Sodom trekt meer dan Hoogeveen
ZOVEEL HOOFDEN QO
ZOVEEL ZINSNEDEN
Van ons mag Otto Acron
een hoge borst opzetten
REINIER VAN
DEN BERG
RUIMT
O
■o
De man die een paard vier meter van de grond tilt:
H
ing puzzel
DE HA V-Cii
^i^üituAG 20 JANUARI 1966
SCHIEDAM
Otto Acron kan een hoge borst opzetten. Jarenlang t
bare tijd wil hij zijn repertoire van sterke staaltjes
hij in tal van circussen de topartiest. Binnen afzfien-
•)eer volledig gaan uitvoeren.
minium
fantastische aanbiedingen
GOUDEN HANGERS, y.a. 19-50
HERENRINGEN, v a.
DAMESRINGEN, v.a.
DAMESHORLOGES
17-steens anker, v.a.
13.95
12 75
3450
KLOKKEN
elektrisch en 8-daags, v.a. 17-50
WEKKERKLOKJES - a_
zeer mooi, y.a. 9-95
HERENHORLOGE S
Zwitsers anker, y.a.
1950
KRISTALLEN VAZEN
yele modellen, y.a. 1-75
ZIÉ VOORAL ONZE ETALAGES
WEST-KRUISKADE 51—55 -
TELEFOON 125608
building is die slechte naam per, sé niet
waard. Het is een gezonde bezigheid,
een goede basistraining voor elke sport
man. Die naam wil ik wat omhoog ha
len. In de komende vijf jaar zal body
building in Nederland een snelle vlucht
En verder? „Mijn zaak in bb-artikelen
uitbreiden. En misschien, maar daar
durf ik alleen nog maar van te dromen,
een eigen sportschool beginnen. En mis
schien ook weer een beetje aan catch-
catch gaan doen. Dat heb ik vijf jaar
lang gedaan. Resultaten: een gebroken
neus, een gebroken vinger, twee keer
een ontwrichte enkel en een keer een
ontwrichte schouder. Ik heb in Antwer
pen al poolshoogte genomen. Misschien
ga ik weer wat wedstrijden doen for
I like catch."
En komt hij weer met grote nummers
op de planken? „Waarschijnlijk wel. Met
die kleine nummers heb ik de smaak
weer te pakken gekregen. Misschien kom
ik in het voorjaar met de topnummers
op de pier. Daarna kan ik dan ook el
ders m'n kunsten weer vertonen."
Tilt hij dan ook weer een paard vier
meter van de grond? „Waarom niet?
Als ik nu drie weken oefen, kan ik het
weer. Maar dan moet ik wel ophouden
met roken."
En wat krijgt het publiek nog meer te
zien?
,,Dan laat ik stenen op mijn borst ka
pot slaan terwijl ik op een spijkerbed
lig. En ik laat een middelgrote auto
langzaam over m'n borstkas rijden. En
met m'n voeten houd ik een auto tegen
die in zijn eerste versnelling optrekt, of
een paard dat me vooruit wil trekken.
En liggend op m'n rug, met de benen
omhoog gestrekt, til ik een plank op
waarop tien volwassen mensen zitten. En
met m'n armen maak ik een carré voor
m'n borst; Om m'n spierballen heb ik
een leren riem waaraan een lang touw
zit. Aan elk eind mogen tegelijk zes
mannen proberen m'n armen uit die
stand te trekken. En met m'n handen
draag ik een carrousel waarin zes vol
wassen mensen mogen ronddraaien over
het podium." Kras werk allemaal
waar sterke spieren en dito zenuwen
voor nodig zijn.
Is hij nooit bang dat er iets mis zal
gaan? „Ik niet, maar het publiek wel,
toen ik eens op m'n spijkerbed lag en
dè stenen op m'n borst na tien klappen
nog niet kapot waren, riepen mensen uit
het publiek van stop! stop! Maar zoiets
kun je niet doen a strong man never
can stop, you see?"
Soms komen de bewonderaars hem in
de kleedkamers opzoeken. Traditionele
vraag: „Maar voelt u dan helemaal
geen pijn?" Even traditioneel antwoord:
„Natuurlijk wel, want ik ben ook maar
een gewoon mens."
