STOOMTRAM
rijdt op zijn laatste wielen
Zet Fortuna zondag
nieuwe spelers in?
Voordat u het vergeet
DE üavjlt.l,uul»o DONDERDAG 16 DECEMBER 1965
10 SCHIEDAM
een of ander station of halte onderweg
een controleur in zwart, goudgebiesd
uniform in de tram stapte. Diens taak
was het te controleren of alle passagiers
van een geldig plaatsbewijs waren voor
zien. En wie zal het de conducteur kwa
lijk nemen, als bij overmatig druk be
zette trams eens een passagier had
overgeslagen bij de plaatsbewijzen? Dat
kon de meest geroutineerde conducteur
tijdens massaal vervoer overkomen, dus
zeker een leerling. Een kniesoor die
daarop aanmerking zou durven maken.
De controleur dacht er echter anders
over, daarvoor was hij ten slotte contro
leur. En ook hij had zich te houden aan
zijn dienstvoorschriften. Indien nu bij
controle bleek, dat er een passagier
zonder plaatsbewijs met de tram reisde,
werd diens naam en adres door de con
troleur genoteerd; de conducteur kreeg
opdracht alsnog een plaatsbewijs aan de
betreffende passagier te verkopen. Doch
hiermede was de zaak voor de conduc
teur niet afgelopen; voor iedere passa
gier, welke door hem over het hoofd was
zen, werd een kwartje op het loon inge
houden. Deze boete gold zowel voor de
leerling als voor diens leermeester. En
dat kwartje had voor beide grote waar
de, als wij er op letten, dat het week
loon voor een leerling f7,- en voor een
conducteur f 9,- bedroeg
De leerling moest beslist niet te veel
tramklanten vergeten een plaatsbewijs
te verkopen, want dan kon het weieens
gebeuren, dat hij van zijn weekloon niet
veel overhield. U moet namelijk weten,
dat een leerling-conducteur genoodzaakt
was te Rotterdam of omgeving een kost
huis te zoeken. De RTM verstrekte geen
tegemoetkoming in de pensionkosten, zo
dat deze volledig voor rekening van de
leerling-conducteur kwamen. De gemid
delde prijs voor een kosthuis in die da
gen bedroeg f5,- per week, zijn week
loon was f7,-, dus hield hij f2,-, over
voor zijn levensonderhoud, althans als
er niet te veel kwartjes voor boete af
gingen. Een lichtpuntje in de financiële
zorgen van de jongeman vormde de
goedgeefsheid van sommige passagiers,
die bij het betalen van hun plaatsbewijs
vijf of (indien zij heel royaal waren)
tien cent extra op het verschuldigde be
drag gaven. Aan het eind van de dienst
werd de pot tussen leerling en leermees
ter verdeeld. Ook de van de passagiers
ontvangen gratis rokertjes werden eer
lijk gedeeld.
Met de zware geldtas bengelend voor
zijn buik, de koperen hoorn voor het ge
ven van het vertreksein op-en-neer-wip
pend tussen het daarvoor bestemde
draagriempje op de schouderband van
de geldtas, kon men de leerling-conduc
teur zien hollen langs zijn stoomtram.
Zwaaiend en gebarend met de armen
gaf hij de machinist op de loc aanwij
zingen om een „stootje-bij" te geven of
een „beetje op te halen". Het volgende
ogenblik nam hij een duik tussen twee
wagons, om deze aan één zijde aan el-
kaar te koppelen. Zijn volgende hande
ling bestond in het met een koene
sprong over de buffers te wippen, om
ook aan de andere zijde de wagons door
middel van een koppeling en een nood-
ketting achter de tram te haken. Na dit
karwei geklaard te hebben, blies hij op
een fluit-met-erwtje, om de machinist te
kennen te geven, dat hij zijn tram „over
het wissel kon trekken". Hé, vervelend,
trok me die machinist de tram zeker tot
dertig meter voorbij de wissel op! Hij
wist toch, dat de leerling-conducteur de
wissel weer in de goede stand moest
terugzetten en het daarna verzegelen
met een hangslot? En hij wist toch ook,
dat de leerling nog meer te doen had,
dan alleen maar wagons af- of aankop
pelen? Met beide handen op de geldtas
om het slingeren daarvan tegen de gaan
holde onze leerling op het smalle paad
je langs de trambaan; het hoog opgaan
de gras aan beide zijden van het pad
hinderde hem bij het lopen. Langs de
lange rij goederen wagens bereikte hij
eindelijk het rijtuig waarvan hij wist,
dat er zojuist passagiers ingestapt wa
ren. Met de tong op zijn schoenen, hij
gend en puffend van het snelle lopen,
hees hij zich in zijn rijtuig. Bijna kwam
hij adem tekort om op zijn koperen
hoorn het vertreksein voor de machinist
te geven
Ziezo, dat karwei had de leerling-con
ducteur ook weer geklaard. Met een dot
poetskatoen probeerde hij zijn handen
van vuil te reinigen, want hij mocht
zijn passagiers geen smoezelige plaats
bewijzen overhandigen. Met de grote
bruin mahoniehouten kaartenhouder in
de hand liep hij het rijtuig door, hier en
daar een plaatsbewijs eruit scheurend
voor een nieuwe passagier. Hij moest
haast maken met het „aflopen" van zijn
klanten, want bij het volgende station of
halte zou er weer door hem geholpen
moeten worden bij het rangeren.
