werd grondslag voor vleesfabriek
V-..
DE HAVENLOODS DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1965
13
„Ja, ze vonden het vroeger altijd heel erg lekker en ze beschouwden het als een tractatie.
En nu zeggen ze, dat ze het recept precies hebben opgevolgd. Dat geloof ik ook wel,
want het smaakt precies zoals ik het vroeger klaarmaakte. Maar ja, de jongens hebben na
tuurlijk bij dat recept wel een geheimpje van zichzelf gevoegd, hè". In een mooie kamer van
een boerderij in Vuren leunt de 68-jarige me vrouw Bakker lachend achterover in een ge
makkelijke stoel. Eigenlijk is zij er verantwo ordelijk voor, dat vele mensen in ons land nog
de onvervalste „boerenzult" kunnen eten, een delicatesse, die vroeger tjjdens de slacht
tijd op de boerderijen veel werd gegeten, ma ar die langzamerhand in het vergeetboek
dreigde te raken. Tot mevrouw Bakker het recept doorgaf aan haar beide zoons, die in
Lekkerkerk een fabriek bouwden, waar zij nu aan de lopende band bakjes met zure zult
produceren.
De gebroeders Bakker - Adrianus, 35 jaar en Arie 32 jaar - hebben een bliksemcarrière achter
de rug, die ze danken aan hun harde werken en doorzettingsvermogen. Dat moet ook moeder
Bakker toegeven, al heft ze wel een waarschu wende vinger op. „Alle zegen komt van boven",
zegt ze dan, hetgeen haar beide zoons volmo ndig beamen, maar daarbij ontkent ze toch
niet, dat ze trots is op haar zonen in Lekkerkerk, twee van de elf kinderen, die zij onder
moeilijke omstandigheden groot heeft moeten brengen.
Eigenlijk zou men kunnen zeg-
gen. dat het geleden be-
gonnen is, toen Adrianus en Arie
samen in Lekkerkerk een slagerij
kochten. Maar de ge-
verder Hun va-
der had in Barendrecht een tuin-
derij en hij was tevens commissio-
en In
kwam hij te overlijden. Geduren- d
de de de
groenten en fruit weg en
kinderen voelden er niet veel voor JaWt* 4
om op de tuinderij te gaan wer- «F f J^H
..Want aardewerk paarde- 4 f f|
werk", zegt Arie Bakker nu la-
chend. 4 - p
Adrianus Bakker ging al heel '**-**. J^^B
vroeg in de handel. Op elfjarige H^^^^H|BHhwHHB|B^ iiiirT"' £fl|H
leeftijd stond hij in Rotterdam op 'SJ'w
de markt om kippen en konijnen -
te ,.Die dan Jh^^H
Barendrecht en dan reed ik heel
vroeg in de ochtend mee met een I
groenten naar
vandaar
een handwagen naar
naar de markt. Er wa-
ren zelfs dagen
vijftig gulden verdiende en dat
was heel wat voor die tijd."
Maar Adrianus besefte, dat hij
toch nog heel wat zou moeten
wanneer de
,,Het ge-
als op zo
tijd de handel in gaat", zegt hij.
eens een
een baas moest gaan wer-
ken om wat te Ieren." Hij zei de
en kippen vaar-
en werkte achtereenvolgens H
bij drie verschillende slagers als t |||^^B
knecht en in die betrekkingen 1, ^^^B
leerde hij het slagersvak kennen. g %^^B
een weg, die broer Arie ook bewan
Kippen verkopen
¥N 1955 kochten beide broers de
slagerij. Toen piekerden zij nog fe^SpliSS)a%p|MP^^^MBBBB|^^^^^^B
een fabriek. ..We waren IBsMSIWBBIMMBBBBBBBBBBBB^BBBBBBWMWBB
al blij, dat we die slagerij had
den". zegt Arie Bakker, „we nad
ien al ons geld er in gestoken en
dat was heus niet zo veel." Adria
ns Bakker had achthonderd gul
len en zijn broer beschikte over
duizend gulden. Daarvoor kochten
ze een koe en een varken en toen
was het geld op. „We draaiden
veertien dagen en toen moest ik
naar mijn vroegere baas toe om
duizend gulden van hem te lenen",
vertelt Arie lachend. ,,Mijn moe
der, die voor ons het huishouden
deed en daarvoor elke dag van
Barendrecht naar Lekkerkerk op
en neer fietste, kreeg de eerste
maanden dertig gulden huishoud
geld van ons."
