kunstenaar henny braams loopt niet met zijn werk te koop Doodstraf eerder besmettelijk dan afschrikwekkend pop-artis een mode-gril en voor mij is het kitsch ^ÊÊllÊÊ^ Dr. F. T. Diemer-Lindeboom: Ontgin nieuw land, opdat zij leven' DE HAVENLOODS DONDERDAG 13 JANUARI 1966 Als hij een ogenblik "Wellicht zal men zich herinneren, dat onze stadgenote, mevrouw dr. F. T. Diemer-Lin deboom indertijd als lid van het Comité Preston Cobb een reis naar Amerika heeft gemaakt om, toen deze vijftienjarige negerjongen tot de elec- trische stoel veroordeeld was, hierover de erns tig verontruste stem van een belangrijk deel van het Nederlandse volk te laten horen. Dit doodvonnis werd later God zij dank ver nietigd. Al lang tevoren Jaad mevrouw Diemer zich met strafrecht-problemen bezig gehouden ze promoveerde indertijd op een proefschrift over het strafrecht in de Sow jet-Unie maar mede door het geval Preston Cobb werd zij er toe gebracht twee jaar lang een intensieve studie van de doodstraf te maken. Deze studie heeft ertoe geleid, dat zij (een vooraanstaand lid van de Anti-Revolutionaire Partij en o.a. voor deze partij lid van de Rotterdamse gemeenteraad) gebroken heeft met het standpunt der prote stants christelijke partijen, dat het strafrecht niet in de eerste plaats dient tot verbetering van de overtreder of om de maatschappij te be schermen, maar allereerst dient tot herstel van de geschonden gerechtigheid, waarbij zonodig de doodstraf wordt toegepast. Ze is het geheel eens met het stand punt, dat professor van Bemmelen on langs in Den Haag op het internationaal strafrechtscongres, waar 400 straf rechtjuristen uit 55 landen bijeen wa ren heeft verdedigd, dat „het strafrecht zoveel mogelijk moet worden gehuma niseerd en dat strafrechterlijke behan deling moet strekken tot resoeialisering van de veroordeelde". Geheel in over eenstemming hiermee heeft mevrouw Diemer zich in haar onlangs verschenen boek een vurig bestrijdster van aFe doodstraf betoond, en deze bestrijding op een diepe en originele bijbelstudie gefundeerd. Ondoelmatig ZOALS in brede kring bekend is, heb ben christelijke voorstanders van de doodstraf zich altijd weer beroepen op het woord, dat God volgens Genesis tot Noaeh heeft gesproken: „Wie des men sen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden; want God heeft de mens naar zijn beeld gemaakt." (Genesis 9:6). Mevrouw Diemer heeft in haar boei ende boek „Ontgin Nieuw Land, opdat zij leven" uitvoerig uiteengezet, dat deze bekende woorden geen rechtsregel behelzen, maar alleen een vaderlijke waarschuwing van God, dat Wie het zwaard nemen, door het zwaard zullen vergaan, zoals Jezus deze zelfde gedach te eeuwen later kernachtig geformuleerd heeft. Ze wijst erop, dat God zelf de eerste moordenaar, Kaïn, in bijzondere bescherming heeft genomen en dat de eerste doodslager, waarover we na Noach in de Bijbel lezen, Mozes, die in z'n drift een Egyptische slavendrijver doodde door God zelf tot de grote be vrijder van Israël gemaakt is. Ook in het bekende woord van Pau- lus, dat de overheid het zwaard niet te vergeefs draagt, omdat zij in de dienst van God staat om aan de boosdoener de rechtvaardige straf te voltrekken, moeten we bij „zwaard" niet aan de beul denken, maar eenvoudig aan een oud symbool voor de rechtsmacht der overheid, want Paulus spreekt in het verband o.a. over belastingontduiking, en dat is nu eenmaal geen halsmis drijf.