Zullen we eens moeten wijken
voor oprukkende verzilting?
Gemeente zal ruine restaureren
de vraag is alleen: wanneer?
HOOGHEEMRAADSCHAPPEN VERONTRUST DOOR ROTTERDAMSE PLANNEN
KPSTGÉBITTEN
NIELSEN'S
ZOETZUUR
14e jaargang no. 31 donderdag 3 juni 1965
Deze editie wordt huis aan huis bezorgd in Schiedam
en Kethel.
OPLAGE 26.500
Aangesloten bij de Nederlandse Huis-aan-Huisblad Pers.
Combinaties met onze edities in Botterdam en/of IJssel en
Lekstreek mogelijk:
OPLAGE 195.500
wechblad voor schiedam
WESTBLAAK 25, ROTTERDAM
TELEFOON 13.21.70 (5 lijnen)
POSTGIRO 18344 ADVERTENTIES TOT WOENSDAG 12 UUR
UITGAVE STICHTING „DE JEUGDHAVEN"
.T^ENS zal de tijd komen, dat het
westen van ons land met een
zucht van opluchting aan de zee wordt
prijs gegeven, omdat het zout het leven
daar onmogelijk heeft gemaakt". Dat
heeft dr. ir. J. van Veen, hoofd
ingenieur-directeur van de Rijkswater
staat, reeds op 1 juli 1947 gezegd. Dr.
ir. Van Veen is inmiddels overleden.
Maar of zijn woorden ook dood zijn
Mr. U. G. Schilthuis, dijkgraaf van het
Hoogheemraadschap Schieland, meent
van niet. Hij is zelfs de mening toege
daan, dat de situatie ernstiger is dan
men zich momenteel realiseert. „Wan
neer wij verder gaan met het uit
diepen en het verbreden van de Water
weg, dan is de ramp, die de verzilting
van het water voor ons betekent, niet
ver meer", zo meent hij. Deze mening
heeft hij vorige week kenbaar gemaakt
tijdens een vergadering van het Hoog
heemraadschap Schieland.
Mr. Schilthuis staat in zijn angst niet
alleen. Ook de naburige hoogheemraad
schappen, Delfland en Rijnland, hebben
kort geleden dergelijke geluiden laten ho
ren. De situatie is bijzonder precair. Men
kan niet spreken van een noodtoestand,
maar de verzilting neemt dusdanige vor
men aan, dat er maatregelen zullen moe
ten worden getroffen. Want de enige
hoop, die men tot voor kort nog had om
die verzilting tegen te gaan, is enkele
maanden geleden met een fikse dreun de
bodem ingeslagen.
Door de eeuwen heen heeft het hoog
heemraadschap Delfland, waar zich een
kassencultuur heeft ontwikkeld, waarin
thans zo'n 800 miljoen gulden is geïn
vesteerd, zijn water betrokken uit de
Nieuwe Waterweg, of, toen die er nog
niet was, uit de destijds bestaande wa
terwegen. Langzamerhand is de plaats,
waar Delfland water kon inlaten, van
Hoek van Holland, af teruggedrongen.
Tot voor enkele jaren was dit hoogheem
raadschap nog aangewezen op de Park
sluizen. Enkele jaren geleden heeft men
besloten daar geen water meer in te la
ten wegens het te hoge chloorgehalte. In
verband met de kassencultuur kan men
geen water gebruiken, waarin meer dan
300 mg chloor per liter zit. Het water bij
de Parksluizen had enkele jaren geleden,
behalve als de Rijn een grote afvoer had,
die grens reeds bereikt.
Delfland betrekt nu sinds enkele Jaren
zoet water via het hoogheemraadschap
Rijnland. Dat water wordt hij Leidschen-
dam ingelaten en wordt betrokken uit de
Vliet. Daar staat een gemaal, dat acht
kubieke meter per seconde kan verwer
ken. Delfland zelf heeft zestien kubieke
meter per minuut nodig. Het dubbele
(lus. Volgens Rijkswaterstaat ging het
hier echter om een tijdelijke situatie.
