NETTE WERKSTER
JONGEDAME
Sagen en bijgeloof uit het grijze verleden van de polders
DE HAVENLOODS
DE HAVEinl^
lo SEPTEMBER 1965
9
SCHIEDAM
Dit it de tekst van een brandbrief je, zoals ze nu nog in omloop zijn.
Waarschijnlijk is het oorspronkelijk een Latijnse tekst geweest, maar
door de vele verschrijvingen, is het niet meer als zodanig te herkennen.
Papiergroothandel
VAN STOLK REESE
NV, Rotterdam-Noord,
zoekt een
actieve
jongeman
>or afwisselend werk
het papiermagazijn.
Sollicitaties: Ceintuur
baan 64, R'dam-Noord.
Mr.J.C.W.VANDAM
Advocaat
ongeveer 16 jaar.
Goede kennis van de Ned.
taal en typen gewenst.
Iedere keer rukte de wind
het hooi van de vurk....
Autosupermarkt CENTRUM N.V.
vraagt voor spoedige indiensttreding:
MONTEURS
AFMONTAGE-MONTEURS
LEERLING-MONTEURS
Aanmelden: dagelijks van 8.00-17.30 uur, Lin»
schotenstraat 1-3, Tel. 15 43 66.
IVoor het dagelijks schoonhouden van onze
moderne showroom en kantoor zoeken wy met
spoed een
I Naast een goed loon en goede sociale voorzienin
gen (welke voor ons vanzelfsprekend zijn) bieden
wij een zelfstandige werkkring in 'n prettig milieu
5-Daagse werkweek
VIERAMBACHTSSTR. 29-35
RADIO LEO ROTTERDAM, TEL. 256700.
I Firma D. VAN CREVELD,
Willemskade 18, Rotterdam,
Tel. (010) 111789 vraagt
AANKOMEND SLAGER
SLAGER
alsmede
HALFWAS WORSTMAKER
I Vijfdaagse werkweek.
Sollicitaties aan bovengenoemd adres.
N.V. MELKINRICHTING
„DE COMBINATIE"
LUDOLF de JONGHSTRAAT 85 - OVERSCHIE
vraagt
HULP IN DE KEUKEN
KANTOORBEDIENDE
Adverteer ook in
„EN DAN IS DAAR HET VERHAAL van Marregie en de Melkweg. Ktfk, Marregie liep elke
dag naar school langs de Haastrechtse Dijk op Ouwater an. Iedere dag kwam ze langs dezelf
de weg, van de hofstee naar de Tiendeweg, waar de koeiebocht was. Daar molk, haar vader
elke dag de koeien. Nou had die Marregie een ziekte, het was eigenlijk geen echte ziekte,
maar ze wandelde in haar slaap. En op een nacht komt Marregie haar bed uit en ze gaat
van de hofstee over de melkweg zo noemden ze die weg van de hofstee naar de Tiende
weg en ze wil de sloot overgaan naar de koeiebocht. Maar elke avond haalde haar vader de
plank over die sloot weg. En Marregie viel in die sloot en verdronk. De luchtbellen stegen
op naar de hemel en dat is nu de Melkweg. Als je goed kijkt, zie je in die melkweg een
open plek. Dat is de plank, die de vader van Marregie van de sloot heeft weggehaald.''
Gijs Bakker, 75 jaar, houdt even op met vertellen en kijkt afwezig om zich heen. Zijn ge
dachten zijn kennelijk bezig met die lang vervlogen tijd, toen er nog verhalen werden ver
teld rondom het haardvuur. Verhalen, die beslist waar gebeurd moeten zijn. zoals de ver
tellers verzekerden. Of verhalen, die dateren uit een zeer grijs verleden, legenden en sagen
Gijs Bakker uit Haastrecht is nog een van de weinige mensen uit de Krimpenerwaard en
de Alblasserwaard, die nog vele van deze verhalen kennen. Er is maar weinig voor
nodig om hem aan het vertellen te krijgen en zodra hij merkt, dat hij zijn gehoor heeft ge
boeid, volgt het ene verhaal het andere op.
