ESTHER EN ABRAHAM Minstrels zorgden voor muziek in dwaze satire The Pretty Things Jos Brink werkte zich omhoog Even uitluisteren zijn vast van plan een show te brengen DE HAVENLOODS - DONDERDAG 10 JUNI 1963 IHUZIEK OP TAL Ai Esther was dertien jaar toen ze zich aangetrokken voelde tot het toneel zevptTf aangen°mfn ,werd in h«t Israëlisch Kinder Theater. Toen zij eenTaarniaTear het Stedelijk Theater va« Haifa en weer leerde aÏ h T" aangenomen door het Nationaal Theater. Daar te™ ZIJ,^braham ken"en en v«tte zij het plan op om tot de zang over gaan. Abraham was by dit beroemde theater als danser en choreo- g aaf werkzaam en Esther vroeg zjjn medewerking bij verschillende bewegmgen die zy moest maken. Hij besprak met haar de moeilijk- heden en had er beslist geen idee van dat dit het begin van een samen werking zou worden die hen over de gehele wereld beroemd zou maken- Esther en Abraham gingen samen zingen en gaven beiden hun beroepen op. Meteen steeg hun ster en zij kregen een niet onbelangrijk kontrakt in een bekende nachtclub te Tel Aviv. Het was puur toe val dat daar ook de heer Otto Preminger zat die zijn problemen over het maken van de film „Exodus" eens wilde vergeten. Wat hij echter niet vergat was dat hij Esther gezien had en dit kiwam een half jaar later uit toen hij zijn mensen er op uit stuurde om „dat meisje dat toen in die TUIST uit de moeilijkste ogenblikken «I van een mensenleven, duiken vaak de meest humoristische scènes op. In de film „Advance To The Rear" („Achteruit Mars") worden komische momenten in slap-stick sijpaties ons voorgeschoteld door een leger o.l.v. kolonel Brackenby en kapitein Heath, een officier die zijn tijd besteedt met het herstellen van onvergeef lijke fouten van de regiments-comman dant. 300 Soldaten en 73 paarden zijn in gezet in deze roerige tijd van de Ameri kaanse burgeroorlog. De Noordelijke en Zuidelijke Staten staan lijnrecht tegenover elkaar. Met de essentiële en ideologische geschilpunten, aanleiding tot de oorlog, verdwijnt de ernst echter voorgoed van het witte doek. Met zelf gemaakte wapens, catapulten etc. gaat men elkaar te lijf. Het leger is samengesteld uit kleptomanen, militairen die bijna in shock-toestand raken bij het horen van een schot en er is er zelfs één bij die bij vergissing het eigen hoofdkwartier in brand steekt. Op een gegeven moment wordt gepro beerd de vijand bij verrassing te over meesteren. De troep glijdt „geruisloos" langs de heuvels naar beneden, daarbij uniform gekleed in lange witte onder broeken. Een ander „hoogtepunt" is het moment waarop kolonel Brackenby te paard aan het hoofd van zijn regiment de vijand tegemoet gaat. Plotseling echter slaat het paard op hol en maakt een koerswijziging van precies 180 graden, gevolgd door een „gedisciplineerd" regi ment. De aanval wordt een chaotische af tocht Een mooie spionne zorgt nog voor enige dwaze verwikkelingen en voor een happy ending. De achtergrond-muziek voor deze dwaze satire, wordt uitgevoerd door The Min strels. De songs zijn op (CBS EP 5.689) „Le Bataillon des Laches" verschenen. „Today" is een prachtige lovesong in de typische en over de gehele wereld popu laire stijl. Ook de overige nummers op deze EP mogen er zijn. „Whistlin' Dixie" Is een levensblij liedje waarin The Min strels vertellen dat zij alleen maar een fijn liedje nodig hebben om tegenslagen te weerstaan. Hun moeders zongen dit liedje al op de katoenvelden. Hun „Com pany Of Cowards" is een geestig lied, waarin ze de draak steken met de troep van