Ook rangeren
U hebt het misschien al begrepen: een
toekomstige stoomtramconducteur moest
in het verleden ook alles afweten van het
rangeren met de tram; ook dit onder
deel van het vak moest hij tot in de
puntjes onder de knie hebben voor hij
zijn brevet van „vakman" in de zak
had Dit was nodig, om in geval van
ziekte van de stoker diens taak te kun
nen waarnemen. En wie zich nog her
innert, hoeveel goederenwagens er vroe
ger achter een gemengde trein (passa
giers- en goederenvervoer) hingen als
hij te Rotterdam arriveerde, kan zich
voorstellen dat- een conducteur bij het
ontbreken van een stoker op de loc een
zware dienst achter de rug had. Een dub
bele taak in dit geval, en. een dubbele
verantwoordelijkheid. Het was niet uit
gesloten dat hij in zijn haast vergat de
wissel na het rangeren in de goede
stand terug te zetten; de tram uit tegen-
overgestelde richting, die het station na
derde, zou op verkeerd spoor rijden en
de gevolgen daarvan waren veelal fu
nest. Wij herinneren ons in dit verband
een geval van een vergeetachtige conduc
teur, die 's nachts in de aardedonker tij
dens het „afzetten" van een goederen-
wagon op een station na het rangeren
vergat de wissel in de goede stand te
rug te zetten. Bij terugkeer van het eind
station reed de tram ook alweer in de
donker, prompt op verkeerd spoor en bot
ste met matige vaart tegen het stootblok
directie
deze nalatigheid gestraft met het
inhouden van een weekloon.
Eén dag in de maand gold voor de
tramconducteur als verplichte poetsdag.
De geldtas en de kaartenhouder werden
op die dag thuisgelaten en zijn uniform
bleef netjes in de kleerkast hangen. In
plaats van het uniform trok hij een oude
werkbroek en een blauwe kiel aan, want
het was nu niet bepaald schoon werk wat
hij die dag te verrichten had. Al de rij
tuigen plus het postbagagerijtuig in zijn
depot zou hij op de „poetsdag" van bin
nen en van buiten moeten reinigen. Wel
werd iedere dag de vloer van het rijtuig
met een bezem aangeveegd, doch dit
gebeurde slechts vluchtig. Op vastge
stelde tijden werden de wagens echter
grondig onderhanden genomen. Denk nu
niet, dat onze conducteurs tegen die ver
plichte poetsdag opzagen, integendeel,
zij beschouwden het als een welkome
onderbreking in de dagelijkse gespannen
en verantwoordelijke arbeid op de
stoomtram. Daarnaast genoten zij het
voorrecht, dat zij op poetsdag in de
gelegenheid waren, om van 12-1.30 uur
naar huis te kunnen gaan, waar zij met
hun gezin gezamenlijk de middagmaal
tijd gebruikten, ook al weer iets, dat zij
op prijs stelden. Gewoonlijk werd hun
middagprakje, als zij dienst op de tram
hadden, door één der huisgenoten in een
pannetje-met-rode-zak of handdoek bij
hen gebracht op het station. Aan het
eindpunt gekomen had hij pas gelegen
heid om de inhoud van het pannetje te
controleren en het in alle haast naar
binnen te werken!