,.Ja. dan is er ook nog het ver
haal van die jagers". zo begint hij
een volgend verhaal. ,,Maar dan
moet ik je eerst vertellen vgh
vrouw Van Dijk. die kon alles ge
nezen. En dat is waar, hoor, want
ik heb het allemaal zelf meege
maakt. Ik diende toen bij Jan
Streen en Jsin z'n broer, Teun,
zee tegen mij: ga je mee naar
vrouw Van Dijk, want het paard
wil niet voor de wagen. Nóu,
vrouw Van Dijk keek naar dat
paard en toen wilde die wel. We
hebben nooit geen last meer- met
hem gehad. En dat is de waar
heid....
„En dan Janus String, in de
Vlist. Die maakte nooit goede
kaas meer en hij haalde vrouw
Van Dijk er bij. Vrouw Van Dijk
zei: nou gaan we samen naar de
wei en de koeien, die van me weg
gaan, moet je er uit doen. Nou, en
toen ze samen in de wei kwamen,
vlogen twee koeien de sloot in.
Toen zei vrouw Van Dijk: de melk
van die koeien moet je niet meer
door de andere melk doen, want
dat zijn geen besten. Nou, Janus
String heeft haar raad opgevolgd
en daarna was zijn kaas altijd
best".
Heksenproces in 1918
TF/ANNEER men op een zonni
ge dag door de polder rijdt,
waar de koeien machinaal worden
gemolken, waar grote tractoren
door het land rijden en waar in
vele grote boerderijen het haard
vuur vervangen is door oliestook,
kan men zich nauwelijks voorstel
len, dat die streek vroeger werd
bewoond door heksen, weerwol
ven en tovenaars. Maar soms,
wanneer de donkere wolken laag
over de weilanden jagen, wanneer
een holle wind de bomen gedwee
doet buigen, kan men de sfeer
aanvoelen van het oude bijgeloof,
dat niet zo heel lang geleden nog
bij vele mensen leefde. En zelfs
nu nog zijn er overblijfselen van
dat bijgeloof te vinden, hoewel
eigenlijk niemand dat zal willen
erkennen.
De 37-jarige auteur Henk Kooij-
man uit Haastrecht heeft een stu
die gemaakt van de sagen en le
genden en het bijgeloof in de Krim
penerwaard en de Alblasserwaard.
Doordat hij een geboren en geto
gen Haastrechter is, had Hij al
vroeg belangstelling voor alles wat
Ach jo. als ik alles zo is naga. is er zo veul te vertetle zegt de
75-jarige Gijs de Bakker uit Haastrecht, een van de weinig overgebleven
„vertellers".
met het dorpsleven te maken had
en hij zocht ijverig naar anekdo
tes. Zo kwam hij ook in aanraking
met de folkloristische verhalen,
die vroeger aan de haard werden
verteld, verhalen, die soms een
historische achtergrond hebben en
de andere keer volstrekt onwerke
lijk zijn. De Koninklijke Academie
voor Wetenschappen in Amster
dam toonde belangstelling voor
zijn werk en gaf hem opdracht de
oude sagen en legenden te achter
halen. Thans heeft hij zo n dui
zend sagen bij elkaar, van sommi
ge zijn helaas allèen nog maar
fragmenten over.
..Hoe dichter je bij de grote stad
komt. hoe minder er nog van het
oude bijgeloof is overgebleven
vertelt Henk Kooijman. „In Krim
pen a.d. IJssel is het me bijvoor
beeld niet gelukt ook maar één
sage te vinden. Ook in Ouderkerk
ben ik daar niet in geslaagd,
De Haastrechtse auteur Hen'; Kooijman, die een archief vol gegevens
verzamelde over sagen -n legenden in de Krimpenerwaard en d*
Alblasserwaard.