Brackenby. Verder op dit plaatje „Riverboat Theme", een Instrumentaal en fascinerend ritmisch nummer in een typisch „folk" arrangement. Tevens bracht CBS een single uit: CBS 1.514, waarop men „Today" en „Miss Kathy Cruel" beide uit de film, kan beluisteren. Het is niet denkbeeldig dat The Min strels een belangrijke bijdrage zullen leve ren aan de populariteit van de film. Kort geleden besloten ze een succesvolle Euro pese toernee met een éclatante overwin ning van het San Remo Festival 1965. Na deze toernee nam ook in Amerika hun populariteit nog in omvang toe. Op 15 januari en 19 mei kon men deze spontane ambassadeurs van de Amerikaanse folk- music in een TV-optreden bewonderen. Hun songs worden gekenmerkt door een eerlijke spontaneïteit, een vaak geestige tekst en de overtuigende wijze waarop zij de boodschap van de volksmuziek uit dragen. Vele groepen zijn naar analogie van The s.. Minstrels als paddestoelen omhoog ge schoten. Zij staan echter op een eenzame hoogte. Dat de folkmusic zo'n enorme hausse beleeft, is in belangrijke mate aan hen te danken. Zelfs in Azië en Rusland worden hun platen gedraaid. Met dezelfde charme, vaart en klasse verhogen zij de aantrekkingskracht van deze film, waar van het verhaal speelt in de tijd waarin de authentieke folkmusic ontstond, waar zijn Z" de vertegenwoordigers bij uitstek nachtklub zong" op te zoeken. Esther werd gevonden en zij kreeg een rol in de film aangeboden. Esther zelf zegt hiervan: „Ik ben bang dat het niet zo'n erg belangrijk rolletje was. Het werd een kleine scène met Paul Newman in een boot en ik stelde een jonge moeder voor die namens alle andere moeders protesteerde tegen de terugkeer naar Cyprus. Sinds die tijd ben ik niet meer in films opgetreden, maar kort ge leden heb ik in Berlijn aan een film mee gewerkt waarin ik een hoofdrol heb en die binnenkort in roulatie zal gaan. Ik heb met dit werk veel plezier beleefd". Het werkprogramma van Esther en Abraham laat weinig tijd voor andere dingen, maar toch staat een reis naar Amerika op het programma waarvan Es ther hoopt dat dit tevens een voortzetting van haar filmloopbaan zal betekenen. Het paar trad in Amerika verschillende ma len voor de televisie op, kwam daarna ook voor de Nederlandse camera's. Verder gaan ze op toernee met andere bekende artiesten, die vooral gericht is op het be zoeken van studenten in verschillende universiteiten. Esther heeft aan heel wat zangconcour sen meegedaan, o.a. dn Polen, Israël, Zwit serland. Zij nam verder deel aan het Euro pese songfestival, maar dit werk bevalt haar niet zo. Haar opinie is dat deze wed strijden niet altijd onpartijdig uit de doeken kan doen wat werkelijk talent is en wat niet. Op de vraag of ze zichzelf als een typische vertolkster van het volks lied ziet, zegt ze: „Ik ben bang dat ik geen onderscheid kan maken. Ik heb een aparte stem die echt niet overal geschikt voor is. Als ik een lied hoor dan weet ik meteen of ik dat wil zingen of niet. Soms zal dat dan een volksliedje zijn, maar een andere keer is dit weer een doodgewone populaire song. Er zijn echter heel wat populaire songs die ik nooit zal zingen. Voor teen- agermuziek bijvoorbeeld voel ik niets. Een rock and roll vind ik een onding en het zegt me niets, dus breng ik dat ook niet". Esther spreekt verschillende talen, o.a. Engels, Frans en Hebreeuws. Ze is met de studie van de Duitse taal bezig, maar als ze werken uit een ander land zingt, be ijvert ze zich om meer van de achtergrond te weten te komen om zodoende toch