Sterke man Otto Acron (die wel Ne
derlands verstaat maar het nog niet
spreekt) droomt van een krachtige terug
keer op de Nederlandse podia. Wellicht
zien de pierende Scheveningen-bezoekers
hem het komend voorjaar in zijn glin
sterend gladiatorenpak weer een paard
vier meter van de grond tillen-
Wat aarzelend leggen wij als afscheid
onze hand in zijn knuist. Maar er ge
beurt niets bijzonders. Hij drukt hem.
als een gewoon mens! Van ons mag
Acron een hoge borst opzetten-
Een Amerikaanse drukker sloot zijn
zaak en ging stilleven. Hij had zijn doel
bereikt: een banksaldo van een half
miljoen dollar. Dit was het resultaat
van eer. leven van hard werken, zake
lijk inzicht, efficiënte bedrijfsvoering
en een erfenis van 459.000 dollar.
Uit „Intergrafia".
Buiten de politiek moet je de vrouiv
niet altijd serieus nemen, in de politiek
wel.
Cals.
Televisie-mensen hebben een zeer
slechte dag als er over hun programma
geen woord in de krant staat, 't Heet
dan dat de recensent hen niet mag.
Radio-mensen hebben zich er al lang
bij neergelegd, dat hun plakboek van
1960 nog best een jaartje mee kan.
Mies Bouwman.
Vanochtend
zag ik op straat
een leeg Heinz-blik liggen:
en onmiddellijk
dacht ik aan jou:
57 variaties
Als Christus met zijn kleine groep
van twaalf apostelen een wereldrevo
lutie kon inleident dan bestaat er voor
de katholiekert van Indonesië geen
reden zich een minderheid te voelen.
Horizontaal: 8 söha; 9 email; 12 olijf;
13 knie; 15 nerf; 17 ets; 19 oer; 20 lei; 21
Sein; 22 +26 toen; 24 reder; 27 baron; 30
log; 31 bleek; 33 toren; 35 pekel; 36+33
Elia; 37 valluik; 39 afeet; 42 teelt; 45
asiel; 46 kat; 48 reëel; 49+52 kern; 50
lenen; 53 als; 54 dit; 55 roe; 56 gul; 57
gene; 58 rots; 59 gnoe; 60 klaar; 62 peil.
Verticaal: 1 adht; 2 vak; 3 meier; 4+61
baai; 5 aleer; 6 lof; 7 wijze; 10 merel;
11 inleg; 14+54 node; 16+55 riet; 18 stro;
21 snee; 23 oor; 25 doelman; 26 elk; 28
atlas; 29 nevel; 31 beker; 32 elite; 34 nat;
35 pit; 40 fiks; 41 zee; 43 eer; 44 leng;
46 ketel; 47 terra; 50 links; 51 Noors;
58 spa.
VMC gaat feestvieren
De Vlaardingse Middenstandscentrale
houdt dinsdag 1 februari haar jaarlijkse
feestavond in de „Harmonie". Voor de
ze gelegenheid komt de show van Jean
en Joop Kok op de planken met het pro
gramma „Ga er eens uit. maak er een
feest van".
Na de show is er bal tot 's nachts
twee uur.
Idioot dat Iet hele land alles gelooft
wat in het boek staat en dat ze het op
mij uitspuwen.
Moeder van Jan Cremer.
"jVEDERLAND dreigt scheef te groeien, heeft de burgemeester
van Groningen gewaarschuwd. In het Noorden wonen
gemiddeld 156 personep per vierkante kilometer, in het overige
Nederland 435. En in onze provincie maar liefst 987 personen.
Ik las een gekscherend artikel over dit probleem, waarin de
regering de raad krijgt, als ze wat aan een betere spreiding der
bevolking wil gaan doen, eerst maar eens te gaan praten met
psychologen en daarna pas met sociologen en economen. Waar
om hebben vele Noorderlingen de neiging om naar de grote
steden in het Westen te trekken? En waarom krijg je de
meeste mensen uit de randstad Holland met geen stok naar
Winschoten e.o., vuile lucht, parkeerproblemen, woningnood,
slecht water en vele andere ongemakken ten spijt?
De schrijver van het artikel wijst er op, dat in vele oudere
streekromans de neiging naar de grote stad te trekken vooral
bleek voor te komen bij de meer „zondige" typen in het boek.
Geraakte iemand van het rechte pad af, dan placht dat samen
te vallen met het vertrek uit de oude vertrouwde woonplaats.