De gebroeders Bakker zochten
naar nieuwe wegen om hun omzet
Uit te breiden. ,,In die eerste tijd
bezorgden we het vlees bij de men
sen thuis, maar we kwamen er al
gauw achter, dat dat veel te veel
geld kostte. Toen hebben we die
bezorgdienst er aan gegeven en na
tuurlijk ging onze omzet gelijk
achteruit. Dat hebben we toen
goed gemaakt door een keer per
week op de markt in Rotterdam
kippen te gaan verkopen. En met
die ene dag maakten we dan net
verlies goed, dat we leden' door
het opdoeken van de bezorg
dienst." Men mag echter zomaar
geeh kippen gaan verkopen
„Nee", zegt Adrianus, „maar er
was een cursus voor poelier en
daar ben ik halverwege ingevallen
Ik slaagde en toen mocht ik het
poeliersbedrijf uitoefenen. Dat
uoou we e'gonhjk nog steeds".
Het bleef goed gaan, want na
een maand hadden z j In de slage
rij ook alweer de omzet, die zij
verloren hadden door het opdoe
ken van de bezorgdienst, terugge-
t. zodat -'ij er can alle kan
ten op vooruit waren gegaan.
..Doorzetten is de hele clou van
het zakenleven", zegt Adrianus
nadenkend. „We hebben heus
moeilijkheden genoeg gehad,
maar het is de kunst om net zo
lang te blijven zoeken tot je nieu
we wegen hebt gevonden. We heb-
nc 1 nit'jd geprooeerd steeds econo-
t-her te werken. Als we een
p ar weken l&ng elke avond moe?*
ten doorwerken, dan vroegen we
ons' af hoe we tot een andere
•verkverdel ng konden komen cm
1 hetzelfde
zure zult", was de reactie van de
grossier en met schroom deed hij
zijn eerste bestelling. Thans is hij
de gebroeders Bakker ongetwijfeld
nog steeds dankbaar, dat zij des
tijds naar hem zijn toegekomen.
Het klinkt allemaal zo eenvou
dig, wanneer de beide broers
over deze beginperiode praten,
maar de praktijk was heel anders.
„We hadden dan wel het recept en
de ingrediënten, maar als je zo
iets in grote hoeveelheden wilt
maken, dan komen er echt wel an
dere dingen bij kijken", vertelt
Arie. „Zo moesten we er natuur
lijk voor zorgen, dat de zult houd
baar was en de oplossing van dat
probleem is nu ons geheim."
Vijfduizend bakjes
EN dan was er de verpakking.
Wanneer de gebroeders Bakker
hun zure zult in grote hoeveelhe
den wilden leveren, dan zouden de
plastic bakjes, waarin het produkt
werd verpakt, gesloten moeten zijn
en niet meer open, zoals geduren
de de proefperiode. „Ik belde toen
een fabriek van plastic artikelen
op met de vraag of ze een bakje
konden leveren", vertelt Adrianus
Bakker. „Eerst zeiden ze, dat zs
dat bakje niet hadden. Toen vroe
gen ze hoeveel we er nodig hadden.
Ik zei: vijfduizend, maar dat was
pure bluf. Nu lach ik om dat aan
tal. Maar het ging erom, dat de
fabriek ineens belangstelling had.
Toen konden ze het bakje wel le-
Maar daarmee was het pro
bleem nog niet opgelost. Terwijl de
eerste grote orders binnenkwa
men, worstelde men in de kleine
slagerij in Lekkerkerk met het
probleem hoe men de bakjes
moest sluiten. „We hadden wel
een machine van de fabriek gekre
gen, maar die deed het niet", gaat
Adrianus verder. „Met vier man
zijn we vier dagen bezig geweest,
maar niets hielp. Toen hebben we
bijna het besluit genomen om die
hele zure zult geschiedenis maar
aan de kant te zetten. In die tijd
hebben we drie a vier verschillen
de machines gehad, maar het ging
nog steeds niet. Toen hebban we
de fabrikant een ultimatum ge
steld van veertien dagen en pre
cies op de laatste dag kwam hij
met een machine, die de bakjes
inderdaad sluitend kon maken.
Toen konden we goed beginnen."
Dat was allemaal nog in de sla
gerij, waar alles nog heel primi
tief toe ging en waar de Keurings
dienst van Waren af en toe een oog
je dichtkneep, bijvoorbeeld wan
neer er bakjes met zure zult in
de sneeuw stonden af te koelen.