-.. Het bekende argument, dat er van de doodstraf een machtig afschrikwekken de werking uitgaat, weerlegt mevr. Die mer met gegevens uit tal van landen, waar men de doodstraf weer ingevoerd of weer afgeschaft heeft. Ten eerste denken moordenaars hoogst zelden aan dc strafbedreiging. Een sprekend voor beeld vinden we in de memoires van Sanson. Zijn vader, een beul kwam thuis van een executie en vertelde van da onbeschrijfelijke doosdangst waar- san de ter dood veroordeelde, een jon- a° man van 20 jaar, ten prooi was ge weest. Sinds de dood. van Madame du Barry had hij nog nooit iemand zo zwak gezien. ..Daaruit kan je opmakenwas hkt oordeel van de beul, hoe ondoel matig de doodstraf is. We hebben daar nu een mens gehad, die ban8 de dood. Nu, die man was nog geen 21 jaar, toen hij reeds twee moorden waar- van één op zijn moeder, begaan had. sproken Mevrouw Diemer wijst zelfs eer besmettelijke werking van execu tes aan als ze het feit memoreert, dat in 1948-1955 in drie grote steden van Amerika op dinsdagen en vnjdagen van executies meer moorden blijken te zijn gepleegd dan op dezelfde dagen in „vrije WEen delinquent getuigde zelf: Jk ge loof niet dat de vrees voor de dood on der misdadigers wijd verbreid is_ Het mankeert hun aan verbeeldingskracht. Bovendien is reeds vaak het sprekende feit opgemerkt, dat er juist onder moor denaars een groot aantal mensen tot zelfmoord komt, in tegenstelling tot hen die zich slechts aan doodslag hebben schuldig gemaakt, bij wie dit veel min de: het geval is. Milderestraf ■V A.TUUBLIJK brengt de schrijfster - ook het grote gevaar van rechter lijke dwaling ter sprake. D« doodstraf is nu eenmaal onherroepelijk. Lawes de directeur van de Sing-Sing, deelt me de. dat van een aantal van 409 t.er dood veroordeelde mannen en vrouwen, die i'i zijn gevangenis werden binnenge bracht, er 261 werden geëxecuteerd. Het vonnis werd anderd, bij 31 in een mildere straf. Een mildere straf is b.v. levens lange gevangenisstraf ter vervanging van executie. Mevrouw IJiemer consta teert, dat men bij langdurige vrijheid straffen kan onderscheiden tussen drie De Spaanse schilder Goya heejt een anderhalve eeuw geleden een execu tie op het doek vastgelegd. Het zwaard, de strop, de valbijl, de kogel, het gas, de elektrische stoel, al deze middelen tot de doodstraf worden tot op de dag van vandaag gebruikt. van de definitief geworden situatie, i Is niet alle hoop wordt weggeslagen kómt het bij de gedetineerden, als het goed is. tot een zoeken van innerlijke weder opbouw. Maar naarmate de jaren ver strijken wordt de strijd om opgewassen te blijven tegen de neerdrukkende psy chische beklemming van het gevange nisleven /Zeer zwaar. Toch geeft die mid denperiode de belangrijkste aankno pingspunten voor de voorbereiding van een nieuw begin, zij het ook in verre toekomst, 't Kan echter zijn dat later door het verminderen van de psychische spankracht deze positieve aanknopings punten weer verloren gaan. Pater Stromberg, een gevangenis-geestelijke met rijke ervaring {sedert 1945 in de Berlijnse mannen- en vrouwengevange nissen voor zware delinquenten) getuigt daar bewogen vari. Meermalen moest hij constateren hoe ook bij mannen en vrouwen, die in innerlijke bereidheid tot boete uit berouw vele jaren de straf dapper droegen, de levensmoed na zo'n 12 a 13 jaar verschrompelt. Afbraakver schijnselen, afstomping en versuffing treden op, ook al wenkt nog in verre toekomst de vrijheid. Socialisering van de straf zal zeker met deze verschijnse len ernstig rekening moeten houden. Heidense invloed ?r geworpen op de vraag, hoe het toch komt, dat het ver- t tegen de doodstraf, ook in een tijd de pijnbank, niet van kerkelijke veel meer van humanistische zijde is gekomen Ze kwam tot de ontdekking, dat men in de loop der eeuwen de hei dens-Romeinse idee van gerechtigheid en straf in de Bijbel heeft menen terug te kunnen vinden, terwijl de Bijbel zelf straf en gerechtigheid, toorn en wraak benadert als een functie van Gods ver lossende liefde. Eeuwenlang is men er door dié vermenging van evangelie en heidendom blind voor gebleven, dat wat men in kerkelijke kring het hoog ste, het goddelijk recht noemde, in wer kelijkheid het hoogste onrecht was. Met klem moet schrijfster met vele anderen het droevige feit