Rensie's droombeeld gaat terug tot 270 Strafschop niet wijsvinger ZOVEEL HOOFDEN QO ZOVEEL ZINSNEDEN^ Taf elvoetballers moeten ooh trainen t. KRATZü DE HAVENLOODS VRIJDAG 28 MEI 1965 9 Muziekleraar twijfelt niet aan zijn voorgeslacht ^JJEWSIE zeggen ze in Alphen aan de Ryn wel eens, maar zelf zei hy mij onlangs: „Ik ben baron Rensenbrink van Rotterdam". Er klonk geen scherts in zijn stem. Hij was ook niet dronken. Op mijn vraag hoe dat dan wel zat, antwoordde hij: „Kom maar eens bij me thuis, dan zal ik je alles laten zien. Ik heb alles zwart op wit, dus leugens zijn er niet"- Hij mompelde voorts wat over een erfenis van 170 miljoen dollar die op het ogenblikrenteloos in Amerika ligt te wachten, dat hij aanspraak zou kunnen krijgen op drie kastelen en enorme landgoederen in een plaatsje nabij Koblenz, dat hij van Duitse adel stamt, dat hij zyn stam boom napluist en nu al tot 270 na Christus is gekomen en heel misschien, maar dat zou nog wel even duren, tot voor het begin van de jaartellingen zou komen. Tenslotte hoorde ik nog iets over familiewapens, viel nog de naam koningin Victoria, kwam ook de wereldbank ter sprake en zei hj) dat In zijn stamboom zelfs de heilige Laurentius voorkomt. Dat alles klonk veelbelovend. Dus ■tapte ik op een middag zijn huis bin nen. Een villa is dat beslist niet Het staat in een wat achteraf straatje in Alphen aan den Rijn. De voordeur waarop in grote letters J. W. Rensen brink muziekleraar) bereikt men docr eerst over enkele grote plassen te sprin gen. Hij verontschuldigt zich omdat in de achterkamer het behang in vellen van de wanden hangt. „Wat kaaltjes", zegt hij, „maar er wordt eerstdaags wel wat overheen geplakt". Aan de muur naast het orgel hangt een boombasten plankje met er pp ge schilderd de naam „Rhens am Rhein", plus een wapen. Aan de andere wand is een merklap geprikt, waarop ook dat wapen staat afgebeeld. En op zijn re vers draagt hij een goudkleurig drie- stuiverbroche, (een sleutel waaraan een bedeltje hengelt) waarop dit wapen eveneens prijkt. U begrijpt dat het dopje Rhens am Rhein voor de heer Rensenbrink veel betekent De voorwerpen moeten zijn ge- kocht in het eerste het beste soevenir- winkeltje in dit wijnplaatsje. Maar voor mijn gastheer betekenen zij veel meer dan een soevenlrtje. Zij vormen belang rijke bakens in zijn heerlijke dromen over enorme kapitalen waarover hij de beschikking kan krijgen, als hij nu maar eens kan aantonen dan hij recht streeks familie is van de oude kasteel heren die daar altijd hebben gewoond. Dèt hij familie is, staat voor hem al Prentbriefkaart YjT/ant op een dag ontmoette hij een zekere meneer Van Elk „Elbert van Elk, de broer van de fotograaf die hier vlakbij heeft gewoond. Hij werkt op het ministerie van uh... op het mini sterie van geschiedenis of zo. Hij zei tegen me: U heet niet Rensenbrink, maar Rensen. Dat brink is er pas later bij gekomen, zei-die, want het is het plein waaraan de oude Rensen altijd hebben gewoond. Rensen komt van Rens en dat is een dorpje vlakbij Koblenz. Het was altijd al een hoogdravende plaats, met de Duitse adel en zo, en de mensen die daar hebben gewoond zijn mijn voorvaderen Toen Elbert dat van mijn naam tegen me zei, dacht ik: Daar moet ik het mijne van weten". De heer Rensenbrink (zestig jaar nu) is toen genealogie gaan bedrijven. Eerst dook hij in de geschiedenis van het dorpje. Hij wist al gauw voldoende, toen hij op een of andere manier een prentbriefkaart van het dorpje in han den kreeg waarop de ruïne van een kasteel, een dorpswapen en heel in het kort de geschiedenis van het plaatsje staan