een goede interpretatie van dat werk te kun nen geven. Beider wens is om eens te komen tot wat zij noemen „een zangnum mer waarin het talent van Esther als actrice en dat van Abraham als danser en choreograaf' verwerkt is. Dit zou dan een show van twee uur kunnen worden en Esther en Abraham zijn zeker van plan dit idee tot ontwikkeling te brengen. TTIT de talrijke Engelse roek-groepen die zich baseren op de Amerikaanse, negroïde Rhythm Blues, zijn The Pretty Things (of „The Things", zoals zij bij hun fans heten) binnen een jaar zo populair Tony Roos 14 n t 1947 t< Op Philips (48051 L) „Esther Ofarim and Abraham" presenteren zij een reeks heer lijke liederen zoals „Freight Train" en „Dirty old town". Amsterdam geboren werd cu momenteel leerling van het Lorentz- lyceum is, werd al spoedig een vaste medewerker van de schoolavondjes. Dit sloeg zo in bij zijn mede-scholieren, dat hij op aandringen meedeed aan een talen tenjacht. Dit was in augustus 1963 te Woer den. Hij oogsttg daar veel succes en kwam als tweede prijswinnaar uit de bus. Weldra werd er een plaatopname van hem ge maakt: „Tranen helpen niet" en „Je wou niet", een geslaagd plaatje dat een goede ontvangst kreeg. Hij was daarmee echter niet tevreden en thans, circa anderhalf jaar later, merkt men dan ook bij het beluisteren van zijn nieuwe plaat „O, wat was ze mooi! - Het laatste van jou" (CNR UH 9758), dat hij zich nu één van de meestbelovende zangers in Nederland mag noemen. Het zal niemand verbazen dat de hobbies van Tony uit sport en zingen bestaan, en dan het liefst volksliedjes. geworden, dat zij momenteel in één adem met The Rolling Stones worden genoemd. De samenstelling van The Pretty Things is als volgt: Phil May (geb. 9 nov. 1944), zang, gitaar; Dick „De Baard" Taylor (geb. 28 jan. 1943), leider, gitaar; John Stax (geb. 6 april 1944), basgitaar; Brian Pendle ton (geb. 13 april 1944), ritmegitaar en Viv Prince (geb. 9 aug. 1943), drums. De naam „Pretty Things* door de jongens bedacht bij wijze van ironische grap, is ontleend aan het nummer .Pretty Thing' van Bo Diddley. The Pretty Things proberen juist zo .unpretty' mogelijk te zijn: wars van de conventies, kleden zij zich heel excentriek (met een voorkeur voor rood en zwart), dragen gekke hoedjes en buitenmodel zonnebrillen, en laten de haren weelderig en vooral slordig groeien. In het begin, toen hun eerste platen ver schenen en hun momenteel zo veelvuldig verspreide foto's nog niet algemeen be kend waren, kregen The Pretty Things dikwijls brieven gericht aan „dear girls"... Nee, lieftallige jongedames zijn The Pretty Things allerminst! Hun eerste shows heb ben destijds nogal wat tegenstand gewekt (ingezonden brieven in de Engelse kran ten!) maar zij zijn thans in geheel Enge land geaccepteerd, óók door de ouderen. Het zijn gewone aardige, levenslustige en geestige knapen, met voorkeuren voor zowel de oude Blues als de moderne in strumentale jazzvormen. (Drie van hen waren al beroepsmusici vóór het ensemble geformeerd werd.) Zij beschouwen Rhythm Blues als de meest expressieve vorm van modern amusement. Enige van hun grote hits zijn „Rosalyn", „Don't bring me d^WI!i'Den "Honey 1 need". Nieuw is 267451 ST" BiS CUy" (Fontana ingles stond op 19 juni 1942 in Heiloo en dat had eigenlijk in Rotterdam zijn, schuld. r zijn i Monga Santamaria Mongo Santamaria: „El Pussy Cat" - „Black-Eyed Peas" Mongo Santamaria is door de bekende Amerikaanse jazz-criticus Ralph Gleason „de meest opwindende Afro-Cubaanse drummer van dit moment