Rijnland onttrekt zijn water aan de
Hollandse IJssel. Aangezien het ook voor
voor het overgrote deel Delfland moet
bevoorraden, put het bijna tweehonderd
miljoen kubieke meter water per jaar uit
deze rivier, die voor zijn watervoorraad
ook al weer is aangewezen op de afvoer
van de Lek hetgeen uiteindelijk de last
op de Rijn legt. De Rijn kan nauwelijks
de strijd tegen de opdringende zoutgrens
op de Nieuwe Waterweg aan.
Het is dus duidelijk, dat de watervoor
ziening van Delfland via het hoogheem
raadschap Rijnland, alleen maar van tij
delijke aard kan zijn. Dat was het tot
voor kort ook. Zeer onlangs vestigde ie
dereen nog zijni hoop op de voltooiing van
de Deltawerken. Zodra dat werk gereed
was zo had de Rijkswaterstaat destijds
meegedeeld, zal er zoveel zoet water be
schikbaar zijn, dat de Nieuwe Waterweg
kan worden schoongespoeld en dat Delf
land weer naar hartelust water kon be
trekken via de Parksluizen. Delfland had
REPARATIES
le klas werk, onder volledige garantie
Billijke tarieven.
Desgewenst crediet-service
INSTITUUT DENTILIA
Hoogstraat 40, tel. 126010, Rotterdam
IDEETJES VOOR U
WIEGLEDIKANTJES
MHZ BOUWPAKKETTEN ZUN ALLEEN VERKRIJGBAAR EU:
De Parksluizen blijven dicht voor de polders, 'f Water is te Zout
Vernietigde hoop
Op 13 januari van dit jaar vernietigde
de minister van Verkeer en Waterstaat
deze hoop. Bij het hoogheemraadschap
Delfland kwam een brief van de minister
binnen, waarin uitdrukkelijk werd ge
steld, dat dit hoogheemraadschap geen
enkele verwachting meer mocht koeste
ren van de resultaten, van het Deltaplan.
Sinds de opstelling van dit plan was de
situatie dermate gewijzigd, dat Delfland
er niet op mocht hopen ooit nog redelijk
zoet water via de Parksluizen te betrek
ken. De minister raadde het hoogheem
raadschap dan ook af om een gemaal
met pompinstallatie om water in te bren
gen te bouwen.
Die gewijkigde omstandigheden, aldus
de brief van de minister van Verkeer en
Waterstaat, waren het gevolg van de gro
tere zoutafvoer van de Rijn en van de
natuurlijke en kunstmatige verdieping
van de Nieuwe Waterweg. „Alsmede de
uitbreiding van het havenareaal ten
westen van Rotterdam".
Definitief betekent min of meer een
knockout voor de hoogheemraadschap
pen Schieland, Delfland en Rijnland.
„Wij hebben er steeds voor gewaakt,
dat de zoutgrens de Hollandse IJs
sel niet zou bereiken", aldus mr.
Schilthuis, dijkgraaf van het hoogheem
raadschap Schieland, welk schap zelf zijn
water betrekt vani de Leuvesluis, waar
het water voor dit hoogheemraadschap
nog bruikbaar is, wanneer de afvoer van
de Rijn voldoende is. Zodra dat niet het
geval is, dan moet water worden betrok
ken uit de Hollandse IJssel bij Moor
drecht hetgeen in de droge zomers van
1947 en 1949 al is gebeurd. Dat water
moet dan via de Ringvaart van de Zuid-
plaspolder gaan door de Henmepsloot
naar het Rottemeer, waar het wordt op
gepompt door een dieselgemaal, dat dit
net nog aan kan. Uit diezelfde Hollandse
IJssel betrekken momenteel echter ook
Delfland en Rijnland hun water, zodat de
spoeling letterlijk heel dun wordit
„Zodra de zoutgrens de Hollandse IJs
sel bereikt", aldus mr. Schilthuis, „dan
zijn we verloren. Nu is het altijd zo ge
weest, dat we onze hoop hadden geves
tigd op de voltooiing van het Deltaplan.