Talrijk zijn de bepalingen en voor
schriften welke in het boekje met dienst
orders zijn vermeld. Zo lezen wij daarin
o.m., dat de conducteurs bevoegd waren
tot het opmaken van een proces-verbaal
tegen personen, die zich in de tram
onbehoorlijk gedroegen of het hun mede
reizigers lastig maakten. Doch daarover
straks meer. Wat ons bij het doorblade
ren van de dienstorders opviel was, dat
er ook vroeger mensen waren, die tracht
ten zonder betalen met de tram te rei
zen. „Blinde passagiers", noemt men zul
ke reizigers in onze tijd. De RTM trad
tegen dergelijke lieden streng op. Zonder
pardon werden ze, na opgemaakt proces
verbaal, uit de tram verwijderd. En hoe!
Was de onwillige klant erg lastig, dan
werd de tram ergens midden in de pol
der, bij voorkeur daar waar men ver
van de bewoonde wereld verwijderd was,
tot stilstand gebracht. De conducteur liep
daartoe naar het balcon, opende de kop-
deur en stelde de daarachter aange
brachte noodrem in werking. Knarsend
en piepend kwam de stoomtram tot stil
stand. Met behulp van de inmiddels toe
gesnelde maéhinist werd de onwillige
passagier via het balkon het rijtuig uit
gewerkt. De tram vervolgde zijn weg en
de onwillige passagier stond langs de
trambaan tussen het hoog opgaande gras
De rekening voor zijn overtreding werd
hem later gepresenteerd..
Los Bigotes hield
j aarvergadering
Onder leiding van de heer P. Vrede-
bregt heeft de R.K. Lawn Tennis Club
„Los Bigotos" de jaarvergadering ge
houden. Blijkens het jaarverslag telt de
club thans 140 leden, waarvan 30 ju
nioren en 50 zwerfleden. Het financieel
verslag gaf een gunstig resultaat en er
kon worden medegedeeld, dat het vol
gend jaar de volledige schuld op de ba
nen, die 5 jaar geleden werden aan
gelegd. kan worden afbetaalt. De heer
Vredebregt werd tot voorzitter herko
zen dn nam de benoeming voor een jaar
Padvinders
Kerstdienst
Op zaterdag 18 december wordt in de
Opstandingskerk een Padvinders-Kerst
dienst gehouden. De dienst begint om
zeven uur. De Opstandingskerk is aan
de Burgemeester Honnerlage Gretelaan
te Schiedam. Voorganger is jeugdpre-
dikant ds. A. Ie Coq. Alle padvinders
(sters) van N.P.V. en N.P.G., oud-pad
vinders, ouders en belangstellenden kun
nen deze dienst bijwonen.
..Beter drinkwater voor
Rotterdam"
Beter drinkwater voor Rotterdam. On
der deze titel brengt het gemeentelijk
voorlichtingscentrum „Het Open Boek"
aan het Kruisplein 10, een kleine, infor
matieve tentoonstelling van het nieuwe
waterwerk op de Berenplaat. Behalve
een aantal foto's is er een grote ma
quette te zien van de „waterfabriek",
die in de loop van 1966 drinkwater zal le
veren. Het Open Boek is gratis toegan
kelijk.
Gisteren is de eerste tweede-tranfer-
periode in de KNVB-historie afgesloten.
Vanaf vandaag zouden de spelers, die in
de laatste weken door de semi-profclubs
zijn gecontracteerd, speelgerechtigd zijn.
Dit zou betekenen dat ook bij Fortuna
dat door de welwillende medewerking
van twee inwoners van Vlaardingen plot
seling in het transfergewoel kwam, twee
nieuwe gezichten in de semi-profcompe-
titie moeten verschijnen. Immers, zowel
de door de heer Dzoni bij Fortuna ge-
introduceerde Joegoslaaf Mirko Lazare-
vic als de door mej. Nel van de Windt
aangevoerde Turk Turhan Ogus, zijn in
deze periode door Fortuna gecontrac
teerd.
Op het moment dat wij dit schrijven
is er echter nog geen algehele zeker
heid of zij ook inderdaad officieel
speelgerechtigd zijn. Met betrekking
tot de Joegoslaaf wacht men nog op
het fiat van de KNVB, maar voor de
Turk moet men zelfs nog bericht krij
gen van de Turkse voetbalbond en Ha-
cetteppe (de club waarvoor Ogus het
laatste uitkwam) en het transferbe
drag vernemen. Men verwacht echter
bij Fortuna, dat binnenkort beiden in
de competitie zullen mogen uitkomen.
In het eerste of in het tweede?