in de V.S." genoemd. Deze mening wordt gedeeld door de talrijke liefhebbers van Latijns- Amerikaanse muziek. Santamaria heeft onlangs 'n exclusief contract getekend bij CBS Grammofoonplaten. Zijn reputatie verwierf hij als slagwerker bij de bands van o.a. Cal Tjader, Tito Puento en Perez Prado. Momenteel heeft Mongo Santamaria een eigen groep en produ ceert een mengeling van Afro-Cubaanse ritmen, ingepast in pure jazz schema's. Ook als componist verwierf Mongo Santamaria grote bekendheid, hij schreef zo'n 150 songs. Zijn „Afro Blue" bijv. werd door John Coltrane, Oscar Brown Jr., (CBS 62269), Max Roach en Abbey Lincoln op het repertoire genomen. „El Pussy Cat" is een speels nummer waarin op muzikale wijze gespeeld wordt door een bezetting van trompet en bon go's. „Black-Eyed Peas" eveneens een sterk ritmisch, steelbandachtig nummer met begeleiding door een fluit. Het ge heel roept een sfeer op van rustieke, zwoele, sub-tropische nachten op de ro mantische Zuidzee-eilanden. Hans Jilrgen Baumler: „Sorry Little Baby" - „Heimliche Liebe" Hans Jürgen heeft op een geheel ander terrein van de showbusiness een accent gelegd. Zijn schaatscarrière heeft hij de finitief afgebroken. De top was immers bereikt en zijn partner Marika Kilius had eveneens een streep onder hóór loopbaan gezet. Als overgang naar een nieuwe carrière kan men de film „Rozen voor Marika" zien, die momenteel met veel succes in ons land draait. De mu ziek uit deze film is te verkrijgen op CBS 62343 („Die Grosse Kür"). Inmiddels is Hans Jürgen volledig geaccepteerd als zanger, zijn platen zijn goed, zijn stem klinkt prettig en zijn carrière is veel belovend begonnen. Hans Jürgen is dlsc- jockey voor Radio Luxemburg. Zijn nieuwste plaat „Sorry Little Baby" - „Heimliche Liebe" (CBS 1.703) rekent voor goed af met alle vooroordelen tegen Hans Jürgen als zanger. Beide liedjes zijn sterk, worden beschaafd en goed gebracht en zullen stellig een breed pu- bl.iek .^reiken. Ze kwamen in één week tijd bij de Duitse top 10. Hans Jürgen's wat melancholieke stem past heel goed bij deze liedjes. CBS 1.703 Harry Wagemans: „Christina" - „Waar ben Je?" Op de bekende „donkere" wijze die tegenwoordig vooral in Duitsland zo po pulair is, zingt Harry zijn „Christine" en „Waar ben je?". Meestal alleen geschikt voor teenagers. Philips JF 327845 The 4 Seasons: Toy Soldier-Betrayed Een heel ander, zeer hoog geluid, pro duceren The Four Seasons op Philips 304070 BF. Roy Etzel: Goidfinger Roy Etzel brengt met zijn trompet nog meer kleur in de Goldfinger-film met „Hotel der Toten Gaste". Philips brengt deze plaat onder nummer 345007. Tom Jones: Once upon a time - I tell the sea In de Decca favorieten expres Tom Jones. Een plaatje dat jeugdigen wel zal bevallen. F 12121. Jürgen Herbst: „Gold für meine Mary" - „Far, Far Away" Jürgen Herbst maakt een sensationele opmars op de Duitse hitlijsten. Helemaal vanuit het niets! In één week op de 17e plaats. De twee songs op deze single zijn dan ook bepaald sterk. Jürgen heeft een goede lage stem, hij is ook een uitne mend vertolker van C W muziek; Beide songs zijn eigenlijk Duitse Country and Westerns. Zowel qua begeleiding, inhoud, als melodie. CBS 1.661. Claude Francois: Alors Salut! - Tout ca c'était hier Claude kreeg zijn opleiding op het Franse Lyceum te Caïro. Hij huurde hier een kamer recht tegenover de studio's van Radio Caïro. De technici in deze studio's kenden ,1e petit blond' al spoe dig: elke dag kwam Claude luisteren naar de nieuw binnengekomen grammo