STOOMTRAM rijdt op zijn laatste wielen Zet Fortuna zondag nieuwe spelers in? Voordat u het vergeet DE üavjlt.l,uul»o DONDERDAG 16 DECEMBER 1965 10 SCHIEDAM een of ander station of halte onderweg een controleur in zwart, goudgebiesd uniform in de tram stapte. Diens taak was het te controleren of alle passagiers van een geldig plaatsbewijs waren voor zien. En wie zal het de conducteur kwa lijk nemen, als bij overmatig druk be zette trams eens een passagier had overgeslagen bij de plaatsbewijzen? Dat kon de meest geroutineerde conducteur tijdens massaal vervoer overkomen, dus zeker een leerling. Een kniesoor die daarop aanmerking zou durven maken. De controleur dacht er echter anders over, daarvoor was hij ten slotte contro leur. En ook hij had zich te houden aan zijn dienstvoorschriften. Indien nu bij controle bleek, dat er een passagier zonder plaatsbewijs met de tram reisde, werd diens naam en adres door de con troleur genoteerd; de conducteur kreeg opdracht alsnog een plaatsbewijs aan de betreffende passagier te verkopen. Doch hiermede was de zaak voor de conduc teur niet afgelopen; voor iedere passa gier, welke door hem over het hoofd was zen, werd een kwartje op het loon inge houden. Deze boete gold zowel voor de leerling als voor diens leermeester. En dat kwartje had voor beide grote waar de, als wij er op letten, dat het week loon voor een leerling f7,- en voor een conducteur f 9,- bedroeg De leerling moest beslist niet te veel tramklanten vergeten een plaatsbewijs te verkopen, want dan kon het weieens gebeuren, dat hij van zijn weekloon niet veel overhield. U moet namelijk weten, dat een leerling-conducteur genoodzaakt was te Rotterdam of omgeving een kost huis te zoeken. De RTM verstrekte geen tegemoetkoming in de pensionkosten, zo dat deze volledig voor rekening van de leerling-conducteur kwamen. De gemid delde prijs voor een kosthuis in die da gen bedroeg f5,- per week, zijn week loon was f7,-, dus hield hij f2,-, over voor zijn levensonderhoud, althans als er niet te veel kwartjes voor boete af gingen. Een lichtpuntje in de financiële zorgen van de jongeman vormde de goedgeefsheid van sommige passagiers, die bij het betalen van hun plaatsbewijs vijf of (indien zij heel royaal waren) tien cent extra op het verschuldigde be drag gaven. Aan het eind van de dienst werd de pot tussen leerling en leermees ter verdeeld. Ook de van de passagiers ontvangen gratis rokertjes werden eer lijk gedeeld. Met de zware geldtas bengelend voor zijn buik, de koperen hoorn voor het ge ven van het vertreksein op-en-neer-wip pend tussen het daarvoor bestemde draagriempje op de schouderband van de geldtas, kon men de leerling-conduc teur zien hollen langs zijn stoomtram. Zwaaiend en gebarend met de armen gaf hij de machinist op de loc aanwij zingen om een „stootje-bij" te geven of een „beetje op te halen". Het volgende ogenblik nam hij een duik tussen twee wagons, om deze aan één zijde aan el- kaar te koppelen. Zijn volgende hande ling bestond in het met een koene sprong over de buffers te wippen, om ook aan de andere zijde de wagons door middel van een koppeling en een nood- ketting achter de tram te haken. Na dit karwei geklaard te hebben, blies hij op een fluit-met-erwtje, om de machinist te kennen te geven, dat hij zijn tram „over het wissel kon trekken". Hé, vervelend, trok me die machinist de tram zeker tot dertig meter voorbij de wissel op! Hij wist toch, dat de leerling-conducteur de wissel weer in de goede stand moest terugzetten en het daarna verzegelen met een hangslot? En hij wist toch ook, dat de leerling nog meer te doen had, dan alleen maar wagons af- of aankop pelen? Met beide handen op de geldtas om het slingeren daarvan tegen de gaan holde onze leerling op het smalle paad je langs de trambaan; het hoog opgaan