Het ziet ernaar uit, dat Mirko Laza-
revic spoedig en mogelijk reeds zondag
in de hoogste formatie van de Vlaardin-
gers zal debuteren. Met name trainer
Co Stijger miste in de oefenwedstrijd,
die Fortuna zondag tegen De Hollan-
diaan speelde, lange passes van deze
kortgekuifde Joegoslaaf, maar daar te
genover acht men echter de felle, goed
geplaatste. korte tikken van hem en zijn
opbouwende spel waardevol voor de voe
ding van Fortuna's aanval. Voorzitter
Dick Haddeman zei ons: „Ik geloof wel
dat hij meekan in ons eerste, opererend
achter de voorhoede om bekeken passjes
uit te delen. Als ik 't voor het zeggen
had, dan zou ik hem opstellen". Hadde
man is wel voorzitter, maar met de op
stelling van de teams is de commissie
betaald voetbal belast en uiteraard mengt
hij zich niet in hun zaken, als daarvoor
geen speciale redenen zijn. Kees Stad
houders, de café- en koffie-ijssalonhou-
der maakt wel deel uit van de betrok
ken commissie. Hij wilde zich echter
nog niet uitlaten over het al of niet op
stellen van Lazarevic, die voorlopig nog
bij hem inwoont.
Hij deed dit ook niet, omdat de Joego
slaaf zondag in de oefenwedstrijd tegen
De Hollandiaan (waarschijnlijk licht) ge
blesseerd is geraakt aan zijn knie. Men
kan echter verwachten, dat in de wed
strijd tegen Excelsior Mirko Lazarevic
als rechtsbinnen zal meespelen. Turhan
Ogus (de Turken zelf zeggen Ogus Tur
han, omdat zij eerst de familienaam noe
men), die bij Eriks als draaier werkt, is
zondag niet getest. Een kaakonsteking
heeft hem enige tijd van het voetbalveld
afgehouden. Zijn doelmanskwaliteiten
zijn echter wel gebleken op de trainin
gen, die hij heeft gevolgd.
Dat hij in het eerste team zal verschij
nen is vooralsnog niet te verwachten.
In Ton van Horik bezit de Vlaardingse
semi-prof formatie een betrouwbare doel
man en voorlopig ziet men nog geen re
den om de nieuwe aanwinst, die ver
scheidene malen in een Turks nationaal
team is opgesteld de voorkeur te geven,
mede omdat hij zijn betrouwbaarheid in
een competitieduel nog moet bewijzen.
Ben van Haren
KES.-ZEGELS SPAREN
IS VEILIG SPAREN
Nu het ernaar uitziet, dat de Rotterdamse stoomtram binnen niet al te
lange tijd van het toneel zal zijn verdwenen, zijn wjj op zoek gegaan
naar iemand, die de beginjaren van de stoomtram-naar-de-eilanden
heeft meegemaakt. Ons speurwerk in die richting werd met succes
bekroond; wij kwamen nl. in contact met de thans 77-jarige heer W.
van der Bij, die in 1908 bij de RTM solliciteerde naar de functie con
ducteur bij deze vervoersmaatschappij. Sinds 1916 woont deze oud
conducteur in het noordelijk stadsdeel van Rotterdam. Geboren te Som-
melsdjjk op Goeree-Overflakkee zag hij zijn kans, om bij de RTM te
komen, toen het vaststond dat op 30 april 1909 de stoomtramdiensten
op „zijn" eiland geopend zouden worden. Na zijn sollicitatie kreeg hij
een oproep om ten hoofdkantore van de stoomtram te Rotterdam zich
te melden bij de hoofdcontroleur.
De test, die hem daar werd afgeno
men verliep gunstig voor de heer Van
der Bijna verloop van enige dagen ont
ving hij bericht, dat hij per 1 febr. 1908
als leerling-conducteur bij de rtm in
dienst kon treden, tegen een loon van
f 7,- per week. Als bijzondere bepaling
gold in die dagen dat tevoren een waar
borgsom van f 100.- gestort diende te
worden, welk bedrag werd terugbetaald
indien de werknemer na verloop van
tijd zijn ontslag bij de stoomtram nam.
Vooral voor de jongere employés vorm
de het een probleem, om uit inkomsten
van hun vroegere arbeid, aan die ver
eiste honderd gulden te komen, hadden
zij een dergelijk bedrag niet kunnen spa
ren, dan moesten hun ouders of „kapi
taalkrachtige" kennissen bijspringen om
de waarborgsom bij elkaar te brengen!