foonplaten. Hij was dol op muziek en werd een der oprichters van het school- orkest. In de avonduren speelde hij als drum mer bij een amateur-combo. Toen de drummer van het bekende jazzorkest van Barney Wilen plotseling verdween, kreeg Claude een contract aangeboden, dat hij dankbaar accepteerde en in november 1962 werd zijn eerste plaat opgenomen Claude ging zelf reclame voor deze plaat maken. Hij liep alle radio-stations al, liet affiches drukken, plakte deze s nachts door geheel Parijs, liet overal zijn gezicht'zien èn kocht een opvallende Amerikaanse auto. Het lukte. Iedereen Jürgen Herbst wilde nu weten hoe deze vriendelijke jongeman zong en zijn plaat verkocht uitstekend voor een beginneling. Een jaar later komt ,Si j'avais un marteau' uit. De plaat wordt een grote hit in Frankrijk: er worden 650.000 exemplaren van verkocht en de naam Claude Fran cois is gevestigd. Thans is hij voor de Franse jeugd zanger no. 1. De postbesteller brengt dagelijks bijna vierhonderd brieven met als adres .Claude Francois, Paris'. Er zijn thans bijna 5.000.000 platen van Claude verkocht, een aantal dat met vele duizenden per dag stijgt, want zijn platen worden in 35 landen verkocht en elke nieuwe opname betekent een gegaran deerde hit. Philips JF 328039. The Telstars: High Noon - I hope the sun wil! be drowned Alweer een Decca Favorieten expres, maar nu met een heel oud nummer waarvan The Telstars beslist geen eigen visie geven. AT 10122. Jos was 16, toen hij inschreef voor de hoorspel-cursus van de Nederland- sche Radio Unie. Hij had eigenlijk kunst schilder willen wor den, maar volgens zijn ouders stak daar geen toekomst (brood) i toneelschool bleek hij twee jaar te jong" zijn eerste NRU-engagement in „Z 69" verplichtte de 18-jarige Jos Brink tot het uitspreken van drie woorden. Alle begin was moeilijk, want hij versprak er zich met twéé... Enfin, Jos bleef 21/, jaar hoorspelen doen, met hoofdrollen en klei ne r°llen. als de jongste van Nederland in dit milieu. „Het bevredigde mij op den duur niet. Toen richtte ik een cabaret groep op en trok er de provincie mee in. Dat vond de NRU minder leuk en ik werd tenslotte ontslagen. Wat ik niet zó ver schrikkelijk vond," aldus Jos. Hij ging in de zomer van '63 in Amster dam op kamers wonen, had een half jaar lang niets te doen. Toen kwam de aan- ,y°0r het Pr°gramma „Tussen 10+ Yla de AVRO, waarvan Skip Voogd producer werd. „Het was een heel aparte stijl van werken," zegt Brink, die met zijn „blij blijven"-kreet aan een .image' begon te werken. De piepjonge disc-jockey sloeg in bij massa's tieners. °k'0b" van datzelfde jaar maakte hij bUUt' in juni daarvóór zijn v^T^f een Gershwin-programma van de Vara. Vanaf die tijd was het zéér hard werken voor Jos Brink. Zó hard dat in januari '64 een instorting volgde en Jos 2 It maand op non-actief moest ether. Zomer 1964 maakte hij een studiereis naar Amerika, Hij bezocht er een aantal w!°rs' "Pmuer de kunst eens af te ky- t J z° j zeSt- In september '64 startte Jos Brink als presentator van het „Combo"-TV-programma en volgde het contract met Bovema, in eerste instantié voor Imperial's „Sprookjes-serie" in tweede instantie voor de eerste zangplaat, „Als ik je foto zie" (IH 624) (met „De regen ruist"), in het afgelopen seizoen werkte hij avond aan avond in het land o.a. met de Bovema-Coöp-shows en de Adamo-toernée. Jos Brink heeft een eigen fanclub, waar van het adres luidt: Huis ten Bos-laan 1, Utrecht-Hoograven. k

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 11