Watersnood in Rotterdam
SMSK
mmM
Vijftig jaar geleden stonden
binnenstad en Hillesluis blank
Volgens Willem Mekking kan men
schepen beter drijvende houden
DONDERDAG 13 JANUARI 1916:
Kraanvogels zijn bij Chinezen
populair; vooral aan 't spit
DE HAVENLOODS DONDERDAG 13 JANUARI 1966
Men sprak van een „historisch ogenblik", toen vijftig jaar geleden, als
gevolg van de zware storm, die ook zoveel schade langs de Zuiderzee
kust aanrichtte, de peilschaal aan de Vlasmarkt de record-waterstand
van 3.94 meter boven Rotte-peil aanwees. Zulk een hoge stand had men
in Rotterdam nog nimmer meegemaakt; zelfs niet tijdens de storm van
1894, toen het water tot 3.75 meter boven Rotte-peil kwam
Zo hoog steeg het water op die 13e januari 1916, dat de peilschaal te
kort bleek te zijn; hij moest met een stuk carton worden verlengd
De record-waterstand werd 's avonds genoteerd om vijf minuten over
half twaalf. Op dat moment stond de binnenstad grotendeels blank. Bij
de Tweede Rosestraat was een dijkje doorgebroken, waardoor Hille
sluis en de Polder Varkenoord ondergelopen waren. De Spoorlijn naar
Dordrecht was over een lengte van vijftig meter weggespoeld. In IJssel-
monde was een aantal huizen door het water geïsoleerd.
Op de plaatsen, waar het nog een
beetje droog was, stonden honderden be
langstellenden te kijken. Wat zij te zien
kregen, was werkelijk de moeite waard;
stoere arbeiders, die angstige dames
over het water droegen; koeriers te
paard, die zoals voorgeschreven was
door de dijkgraaf de waterstand con
troleerden, winkeliers, die hun kelders
tegen het binnendringende water pro
beerden te beschermen, brandweerlie
den, die met de handspuiten aan het
pompen waren, kantoorbedienden, die
archiefstukken uit bedreigde ruimten
Ja: de Noord-Westerstorm had het
nodige op zijn geweten! Alle huizen ten
Zuiden van de/Dostzeedijk stonden mid
den in het water. Op de Hoogstraat en
ae Schiedamsedijk stroomde het water
de kelders binnen. De tramlijnen 1. 2,
3, 4, 5, 6, 7. en 10 vrijwel alle lijnen
van die tijd waren omgelegd. De
Oude Plantage was een meertje gewor
den. Feyenoord was alleen per trein te
bereiken.' Wie van Plan C naar de Wil
lemsbrug wilde gaan, kon dit per sle
perswagen doen: handige wagenvoer
ders reden de hele avond heen en weer
en vervoerden het publiek voor enkele
centen de man.
Ook Noordereiland
Het kantoor van R. Mees en Zonen
en het P.T.T.-kantoor op het Beursplein
waren slechts per roeiboot bereikbaar.
De politiepost aan de Oosterkade was
onbruikbaar geworden. Omdat het
Maasstation door het water geïsoleerd
was, reden de treinen niet verder dan
de Rustwat, natuurlijk stond ook het
Noordereiland „onder water".
trachtten te redden; mannen met de
witte armbanden van het „Dijkleger",
die op wacht stonden
De kelders van de basculebruggen
waren volgelopen. Kralingen en Delfsha-
ven waren in staat van alarm gebracht
door het luiden van de kerkklokken,
het polderbestuur van de Bergpolder
stond aan de Vlaggemanskade op wacht,
want de Schie was tot meer dan een
halve meter boven het Schie-peil gere
zen. Bij het reserve-brandspuithuis op
het Grote Kerkplein rinkelde de telefoon
zonder ophouden. Aan de Zuidzijde van
öc Waalhaven was een stuk van een
dijk verdwenen, in de Maashaven waren
schepen losgeslagen van de boeien
Doden
Het noodweer deed zich in
1916 voor tijdens doodtij. „Het zou
werkelijk tot een heel grote ramp
gekomen zijn als de storm tijdens
springtij gewoed had", schreef de
NRC.
