JE HEBT 'T OF JE HEBT 'T NIET, ZEI DE UITVOERDER Gemeenteraad komt 23 augustus bi jeen -y S^-w DE HAVENLOODS DONDERDAG IS AUGUSTUS 1905 9 SCHIEDAM Bouwvak is een Koninklijke onderscheiding voor twee Schiedammers Bij Koninklijk Besluit zijn de heren M. Harreman en J. G. Beekman we gens langdurige en trouwe dienst begif tigd met de ere-medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau; de heer Harreman met de bronzen medaille en de heer Backman met de zilveren. De heer Marinus Harreman ls geboren op 3 januari 1910 te Nieuwerkerk a.d. IJssel en woont in Schiedam in de Pot gieterstraat 20b. De heer Johan Gerard Beekman is geboren op 13 jan. 1905 te Schiedam en woont in Schiedam in de Westfran- kelandsestraat 88b. Beide heren bekleden de fuhetie van terreinchef bij Jan de Waard N.V. en vieren bij dit bedrijf hun veertigjarig dienstverband. Van de heer Beekman is bovendien bekend dat hij sinds jaren verdienstelijk werk dpet op kerkelijk gebied. In 1935 heeft hij het initiatief genomen voor de oprichting van een mannenkoor. Dit kodr is in de loop van de jaren uitge groeid tot een behoorlijk kerkkoor, waarvan hij nog steeds diligent is Naast dit dirigenteschap vervult hij de functie van organist eerst in de hulp kerk aan de Aleidastraat en thans in de kerk van OL. vrouw visatie aan de Dr. Schaapmansingel. Genoemde onderscheidingen werden door burgemeester Roelfsema aan be trokkenen uitgereikt op een bijeenkomst ten stadhuize. Wedvlucht De Vrijheid De Schiedamse vereniging „De Vrij heid" had een dubbel vlucht -jonge, wed vlucht Tergnier, oude duiven Parkestone, Engeland, 220 k.m., met als uitsiag: oud; 1, 2, 3 J. Doejaaren; 4 P. Pols; 5, 6 W. Poort; 7, 11 F- Wijzenbroek; 8, 13 A. Houtsma; 9 12 D. Ram; 10 J. Rost; 14 M Putters; 15 L Tromp; 16 M v. d. steen; 17, 19 P. Verlinde; 18, 21, 22 W. de Winter; 20 A. v. d- Berg. G'elost 10.30.00. Eerste duif 13.10,00, laatste 13.40.00. Uitslag jonge duiven: 1, 11 M- Putters; 2. 22, 31, 45 J. Blom; 3. 17, 50 J. Schrumpf; 4 D. Bakker; 5, 10 P. Pojs; 6, 9 A. Houtsma; 7, 20, 29, 36 38, 46 A. v. d. Berg; 8, 13 L. Wijnen; 12, 19 W. Winter: 14. 49 C. Koogje; 15, 23, 24. 37, 51, 52, 58 H. Overheul; 16 H. Put; 18 D. Juijn; 21, 25, 27. 28. 57 A. Limborg; 26, 53 54 J. v. d. Ent; 30 A. Verhaal; 32 C. Lems; 33, 55, 56, 59 L. Tromp: 34 J. Doejaaren; 35. 39 F. Scholte; 42 D. Ratn: 43 H. Krommenhoek; 44, 61 H- v. d. Steen; 47 W. Ekris; 48 A. Pronk. Gelost 6.00.00 uur. Eerste dutf 9.44.00. 0 B. en W. stellen de raad voor de heer W. Dinkelaar, chef der afdeling Belastingen ter gemeentesecretarie te benoemen tot controleur op de echtheid van de Schiedamse jenever en de Schie damse moutwijn. In de raadsvergadering van maandag 23 aug., 's avonds acht uur, zullen de volgende voorstellen ter tafel komen; Ten behoeve van woningbouw, kan worden aangekocht, het pand aan de Schiedamseweg 238 met erf en weiland van ruim 50 are, tegen een bedrag van 60.000, hetgeen B. en W. redelijk ach ten. Voor verschillende aanschaffingen wordt een krediet gevraagd van 41.000. Dit betreft o.m. de aanschaf van een nieuwe veewagen voor 14.100, aanschaf van 3000 vuilnisemmers, kosten 27.000. De afd. Bestratingen van de dienst Gemeentewerken heeft dringend behoef te aan een nieuwe explosiestamper, kos ten 2550. Voorts twee tegelklemmen voor laden van tegels, kosten 3050. Aangezien de timmerwerkplaats is verplaatst naar de Korte Haven, is 4500 nodig voor nieuwe machines. De raad worden enkele wijzigingen van het Ambtenarenreglement voorge steld, in verband met ziektekosten voor personeel. Werken in de openlucht. Wanneer 's zomers de zon schijnt, wil iedereen dat eigenlijk wel. Wanneer in de winter een koude wind door merg en been gaat, bljjft iedereen liever binnen. Toch zjjn er altijd nog men sen, die de ongemakken van de „open lucht" verkie zen boven de gemakken van het werken binnen vier muren. Dat