Dan zou, zo is altijd gezegd, de zout
grens worden teruggedreven. En nu blijkt
ineens, dat er al een voorschot is opge
nomen. Voordat het Deltaplan gereed is,
zijn de resultaten al geconsumeerd. Dat
betekent, dat wij van het Deltaplan niets
meer hebben te verwachten. Dat bete
kent ook, dat elke verdieping en elke ver
breding van de Waterweg nog meer zout
water naar binnen zal brengen en dat
dit zoute water de Hollandse IJssel heel
snel zal bereiken. Tenzij daar een stokje
voor wordt gestoken". En de heer Schilt
huis wil daarbij nog niet eens spreken
over eventuele nieuwe havenbekkens
voor de binnenscheepvaart boven de
bruggen.
Wat is dani het toekomstbeeld van het
westen van ons land? „Schieland, Delf
land en Rijnland kunnen bij een verzil
ting van de Hollandse IJssel niet meer
voldoende zoet water krijgen", aldus mr.
Schilthuis. „Dat betekent, da.t de tuin
bouw van het Westland en de B-driehoex,
die bijzonder gevoelig is, verdwijnt. Dat
kan ook betekenen, dat er geen veeteelt
meer mogelijk is, want reeds in de dro
ge zomers van '47 en '49 zijn er koeien
gestorven, doordat er in' de polders te
zout warter was. Op den duur betekent
dat zelfs, dat er to het Westen helemaal
niets meer wil groeien. Dan hebben we
alleen maar een gebied over van havens
en industrie, zonder een sprietje groen".
Mr. Schilthuis lacht zelf een beetje,
terwijl hij deze sombere voorspellingen
doet. „Maar", zo zegt hij, „er hoeft
echt maar één droge zomer te komen
en het is mis. En waar halen wij dan 't
zoete water vandaan? Uit het Amster
dam-Rijnkanaal misschien of uit het IJs-
selmeer. Maar dat water is al heel erg
bezoedeld, wanneer het bij ons is en het
water van het IJsselmeer is dringend
nodig voor de noordelijke provincies. On
der andere voor de doorspoeling van het
Noordzeekanaal. Want als er bij IJmui-
den een flink zeeschip wordt geschut,
dan komen er tonnen zout binnen. En dat
moet met behulp van water uit het IJs
selmeer worden weggespoeld. Boven
dien koimt dat water ook uit de Rijn en
hoe meer water men van het IJssel
meer betrekt hoe minder er over blijft
voor de afvoer hier".
Ook nog leven
Eigenlijk ziet mr. Schilthuis, en met
hem zijn collega's van Delfland en Schie
land, geen oplossing. „Ik ben zelf een
ras-Rotterdammer", zegt mr. Schilthuis,
„maar ik heb één grief tegen de Rot
terdammers. Ze zien hun enige heli in
de belangen van de havens en de indus
trie. Ze vergeten, dat er nog andere be
langen zijn. Natuurlijk zijn de havens en
de industrie belangrijk, maar we moeten
toch ook nog leven in dit gebied en als
het Westland gaat verdwijnen dan ts
dat niet minder dan een ramp".
Daarbij heeft mr. Schilthuis geen 'be
zwaar tegen de uitbreidingen in Euro
poort. „Die doen ons niet veel kwaad",
zo zegt hij. „Het gevaar zit in de uit
dieping van de Waterweg en de Nieuwe
Maas en in het graven en uitdiepen van
havenbekkens. Als er bij Bolnes een
nieuwe haven voor de binnenscheepvaart
komt, dan is de zaak niet meer te hou-
Ir. F. Posthuma, directeur van het Ha
venbedrijf, verwees in dit verband naar
- Rijkswaterstaat. „Behoudens kleine wij
zigingen zijn alle plannen voltooid zo
verklaarde hij. „Wel bestaan er nog wat
plannen voor het gebied boven de brug
gen, maar dit is echt een kwestie voor
Rijkswaterstaat".
