij het ontwikkel en fixeerproc.es gebruikt. Duizenden meters TN EEN KAMERTJE zitten een paar A mensen aan tafels, waarpp licht bakken zijn gemonteerd. Razendsnel wik kelt een filmband zich voor hun ogen af. Plotseling wordt de filmstrook stop gezet. Een knip met een schaar, een paar handbewegingen en een nieuw stuk film wordt er in gezet. „O, dat is het wekelijkse onderwerp in kleur, dat er tussen moet", is het commentaar. Wan neer de band geplakt is, rolt de filmiband weer razendsnel venter. „Nu letten we op fouten in de film, of de kleur wel goed is, of er geen stoppen (blanco gedeelten) inzitten en zo al meer. Gaat het te snel? Nou ja, dat leer je wel uit ervaring.'En toen de film- band was afgerold, zei het meisje aan de tafel: „Nee hoor, ik ga nooit naar de bioscoop om het nieuws journaal te zien". Per week kan Cinecentrum een enor me hoeveelheid film afwerken. Voor de rekenaars: 135.000 meter 35 mm zwart wit film, 75.000 meter 16 mm zwart-wit film, 60.000 meter omkeerfilm en nog eens 60.000 meter kleurenfilm. En bij al die kilometers waren de twee kleine rolletjes film, waarmee .iemand uit het laboratorium kwam stor men met de kreet „Dit is'nog voor de N.C.R.V."!, een zeer belangrijke kleinig heid. „Want dat is ook een van die gek ke dingen uit ons bedrijf', aldus de heer Hendriks. „Voor de televisie moeten we een film soms in anderhalf uur gereed hebben. Bij een bedrijfsfilm duurt 'dat wel eens anderhalf jaar. En daartussen In ligt het allemaal". Het is een vreemd bedrijf. Een bedrijf, waar men speelt met licht en donker. Een bedrijf, waar men dingen doet, die het daglicht niet kunnen verdragen. En een bedrijf, waar grote mensen spelen met kleinigheden, opdat de bioscoop bezoeker of de televisiekijker later zal zeggen: „Gut, wat aardig". Als hij tenminste merkt, dat het aardig is, want vaak ook is het resultaat van een onmogelijkheid op de filmband zo normaal, dat niemand zich zal realiseren hoeveel denk werk en hoeveel vakmanschap er voor nodig is geweest om dat tot stand te brengen. TAM TYT TVCWD A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 13