37 jaar later hebben wij ervaren
dat die woorden maar al te juist
Het ergst was echter de Polder Var
kenoord er aan toe. Doordat bij de
Tweede Rosestraat een niet al te soliede
dijkje onverwacht bezweken was onder
de drang van het rivierwater, waren de
bewoners van Hillesluis verrast door een
ontzaglijke watervloed, die hen in korte
tijd in hun kleine bouwvallige huizen
isoleerde. Zij hadden geen kans gezien
te vluchten en velen van hen hadden
soms zelfs in nachtgewaad hun toe
vlucht op zolder gezocht. Brandweer
mannen van de spuiten 40, 50 en 51 be
gonnen terstond met een wanhopige red
dingsactie. Zij kregen hulp van Rode
Kruismannen. Men kon echter niet voor
komen, dat er slachtoffers vielen. In een
der kleine huisjes aan de West-Varke-
noordseweg verdronken twee kinderen in
hun bedjes; niet ver er vandaan werden
een vijfjarig jongetje en een zevenjarig
meisje letterlijk weggespoeld door het
water; htm lijkjes werden later gevon
den
w
£)e pelikanen, die men op een
wandeling door „Blij-Dorp"
in de «zijvijver, achter de verblijf
plaats van de bevers,kon aantref
fen, zwemmend tussen allerlei
watervogels, zijn wel heel merk
waardige, imponerende dieren. Zo
groot als zij zijn, zijn zij zo teer
als porselein, want heel gemakke
lijk kunnen zij hun vleugels en
poten breken en hun botten zijn zo
licht, dat zij onder de „lichtge
wichten" in de vogelwereld moe
ten worden gerangschikt. Schijn
bedriegt aldus, wanneer men de
dieren aanschouwt, want ze lijken
zo robuust.
Opvallend zijn hun enorme snavels,
waaronder zich een grote slappe zak be
vindt, een vreemd apparaat, dat dienst
doet als een soort fuik, waarin zij de
vis, opslaan om er zichzelf en hun jon
gen mee te voeden. Voor de vangst
zwemmen zij steeds in slagorde rond
en formeren een cirkel rond de vissen,
die zij dan onder water in hun „schep
netten" opvangen, Ock in Blij-Dorp"
kan men daarvan getuige zijn, hoewel
er bij dient te worden gezegd, dat de
vijver niet visrijk is en de oppasser
steeds voor bijvoeding moet zorgen.
Maar het werkelijke vissen zit de peli
kaan nu eenmaal in het bloed en vis of
geen vis, er afstand van doen kan hij
niet. Vooral, wanneer hij honger krijgt.
In oud-christelijke legenden is de peli
kaan een symbool van zelfopofferende
liefde. Want de overlevering wil, dat het
dier de jongen met de puntige snavel in
de borst drukt, in het eigen bloed der
halve, teneinde de nakomelingen te voe
ren met de vis, die in de zak, onder de
snavel, is opgeslagen. Een donkerrode
vlek onder de veren, zou hiervan getui
genis afleggen, maar in feite is het zo,
dat dit niet de plaats is, waar het jonge
dier een wond maakt, maar precies de
plaats, waar de moeder het jong tegen
aan duwt, teneinde de vis naar de krop
omhoog te duwen, waama de „eetpartij"
kan beginnen.
Van d® pelikanen, die in „Blij-Dorp"
uit Zuid-Europa en Oost-Afrika komen is
het maar een „stapje" naar de grote
weide langs de Van Aarsenlaan, waar
een kudde witte runderen rondloopt. Sta
tige witte koeien met lange, neerhangen
de halzen, die in de diergaarde de meest
gefotografeerde dieren genoemd kunnen
worden, waarschijnlijk doordat zij wel
eens in volle ren eikaars snelheid willen
meten. Als betrof het een olympische
sprintwedstrijd.
Het zijn de zeboes, van huis-uit huis
vee in Oost-Azië, maar omstreeks het
jaar 1000, ten tijde van de Hindoe-cultuur,
verspreid in India, waar zij voorname
lijk tot trek- en slachtvee dienen. Doch
bij de Brahmanen gelden de- dieren als
symbool van vruchtbaarheid en worden
zij als heilig beschouwd. Hetgeen voor
onze begrippen tot vreemde toestanden
leidt. Want in het centrum van India
kunnen zij vrij rondlopen, zonder dat
iemand ze ook maar een haar kwaad
mag doen. Ze lopen dan ook ongehin
derd door de straten van steden en iede
re auto moet voor de dieren stoppen.