de gras aan beide zijden van het pad hinderde hem bij het lopen. Langs de lange rij goederen wagens bereikte hij eindelijk het rijtuig waarvan hij wist, dat er zojuist passagiers ingestapt wa ren. Met de tong op zijn schoenen, hij gend en puffend van het snelle lopen, hees hij zich in zijn rijtuig. Bijna kwam hij adem tekort om op zijn koperen hoorn het vertreksein voor de machinist te geven Ziezo, dat karwei had de leerling-con ducteur ook weer geklaard. Met een dot poetskatoen probeerde hij zijn handen van vuil te reinigen, want hij mocht zijn passagiers geen smoezelige plaats bewijzen overhandigen. Met de grote bruin mahoniehouten kaartenhouder in de hand liep hij het rijtuig door, hier en daar een plaatsbewijs eruit scheurend voor een nieuwe passagier. Hij moest haast maken met het „aflopen" van zijn klanten, want bij het volgende station of halte zou er weer door hem geholpen moeten worden bij het rangeren. Ook rangeren U hebt het misschien al begrepen: een toekomstige stoomtramconducteur moest in het verleden ook alles afweten van het rangeren met de tram; ook dit onder deel van het vak moest hij tot in de puntjes onder de knie hebben voor hij zijn brevet van „vakman" in de zak had Dit was nodig, om in geval van ziekte van de stoker diens taak te kun nen waarnemen. En wie zich nog her innert, hoeveel goederenwagens er vroe ger achter een gemengde trein (passa giers- en goederenvervoer) hingen als hij te Rotterdam arriveerde, kan zich voorstellen dat- een conducteur bij het ontbreken van een stoker op de loc een zware dienst achter de rug had. Een dub bele taak in dit geval, en. een dubbele verantwoordelijkheid. Het was niet uit gesloten dat hij in zijn haast vergat de wissel na het rangeren in de goede stand terug te zetten; de tram uit tegen- overgestelde richting, die het station na derde, zou op verkeerd spoor rijden en de gevolgen daarvan waren veelal fu nest. Wij herinneren ons in dit verband een geval van een vergeetachtige conduc teur, die 's nachts in de aardedonker tij dens het „afzetten" van een goederen- wagon op een station na het rangeren vergat de wissel in de goede stand te rug te zetten. Bij terugkeer van het eind station reed de tram ook alweer in de donker, prompt op verkeerd spoor en bot ste met matige vaart tegen het stootblok directie deze nalatigheid gestraft met het inhouden van een weekloon. Eén dag in de maand gold voor de tramconducteur als verplichte poetsdag. De geldtas en de kaartenhouder werden op die dag thuisgelaten en zijn uniform bleef netjes in de kleerkast hangen. In plaats van het uniform trok hij een oude werkbroek en een blauwe kiel aan, want het was nu niet bepaald schoon werk wat hij die dag te verrichten had. Al de rij tuigen plus het postbagagerijtuig in zijn depot zou hij op de „poetsdag" van bin nen en van buiten moeten reinigen. Wel werd iedere dag de vloer van het rijtuig met een bezem aangeveegd, doch dit gebeurde slechts vluchtig. Op vastge stelde tijden werden de wagens echter grondig onderhanden genomen. Denk nu niet, dat onze conducteurs tegen die ver plichte poetsdag opzagen, integendeel, zij beschouwden het als een welkome onderbreking in de dagelijkse gespannen en verantwoordelijke arbeid op de stoomtram. Daarnaast genoten zij het voorrecht, dat zij op poetsdag in de gelegenheid waren, om van 12-1.30 uur naar huis te kunnen gaan, waar zij met hun gezin gezamenlijk de middagmaal tijd gebruikten, ook al weer iets, dat zij op prijs stelden. Gewoonlijk werd hun middagprakje, als zij dienst op de tram hadden, door één der huisgenoten in een pannetje-met-rode-zak of handdoek bij hen gebracht op het station. Aan het eindpunt gekomen had hij pas gelegen heid om de inhoud van het pannetje te controleren en het in alle haast naar binnen te werken! Talrijk zijn de