Maar de grondslag voor een grote
groei was gelegd en iedereen
werkte enthousiast mee. „Die ma
chine, die we nu hebben, is uniek
in Nederland en we zijn destijds
zo verstandig geweest om een jaar
lang beslag te leggen op het alleen
recht voor het gebruik van het
bakje. We moesten in dat jaar pro
beren zo'n voet op de markt te krij
gen, dat de concurrentie ons niet
meer kon inhalen", zegt Adrianus
Bakker en eigenlijk was dat in die
beginperiode een uitspraak van
een muis tegen een olifant.
In april 1964 werd een boekhou
der aangenomen, de heer Verheu-
„We hadden een man nodig,
zegt Arie lachend, „want wij
hebben alleen maar lagere school
gehad, plus onze vakopleiding na
tuurlijk." En hoewel de heer Ver
heuvel eigenlijk meer voelde voor
de correspondentie, moest hij toch
ook de boekhouding bijhouden, om
dat de gebroeders Bakker geen
geid hadden om ook daar nog
iemand voor te betalen.
Dure garnering
I.",'MIDDELS hadden de gebroe
ders Bakker nog zorgen ge-
r.!:* „We kregen die plastic Dak-
iek kordei opwerken,
icn op dc gedachte om zure zvn
ker Hol art kei was er
veniijk u tgernakt. De echte Loe-
d niet meer gemaakt,
moud produkt en
Van móeder Bakker, die de zure
zult in haar jonge jaren elk jaar
maakte, kregen ze het recept
„We vonden een winkelier in Rot
terdam, d^e het voor ons een jaar
lang bij w'jze van Droef wilde
verkopen. Elke week belden we
hem met zweet in onze handen op
om te vragen of hij nog meer
nodig had en elke week bestelde
hij meer. Toen dat jaar om was,
hebben we een jongen op stap ge
stuurd, die twaalf winkels op
moest zoeken, waar ze het ook
wel wilden verkopen, nok alweer
bij wijze van proef." Ook die proef
verliep goed en na zes weken stap
te Adrianus Bakker naar een gros
sier en vroeg hem of hij de zure
zult voor hen in het groot wilde
gaan verkopen. „Wie eet er nu
De gebroeders Bakker Adrianus 1
jes per 100.000 tegelijk binnen",
vertelt Adrianus. „Maar we waren
bang, dat de verkoop van zure zult
ineens zou ophouden. Die moge
lijkheid zat er altijd in. En stel
je dan voor dat je bijvoorbeeld
met tachtigduizend van die bakjes
blijft zitten. Dus vroegen we ons
af: wat kunnen we nog meet in
die bakjes doen om onze basis te
verbreden?"*
Het antwoord was: een vleessala
de. En toen kwam de vrouw van
Arie Bakker er aan te pas. Zij
dacht en mengde net zo lang tot
zij een salade had, die door beide
broers goed werd bevonden. Hon
derdvijftig huisvrouwen, uit alle
lagen van de bevolking, gaven ook
een gunstige mening en men begon
aan de produktie van de salade,
die ook alweer in het plastic bakje
op de markt werd gebracht.
Ondertussen werd naarstig ge
zocht naar een fabriek, omdat de
ruimte in de slagerij allang te
klein was voor wat de gebroeders
Bakker wilden. Er werd in Lekker
kerk grond gekocht pn daarop
openden de broers in april van dit
jaar een fabriek, die voldoet aan
de eisen van de E.E.G., zodat zij
hun produkten ook naar die lan
den mogen exporteren. Aan de ene
kant van de fabriek komt het vlees
naar binnen. Daar wordt het in
diepvries opgeslagen voor langere
tijd, in een koelcel voor een korte
re periode, of het gaat regelrecht
naar de ketels. De grondstoffen
volgen daarna een logische weg,
waarna de zure zult, de salades en
de andere produkten aan de ande
re kant de fabriek weer verlaten.
De andere produkten. De gebroe
ders Bakker zitten nog steeds niet
stil. „Vorig jaar lazen we een ad
vertentie van een Duitse grossier,
die Nederlandse vleesprodukten
vroeg", vertelt Adrianus Bakker.
„We stuurden hem een monster
bleek, dat die niet aan de Duitse
smaak beantwoordde. We hebben
uitvoerig overleg gepleegd en een
jaar lang geëxperimenteerd en nu
hebben we een nieuw produkt, dat
het in Duitsland heel goed doet.
En tegen al onze verwachtingen
in. voldoet het ook heel goed op de
Nederlandse markt."
Er wordt een glazen bakje met
een blikken deksel op tafel gelegd.