Ze lopen rond op de markten en eten
van de kraampjes alle mandjes groen
ten leeg, zonder dat een eigenaar er zich
tegen mag verzetten en zodoende zijn zij
in feite tot een plaag geworden.
Mlaar bij de boeddhisten gaat dat niet
op en ook een Islamiet gebruikt de die
ren als trekvee. Door de Engelsen zijn
zij zelfs naar Oost-Afrika geëxporteerd
en daar hebben zij door kruising met
Afrikaans vee, gediend tot verbetering
van de Afrikaanse veestapel en zij wor
den volkomen als huisdieren beschouwd.
Op de weide, bij de zeboes, treft men
ook antilopen aan, hoogbenige dieren,
van wie de voorpoten langer zijn dan de
achterpoten de nijlgau's, die uit d$ jung
le van India komen. Het zijn grote die
ren, die alleen maar tweelingen ter we
reld brengen. Vandaar het charmante
gezicht, wanneer een moeder met haar
twee kleintjes over de weide wandelt.
De nijlgau is één van de weinige grote
antilopen van Azië, die in dierentuinen
vrij algemeen zijn, maar waarover de
laatste tijd nogal alarmerende berichten
de ronde doen.
stige waarschuwing geklonken,
dier in de gaten te houden, voor het te
laat is. Hun aantal is in ieder geval der
mate achteruitgegaan, dat import uit het
wild niet meer mogelijk is. Er zijn op het
ogenblik meer exemplaren in dierentui
nen aanwezig dan in het wild, zodat uit
sterven weliswaar nog kan worden voor
komen, maar het S.O.S. heeft geklonken
en dit zegt genoeg.
Nog een Aziaat kunnen wij op dezelfde
Dank zij de voorzieningen aan de
waterkeringen is het thans niet
meer mogelijk, dat als in 1916
de binnenstad „vol loopt". In de
loop der jaren is er het nodige aan
gedaan.
Wat in 1916 een record was, bleek
intussen echter geen „record van
alle tijden" te zijn. In 1953 stond
het water tijdens de februari-ramp
hoger.
De in dit artikel genoemde
waterstand van 3.94 meter boven
Rotte-peil komt overeen met 3.29
meter boven Normaal Amsterdams
Peil. Welnu, in 1953 wees de peil
schaal een stand aan van ruim 3.70
meter boven NAP
Het duurde enige tijd eer er orde en
regelmaat in de reddingspogingen geko
men waren. Vroeg in de morgen waren
echter alle oude lieden en zieken in vei
ligheid gebracht.
Na middernacht begon het water te
zakken. Tegen het aanbreken van de
dag bleek dat de schade in de binnen
stad en in Hillesluis wel bijzonder groot
was. Drie grote bakkerijen; Ulrich aan
de Leuvehaven, Rossmölder in de Mo-
lensteeg en Küneman op het Middenstei
ger konden geen brood leveren, omdat
de zaken ondergelopen waren. De riolen
waren defect, de kelders van het post
kantoor, van Hotel Weimar, van het
Beursgebouw en van het Museum voor
Land- en Volkenkunde moesten met hulp
van de stoombrandspuiten leeggepompt
worden.
De Telefoondienst deelde mee, dat de
dames op de Centrale in de loop van
de nacht 10.000 telefoongesprekken te
verwerken hadden gekregen, plus een
aantal klachten over schade aan boven
leidingen. In een normale nacht waren
er gewoonlijk niet meer dan ongeveer
300gesprekken.
Zakenman
De handigste aller Rotterdamse zaken
lieden was wellicht een drukker, wiens
bedrijf gespaard was gebleven. Hij liet
terstond een aantal aanplakbiljetten
maken met het opschrift „Uitverkoop
Wegens Waterschade" en zond er een
knechtje mee de stad in. Aan het eind
van de morgen had het jongetje de hele
voorraad aan winkeliers verkocht!
Honderden mannen van de Staats
spoorwegen en een aantal geniesolda
ten vingen terstond aan met het herstel
van het doorgebroken dijkje en de
spoorlijn bij de West-Varkenoordseweg.