De RTM-directie stelde bij aanneming
van personeel de voorwaarde, dat men
bereid moest zijn huis en haard te ver
laten, een kosthuis te zoeken (hetwelk
het personeel zelf moest betalen!) en
op alle toen bestaande stoomtram- en
veerdiensten op en tussen de Zuidhol
landse Zeeuwse eilanden dienst te doen.
Zo omstreeks 1908 exploiteerde de RTM
al een uitgebreid net van stoomtram-
en veerdiensten van en naar de eilan
den. Zo kon het gebeuren dat de leer
ling-conducteur enige tijd dienst deed
op de lijn Rotterdam-Numansdorphaven.
Enige tijd later kon men hem dan aan
treffen op het traject Rotterdam-Oost-
voorne. Een andere maal „zat" hij op
de zijlijn Blaakschedijk-Strijen, om daar
na op een van de veerdiensten over te
stappen, want ook daar viel iets op te
steken voor de leerling-conducteur.
Van conducteur tot boekhouder
Als 20-jarige jongeman verliet de heer
Van der Bij huis en haard te Sommels-
dijk; Na zijn leertijd mocht hij weer te
rug naar zijn geboortedorp; hij werd
waardig bevonden om op de stoomtram-
lijn op Goeree-Overflakkee, die op 30
april 1909 werden geopend, als conduc
teur dienst te doen, tegen een loon van
f 9,- per week.
Dé heer Van der Bij is slechts zeven
jaar als conducteur bij de RTM op
Flakkee in dienst geweest; tijdens de
mobilisatie in augustus 1914 werd ook hij
onder de wapenen geroepen. In 1916
„zwaaide hij af" en trok het conduc
teursuniform weer aan, pm zijn oude
werkzaamheden bij de RTM te her
vatten. Een paar maanden daarna nam
hij als zodanig ontslag: in zijn dienst
tijd had hij kans gezien het diploma
boekhouden te behalen. Hij solliciteerde
bij een bekende Rotterdamse bankinstel
ling naar de functie van boekhouder;
niet lang daarna kreeg hij" een oproep
van de bankinstelling om kennis te ko
men maken, waarna een aanstelling als
boekhouder volgde. Tot zijn 65e jaar is
de oud-stoomtramconducteur in dienst
van de bankinstelling gebleven.
En toch... de jaren als conducteur bij
de stoomtram kan de heer Van der Bij
niet vergeten. Alles, wat hij in die tijd
meemaakte, staat hem nog helder voor
de geest. Aan één stuk door kan hij
vertellen over zijn opleiding als conduc
teur en de jaren, gedurende welke hij
bij de maatschappij", zoals hij de RTM
aanduidt, heeft dienst ^gedaan. (Ter ver
duidelijking: in vroeger jaren zei men
op het platteland van iemand die bij de
RTM in dienst was: hij werkt bij de
„maatschappij". Iedereen wist wat met
deze naamsaanduiding bedoeld werd,
daar er verder geen „maatschappijen"
van enige betekenis gevestigd waren).
Het was weliswaar een zware tijd, met
werkdagen van 16 uur en soms langer,
eens in de tien dagen een vrije dag, met
om de zes weken een vrije zondag.
Uit het relaas van de heer Van der
Bij bleek, dat de sociale toestanden in
het begin van de eeuw, voor de platte
landsbevolking nu niet bepaald gunstig
waren. Dit kwam o.m. door het ontbre
ken van industrieën op de „eilanden".
Geen industrieel dacht eraan zich daar
te vestigen waar hij voldoende en goed
kope arbeidskrachten zou kunnen aan
trekken bij de vestiging van zijn bedrijf.
Deze „uitvinding" dateert van na de
laatste wereldoorlog. Gelaten onderging
de landarbeider zijn lot van alledag,
dat bestond uit werken van zonsopgang
tot zonsondergang, tegen een zeer karig
loon. Zo ging het van vader op zoon, ai
eeuwenlang. Zij aanvaardden hun lot
zonder morren, want het was nu een
maal niet anders. Men was al blij, als
men het goed getroffen had met de
„boer" waar men werkte. De ene boer
was iets scheutiger dan de andere met
het verstrekken van loon in natura, want
ook dat systeem werd in die dagen toe
gepast.