(foto's Cock Tholens)
polder zo veel langer geïsoleerd
is geweest: Maar er zijn nog
maar heel weinig mensen, die
echt kunnen vertellen en het was
heel moeilijk die mensen op te
sporen".
Toch zijn er nog vormen van bij
geloof, die onder bepaalde mensen
leven, al zullen zij er nooit over
spreken. Want zo lang is het nu
ook weer niet geleden, dat het bij
geloof nog sterk leefde onder de
bevolking van deze streken. Zo om
streeks de eeuwwisseling, toen de
electriciteit het gaslicht langzaam
deed verdwijnen, toen er boven
dien betere verbindingen tot stand
kwamen, begon het bijgeloof te ta
nen. Maar nog in 1918 werd in
Sliedrecht een heksenproces ge
houden. Daar leefde nog het bij
geloof, dat iemand, die om onver
klaarbare redenen ziek werd,
moest zijn betoverd door een heks.
Wanneer men dan een zwarte kip.
die men gestolen had, levend
kookte, moest de heks zich wel
melden. Dat gebeurde en het oude
vrouwtje, dat toevallig langs
kwam, werd gemolesteerd. De da
ders kwamen later voor de rech
ter. In Duitsland gebeuren deze
dingen overigens tot op de dag
van vandaag.
Geen zwarte bal
Over het algemeen glimlachen
de oudere mensen nu wat ver
stolen om de verhalen over hekse
rij, maar er ,zijn maar weinigen,
die er hardop en openlijk om la
chen. Zo zijn er nog boeren, die
geloven, dat er vier kwade
maandagen in het jaar zijn. Nie
mand kan zeggen welke maanda
gen dat zijn, al houdt het wel ver
band met de nieuwe maan. Maar
die boeren zullen op maandag
nooit het vee uit de stal halen, al
zullen zij daarvoor andere argu
menten aanvoeren. En toen het
enkele jaren geleden vele dagen
achtereen zwaar mistte. werd
dat door vele boeren langs de Lek
opgevat als een slecht voorteken
voor het komende jaar.
Zo zijn er nog vele voorbeelden
van het oude bijgeloof. Gijs Bak
ker houdt vol, dat weegbreeblade
ren het beste geneesmiddel zijn
tegen feith, maar, zo zegt hij, dan
mag de dokter er niet in gesneden
hebben. En de bladeren moeten
goed gewassen worden en met de
binnenkant op de wond worden ge
legd. Ze moeten net zo lang op de
wond worden gedragen, tot de bla
deren zwart zijn geworden, want,
zo zegt Gijs, „dan is de brand er
in getrokken".
De heksen zijn echter verdwe
nen, hetgeen voor oude vrouwtjes
betekent, dat zij vrij op straat
rond kunnen lopen. Vroeger werd
het de kinderen al op jeugdige
leeftijd ingepeperd, dat zij van
een oud vrouwtje geen zwarte bal
mochten aannemen, omdat zij dan
ziek werden en een appel, gege
ven door een oud vrouwtje, werd
tot as in de mond. Als die vrouw
tjes heksen waren. tenminste,
maar wie kon dat tevoren bekij
ken? Maar er waren ook bestrij
dingsmiddelen. Wanneer een oud
vrouwtje, een heks dus. een hand
op het hoofd van een kind legde,
dan moest men meteen een hand
op het hoofd van de heks leggen,
omdat dan de vloek werd afge
wend en zelfs teruggegeven aan
de heks.
Heksen, weerwolven, dwaallicht
jes, dat alles komt men in heel
Europa tegen. Maar de Krimpe
nerwaard en de Alblasserwaard
lebben ook geheel eigen verhalen.