bepalingen en voor schriften welke in het boekje met dienst orders zijn vermeld. Zo lezen wij daarin o.m., dat de conducteurs bevoegd waren tot het opmaken van een proces-verbaal tegen personen, die zich in de tram onbehoorlijk gedroegen of het hun mede reizigers lastig maakten. Doch daarover straks meer. Wat ons bij het doorblade ren van de dienstorders opviel was, dat er ook vroeger mensen waren, die tracht ten zonder betalen met de tram te rei zen. „Blinde passagiers", noemt men zul ke reizigers in onze tijd. De RTM trad tegen dergelijke lieden streng op. Zonder pardon werden ze, na opgemaakt proces verbaal, uit de tram verwijderd. En hoe! Was de onwillige klant erg lastig, dan werd de tram ergens midden in de pol der, bij voorkeur daar waar men ver van de bewoonde wereld verwijderd was, tot stilstand gebracht. De conducteur liep daartoe naar het balcon, opende de kop- deur en stelde de daarachter aange brachte noodrem in werking. Knarsend en piepend kwam de stoomtram tot stil stand. Met behulp van de inmiddels toe gesnelde maéhinist werd de onwillige passagier via het balkon het rijtuig uit gewerkt. De tram vervolgde zijn weg en de onwillige passagier stond langs de trambaan tussen het hoog opgaande gras De rekening voor zijn overtreding werd hem later gepresenteerd.. Los Bigotes hield j aarvergadering Onder leiding van de heer P. Vrede- bregt heeft de R.K. Lawn Tennis Club „Los Bigotos" de jaarvergadering ge houden. Blijkens het jaarverslag telt de club thans 140 leden, waarvan 30 ju nioren en 50 zwerfleden. Het financieel verslag gaf een gunstig resultaat en er kon worden medegedeeld, dat het vol gend jaar de volledige schuld op de ba nen, die 5 jaar geleden werden aan gelegd. kan worden afbetaalt. De heer Vredebregt werd tot voorzitter herko zen dn nam de benoeming voor een jaar Padvinders Kerstdienst Op zaterdag 18 december wordt in de Opstandingskerk een Padvinders-Kerst dienst gehouden. De dienst begint om zeven uur. De Opstandingskerk is aan de Burgemeester Honnerlage Gretelaan te Schiedam. Voorganger is jeugdpre- dikant ds. A. Ie Coq. Alle padvinders (sters) van N.P.V. en N.P.G., oud-pad vinders, ouders en belangstellenden kun nen deze dienst bijwonen. ..Beter drinkwater voor Rotterdam" Beter drinkwater voor Rotterdam. On der deze titel brengt het gemeentelijk voorlichtingscentrum „Het Open Boek" aan het Kruisplein 10, een kleine, infor matieve tentoonstelling van het nieuwe waterwerk op de Berenplaat. Behalve een aantal foto's is er een grote ma quette te zien van de „waterfabriek", die in de loop van 1966 drinkwater zal le veren. Het Open Boek is gratis toegan kelijk. Gisteren is de eerste tweede-tranfer- periode in de KNVB-historie afgesloten. Vanaf vandaag zouden de spelers, die in de laatste weken door de semi-profclubs zijn gecontracteerd, speelgerechtigd zijn. Dit zou betekenen dat ook bij Fortuna dat door de welwillende medewerking van twee inwoners van Vlaardingen plot seling in het transfergewoel kwam, twee nieuwe gezichten in de semi-profcompe- titie moeten verschijnen. Immers, zowel de door de heer Dzoni bij Fortuna ge- introduceerde Joegoslaaf Mirko Lazare- vic als de door mej. Nel van de Windt aangevoerde Turk Turhan Ogus, zijn in deze periode door Fortuna gecontrac teerd. Op het moment dat wij dit schrijven is er echter nog geen algehele zeker heid of zij ook inderdaad officieel speelgerechtigd zijn. Met betrekking tot de Joegoslaaf wacht men nog op het fiat van de KNVB, maar voor de Turk moet men zelfs nog bericht krij gen van de Turkse voetbalbond en Ha- cetteppe (de club waarvoor Ogus het laatste uitkwam) en het transferbe drag vernemen. Men verwacht echter bij Fortuna, dat binnenkort beiden in de competitie zullen mogen uitkomen. In het eerste of in het tweede? Het ziet ernaar uit, dat