zijn de mensen, die in de zomer bruin verbrand rondlopen, alsof zij zo zyn teruggekeerd van de een of andere badplaats in het zonnige zuiden. Dat zijn ook de mensen, die 's winters net doen of de koude hen niet deert en die rondlopen met een gezicht alsof het toch nog wel redelijk weer is, ter wijl het kwik angstwekkend in de richting van het nulpunt daalt. Onder andere zijn dat de bouwvak arbeiders, een verzamelnaam, waaronder heel veel beroepen schuil gaan. „Je bent een bouwvakker of je bent het niet. Eigen lijk krijg je het in de wieg al mee. Wij kunnen niet zo maar van een jongen een bouwvakker maken. Als hij het niet in zich heeft, dan merken we het al ge durende zijn eerste leerjaar. Maar als hij het wel heeft, dan zul je hem voor de rest van zijn leven ook altijd op een bouwwerk zien", zegt een uitvoer der op een groot Rotterdams bouwwerk. Wat ls een bouwvakker eigenlijk? Mis schien zou men kunnen zeggen, dat de bouwvakker niet bestaat. Want hij is timmerman, metselaar, tegelzetter, elek tricien, loodgieter, betonijzervlechter, sjouwer, schilder of maar ga zo nog maar een ttjdje door. Al die mensen sa men vormen het bouwvak, zij bouwen. Woningen, fabrieken, kantoren en wat al niet meer. Maar zij hebben één ding ge meen: zij allen hebben het in zich. En wat dat „het" is, houdt men bijzonder vaag. Niemand weet precies wat dat is, maar wel is men er van overtuigd, dat het er uit komt. In de bouwwereld hebben zich de laat ste jaren revolutionaire veranderingen voorgedaan. Van de traditionele bouw is men voor een groot gedeelte overgescha keld op de systeembouw. Het vakman schap van vroeger, waarbij eon timmer man bijvoorbeeld ook wist noe hij een trap moest maken, hoe ingewikkeld dat ding ook was, is er niet meer zo zeer. misschien weet de jonge timmerman van tegenwoordig in theorie rtog wel hoe hij die trap moet maken, maar hij hoeft het niet meer te doen. Want die trap, die hij moet monteren, is in de fabriek In elkaar gezet. Het bouwbedrijf verplaatst zich dus voor een groot gedeelte naar de fabriek, zou men kunnen zeggen. Maar dat is ook al weer een uitspraak waar men voorzichtig mee moet zijn, want dat zou betekenen, dat de jonge bouwvakker zijn verlangen naar de open lucht niet meer kan bevredigen. Natuurlijk is het waar, dat de deuren, de raamkozijnen, de trappen, ja zelfs hele delen van wanden, in de fabriek worden,,, gemaakt. Maar er zijn nog altijd mensen nodig, die al die onderdelen in elkaar zetten en er een huis, een flatgebouw, een fabriek of een kantoor van maken. Misschien zou het beter zijn te bewe ren, dat het bouwvak in twee gedeelten uiteen is gevallen: het werk in de fa briek en het werk op de bouwplaats. Misschien wordt het daardoor in de toe komst steeds minder waar, dat je de liefde voor het bouwbedrijf reeds in de wieg bi) je moet dragen. Want de jonge bouwvakker van nu kan eigenlijk ook de fabriek in, al zullen de „echte" bouw vakkers beweren, dat alleen de „echte" op een bouwplaats werken. „Het gevaar van de systeembouw is, dat het werk op den duur eentonig kan worden", zegt een oude rot in net vak, die zijn beroep heeft geleerd bij een tim merman-aannemer, waar hij zich de eer ste dag, gewapend met een van zijn va der cadeau gekregen hamer en zaag meldde. „Kijk, die begane grond levert nog wat moeilijkheden op. omdat die heel anders is dan de rest. De eerste verdieping gaat ook nog wel, maar op de tweede verdieping weten ze al hoe het moet. En hoe hoger ze komen hoe beter ze het weten". Bij nader inzien verbetert hij het woord „eentonig". „Het worden specia listen", zegt hij dan. „Vroeger was een timmerman iemand, die alles kon. Te genwoordig gaat hij zich specialiseren en zo is het eigenlijk bij alle beroepen in het bouwbedrijf. En er is nog een andere tendens: door de systeembouw hebben we een schreeuwend gebrek aan Gerard Schop, 11 bouwmonteurs, die het werk, dat