Nieuw pen onder genadeloos
regime van de 'koperen ploert'
Dwars door Negev-woestijn naar de Rode Zee
IWÊMÊMm
E HAVENLOODS
DONDERDAG 20 MEI 1965
Op deze pagina het
tweede relaas van
onze verslaggever
Joop Mekes op reis
door Israël.
Jn het comfortabele Tel Aviv stapt een
groep mensen in een bus. Niet voor een
ritje van tien minuten naar een andere
stadswijk. Nee, de tocht gaat naar Eilat aan
de Rode Zee, 750 km uit en thuis. Dwars
door de Negev-woestijn naar het uiterste
zuidelijke puntje van Israël. Onder een
genadeloze zon.
Langzaam verdwijnt het vertrouwde
groen, dat we als nieuwelingen in Israël
niet verwacht hadden, maar dat er dan
toch maar was. Het verdwijnt definitief
na onze laatste grote pleisterplaats Beershe-
ba en dan naderen wij de woestijn, verge
zeld van een zon die actief genoeg is om
alle meters naar 32 graden te krijgen We
zien nog wat Bedoeïnen met hun zwarte
schapen en kamelen en krijgen hier en daar
een verdwaalde Arabische nederzetting in
bet oog, waarvan we weten dat sommige
opperhoofden vier wettige vrouwen en een aantal bijvrouwen
hebben. Voordat we het weten zijn we in de woestijn. Nog
steeds is alles lichtgroen gekleurd, maar we behoeven geen
boeren te zijn om te zien dat op deze rotswand niets te ver
bouwen valt. De bergachtige steenklompen zijn hier en daar
overwoekerd door planten, die het blijkbaar met een minimum
aan water kunnen stellen en die desnoods zich met zout water
voeden. Experts zullen nu hun hoofd schudden, maar we
hebben het toch allemaal echt gezien.
We hebben de tuinen gezien vam
een professor, die ergens in deze
van hitte trilteniclie omgeving met
«llerlei planten en bomen experi
menteert om na te gaan c*f hier na
duizenden jaren weer eens wat
groeien wil. Vertel het maar door:
Ja, die goeie man doet dat zonder
water en zijn bomen en planten
aien er fantastisch, tintelend fris
groen uit in die gloeiende rots
woestijn. Natuurlijk, hij heeft eerst
de bodem onderzocht en hij had
aan da hem omringende bergen al
gezien dat hier zo'n paar duizend
jaar geleden agrarisch werk gele
verd was, zij het dan ook onder
moeilijke omstandigheden. Immers
<le mensen hebben bovenop één
van die bergen hun woningen ge
bouwd, daar was het heerlijk koel
en de frisse bergwind heeft hier
niets laten verstoffen, zodat we
ook vandaag nog hun huizen kun
nen betreden. We zien hun water
putten en hun aflopend gebouwde
wijnperskamers. Dan zien we ein
delijk ook wat die professor ge
zien moet hebben. Alle, die ene
berg omringende bergen, hebben
zij het verwaaide terrassen.
Hier heeft men die steenbergen
met een waar jobsgeduld bebouwd
en dat moet gelukt zijn, want die
berg is ongeveer een zeven hon
derd jaar bewoond geweest
dat groenachtige, dat er vanuit de
verte als gras uitziet, maar dat in
werkelijkheid een stoffig dun
plantje is, is ons overgebleven. Dat
is de Negev. Kijk in de verte, in
die kokende lucht, water! Het is
voor de opgedroogde toerist moei
lijk om niet in gejuich uit te bars
ten. Hij heeft zijn eerste en echte
fata morgana gezien
We gaan door, want we moeten
naar Eilat aan de Rode Zee. We
zijn ravijnen en kloven in de harde
rotsgrond gepasseerd en zodoende
hebben we het niet direkt opge
merkt, maar het dunne plantje is
nu ook weg. Soms zien we bed
dingen van rivieren, die zich hier
drie maanden per jaar als de regen
valt, vormen. In die beddingen
groeit nog wat, maar het is ten
dode opgeschreven. Krakende bo
men hebben het soms jaren volge
houden op die driemaandelijkse
toelage per jaar, maar dan zakken
ze stoffig en krakend ineen.