gedrukt. De betekenis van het wapen komt er op mijn vraag vlotweg uit: „Dit is het ridderkruis en dat zijn de gouwe sleu tels, want het wapen gaat uit van de Gouwe Orde. Wat is dat? Dat weet ik nog niet zo precies, maar het houdt verband met de hoge adel en ook met de Wereldbank. En kijk hier: in 1383 bevestigde Karei de Vierde een verkla ring van de boerenvereniging (op de prentbriefkaart staat in gothische letter Kurvereins en heus, die ,k' lijkt wel een beetje op een ,b' en dat is na tuurlijk misleidend) over de koningver kiezing. Wat die boerenvereniging is? Zoiets als de boerenleenbank natuurlijk. In die boerenspullen ben ik echt niet zo goed thuis. Die mensen kletsen alleen maar". Margriet-genealogie "VTa veel speurwerk kwam hij ook de oorsprong van zijn naam aan de weet. Leest u maar! „Vroeger heette mijn familie Van Rentzen (met teezeti. Van Renzen (met een zet) of Van Ren- zen (met een es). Om te laten horen dan zij aan het pleintje woonden, zetten zij op een dag „brink" achter hun naam. Zó: Rentzen-brink, dus met een streepje er tussen. Later viel dat streep je weg, want dat was gemakkelijker, en nog weer later liet men de 't' vallen en daarna veranderden men de 'z' In een 's'. Zo ontstond de naam Rensenbrink, geschreven als Han Ren senbrink van de tv, Weet u wel? Dat is ook familie van me. Want dat kan toch niet anders"? Zo licht de heer Rensenbrink dus al een heel stuk op van de sluier die zijn afkomst verborg. Maar wat is nu de betekenis van de naam Rens? Heel slim stuurde de heer Rensenbrink een brief om inlichtingen naar het vrouwen blad „Margriet". Het antwoord duikt hij nu tussen zijn stapel paperassen op. Ik lees: „Het plaatsje Rhens of Renzen dankt zijn naam aan Renz. Dit is een in het Duits gebruikelijke afkorting van Lorenz en dat is weer de Duitse vorm van de oorspronkelijk Latijnse voor naam Laurentius. De betekenis hiervan is „gelauwerde". Wij mogen aannemen dat dit plaatsje zijn naam te danken heeft aan een bijzondere verering van de heilige Laurentius die, zoals u mis- sdhien weet, een bekende martelaar was in de eerste tijd van het Christen dom". Bij de laatste regels heeft de heer Rensenbrink in dikke letters „270 na Christus" geschreven. Hoe hij aan dat jaartal gekomen is en wat het nu wel betekent? „Dat heb ik in boeken opge zocht". „In welke boeken?" „In de ker kelijke boeken, van de kerkgeschiede nis. Die had ik al een hele tijd. Ik heb gestudeerd voor godsdienstonder wijzer. .,Ja: ik heb zeven jaar studie achter de rug". En hij concludeert snel: „Uit deze brief blijkt dus dat Laurentius een van mijn voorvaderen is geweest". Hij zegt het met grote zekerheid. Dat durft hij, want hij heeft de beves tiging van dit speurwerk ook Bij de hand. Alles van zijn nauwgezette na sporingen stuurde hij op naar de Konink lijke Nederlandse Akademie van Weten schappen. Hij kreeg dit briefje terug: „Inderdaad kunnen wij geen inlichtingen verschaffen omtrent genealogie en wa penkunde. Met de verklaring van „Mar griet" van uw naam kan ik me wel verenigen." Dat is de bevestiging zwart op wit, van de Koniklijke Nederlandse Akade mie van Wetenschappen nog wel! „Nu staat het toch beschreven", zegt hij, triomfantelijk een klap op tafel gevend. De heer Rensenbrink heeft zijn stam boom doen teruggaan tot het beslist respect afdwingende jaartal van 270 na Cristus. De hele zaak is voor hem nu na te gaan wie de voorouders van Laurentius waren en hij komt tot een stamboom die dateert van voor het be gin van de jaartelling. Drie kastelen deze vreugdevolle ontdekkingen schreef hij naar de heer Van Elk de