konstateren, dat juist het strafrecht in onze „chris telijke samenleving vaak nauwelijks door de geest van Christus schijnt te zijn be- invloed. Reeds ruim een eeuw geleden zei de bekendè christelijke sociale her vormer Wichern: „De macht van het In het christendom achter gebleven heiden dom heeft op dit gebied een invloed behouden, die eerst sedert een halve eeuw begint gebroken te worden." En na anderhalve eeuw hebben we het gevoel, dat we inzake de humanise ring van het strafrecht nog altijd maar aan het begin staan. Van groot belang zal zijn, dat we van uit de Bijbel een beter begrip van ge- reohtigheid proberen te verkrijgen en van wat een evangelische opwekkint voor de vernieuwing van de samenle ving kan betekenen. Daarover graag in een volgend arti- INRUIL TELEVISIE 98. Goed spelende INRUIL-T.V.'s kei. Dr. K. J. Kraan. „Ontgin nieuw land. opdat zij le ven" door dr. F. T. Diemer-Linde boom, uitgegeven door Bigot en Van Rossum, prijs 11.90. Jongeren consuls staan klaar met adviezen en service Het Jeugd- en Jongerenbureau staat alle jonge Rotterdammers terzijde met adviezen en service. Een aantal consuls, verspreid over de hele stad, is altijd te raadplegen. Deze consuls zijn te herken nen aan het bordje met een grote C op hun deur. Bij de consuls kan men terecht voor adviezen, initiatieven en problemen. Het centraal adres van het Jeugd- en Jongeren/bureau is Saftlevenstraat 40 b, telefoon 23 12 42, geopend van maandag t.m. vrijdag van 9 tot 17.00 uur. Bod op verkeerd gegomde marinierszegels De familie Siepman heeft met het vel verkeerd gegomde marinierszegels een klein kapitaal in handen gekregen. Een handelaar uit Den Haag bood meteen en kele duizenden guldens, een verzamelaar uit Engeland deed een soortgelijk bod en van weer andere zijde is al 150 gul den per zegel geboden. Dit zou beteke nen dat het hele vel 15.000 gulden op zou kunnen brengen. De familie Siep man heeft nog geen enkel aanbod ge accepteerd. In Schiebroek aan de Blécourtstraat 94 woont een reclame-man. Verborgen in één van die vele flats, in de opstapeling van de grote woonblokken staat ergens een naamplaatje met: H. M. Braams. Verder niets. Dat hoeft ook niet, want Henny Braams is er allerminst de man naar om voor zichzelf reclame te maken. Als hij dat wilde zou hij veel meer in het nieuws staan dan nu het geval is. Hij leeft tamelijk teruggetrokken met zijn vrouw en drie zoons (een tweeling van zeven en één van drie) en bemoeit zich nooit met dié wereld laaar hij met zijn vele talenten in feite bij hoort. Dat is de kunstenaarswereld want daar op tweehoog wordt oprecht kunst gemaakt.' De heer Braams (30) bleef reclame man, ondanks zijn artistieke opleiding en zijn kennis van de materialen. Alleen in de avonduren, als zijn jongens naar bed zijn, komt de grote verandering. Dan trekt hij zich terug in zijn „atelier" dat ongeveer acht vierkante meter naast de woonkamer beslaat en waarin dank zij allerlei ingenieuze vondsten alles een plaatsje gevonden heeft. duivelskunstenaar Dat wil allemaal niet zeggen 'dat Braams geen liefde poor zijn vak heeft. Dat heeft hij juist wel! Maar deze kunstenaar heeft zoveel liefhebberijen dat het woord, „hobby" een té schrale aanduiding is voor de wonderlijke din gen die hier gebeuren. Schilderen, 'sol zijn atelier te vinden. deren, houtsnijden, boetseren, werken met hout, kurk, vezelplaat, metalen, isolatie-materiaal, zand, lijm en was. En wat komt er dan onder deze nijvere handen vandaanKunstwerken, uitge sproken fijne dingen, zoals wandversie ringen en speelse creaties die een knap compositie-gevoel verraden. Je weel soms niet hoe je die „dingen" moet noe men, maar wél is zeker dat je het zou willen bezitten. Wie heeft er wel eens een zandschilderij gezien dat aan de muur hangt? Een speciaal geheim procédé maakt het materiaal hard als beton en de wonderlijke lijnen, die