Het water dat tijdens de winter
periode naar beneden komt, ont
wikkelt een geweld dat zijn woeste
sporen in het landschap heeft na
gelaten. De grond is diep ge
scheurd achtergebleven en soms
Fata morgana
COMMIGEN zeggen dat je na zo'n
hobbelreis per bus je leven
verder door moet met een kame-
lenrug, maar dat is overdreven.
Apropos, waar zijn de kamelen
Die beesten kunnen twintig dagen
zonder drinken, maar ik denk dat
ze dit niet willen forceren in deze
volkomen waterloze omgeving. We
dachten verder dat vogels en in-
sekten wel overal zouden zijn.
Mussen en muggen, en hier en daar
een havik, die laatste past zo in
een woestijn. Er is niets. Alleen
heeft het water een granieten berg
doorbroken of verzet. Ook de weg
die wij berijden is aangetast en al
heeft men dan direkt een wegen-
herstelploeg gestuurd, de kuilen
worden er niet minder om. Soms
klimt de wagen met moeite een
kilometer de hoogte in om wat
later weer onder het zeeniveau zijn
weg te vervolgen. De ravijnen
brengen wat koelte in de bus. Hui
verend kijken we naar de afdaling
die we moeten maken om weer
beneden te komen. Dan naderen
we langzaam Eilat. Onze lippen
zijn door de zon gebarsten en we
zijn dankbaar als we eindelijk een
stukje groen tussen de rotsen ont
dekken. Een vooruitgeschoven kib
boets betekent in dit geval een
heerlijke, koele drank en nu kun
nen ook de ogen weer iets groter
worden, want hier zien we, zij het
met water, eindelijk weer wat
groen.
Palmbomen, rozenstruiken, hees
ters en heggen, groene grasvlakten
waar vrolijke kinderen spelen. We
zien de kleurenpracht van een
tiental jaren noeste arbeid in de
woestijn. „Met water is hier alles
mogelijk", zegt de man die melk
schenkt en in de verte horen we
wat koeien loeien. Het is als een
Hollandse boerderij in de zomer
hitte, alleen moeten hier de kippen
door water besproeid worden, an
ders blijven de eieren weg en gaan
de kippen dood.
Bos voor babies
Ravijnen en kloven in het woeste gebied waar het water zich een weg
gevreten heejt. De Wadi Eui Ovetat bewaart het kostbare nat op grote
diepte.
uit de kibboets gegroet en zijn
door de wuivende kinderen uitge
leide gedaan. We hebben het eerste
half uur niet veel gezegd, omdat
onze gedachten nog steeds bij dat
kleine wonder waren. Er kwamen
nog twee kibboetsen waarvan we
in de verte al zagen dat ze net zo
groen waren als die eerste. We stop
ten echter niet meer. Eilat moest
voor de avond die hier zeer snel
valt bereikt worden. Dan zien
we eindelijk de Rode Zee Geen
fata morgana dit keer, maar echt
een zee. We rijden Eilat binnen en
zien in de verte de lichten van een
Jordaanse grensplaats. We zullen
slapen in een hotel dat slechts één
kilometer van de Egyptische grens
verwijderd is, miar dat vertelt de
gids pas bij het ontbijt.
Als we onze tanden poetsen, mer
ken we dat het water maar iets
beter is dan in Rotterdam. Later
begrijpen we het weer als we ho
ren dat de Rode Zee nogal veel
zouten en mineralen bevat en dat
dit water door een grote, pas ge
bouwde fabriek, omgezet wordt in
water dat door mens, dier en plant
gebruikt kan worden. Later zien
we een mooi, klein gebouwtje, dat
we voor een hotel houden. Het
bleek de enige gevangenis ter we
reld te zijn waar de bewoners op
drie kosjer maaltijden per dag en
op kamers met air-conditioning
mogen rekenen.
En toen stonden we even stil bij
dat kleine park van jonge boom
pjes. Het ontroerde ons, dat parkje.
Vooral toen men ons vertelde dat
er een boompje werd geplant voor
elke jonggeborene van Eilat (7000)
inwoners). Dit werd nog niet lang
gedaan, maar er stonden er enige
honderden. We hebben het niet
gezegd, maar we zouden trots ge
weest zijn als hier voor onze kin
deren ook bomen gestaan hadden.
Dit park zal echter zonder ons ook
groot worden, zoals alles hier groot
wordt en groeit. Groeien moet om
dat de bewoners van dit Israël on
verzettelijk zijn in het afwerken
van elk plan. Stug doorzettend de
stenen verslepend om een klein
laagje aarde de kans te geven een
vruchtbare bodem te worden voor
de kinderen die de bewoners van
morgen zullen zijn.