aanstoker van alles. Deze schreef terug: „Geachte heer Rensenbrink, of eigenlijk moest ik schrijven: Geachte heer Willem Rijk Laurentius van den Brink. Met zeer veel belangstelling heb ik uw uitgebreid schrijven gelezen. Ik kan u dan ook niets anders aanraden A" om de uitgave op de kop te tikken van het Nederlands Zuivelbureau „De bonte droom van het circus" (ƒ2,50) waarin de meeste wetenswaardigheden over cir cus Renz voorkomen". Dat boek heeft de heer Rensenbrink nog niet kunnen vinden Drie kastelen stonden er in Rhens am Rhein, drie wapens moet hij ook hebben. Twee er van heeft hij al. Eén hangt aan de muur naast 't orgel. Behoedzaam legt hij hem op tafel. Het andere is van Lorenzo de Medici II Magnifico. Dat heeft hij getekend in een boekje waarin allerlei gegevens over zijn af stamming zijn neergekrabbeld. „Het derde wapen heb ik niet. Ik wil het hebben en ik wil het niet hebben, want weet u: het is een verschrikkelijk wapen Er staat een man op die verbrand wordt. Ze zeggen dat het nu in Bilt- hoven is. Ik denk dat ik er toch eens ga kijken". Die erfenis van 170 miljoen dollar die renteloos in Amerika ligt te wachten, Intrigeert mij bijzonder. Maar als ik er over begin, wordt hij erg geheimzinnig. „Die 170 miljoen dollar ja, daar kan ik echt niets van zeggen. Dat gaat over de familie Van Lede. Die heeft daar recht op. Het geld ligt voor ze klaar in Amerika. Het ligt daar sinds de markies Van Lede in België is overle den. Die heeft de boel daar laten ver roesten en nu kunnen ze het niet meer alles achterhalen. Maar zij hebben recht op dat geld. Intussen is het een Wereld bank-kwestie geworden. Als ik het geld te pakken krijg, geef ik het zó aan de familie Van Lede". Plotseling raapt hij alle paperassen bij elkaar. Hij moet over een kwar tiertje met de trein mee. „Ik moet muziekles gaan geven in Bodegraven". Hij pakt zijn vioolkist onder de arm, zet zijn hoed op en wil wegstappen. Muzieklessen geven is voorlopig nog zijn middel van bestaan. Terloops ver telt hij nog dat hij veertig ii kan bespelen. „Voor de kastelen hè u zou eeni naar Rhens am Rhein moeten gaan" stel ik hem voor. Ja, dat is hij allanj van plan. Hij wil er eigenlijk iemand heensturen die er meer verstand van heeft dan hij. Maar hij weet nog niet precies wie dat zou kunnen zijn. Maar dat hij de kastelen en de uitgestrekts landgoederen kan krijgen, staat voor hem als een paal boven water. Want als „Margriet" je naam in verband brengt met de heilige Laurentius Zo jaagt daar in een achteraf straatje in Alphen aan den Rijn een muziek leraar op een droombeeld. „Dag Willem Rijk baron Laurentius van den Brink", zeg ik ten afscheid. Zeg maar Rensie hoor!", antwoordt hij, met een doffe glimlach. Zijn handdruk is tóch prettig-stevlg. DICK DUS. RUIM 400 enthousiasten in bijna 30 door het gehele land verspreide steden en dorpen treden op gezette tijden op hun veld van één meter twintig lang en tachtig centimeter breed tegen elkaar aan Met het eerste kootje van wijs- of middelvinger pieken zij tegen plastiek poppe tjes (die op een half-bolvormig standaardje zijn bevestigd en zó zijn uitgebalanceerd dat zij zich automatisch weer oprichten) welke pop petjes dan het kleine balletje in de richting van het doel moeten voortbewegen. Dat is tafelvoetbal. Het spel wordt met grote ernst beoefend. De vierhonderd liefhebbers hebben zich verenigd in de Nederlandse Tafelvoetbal Bond, die vorig jaar zijn tweede sëerH^n m *1 ™rden Plaatselijke en districtscompetities georgani- ho|idt ook internationale ontmoetingen. Bovendien worden er cupwedstrijden gehouden, om de NTVB-cup, de