op de fabriek wordt verricht, afma ken. Maar eigenlijk is dat een vak, dat nog helemaal in opkomst is". Hoe wordt een jongen bouwvakker? „Door de praktijk", zegt de „oude rot" in het vak. „Op het bouwwerk, onder een goede leermeester. En dan merk je meteen of het er in zit. Als hij 's win ters met verkleumde handen komt kla gen in de bouwkeet, heeft nij het niet. Maar als hij door zet en na een tijdje de kou niet meer voelt, kijk, dan wordt hij een echte bouwvakker en dan blijft hij zijn leven lang in dit vak. Maar er is één voorwaarde: hij moet zelf het vak gekozen hebben' De moderne bouwondernemer denkt er iets anders over. Natuurlijk ontkent hij de waarde van de praktische opleiding niet. Hij weet, dat de jongeman op het bouwwerk „het is een ruig leven", zeggen de ouderen van het vak zelf het vak pas goed leert kennen, maar hij weet ook, dat een theoretische opleiding niet gemist kan worden. Vandaar, dat de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf in het leven is geroepen, een opleiding, die de jonge bouwvakker in twee jaar in staat stelt adspirant-gezel te worden en daar na na twee jaar de rang van gezel te bereiken. De zestienjarige Rob Groeneweg uit de Volmarijnstraat Is zo'n jongeman, die kort geleden adspirant-gezel is geworden. Hij volgt de cursus van timmerman en werkt momenteel op een groot bouw werk ln Rotterdam. „Ik zou echt niet kunnen zeggen, waarom ik nu juist dit wel gezellig in de bouwerij, s Zomers is het natuurlijk helemaal fijn, maar in de winter heb ik liever vorstverlet, want dan is het niets gedaan. Misschien ga ik over twee jaar, als ik gezel ben, wel naar een fabriek, maar dat weet ik nog niet goed". Of het timmeren zo in zijn bloed zit, dat hij thuis ook knutselt? „Nee, hoor", zegt hij lachend. „Thuis doe ik niets. Want als ik vrij ben, zit ik al tijd buiten". De opleiding van een jonge bouwvak ker is niet mis. Neem bijvoorbeeld eens éen timmerman. Tijdens zijn opleiding moet hij zich in twaalf rubrieken be kwamen. Voor de ingewijden en an dere belangstellenden volgen ze hier: uitzetten, stellen, betonbekistingen, balk lagen, plafonds, kappen, daken, aftimme- ren-monteren, afhangen en sluitbaar ma ken, machinale houtbewerking, kasten en scheidingswanden, trappen en kozij nen, ramen en deuren. Bovendien zijn er nog twee leerprogramma's, namelijk een voor de all-round thtirherman en een voor de bouwtimmerman, twee beroepen, die nauw met elkaar verwant zijn, maar die toch elk apart weer hun eigen eisen stellen. „Het is fijn werk en ik had het altijd al willen worden", zegt de zeventienja rige Henny Masman, die ook al de graad van adspirant-gezel heeft bereikt. Het enthousiasme van deze jonge bouw vakker komt misschien voort uit het feit, dat zijn vader ook „in het vak" zit als uitvoerder. Ook Henny weet nog niet of hij na zijn leerlingenperiode op de bouwwerken blijft werken of naar een fabriek gaat. Maar hij is wel van het goede hout gesneden. „In de winter is het wel koud", zegt hij, „maar daar wen je wel aan". En dat ls de opmer king, die men verwacht te horen van de jonge bouwvakker, die het „in zich" heeft. Voor de twaalf rubrieken, die de leer lingen moeten afwerken, krijgen ze in twee jaar 2800 uur de tijd. Misschien klinkt dat een beetje vreemd, wanneer men bedenkt, dat dit eigenlijk ongeveer de helft is van het totale aantal werk uren in twee jaar, ongeacht vorstverlet en dergelijke onberekenbare factoren. Maar dat vindt weer zijn oorzaak in de speciale karakteristiek van het bouwbe drijf. Ondanks mechanisatie, ondanks de nog steeds verdergaande systeembouw, kan men op een bouwerij nooit van dag tot dag bepalen wat een leerling moet doen. Soms blijft hij langer bij een kar wei' dan voor zijin opleiding de bedoeling was. Soms moet hij zelfs worden over geplaatst naar een ander object, omdat een bepaald bouwwerk een stadium heeft bereikt, waarin Ket