Mirko Laza- revic spoedig en mogelijk reeds zondag in de hoogste formatie van de Vlaardin- gers zal debuteren. Met name trainer Co Stijger miste in de oefenwedstrijd, die Fortuna zondag tegen De Hollan- diaan speelde, lange passes van deze kortgekuifde Joegoslaaf, maar daar te genover acht men echter de felle, goed geplaatste. korte tikken van hem en zijn opbouwende spel waardevol voor de voe ding van Fortuna's aanval. Voorzitter Dick Haddeman zei ons: „Ik geloof wel dat hij meekan in ons eerste, opererend achter de voorhoede om bekeken passjes uit te delen. Als ik 't voor het zeggen had, dan zou ik hem opstellen". Hadde man is wel voorzitter, maar met de op stelling van de teams is de commissie betaald voetbal belast en uiteraard mengt hij zich niet in hun zaken, als daarvoor geen speciale redenen zijn. Kees Stad houders, de café- en koffie-ijssalonhou- der maakt wel deel uit van de betrok ken commissie. Hij wilde zich echter nog niet uitlaten over het al of niet op stellen van Lazarevic, die voorlopig nog bij hem inwoont. Hij deed dit ook niet, omdat de Joego slaaf zondag in de oefenwedstrijd tegen De Hollandiaan (waarschijnlijk licht) ge blesseerd is geraakt aan zijn knie. Men kan echter verwachten, dat in de wed strijd tegen Excelsior Mirko Lazarevic als rechtsbinnen zal meespelen. Turhan Ogus (de Turken zelf zeggen Ogus Tur han, omdat zij eerst de familienaam noe men), die bij Eriks als draaier werkt, is zondag niet getest. Een kaakonsteking heeft hem enige tijd van het voetbalveld afgehouden. Zijn doelmanskwaliteiten zijn echter wel gebleken op de trainin gen, die hij heeft gevolgd. Dat hij in het eerste team zal verschij nen is vooralsnog niet te verwachten. In Ton van Horik bezit de Vlaardingse semi-prof formatie een betrouwbare doel man en voorlopig ziet men nog geen re den om de nieuwe aanwinst, die ver scheidene malen in een Turks nationaal team is opgesteld de voorkeur te geven, mede omdat hij zijn betrouwbaarheid in een competitieduel nog moet bewijzen. Ben van Haren KES.-ZEGELS SPAREN IS VEILIG SPAREN Nu het ernaar uitziet, dat de Rotterdamse stoomtram binnen niet al te lange tijd van het toneel zal zijn verdwenen, zijn wjj op zoek gegaan naar iemand, die de beginjaren van de stoomtram-naar-de-eilanden heeft meegemaakt. Ons speurwerk in die richting werd met succes bekroond; wij kwamen nl. in contact met de thans 77-jarige heer W. van der Bij, die in 1908 bij de RTM solliciteerde naar de functie con ducteur bij deze vervoersmaatschappij. Sinds 1916 woont deze oud conducteur in het noordelijk stadsdeel van Rotterdam. Geboren te Som- melsdjjk op Goeree-Overflakkee zag hij zijn kans, om bij de RTM te komen, toen het vaststond dat op 30 april 1909 de stoomtramdiensten op „zijn" eiland geopend zouden worden. Na zijn sollicitatie kreeg hij een oproep om ten hoofdkantore van de stoomtram te Rotterdam zich te melden bij de hoofdcontroleur. De test, die hem daar werd afgeno men verliep gunstig voor de heer Van der Bijna verloop van enige dagen ont ving hij bericht, dat hij per 1 febr. 1908 als leerling-conducteur bij de rtm in dienst kon treden, tegen een loon van f 7,- per week. Als bijzondere bepaling gold in die dagen dat tevoren een waar borgsom van f 100.