Door het glas heen is een aanlok
kelijk garnering van paprika, olijf,
tong, asperge en andere ingrediën
ten te zien. In augustus kwam het
glazen bakje met inhoud op de
markt en thans staan zeven meis
jes zij aan zij aan een lopende
band om de bakjes te vullen en op
te maken. „En we hebben een
schreeuwend tekort aan perso
neel", zegt Adrianus Bakker, want
eigenlijk zouden we een dubbele
produktie moeten hebben."
Basis verbreden
J
t Ari» links voor hun nieuwe fabriek te Lekkerkerk.
want weer vinden zij, dat
1 produkt een te smalle basis
voor dat glaswerk. ..En nu zoe-
Adrianus Bakker is nu de man
van de verkoop en broer Arie
heeft de dagelijkse leiding over
de fabriek. Hij is nu ook de man.
die de nieuwe recepten uitdenkt.
„Elke week proberen we wel weer
wat anders"," zegt hij. „Maar lang
liet alles lukt. Het is ontzettend
moeilijk om iets goeds te vinden.
Natuurlijk kun je wel een hapje
bedenken, dat heel erg lekker is,
maar daarna Beginnen pas de
problemen. Je moet het in grote
hoeveelheden kunnen maken, het
moet houdbaar zijn, de kleur moet
goed blijven en ga zo maar door.
We hebben al heel goede dingen
gehad, die we echter niet in prak
tijk konden brengen. En daar gaat
ontzettend veel geld in zitten om
dat je steeds nieuwe machines no
dig hebt, soms alleen al voor ae
periode waarin je expirimenteert.
En dan kom je soms later tot de
ontdekking, dat het toch niet
gaat".
De vrouw van Arie komt er bijna
niet meer aan te pas. Bijna. Ze
maakt bijvoorbeeld geen recepten
meer voor de fabriek, maar ze
mag wel proeven van de experi
menten van haar man. „Maar
dan heeft ze veel kritiek", zegt
Arie Bakker lachend. „Het is dan
nooit lekker genoeg."
Maar ondanks die kritiek van
zijn vrouw, blijft hij doorzoeken.
„Wij willen ook meewerken aan de
vernieuwing van de vleeswaren",
zegt Arie Bakker. „Neem nu bij
voorbeeld eens die glazen bakjes
Die garnering is ontzettend kost
baar. vooral ook, omdat het alle
maal met de hand moet worden ge
daan. Misschien kunnen we dat in
de toekomst voor een groot ge
deelte wel mechaniseren, maar er
zal toch altijd nog veel handwerk
aan verbonden blijven. Maar daar
schrikken we niet voor terug, ook
al niet, omdat men dat werk op
de meeste fabrieken niet meer aan
kan. En we hebben er succes mee,
want de welvaart is zo groot, aat
de mensen toch steeds datgene
kiezen, wat er het meest aantrek
kelijk uitziet."
Zegen van boven
IN APRIL werd de fabriek ge
opend. Thans zijn de gebroe
ders Bakker alweer aan het uit
breiden, omdat de kookketels al
te klein blijken te zijn. „Maar het
terrein biedt gelukkig ••uimte ge-
noeg om de fabriek nog drie keer
zo groot te maken", zegt Adrianus
Bakker vol trots.
Van een dorpsslagerijtje groeide*
in tien jaar een fabriek, die thans -
zijn produkten tot ver buiten onze,*,
grenzen verzendt. Maar in die fa-
öriek is nog de sfeer te proeven van
het \yerken in de slagerij, waar
het allemaal zo primitief toe ging
en waar men bijvoorbeeld via een
huishoudtrapje buitenom op de
zolder moest komen, waar de
kruiden lagen opgeslagen in de
walmende dampen, die zich door
deuren eti ramen eep uitweg moest
zoeken. Want de meeste werkne
mers van de gebroeders Bakker
hebben die beginperiode geduren
de langere of kortere tijd meege
maakt en tussen de beide broers
en hen hangt de sfeer van kame
raadschap van mensen, die samen
iets hebben bereikt.
Moeder Bakker knikt rustig,
wanneer men met haar over die
groei praat. „Och, mensen toch
wat is dat nou," zegt de glim
lachend, wanneer in haar bijzijn
wordt gezegd, dat het haar re
cept voor zure zult is, die er aan
mee heeft gewerkt, dat dit alle
maal zo kon groeien, gepaard
aan doorzettingskracht en de wil
om te slagen. Maar evenals haar
beide Lekkerkerkse zoons wijst
zij alle vleiende woorden af. „At-
le zegen komt van boven", zegt
ze dan beslist. „En zonder die
zegen hadden zij het niet ge
kund."
Jan Dijkstra.