ge accentueerd worden door het aanbren gen van wat verf. geven een fijn effect. Dan zijn er die „dingen" waar met kurk op hout wordt gewerkt. Speels en ab stract worden er houten kralen en an tieke (gesmede) nagels, links en rechts, in verwerkt. Soms een heel stel gewone flessekurken, maar de gedachte dat men hier met ..pop-art" te maken zou hebben is beslist onjuist. Daarvoor vertoont dit werk teveel lijn; het is niet „gemaakt" het is één vloeiende kunst-uiting. naar Zweden Het woord pop-art bevalt me ai niet", zegt Henny Braams, „dat roept voor mij nare associaties op. Ik heb jongens gekend die werkelijk heel aar dig uit de voeten konden, maar die met de mocCe-gril meededen en nu niets meer waar maken van hun talent. Ze schilderen een toestand van geel met paars en blauwe spetters, stoppen daar de toets van een schrijfmachine in'en noemen het dan bijvoorbeeld „Contact met Marianne'. Dat is voor mij kitsch! Daarbij komt nog dat die jongens die dit werk aangepakt hebben, stunts moe ten doen om alsjeblieft maiir in het nieuws te blijven. Rij de trappen van het Beursgebouw maar af op een oude Harley. Ga met een emmertje zeepsop „Verwoeste Stad" van Zadkine af staan sponzen en doe dat dan op een dag dat er honderden mensen lopen. Doe nooit meer gewoon en doe alsof je alleen zó kunt leven. Toon daarbij een kunste naarsgezicht met vooral veel haar en je bent iets!" Daarom heeft Henny Braams'zich min of meer teruggetrokken. Zijn academie vrienden (twee jaar dag- en vier jaar avondstudie) ziet hij bijni nooit meer „Ik weet, dat als ik me in hun sfeer beweeg, i\c eerder succes heb dan nu, maar ik weet ook dat dit dan ten koste van mijn gezin zou gaan en daar pas ik voor. Ik ben een half jaar assistent van wijlen Louis van Roode geweest. Ik heb daar voornamelijk de atelierbouw gedaan, ik ken dus de artiestenwereld en ik pas. Via mijn broer die al jaren in Zweden woont en ook Zweed geworden is, werk ik nu aan een grote expositie die in Göteborg gehouden zal worden. Mij is, door mijn affectie, de pas in eigen land min of meer afgesneden. Om hier wat te zijn moet je je in „de kring" be wegen. kanarie en marmot In zijn gezellige, uiteraard zelf ver bouwde woonkamer, vinden we een kanarie en een marmot. „Kees" is de naam van de marmot die het werk van zijn baas, soms wat al te kritisch en met zijn tanden bekijkt. Langs de wanden zijn verscheidene schilderijen opgehan gen en .verlaren in een hoekje speelt een blik-plastiek een fijn eigentijds spelletje. Overal is de ruimte benut op een wijze die een bonk sfeer meebrengt. Dan vertelt Henny Braams verder: „Ik ben te nuchter om de zekerheid van een fijne baan te missen. Ik ben in het reclame-vak echt niet altijd ievre- den geweest. Daarvoor word je als „volontair" teveel misbruikt, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik durf wel te beweren dat de raak vlakken van mijn liefhebberijen en werk verraden, dat hier sprake is van een parallel. Mijn werk is ook een lief hebberij, de reclame is een heerlijk object. Naast die nuchtere zekerheid heb ik ook de vrijheid. Ik hoef niet te maken wat een ander mooi vindt, nü ben ik mezelf en het blijft altijd een grote moeilijkheid om dit in je beroep te kunnen zeggen. Daarom ook ligt mijn toekomst bij de reclame. Of er zouden hele gekke dingen moeten gebeuren zo dat „de koers" van mijn schilderijen stijl omhoog loopt. Maar dat is niet te verwachten en dus een beetje onzinnig. Ik ben gelukkig dat ik kunst „doe". Ge bonden kunst is mijn werk en de vrije kunst komt daarna. Ik streef beslist niet naar het volmaakte, maar de eerlijkheid moet uit elke creatie spreken. Dat is mijn ideaal. Vergeet echter niet dat ik ook nog drie prachtige kwajongens heb, die heel wat „knutseluurtjes" van pa weggraaien." JOOP MEKES

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1966 | | pagina 15