werk, dat hij voor zijn opleiding nodig heeft, niet meer wordt verricht. Het is dan ook daarom, dat de ondernemer, die leerlingen in dienst heeft, de ruimte heeft gekregen om de opleiding toch af te ronden. Bepaald geestdriftig over de opleiding is de zeventienjarige leerling-timmer man Gerard Schop, die over een jaar zijn examen voor adspirant-gezel moet doen. „Ik zit nu ruim een jaar in dit vak en het bevalt me prima", zegt hij. „En later wil ik heel beslist in de bou werij blijven. Dat weet ik nu al. Ja, natuurlijk is het in de winter wel een beetje koud, maar daar moet je maar aan wennen. De zomer maakt dat wel weet goed". Gerard vindt, dat hij afwis selend en gezellig werk heeft. „Ik had altijd al graag timmerman willen wor den", zegt hij. „Thuis knutsel ik ook graag en het is eigenlijk zo vanzelf ge komen, dat ik dit vak heb gekozen. Ik zou niet Weten welk ander vak ik beter had kunnen kiezen". Tijdens hun opleiding gaan de jongelui een dag per week naar een school, wel ke dag door de baas gewoon wordt door betaald. Een avond per week bezoeken ze dan nog een praktijkcursus. En deze cursus levert de leerling al meteen fi nancieel voordeel op, omdat het loon een jaarklasse hoger komt te liggen. Wan neer hij het diploma „gezel" heeft be haald. krijgt hij een loonsverhoging van twee jaarklassen en een toeslag van vijf procent op het C.A.O.-loon. Dit zijn voor elke jongeman in het bouwbedrijf even zovele aansporingen om tijdens de oplei ding te laten zien wat hij kan. In de bouw zijn er echter nog andere voorde len: de mogelijkheid tot vrijstelling van militaire dienst en voorrang oij het ver krijgen van een eigen woning. Minister Bogaers heeft het werken in de bouwvakken eens een echt mannelijk beroep genoemd met een grote mate van bestaanszekerheid en arbeidsvreugde. Bovendien, zo heeft hij bij-'die gelegen heid gesteld, moet het voor elke jonge man toch een grote voldoening zijn om mee te helpen aan het doen verdwijnen van de nachtmerrie van de woningnood. De minister heeft nog meer lovende dingen over het bouwvak gezegd. Zo heeft hij de bouwvakker vergeleken met de kampeerder, die volop kan genieten van vrijheid en buitenlucht, ook al moet dan genoegen worden genomen met min der comfort dan wanneer men in een hotel logeert. Maar misschien kwam de beste type ring van dit mannelijke beroep wel uit de mond van de „oude rot' die het weten kan: „het is een ruig leven". Het sparen in Schiedam In de maand juli werd bij de Spaarbank anno 1820 te Schiedam inge legd f 2.320.544,52 en terugbetaald f 1.826.521,10. Een inlegoverschot dus van f349.721,94. Het inleggerstegoed steeg hiermede tot f 51.908.199,50. Het aantal spaarders bedroeg op 31 juli 1965 55.194. Het aantal deelnemers aan het sparen Ingevolge de Jeugdspaarwet met 10 procent Rijkspremie nam toe tot 3.167. Het gezamenlijk tegoed van deze spaar ders bedroeg op 31 juli 1965 f 1.743.576,43. Met behulp van spaarbusjes werd in juli f24.181,26 gespaard. Op 31 juli waren er 817 safeloketten verhuurd. Het tegoed van inleggers en de reserves waren op 31 juli 1965 voor f 29.653.092,98 belegd in effecten, voor f 9.222.968,07 in hypotheken en voor f 13.232.197,97 in onderhandse leningen. Raadslid stelt vragen over filevorming De ernstige verkeersopstoppingen vooral tijdens spitsuren op het weggS deelte nabij de Vijfsluizen, hebben he» raadslid H. M. J. Dubbeldam te Vlaar. dingen aanleiding gegeven tot het stel len van enkele vragen aan B. en W. van die gemeente. De opstoppingen, waarvan we vorige week reeds melding maakten hebben tot gevolg, dat er soms eep rij auto's staat die zich uitstrekt tot aan het Kolpabad voor wat de rich ting Vlaardingen betreft. Omdat het verkeer over een enkele baan moet worden geleid en bovendien over een bocht die in de noodweg it aangelegd, treden ernstige vertragingen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 9