- gestort diende te worden, welk bedrag werd terugbetaald indien de werknemer na verloop van tijd zijn ontslag bij de stoomtram nam. Vooral voor de jongere employés vorm de het een probleem, om uit inkomsten van hun vroegere arbeid, aan die ver eiste honderd gulden te komen, hadden zij een dergelijk bedrag niet kunnen spa ren, dan moesten hun ouders of „kapi taalkrachtige" kennissen bijspringen om de waarborgsom bij elkaar te brengen! De RTM-directie stelde bij aanneming van personeel de voorwaarde, dat men bereid moest zijn huis en haard te ver laten, een kosthuis te zoeken (hetwelk het personeel zelf moest betalen!) en op alle toen bestaande stoomtram- en veerdiensten op en tussen de Zuidhol landse Zeeuwse eilanden dienst te doen. Zo omstreeks 1908 exploiteerde de RTM al een uitgebreid net van stoomtram- en veerdiensten van en naar de eilan den. Zo kon het gebeuren dat de leer ling-conducteur enige tijd dienst deed op de lijn Rotterdam-Numansdorphaven. Enige tijd later kon men hem dan aan treffen op het traject Rotterdam-Oost- voorne. Een andere maal „zat" hij op de zijlijn Blaakschedijk-Strijen, om daar na op een van de veerdiensten over te stappen, want ook daar viel iets op te steken voor de leerling-conducteur. Van conducteur tot boekhouder Als 20-jarige jongeman verliet de heer Van der Bij huis en haard te Sommels- dijk; Na zijn leertijd mocht hij weer te rug naar zijn geboortedorp; hij werd waardig bevonden om op de stoomtram- lijn op Goeree-Overflakkee, die op 30 april 1909 werden geopend, als conduc teur dienst te doen, tegen een loon van f 9,- per week. Dé heer Van der Bij is slechts zeven jaar als conducteur bij de RTM op Flakkee in dienst geweest; tijdens de mobilisatie in augustus 1914 werd ook hij onder de wapenen geroepen. In 1916 „zwaaide hij af" en trok het conduc teursuniform weer aan, pm zijn oude werkzaamheden bij de RTM te her vatten. Een paar maanden daarna nam hij als zodanig ontslag: in zijn dienst tijd had hij kans gezien het diploma boekhouden te behalen. Hij solliciteerde bij een bekende Rotterdamse bankinstel ling naar de functie van boekhouder; niet lang daarna kreeg hij" een oproep van de bankinstelling om kennis te ko men maken, waarna een aanstelling als boekhouder volgde. Tot zijn 65e jaar is de oud-stoomtramconducteur in dienst van de bankinstelling gebleven. En toch... de jaren als conducteur bij de stoomtram kan de heer Van der Bij niet vergeten. Alles, wat hij in die tijd meemaakte, staat hem nog helder voor de geest. Aan één stuk door kan hij vertellen over zijn opleiding als conduc teur en de jaren, gedurende welke hij bij de maatschappij", zoals hij de RTM aanduidt, heeft dienst ^gedaan. (Ter ver duidelijking: in vroeger jaren zei men op het platteland van iemand die bij de RTM in dienst was: hij werkt bij de „maatschappij". Iedereen wist wat met deze naamsaanduiding bedoeld werd, daar er verder geen „maatschappijen" van enige betekenis gevestigd waren). Het was weliswaar een zware tijd, met werkdagen van 16 uur en soms langer, eens in de tien dagen een vrije dag, met om de zes weken een vrije zondag. Uit het relaas van de heer Van der Bij bleek, dat de sociale toestanden in het begin van de eeuw, voor de platte landsbevolking nu niet bepaald gunstig waren. Dit kwam o.m. door het ontbre ken van industrieën op de „eilanden". Geen industrieel dacht eraan zich daar te vestigen waar hij voldoende en goed kope arbeidskrachten zou kunnen aan trekken bij de vestiging van zijn bedrijf. Deze „uitvinding" dateert van na de laatste wereldoorlog. Gelaten onderging de landarbeider zijn lot van alledag, dat bestond uit werken van zonsopgang tot zonsondergang, tegen een zeer karig loon. Zo ging het van vader op zoon, ai eeuwenlang. Zij aanvaardden hun lot zonder morren, want het was nu een maal niet anders. Men was al blij, als men het goed getroffen had met de „boer" waar men werkte. De ene boer was iets scheutiger dan de andere met het verstrekken van loon in natura, want ook dat systeem werd in die dagen toe gepast. Met het oog -daarop is het begrijpelijk dat de RTM geen moeite ondervond bij het aantrekken van personeel nodig voor een te openen tramlijn. Vele landarbei ders waren reeds vóór die tijd bij de stoomtram in dienst, bij het aanleggen van de trambanen, stationsemplacemen ten, het optrekken van dienstgebouwen en wat er meer