Europa-cup en de Schapekop- „Wij proberen zoveel mogelijk de toe standen van het veldvoetbal na te ko men", zegt de 36-jarige Haagse kantoor bediende D. Ling, voorzitter van de NTVB en sinds zes jaar ijverig tafelvoet baller. „De spelregels zijn bijna gelijk aan die van het echte voetbal. Wij ken nen ook corners en vrije schoppen, hands en buitehspel. Er wordt tweemaal twin tig minuten gespeeld, een scheidsrechter heeft de leiding en als het om een heel belangrijke wedstrijd gaat, is zelfs de aanwezigheid van een grensrechter ver eist". Twee spelers en twee toezichthouders draaien dan in grote concentratie om het tafelveld' heen. De nodige kijkers ver dringen elkaar om toch maar niets te missen. De spelers trekken hun colbert jasje uit, rollen overhemdmouwen op en betten de zweetdruppels van hun voor hoofd. „Een deelnemer aan de competitie komt nooit onder zijn eigen naam uit. Hij voert de naam van een bekende voet balclub en dat maakt de boel nog span nender", vindt de heer Ling. Dus zijn er voor dit kamerspel stoere namen ver zonnen. Een blik op de competitielij st is een openbaring. Tafelvoetballers hebben zich terwille van een verhoogde span ning stoere namen aangemeten als At lanta, Donar, de Spartaan, Limburgia en Real Pekela. Geen sport De nazaat van-de heilige Laurentius op weg naar -gijn leerling. -J spel denkt u? Foei! Hoe durft u dat te vermoeden! De 21-jarige Rijswijker Bertus Mulder, toekomstig elektrotech nicus, sinds negen jaar tafelvoetballer en in 1960 landskampioen, weet wel beter. „Als je hier werkelijk iets in bereiken wilt, moet je zeker twee uur per dag trainen", zegt hij. Bertus heeft dat dan ook tijdenlang ge daan. Succes bleef niet uit. „Hoeveel me dailles heb je nu al gewonnen?", vraag ik. De ex-landskampiien lacht bescheiden. „Ik weet het niet preceis", zegt hij. „Het kunnen er 49 zijn. Maar ook 50. Ik zou ze moeten natellen wil ik het u precies kunnen zeggen". Het tafelvoetbal wordt dus in opperste ernst gespeeld. Toch hebben de beoefe naars een enorme teleurstelling moeten incasseren: hun aanvraag om toelating tot de Nederlandse Sportfederatie werd afgewezen. „Wij kunnen tafelvoetbal niet als sport beschouwen", schreef men van uit Utrecht. Maar de leden zijn het daar helemaal niet mee eens! „Waarom wordt tafeltennis dan wei als sport erkend?" vraagt voorzitter Ling. „Ik zie echt geen verschil. Ik kan het nog begrijpen als men klaverjassen niet als sport wil zien. Maar tafelvoetbal is het wel degelijk. Wij zullen dan ook in beroep gaan. Wij kunnen bewijzen dat het hier wel om sport gaat, maar daar hebben wij de tijd voor. Trouwens: het CBS heeft ons om een statistiek gevraagd in verband met een rapport over sportbeoefening in ons land. Dan blijkt tafelvoetbal dus opeens wel sport! Nee, ik vindt het argument van de Sportfederatie uiterst zwak". Vierhonderd leden telt de tier*" bond. Den Haag is, met twintig beoefe naars, het bestuurscentrum secretariaat Sneeuwklokjesstraat 6. Den Helder telt dertig tafelvoetballers en Vries in Dren te zelfs meer dan dertig. In Rotterdam wordt ook druk tafelgevoetbald (of geta- felvoetbald?). Vorig jaar veroverden de Rotterdamse enthousiastelingen zelfs het afdelingskampioenschap. „Wij zijn van plan deze winter een grote ledenwerfcampagne te beginnen", zegt voorzitter Ling. „Er zijn in ons land 15.000 van deze spelen verkocht. Er is dus belangstelling te over". Maar de bond kampt toch wel met een aanzienlijk ledenverloop. De reden? Niet iedereen kan tegen zijn verlies", zegt ex- landskampioen Bertus Mulder, het bonds- speldje in zijn revers rechttrekkend. FINSE JONGENSKAPEL NAAR ROTTERDAM Veertig knapen uit Finland zullen don derdag 3 juni a.s. 