En een „bekering" betekende de terugkeer. Zou hiermee de
drang naar de grote steden in het Westen niet voldoende ver
klaard zijn? Sodom trekt nu eenmaal meer dan Hoogeveen.
en zal dat sterker doen, naarmate wij ons bezorgder uitlaten
over het leven in de eerste stad en uitbundiger de deugden
weten te roemen van de inwoners van de laatstgenoemde
plaats. Hoe degelijker de Groningers worden afgeschilderd,
des te minder zal hun wijde land ons trekken. Het is slecht
van ons; wij beseffen het. En daarom vinden we altijd ook
nog wel een eerbaar argument om ons in S. te vestigen in
plaats van in H
Het schertsend artikel eindigt met een goede raad aan de
burgemeester van Groningen. Hij moet een realistische roman
laten verschijnen, die speelt in een keurig, oer-degelijk burger
milieu in Amsterdam-Zuid of in Kralingen. De intrige zou als
volgt kunnen verlopen: Een Rotterdamse jongedochter begint
neigingen te vertonen om het haar los te laten hangen en om
zich in haar kleding te richten naar de verdorven smaak van
postbesteller Venema uit Wildervank. Het meisje komt steeds
later thuis, en begint in haar spreken steeds meer de woorden
af te bijten en de stomme eetjes in te slikken. Maar de ouders
weigeren toch te geloven, dat ze serieus verliefd is op zo'n
duistere noorderling. „Zo iets doet onze Yvonne niet", zegt
vader verontwaardigd tot een roddeitante.
Maar wanneer moeder op de kamer van het meisje achter
de onschuldige boekenrijen een „Nieuwsblad van het Noorden"
verstopt vindt, begrijpt ze dat Yvonne toch op het verkeerde
pad geraakt is. Er vallen harde woorden. Het meisje vlucht
het huis uit. Ze pakt de trein naar Groningen. Wekenlang is
ze zoek. Een wanhopige vader reist haar achterna en loopt
klappen op van de politie bij een „happening" om het beeld
van het „Peerd van Ome Loeks", waar hij zijn dochter
temidden van de hossende nozems hoopt te vinden. Na veel
omzwervingen rukt de Rotterdammer tenslotte zijn dochter
uit de armen van een student in de rechten in één van de
kroegen onder de Martini-toren. Op weg terug naar Rotterdam
krijgt het meisje reeds na Meppel berouw en bü Zwolle komen
de waterlanders. Dolgelukkig is ze tenslotte wanneer haar
vader haar weer terugvoert in het vertrouwde, beschermende
milieu rond de Oudedijk
Zo'n boek aldus mijn artikelschrijver zal de trek naar
het Noorden stellig bevorderen. De man steekt zo heerlijk de
draak met een zeker soort bekeringsromans, dat het moeilijk
lijkt, hem wat betreft de motieven van de trek naar het
Westen ook maar enigszins ernstig te nemen. Toch geloof ik
dat er wel een kern van waarheid z\t in zijn betoog. Het
makkelijkst zullen uit de vertrouwde traditionele dorpssamen
leving diegenen wegtrekken, die verlangen naar ontplooien
van eigen vrijheid en eigen initiatief, vooral als ze daarbij
zeker zijn van een zekere opvang in de nieuwe woonomgeving.
Maar ook zullen zij het meest mobiel blijken, die met de
dorpszeden innerlijk en eventueel ook uiterlijk overhoop liggen
en het wegtrekken weten -te overgieten met de pikante saus
van de snoep-reis. We nemen graag aan, dat laatstgenoemde
categorie maar een kleine minderheid vormt en toch weet
iedere opvoeder, hoe sterk bij kinderen juist het verbodene
trekt. Behoort er niet een zekere mate van geestelijke rijpheid
toe, niet meer benieuwd te zijn naar het kwade en door
sensatie-berichten alleen maar te worden verveeld?
Iemand kwam aan de praat met een rooms-kaüiolieke *j
priester, die biechtvader was aan het zedeloze hof van één der i
laatste Lodewijken in Parijs. Hij zei tegen de geestelijke, j
dat deze toch wel een erg interessante baan had. Maar de
priester zei: „Ach meneer, ik neem aan dit hof nu ongeveer j
20 jaar de biecht af en merkwaardig: nooit een nieuwe zonde."