Gijs de Bakker kent er nog vele
van. Soms zijn het verhalen, die
hij zelf heeft meegemaakt en die
hij heeft doorgekregen uit beleve
nissen van oudere mensen, die de
ze verhalen vroeger in zijn jeugd
rondom het haardvuur vertelden.
Er zijn ook verhalen met een
mystieke inhoud, verhalen waar
van men de ouderom niet kan
schatten.
Briefje voor de wond
/O IS ER DE SAGE van de
boer, die op een stormachtige
dag tegen zijn dagloner zei. dat hij
hooi wilde gaan halen op het ach
terland. De dagloner protesteerde,
want, zo zei hij: „Met deze wind
houden we geen vlok hooi op de
vork". De boer zette echter zijn
zin door. Het paard werd voor, de
wagen gespannen en de beide man
nen gingen naar het achterland,
terwijl de dagloner zich „opge
jaagd voelde door iets wat nog ko
men moest".
De dagloner had gelijk. Hij prik
te een vlok hooi aan de vork. maar
toen hij die wilde opsteken naar de
boer, die op de wagen stond, ruk
te de wind het hooi van de vork.
Hij probeerde het voor de tweede
Keer. maar met hetzelfde resultaat
En toen de wind het hooi voor de
derde maal van de vork rukte,
werd de dagloner zo kwaad, dat
hij „met zijn vork naar de wind
stak". En zie, het bloed droop van
de vork langs de hand van de dag
loner. Beide rdannen waren „er
wezenlijk zo beslagen' van", dat
zij in angst van het land zijn weg
gevlucht.
Dan is er het verhaal van de
ruïne van het Slot te Vliet bij
Oudewater. De muur werd drie
keer afgebroken, maar groeide
drie maal weer aan. Thans staat
hij er nog bij de gelijknamige boer
derij, als voorbeeld, dat het alle
maal werkelijk waar gebeurd is...
En in Berkenwoude was men er
van overtuigd, dat er regen kwam.
wanneer de scharensliep uit het
westen kwam.
Uiteraard bracht het bijgeloof
ook een eigen geneeskunst mee,
waar Gijs de Bakker nog vele
voorbeelden van kan vertellen. Zo
waren er de brandbriefjes, vell-
tjes papier, waarop een vreemde
tekst stond. Wanneer men een
brandwond had, moest men die
tekst overschrijven en de pijn ging
gegarandeerd weg. De tekst die
volkomen onbegrijpelijk is, zou
een magische kracht hebben.
Waarschijnlijk is het oorspronke
lijk een Latijnse tekst geweest,
maar door het vele overschrijven,
waarbij ongetwijfeld steeds fouten
werden gemaakt, is die herkomst
niet meer te herkennen Deze
briefjes zijn zij het dan ook
sporadisch nog steeds in om
loop.
Eén wrat bleef
ER zijn nog vele andere vor
men van deze geneeswijze. Zo
moet gebakken luis goed zijn te
gen bedwateren. maar men kan als
remedie tegen deze kwaal ook een
pissebed opeten. Brood, mits bij
vreemden gebedeld, geneest steen
puisten en hanenbloed is een goed
geneesmiddel voor likdoorns, ter
wijl varkensbloed winterhielen ge
neest. Een ei van Witte Donder
dag bleef altijd goed. Men kon er
wonderen mee verrichten wanneer
iemand ziek was. De rechterpoot
afgesneden van een levende mol.
moest men bij zich dragen om van
kiespijn af te komen. De rechter
poot van een mol bracht geluk, ter
wijl een linkerpoot ongeluk bracht.
Kiespijn kon men overigens ook
genezen met de tanden van een le
vende mol. Wanneer men de hik
heeft, moet men aan zeven witte
paarden denken.
Er waren echter ook mensen, die
alleen al door hun aanwezigheid
ziekten konden genezen. Zo woon
de er in Vlist nog niet zo lang ge
leden een visser, die kon „strij
ken". Mensen die last hadden van
wratten, konden die verkopen aan
een oud mannetje of vrouwtje. El
ke wrat kostte een cent. Zo is er
het verhaal van de man, die zich
vertelde. Hij had 57 wratten, maar
hij gaf het wijfje slechts oe cent.