Dagenlang zag men in Zuid lange rijen
sleperswagens met zand naar de plaats
des onheils rijden. Ten slotte viel de
schade nog wel mee want eerder dan
men gedacht had, konden de treinen
weer over de spoordijk rijden.
In een aantal panden aan de oude bin
nenhavens kon men nog jaren later in
laag-gelegen portalen, ongeveer op knie
hoogte, een vage moet zien. Soms wees
men de bezoekers er op:„Tot hier
stond het water in 1916
gedeeltelijk weggeslagen
De spoordijk werd door de kracht van het
Met man en macht werd het dijkje bij de Tweede Rosestraat hersteld
uitgestrekte weide bewonderen. De
Mansjoerijse kraanvogel. Bij de Chine
zen zijn deze vogels heel populair, ze
zijn afgebeeld op Chinese lak- en bor
duurwerken en bovendien gelden zij als
symbool van een lang leven. Vandaar
dat men op nieuwjaarskaarten steeds
een kraanvogel afgebeeld ziet. Maar
heel vervelend is, dat men de wens naar
een lang leven, tevens nog kracht bij
zet, door de dieren in gebraden toestand
te consumeren. Want dit heeft dit vogel
ras zoveel kwaad berokkend dat er op
het ogenblik nog slechts 300 'exemplaren
geteld kunnen worden.
Daarom is het verheugend, dat „Blij-
Dorp" in 1964 reeds een dier heeft groot
gebracht en in 1965 zelfs twee exem
plaren. De ouders zijn zeven jaar gele-
eerst op vijfjarige leeftijd gaan broeden,
is dit een gunstig resultaat, mede gelet
op het feit, dat er per jaar niet meer dan
twee eieren gelegd worden.
In het begin heeft men heel veel moei
te gehad met de kuikens, want zij voch
ten tot bloedens toe, waarbij de ouders
rustig toekeken. Maar in „Blij-Dorp"
heeft men daar iets op gevonden, een
nieuwigheidje, dat vermoedelijk in de
wereld van dierentuinen wel navolging
zal vinden. Men heeft er nl. een gazen
hekje geplaatst met aan de ene kant
Ma met een jong en aan de andere zij
de, Pa met de andere nakomeling en
sindsdien zijn er geen vechtpartijen meer
voorgekomen. Terwijl de dieren ook niet
van elkaar vervreemd zijn, want zij lo
pen nu reeds gevieren heel vriend
schappelijk over de weide rond. Waar
uit weer eens te meer blijkt, dat ook de
gedragingen der dieren, in goede banen
te leiden zijn. Het gaat alleen maar om
de manier waarop het gebeurt.
M. v.d. Berg.
Tk probeer altijd iets meer te zijn
"A dan een ander", zegt de 25-jarige
Willem Mekking, die woont in Hoog
vliet en een stomerij heeft op de
Burgemeester Baumannlaan in Over-
schie. De heer Mekking zegt dat niet
op een arrogante manier, maar wel
omdat hij belangstelling heeft voor
vele dingen en over die zaken dan
ook nadenkt. Een van die onderwer
pen, waar hij zijn gedachten over heeft
laten gaan, betreft de vele ongelukken,
die op zee gebeuren. En Wim Mek
king is tot de conclusie gekomen, dat
het niet altijd nodig is, dat een schip
verloren gaat bij een aanvaring of
bij het aan de grond lopen. Ook is hij
van mening, dat veel meer mensen
levens gered kunnen worden en dat
voorkomen kan worden, dat bij het
aan de grond lopen lading over boord
moet worden gezet.
Eigenlijk is het idee van Willem Mek
king vrij simpel. Of het technisch uit
voerbaar is, moeten anderen beoordelen,
maar volgens de ontwerper is dat be
slist wel het geval. „Het zal alleen een
kwestie zijn van duizenden guldens",
zegt hij, „maar het is in het belang
van de reders en de verzekeringsmaat
schappijen, dat dit plan verder zou
worden uitgewerkt- Er kunnen mensen
levens mee worden gered en kapitalen
mee worden uitgespaard".