Met het oog -daarop is het begrijpelijk
dat de RTM geen moeite ondervond bij
het aantrekken van personeel nodig voor
een te openen tramlijn. Vele landarbei
ders waren reeds vóór die tijd bij de
stoomtram in dienst, bij het aanleggen
van de trambanen, stationsemplacemen
ten, het optrekken van dienstgebouwen
en wat er meer kwam kijken voor er
een goed functionerende stoomtram-
dienst in bedrijf kon worden gesteld. Op
het platteland waren het vooral de jon
geren die zich tot de moderne stoom
tram aangetrokken voelden. En wel om
dat de RTM in de regel een vaste baan
garandeerde en ten tweede omdat de lo
nen gunstiger waren dan in de land
bouw.
Daar kwam bovendien nog bij, dat de
maatschappij bij ziekte het loon doorbe
taalde en dat men vrije geneeskundige
behandeling kreeg. Behalve deze „gun
sten" had de stoomtramemployé nog
recht op vier dagen extra verlof per
jaar. En niet te vergeten in Rotterdam
mocht hij op kosten van zijn maat
schappij bij een bekend kledingmaga
zijn een uniform laten aanmeten, kom
pleet met prachtig blinkende knopen en
distinctieven op mouwen en kraag, als
hij na verloop van tijd een rang had be
reikt. De directie ging bij het aanstellen
van personeel kritisch te werk: alleen de
besten onder de sollicitanten werden aan
genomen. De leeftijdsgrens was 18 jaar.
Men make hier nu ook weer niet uit
op dat uitsluitend gewezen landarbeiders
het personeel van de stoomtram vorm
den. Ondej- hen waren eveneens tech
nisch geschoolden, zoals bankwerkers,
timmerlieden en schilders. De bankwer
kers brachten het meestal via de rang
van stoker tot machinist; ook werden zij
wel in de bankwerkerij van de remise
te werk gesteld. Timmerlieden en schil
ders waren nodig voor het onderhoud
van het uitgebreide rijtuigen- en goede
renwagenpark van de stoomtram.
Opleiding
Wellicht vraagt men zich af, wat de
reden was dat de opleiding tot conduc
teur zoveel tijd in beslag nam en waar
om alle trajecten van de tramdiensten
moest „doorlopen" hebben voor hij in
staat geacht werd zelfstandig te kunnen
werken. Als men de dienstregelingen van
de laatste jaren van de RTM doorbla
dert, zal men daarin op de laatste blad
zijden enige tabellen aantreffen, waarin
staat aangegeven wat men moet betalen
voor een reis per tram bijvoorbeeld van
Rotterdam naar Ouddorp. En zo kan
men voor iedere af te leggen reis van of
naar een bepaalde plaats met een der
tram- of autobuslijnen nagaan wat die
reis zal kosten. In de beginperiode van
de stoomtramdiensten op de eilanden
werden de tarieven niet in de dienstre
geling vermeld. Om het publiek daar
omtrent toch te kunnen inlichten, wer
den de leerling-conducteurs op alle lij
nen ingezet, om hierdoor kennis te ver
garen over tarieven, plaatsen waarlangs
de tram reed en hoe men het beste van
het ene naar het andere traject kon rei-
Doch dit was niet het enige wat de
conducteur van die dagen werd gevormd
tot een allround man voor zijn maat
schappij. Zo moest hij ook op de hoog
te zijn van de tarieven voor het vervoer
van stuk- en ijlgoederen, paarden, koeien,
varkens, konijnen, kippen, ezelinnemelk.
(deze melk werd aangewend tot herstel
van zieke baby's en werd op bestelling
door een melkfabriek te Rotterdam per
stoomtram naar de plaats van bestem
ming verzonden. Dadelijk na aankomst
van het flesje ezelinnemelk werd dit in
de kortst mogelijke tijd door tramperso
neel bij de aanvrager thuisbezorgd.
Zelfs op zondag had vervoer en thuisbe
zorging van verse ezelinnemelk plaats.
De opleiding tot conducteur kreeg de
leerling van een in het vak doorknede
conducteur. Als het niet al te druk met
passagiers op de stoomtram was, mocht
de leerling reeds na enibe wéken oplei
ding zelfstandig werken. De „leermees-
)»t" „am ar rtan lekker ziin gemak van!
0 Kopstation Krooswük (Hoeksche
Waard) 1906: conducteurs, in historisch
uniform, machinisten, wisselwachter en
lampenist poseren voor de fotograaf. De
dienstdoende conducteur is herkenbaar
aan zijn „wapenrusting": koperen hoorn
voor het geven van het vertreksein,
geldtas, kaartenhouder en nui
plaatje op het uniform.