Alle wratten verdwenen op één na.
Vrouw Van Dijk. van wie Gijs
Bakker volhoudt, dat hij de door
haar verrichte wonderen met
eigen ogen heeft aanschouwd, had
ook de gave van genezen. „Ja",
zegt Gijs Bakker, terwijl hij lang
zamerhand op dreef komt met Zijn
vertellingen, „hoe lang zal dat niet
gelejen zijn. Jonge, jonge nou.
Ze was een klein, kort vrouwtje.
Jonge, als je nou rekent wat die
allemaal kon... Zo komen er een
keer een paar jagers aan, dat
was in de Twaalf Morgen. Of ze
daar jagen mogge. Ja, zei de
vrouw, maar niet i*et het geweer.
Toen de jagers haar verbaasd aan
keken, zei ze: Daar in die boom
zit een kraai. En ze wees naar de
boom en de kraai viel dood aan
hun voeten. Toen zee ze: Nou gaan
we voor ieder een haas vangen Vn
meer niet. Drie voor de jagers en
één voor het vrouwtje. En ze gin
gen het land in en het vrouwtje
zei: kijk daar gaat er een. En met
dat ze wees, viel de haas dood. Zo
vongen ze er vier. Toen wilden de
jagers nog vier fazanten hebben,
maar het vrouwtje zei nee. En ze
zei: als jullie met je geweer gaan.
dan vangen jullie niks. En ze had
gelijk. Er was geen één schot, dat
treffelijk was. En ja, wat betekent
dat ook weer azze naar je wijze.
„Ja, vrouw Van Dijk praatte
koeie uit de sloot. Als er een koei
in de sloot zat, werd ze er bij ge
haald. Jonges, jonges wat staan
jullie toch te tobbe, zee ze dan en
dan zee ze wat tegen de koei en
hij kwam de sloot uit. Dat.heb ik
meegemaakt en dan zegge jullie
misschien wat was dat met vrouw
Van Dijk. Maar ik had pijn in mijn
rug en ik kon niet meer hut of
her. Toen was ik nog een jonge.
En vrouw Van Dijk zei: jonge, ga
jij maar, je hebt geen last meer
van je rug. En dat was ook zo.
Ach ja, jonge, als ik zo alles is na
ga. is er veul te vertelle..."
In de grond gezakt
En dan was er de boer, die
's nachts een zwart spook over zijn
land zag lopen. Het spook probeer
de over een dam te komen, maar
dat lukte niet, omdat de pastoor de
dam had gezegend. Waar het spook
had gelopen, groeiden alleen nog
maar distels. Er was echter nog
niet eens een spook voor nodig om
griezelige dingen met een grasland
te doen. Wanneer er op een weide
's morgens geen dauw lag, dan
kwam dat door al het kwaad. En
het kwaad kon men van een boer
derij afwenden door een vlierstruik
te laten groeien.
Toch werd het kwaad meestal
gestraft, zoals men in -het grijze
verleden eens in Zevenhuizen heeft
gemerkt. Daar woonden op een
molen een echtpaar, dat bet heel
slecht met elkaar kon vinden. Ob
een ochtend was de molen verdwe
nen. Samen met het boze echtpaar
was zij in de grond gezakt.
De tijd, waarin deze verhalen op
geld deden is voorbij. Met alle
nieuwe ontwikkelingen kregen we
ook nieuwe normen van bijgeloof.
Maar bij enkele oudere mensen
leven de oude overleveringen nog
voort. Je kunt ten slotte nooit we
ten. Want de ingrediënten, waar
mee men vroeger heksenzalf
maakte, zijn nog steeds bekend
JAN DIJKSTRA