En Rijkswaterstaat weet het <">k niet.
De inzichten ten opzichte van het Delta
plan, waar Schieland, Delfland en Rijn
land blind op voeren, zijn gewijzigd. Voor
de rest wordt: „Uiteraard de studie van
de zoetwaterhuishouding van de provin
cie Zuid-Holland en die van ons gehele
land. op grond van de gewijzigde toe
stand voortgezet teneinde te komen tot
inzichten omtrent de in redelijkheid mo
gelijke maatregelen om de betrokken be
langen zo goed mogelijk te dienen.
Aldus ex-minister J. van Aaartsen in
zijn brief van 13 januari 1965 aan het
Hoogheemraadschap van Delfland, We
dachten zo, dat achter deze kromme zin
snel en ingrijpend, denkwerk schuil
moet gaan. anders kdhden we het nog
wel eens zout eten.
TVT is één van de vele foto's die ge
ëxposeerd worden op de tentoonstel
ling „Mensen op weg", die tot 5 juli in
het Stedelijk Museum wordt gehouden.
Mensen op weg" is de wereldtentoon
stelling der fotografie die georgani
seerd wordt door het Duitse weekblad
..Der Stern" ter gelegenheidvan de
125ste verjaardag van de vRtvinding
der fotografie.
De 555 foto's zijn niet van bijschrif-
I ':vV
WÊÈÊÊÊÉËÊ^KÈiËÊÈê
n, omdat de beelden zelf al
een duidelijke (internationale) taal
spreken. Elk nadere omschrijving zou
dan ook zeker de aandacht van het on
derwerp afleiden.
Behalve gedurende de normale ope
ningstijden van het museum, is de ex
positie ook elke woensdagavond van
half acht tot tien uur voor het publiek
open gesteld.
Ons artikel over de ruïne van
het „Huis te Riviere" („De Ha
venloods" van 20 mei), heeft nog
al wat reacties teweeg gebracht,
bijzonder bij degenen, die zich het
lot van oud-Schiedam aantrekken
en met lede ogen zien, dat het
ene stuk geschiedenis na het an
dere uit het stadsbeeld verdwijnt.
Moét verdwijnen, omdat de huis-
BLANC DE HO El IE
OS SE WIT
Het Belgische frituurvet, steartnevrt).
VRAAG UW WINKELIER
- „J
jes en wat er meer bij betrokken
is er zelf om vragen en ook, om
dat de moderne stadsontwikke
ling nu eenmaal eisen stelt.
Doch heel anders staat het met
de restanten van het „Huis te
Riviere" aan de Broersvest.
De één moge het zoals we
reeds constateerden een „oud
smerig blok steen" heten, dege
nen met zin voor historie en oud
heden zien graag deze zozeer ver
waarloosde resten van het oude
Schiedam bewaard.
Enkele reacties drukken we
hierbij af.
Zo schreef ons de heer W. Mar
tens o.m.:
„Hoe graag zou ik gezien hebben, dat
uw artikel een felle aanklacht was ge
weest jegens het gemeentebestuur van
Schiedam, dat de ruïne sedert tal van
jaren aan algeheel verval heeft prijs ge
geven. En dit, terwijl het „Huis te Rivie
re" zo'n uiterst belangrijke rol heeft ge
speeld in de vroegste ontwikkelingsge
schiedenis van de oude stad Schiedam
Wanneer de ruïne zou worden gerestau
reerd tot een soort eenvoudig torentje,
voorzien van een spits, zou Schiedam
een kostelijk monument der geschiedenis
rijk kunnen zijn. Welk een onherstelbaar
verlies zou het b.v. voor Nijmegen bete
kenen, wanneer deze stad het restant
van de oude keizersburcht „Het Valkhof"
had moeten missen! Ik ben er van over
tuigd, dat er nog vele Schiedammers
zijn, die met lede ogen aanzien, hoe de
ruïne langzamerhand aan het verdwij
nen is, aldus de heer Martens.