kwam kijken voor er een goed functionerende stoomtram- dienst in bedrijf kon worden gesteld. Op het platteland waren het vooral de jon geren die zich tot de moderne stoom tram aangetrokken voelden. En wel om dat de RTM in de regel een vaste baan garandeerde en ten tweede omdat de lo nen gunstiger waren dan in de land bouw. Daar kwam bovendien nog bij, dat de maatschappij bij ziekte het loon doorbe taalde en dat men vrije geneeskundige behandeling kreeg. Behalve deze „gun sten" had de stoomtramemployé nog recht op vier dagen extra verlof per jaar. En niet te vergeten in Rotterdam mocht hij op kosten van zijn maat schappij bij een bekend kledingmaga zijn een uniform laten aanmeten, kom pleet met prachtig blinkende knopen en distinctieven op mouwen en kraag, als hij na verloop van tijd een rang had be reikt. De directie ging bij het aanstellen van personeel kritisch te werk: alleen de besten onder de sollicitanten werden aan genomen. De leeftijdsgrens was 18 jaar. Men make hier nu ook weer niet uit op dat uitsluitend gewezen landarbeiders het personeel van de stoomtram vorm den. Ondej- hen waren eveneens tech nisch geschoolden, zoals bankwerkers, timmerlieden en schilders. De bankwer kers brachten het meestal via de rang van stoker tot machinist; ook werden zij wel in de bankwerkerij van de remise te werk gesteld. Timmerlieden en schil ders waren nodig voor het onderhoud van het uitgebreide rijtuigen- en goede renwagenpark van de stoomtram. Opleiding Wellicht vraagt men zich af, wat de reden was dat de opleiding tot conduc teur zoveel tijd in beslag nam en waar om alle trajecten van de tramdiensten moest „doorlopen" hebben voor hij in staat geacht werd zelfstandig te kunnen werken. Als men de dienstregelingen van de laatste jaren van de RTM doorbla dert, zal men daarin op de laatste blad zijden enige tabellen aantreffen, waarin staat aangegeven wat men moet betalen voor een reis per tram bijvoorbeeld van Rotterdam naar Ouddorp. En zo kan men voor iedere af te leggen reis van of naar een bepaalde plaats met een der tram- of autobuslijnen nagaan wat die reis zal kosten. In de beginperiode van de stoomtramdiensten op de eilanden werden de tarieven niet in de dienstre geling vermeld. Om het publiek daar omtrent toch te kunnen inlichten, wer den de leerling-conducteurs op alle lij nen ingezet, om hierdoor kennis te ver garen over tarieven, plaatsen waarlangs de tram reed en hoe men het beste van het ene naar het andere traject kon rei- Doch dit was niet het enige wat de conducteur van die dagen werd gevormd tot een allround man voor zijn maat schappij. Zo moest hij ook op de hoog te zijn van de tarieven voor het vervoer van stuk- en ijlgoederen, paarden, koeien, varkens, konijnen, kippen, ezelinnemelk. (deze melk werd aangewend tot herstel van zieke baby's en werd op bestelling door een melkfabriek te Rotterdam per stoomtram naar de plaats van bestem ming verzonden. Dadelijk na aankomst van het flesje ezelinnemelk werd dit in de kortst mogelijke tijd door tramperso neel bij de aanvrager thuisbezorgd. Zelfs op zondag had vervoer en thuisbe zorging van verse ezelinnemelk plaats. De opleiding tot conducteur kreeg de leerling van een in het vak doorknede conducteur. Als het niet al te druk met passagiers op de stoomtram was, mocht de leerling reeds na enibe wéken oplei ding zelfstandig werken. De „leermees- )»t" „am ar rtan lekker ziin gemak van! 0 Kopstation Krooswük (Hoeksche Waard) 1906: conducteurs, in historisch uniform, machinisten, wisselwachter en lampenist poseren voor de fotograaf. De dienstdoende conducteur is herkenbaar aan zijn „wapenrusting": koperen hoorn voor het geven van het vertreksein, geldtas, kaartenhouder en nui plaatje op het uniform.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1965 | | pagina 10