'savonds om acht uur in de evangelisch lutherse kerk aan de Heer Vrankenstraat een concert geven. Zij zijn leden van het Posaunenchor uit de Finse plaats Urjala. De kapel is in 1960 opgericht en staat onder leiding van Toivo Lankinen. Onge veer 90 spelers zijn lid van de kapel, die in vier verschillende dorpen werkt. Iede re kapel is in drie groepen onderverdeeld naar gelang de bekwaamheid van d« spelers. De groep die hier concerteert is een van de beste. De jongens zijn al in verschillende landen opgetreden; o.a. in Denemarken Noorwegen, Zweden. Na afloop van het concert in Rotterdam, vertrekken zij naar Antwerpen en maken daarna een tournee door Duitsland. Naast de kapel werkt ook een fluiten- semble, waarin vijf jongens spelen. Men kan donderdagavond dus Finse blaas- ea fluitmuziek en zang horen, evenals wer ken van bekende componisten zoals Mo zart, Handel, Bach, Wagner en Beetho ven. De toegang voor dit bijzondere con cert is gratis. Tiveehonderdste vrijer aan de deur Het Scapino-ballet zal zondagmiddag 30 mei in de Rotterdamse Schouwburg de 200ste voorspelling dansen van „Moe ke, er staat een vrijer aan de deur". De artistieke leiding van dit ballet ligt in handen van Hans Snoek, Scapino is anderhalf jaar geleden hiermee vele ma len in de Verenigde Staten opgetreden. Ter gelegenheid van deze bijzondere voorstelling zal het ballet begeleid wor den door het Dordrechts Philharmonisch Orkest, o.l.v. Dick Koster. Artistiek leidster Hans Snoek en tech nisch directeur Jan Rebel maakten de choreografie en J. Michaël Nuyten com poneerde naar oude volkswijsjes de muziek. De oud-hollandse kostuums zijn vervaardigd en ontworpen door me vrouw J. Kars-Stienstra. De decors zijn van Hans van Norden. Voorts staat op het programma: „De gouden sleutel" naar motieven uit „De kleine Johannes" van Frederik van Eden (chor. Richard Glasstone) en „Up Beat- Down Beat" (chor. Ineke Sluiter). Ex-landskampioen Bertus Mulder uit Rijswijk: twee uur per dag oefenen, winnaar van tientallen medailles. In de Engelse kerk aan de Hoogstraat is ook zondag weer een dienst voor in Nederland wonende Spanjaarden. De dienst begint om 3 uur s middags. Spreker is de heer H. Smit uit Rotter dam. Voor Korte Hoogstraat 18 Rotterdams ^Telefoon (0101135763 x j§ Vraag van juffrouw: „Waarom we melt het in de Nederlandse literatuur van viezerikken en waarom in de Vlaamse niet?" Antwoord Karei Jonckheere: „In Hol land begint de puberteit op het der tigste jaar. In Vlaanderen begint ze op het vijftiende, alleen kunnen ze dan nog niet schrijven." Jp de Nat. Boekenmarkt Wij kunnen geen hoop hebben iets te bereiken met middelen als het zenden van bommenwerpers vanaf vliegtuig moederschepen. Robert Kennedy. Radio en televisie kunnen, zoals zij in België zijn opgezet (nationale om roep red.) geen eigen mening ver kondigen, Onze voorkeur gaat uit naar het pluralisme van het Nederlandse stelsel. Belgisch dagblad. Ik vind dat iedereen recht heeft op een aantal kinderachtigheden. Hugo Claus. Toen Jeanine echter om hulp begon te roepen, had Bourgeois zijn vrouw vastgegrepen en iudolief hebber als hij was op haai een dodelijke greep toegepast. Verslag monrdproces in Belg blad. Diplomatie is de kunst een hond zo lang te strelen tot muilkorf en leiband klaar liggen. Fletscber Knebel (Am. columnist) Er zijn uitgeverijen in ons land, waar van de zolders kraken van de on verkochte voorraden pockets. Uitgever Van Genneft

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 9