De heer Apon van de Oudheidkundige.-
vereniging „Helinium" zag ook graag,
dat er wat meer werd gedaan, om de
ruïne voor verder verval te behoeden.
Enkele jaren geleden heeft de vereni
ging zich beijverd, om enkele provisori
sche verbetriengen aan te brengen.
Zo werd een hoeveelheid stenen, die
van de ruïne naar een opslagplaats der
gemeente was overgebracht, schoonge
maakt en weer naar de ruïne teruigge-
bracht. Voorts werd de begroeiing ver
wijderd. De gemeente heeft hier en daar
stutten aangebracht. Doch daar is het bij
gebleven. Hoewel het niet valt te ontken
nen dat men heel wat meer zou kunnen
doen, om de ruïne voor verder verval
te behouden.
Bij informatie bij de gemeente bleek
ons, dat er plannen bestaan om te ko
men tot enige restauratie van de ruïne
doch dat deze plannen zijn gekoppeld
aan die, betreffende het stadhuis. Hierbij
zou het dan de bedoeling zijn, om rond
de ruïne een vijvertje aan te leggen
Hoewel uiteraard die plannen gewaar
deerd kunnen worden, .ag toch de
de vraag worden gesteld, waarom niet
reeds thans restauratiewerk kan worden
uitgevoerd, zodat een en ander gereed
zal zijn, wanneer het zover zal zijn ge
komen, dat er een nieuw stadhuis is,
want dat zal nog heel wat jaren duren!
Men kan zich afvragen hoelang deze
brokkelt steeds verder af. Bovendien zou
het aanzien van het geheel er aanzien
lijk op verbeteren. Het is ons evenmin
duidelijk, welke binding er bestaat tus
sen de bouw van het stadhuis, en deze
zozeer noodzakelijke werken aan de ru
ine. Vooral nu zoveel in Schiedam is om
te verdwijnen, zou behoud van dit stuk
geschiedenis wel wat meer aandacht var-
400.000 gulden voor
Kennedy-bibliotheek
De Amerikaanse Senator William Ben
ton, uitgever van de Encyclopaedia Br-
tannica, heeft aan Robert F. Kennedy
een cheque overhandigd voor een bedrag
van 100.000 dollar (ca. 400.000 gulden) als
een eerste resultaat van de verkoop van
het boek „A tribnte to John F. Kenne
dy". Dit boek werd gepubliceerd op 49
mei 1964. Gedurende 22 weken was het
één der meest verkochte boeken in de
Verenigde Staten. De opbrengst is be
stemd voor de Kennedy-bibliotheek.
Aan deze uitgave, geredigeerd door
Pierre Salinger, Kennedy's perschef,
werkten 51 mensen mede, w.o. dr. Al-
bert Schweitzer, de Berlijnse burgemees
ter Willy Brandt, Art Buchwald, Robert
F. Kennedy en 29 journalisten uit vele
landen. Door de enorme belangstelling ia
Amerika was het niet mogelijk het boek
ook in Europa te verkopen. Men over
weegt thans echter een pocket-uitgave.
Van de eerste druk reserveerde me*
een aantal delen voor buitenlandse we
tenschappelijke instituten. Vrijdag 28
mei, aan de vooravond van Kennedy's
geboortedag, naim dr. F. Bender, Kanse
lier en directeur van de Gemeentelijke
Universiteit te Amsterdam, een exem
plaar in ontvangst. Het bevatte een spe
ciale opdracht van senator Benton, een
persoonlijke vriend van president Ken
nedy, en vertegenwoordiger van de Ver
enigde Staten bij de Unesco met de rang