Glazen bodem
TjMLAT is een haven. We stappen
■*-J dus in een rondvaartbootje.
Even deinzen we terug en dan
buigen we ons over de glazen bo
dem van dit scheepje. Een groot
aquarium ontrolde zich toen. Kan
jers van vissen schoten onder ons
langzaam voortgaande bootje door.
Een fel gekleurd onderwater-pa
norama werd er de oorzaak van dat
de gekwelde ruggen van onze reis
genoten zich nog dieper bogen en
dat uit vele kelen uitroepen van
bewondering als bij een vuurwerk
opklonken.
Soevernirs zijn overal. Ze ver
volgen ons tot aan de balie van
elk willekeurig hotel. Fel gekleur
de ansichtkaarten vertellen ons
niet alleen welke plaats erop staat,
maar ook, dat dit massaprodukt
ver onder de maat blijft. Er zijn
weinig goede kaarten. Het brengt
geld in het laatje en de staat kan
vreemde valuta best gebruiken.
Wat een kitsch is er te koop Er
zijn koraalstenen, prachtige blauwe
of groene stenen, maar we krijgen
er de zenuwen van. Daar groen en
blauw en hier blauw en groen.
Altijd weer diezelfde stenen, soms
in zilver of goud gevat, of soms al
leen maar in het inpakpapier. Die
zettingen zijn wel weer zeer apart,
daar hebben kunstenaars aan ge
werkt
De toeristen kopen bijna alle
maal hetzelfde. Koperen briefope
ners, koperen pressepapier, kope
ren poffertjesborden, koperen
sohoenlepels met „Israël" op de
hiel. Ze rommelen maar wat aan.
Terwijl er in sommige gewone
winkels zoveel prachtig bewerkt
zilverwerk te koop is, hebben al
leen de toeristententjes het ver
bazend druk. Maar waar is dat niet
zo?
Na 2500 jaar
TN de felle gloed van de „koperen
A ploert" liggen 20 km ten noor
den van Eilat de rode koperbergen
van de kopermijnen van koning
Salomo. Duidelijk is te zien dat
hier vroeger hard gewerkt is. Men
heeft met kleiwrikstenen grote
spleten gemaakt en daaruit het
koper gesmolten. Dit werd 2500
jaar geleden door krijgsgevangenen
of andere gedoemden gedaan en de
Egyptenaren, die een tiental jaren
geleden dit land nog in bezit had
den, zagen er geen brood in. Geen
broodje koper. De Israëliërs wél
Zij laten niets ongemoeid in dit
land. Zo zijn ze weer aan die oude
fabriek begonnen. Ze hebben de
verlaten boel een beetje opgeruimd,
een rozenstruik geplant en zijn
toen op de meest naargeestige plaats
die wij in Israël gezien hebben, aan
het werk gegaan.
Ondertussen werden er belang
rijke vondsten gedaan, die veel
over de geschiedenis van deze
mijnen en hun slaven overbrachten.
Er kwam ook koper naar boven, in
het begin zo weinig dat menigeen
zich zorgen maakte over de mil
joenen die in dit projekt gestoken
waren. Dit jaar wordt dat anders.
Dan zal er voor het eerst, sinds de
Israëliërs het werk weer opvatten
waar de slaven het lieten liggen,
winst gemaakt worden. Het vol
gend jaar zal dan nog beter wor
den, want ih produktie denkt men
hier progressief en dat komt altijd
uit. Dan krijgt Eilat, de havenstad
die zich vooral richt op Afrika en
Azië, weer wat meer te versche
pen. Daarom worden er bergen in
zee geschoven om een kade te krij
gen, die direkt aan diep zeewater
gelegen is. Graven en uitdiepen is
er hier niet bij. Men heeft hier toch
al steen te veel. Nee, de woestijn
komt hier wel naar de zea.
■febHg
Eilat, op de voorgrond de openbare school.
I
Ir Vl
- v
Bij Avdat ligt een berg midden in de woestijn, die ongeveer 700 jaar bewoond is geweest. Verder naar rechte
liggen de tuinen waar fonkel end groen groeit zonder water.
'mmÈÊi
Alle groen i* weggevallen, een maanlandschap blijft
De kibboets Neot Mordechai: bomen en heggen,