Het idee van de heer Mekking berust
op de wet van Archimedes, op het prin
cipe van het draagvermogen. Wanneer
het volume van een drijvend voorwerp
wordt vergroot, wordt ook het draag
vermogen groter. Daartoe wil Willem
Mekking de schepen in hun geheel orn-
Onafhankelijkheid
Met de nieuwste Honda 310 bromfiets
bent U niet meer afhankelijk van bus
of tram. U kunt gaan en staan op elk
moment. Naar Uw werk, naar Uw ont
spanningsoord.
Deze bromfiets rijdt op gewone benzine
(geen mengsmering) U betaalt voor dit
twee-wielige wonder slechts ƒ798,U
kunt hem zien bij Garage Maatje,
Rotterdamse Rijweg 914 Rotterdam-
Overschie. Tel. 15.44.11.
Willem Mekking.
geven met een soort reddingsgordel.
Wanneer het schip door een aanvaring
lek raakt en begint te zinken, kan die
reddingsgordel door middel van samen
geperste lucht worden opgeblazen, waar
door het drijfvermogen groter wordt.
„Het schip zal in ieder geval zo lang
blijven drijven tot er hulp kan worden
geboden", aldus Willem Mekking.
Natuurlijk moet Édeze reddingsgordel,
die het schip als het ware als een ballon
gaat omgeven, worden ingebouwd. „Het
hele geval kan met een minimum aan
ruimte worden opgeborgen", zegt Mek
king. „Het systeem moet elektrisch of
met handbediening in werking gesteld
kunnen worden. In de huid van het schip
moeten luiken worden gemaakt, die dan
automatisch worden geopend, wanneer
dc reddingsgordèl wordt opgeblazen".
LUCHTKUSSEN
Willem Mekking ziet vele toepassings
mogelijkheden voor zijn vinding. „Wan
neer een schip dreigt te kapseizen, dan
is het niet nodig, dat een deel van de
lading overboord wordt gezet. Wanneer
de grond loopt, kan het systeem uitkomst
brengen. De ballon om het schip heen
wordt opgeblazen, waardoor het schip
als het ware iets wordt opgetild, vaak
net genoeg om weer op eigen kracht
los te komen".
Willem Mekking heeft nog verder over
zijn idee doorgedacht. „Natuurlijk moet
het luchtkussen uit vakken bestaan, zodat
bij een aanvaring nooit het hele systeem
ineens vernield kan worden. Bovendien
moet er tussen de kussens onderling
ruimte zijn, opdat schepen, die redding
komen bieden en de passagiers van
boord komen halen, dicht bij het in nood
verkerende schip kunnen komen".
Zoals de uitvinder zelf al toegeeft, zal
het veel geld gaan kosten om schepen
met dit systeem uit te rusten. „Maar
de veiligheid gaat boven alles", zegt hij
terecht. „Bovendien zal het voor reders
toch heel belangrijk zijn te weten, dat
zij voor een belangrijk deel kunnen voor
komen, dat er met een van hun schepen
een ramp gaat gebeuren. Maar het is
ook van groot belang voor de verzeke
ringsmaatschappijen, die altijd veel geld
moeten uitkeren, wanneer een schip ver
gaat of wanneer een gedeelte van de
lading overboord moet worden gezet.
En dan is er nog een belangrijk punt.
Wanneer een schip midden op zee zinkt,
is het meestal onmogelijk later een on
derzoek in te stellen naar de juiste toe
dracht. Met dit systeem kan het schip
in ieder geval een hele tijd blijven drij
ven, zodat de kans op een diepgaand
onderzoek veel groter wordt".
Willem Mekking, die van huis uit auto
monteur is, heeft lang geaarzeld voor
dat hij zijn gedachten aan ons blad wilde
toevertrouwen. Daar had hij een specia
le reden voor. „Als je een idee hebt,
dat uitvoerbaar is en dat bepaalde men
sen veel geld kan besparen, dan wil je
er zelf ook wel beter van worden", zegt
hij. „Maar ik heb zelf geen geld om het
idee verder uit te werken. Nu kan ik
wel naar een reder, een scheepsbou
wer of een verzekeringsmaatschappij
stappen, maar dan profiteert één bedrijf
van mijn idee. Daarom heb ik gemeend
er publiciteit aan te moeten geven, zo
dat iedereen er wat aan heeft. Natuur
lijk hoop ik, dat men dan met mij con
tact zal opnemen, omdat het altijd wel
prettig is om te zien wat er met je
ideeën gebeurt".