De duivel hale iedereen, die de zonde belangwekkend
probeert te maken, of hij nu in Sodom leeft of in Hoogeveen.
En laten wij ons zelf voor gek verklaren, als we geloven dat
het kwade interessanter is dan het goede. Omdat wij allemaal
makkelijker onder één hoedje spelen met de boze machten
dan met Jezus, is het ons veel moeilijker het goede boeiend
te vinden dan het slechte. Is dit niet een facet van de omkeer,
die Jezus in ons leven teweegbrengt; dat we ons veel dieper
interesseren voor het positieve dan voor het negatieve.
Het goede dat de Geest van Jezus in ons werkt is altijd
nieuw en zonder weerga, maar de zonde is altijd oude koek,
als we Hem leren kennen.
Ik denk aan het mooie woord van Paulus: „Alles wat waar,
al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat
beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof
verdient, bedenkt dat; wat gij van mij gehoord en gezien hebt.
brengt dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn."
Er is geen boeiender leven dan dit!
Dr. K. J. Kraan.
Dit is het gespierde verhaal van de dertigjarige Otto Acron de sterkste man ter wereld, de breedgeschou
derde ex-circusartiest uit Australië na tien jaar onzwervingen door zijn moederland, Afrika en Europa,
twee jaar geleden in Nederland tot rust gekomen, maai nu weer heimelijk verlangend naar zijn herculische
toeren en sinds kort weer af en toe op de planken.
De Stuyvesantstraat in Den Haag. Op nummer 23 in een ex-voorkamer een provisorisch getimmerde etalage
vol krachtsattributen en speciale voedingspreparaten Langs de wanden halters en verende spierversterkers.
Aan de schoorsteen een reuze foto van Otto Acron bezig aan zijn topnummer.
„Ik had van twee ladders een ruim zes meter hoge stellage. Om mijn schouders had ik een leren draag-
stel. Langzaam klom ik omhoog en tilde dan een paard van vijfhonderd kilo vier meter mee van de grond.
Ik deed er anderhalf tot twee minuten over maai echt, een minuut duurt dan verschrikkelijk lang".
Je verwacht na dit sterke verhaal een
trotse lach van 'achteruit de keel, een
gebulder dat past bij een mannetjesput
ter. Maar poteling Acron gebruikt zijn
lachspieren beminnelijk. Om zijn lippen
verschijnt een vriendelijke glimlach.
Pretrimpeltjes trekken zich rond zijn
grijsblauwe ogen. Hij haalt de schou
ders op een komisch verontschuldi
gend gebaar, zoiets van: tjé, ik kan het
eigenlijk ook niet helpen.
Otto Acron (169 centimeter kort, met
spierballen van 43 en een borstwijdte
van 122 centimeter) heeft weinig body-
builderigs over zich. Je vermoedt in
hem geen soort Mister World of Mister
Universe. Hagenaars die hem door de
stad zien stappen zullen hem wel voor
een Zuideuropese gastarbeider aanzien-
Zijn vrouw (Haagse van afkomst, mee
teruggekomen uit Australië, jong, blond,
tegenover iedereen haar leeftijd verzwij
gend) „Ik moet er vaak om lachen. De
mensen verwachten een boom van een
kerel te zien, een soort reus, en.nou.
dan zien ze hém... Het lijkt altijd te
gen te vallen."
Hij: „In Zuid-Afrika vroeg ik een ho
telkamer voor de kragman Otto Acron.
Eigenlijk was het hotel vol, maar voor
de sterkste man van het circus hadden
zo nog wel een plaatsje.
Wanneer komt hij?
Nou, ik ben Otto Acron!
U???ü!"
Tot 1500 kilo
Toch heeft Otto Acron zich stevig met
body-building bezig gehouden. In zijn ge
boortestad Sydney trainde hij al heel
jong vier uur per dag. Hij bokste een
stevige partij, maar op de wedstrijden
van body-builders boekte hij meer suc
ces. Een keer was hij de beste maag
spier van Australië, een andere keer de
beste buikspier en een derde maal de
beste rug.
Vol kracht meldde de achttienjarige
Acron zich toen bij de big-boss van het
Australische circus Bullens. Of hij daar
als strong man de kost zou kunnen ver
dienen.
..Alleen als Je met een pony tegen
twee ladders op kunt klimmen", was
het antwoord van de spullenbaas.
„Dat kan ik", blufte Acron.
En in plaats van een pony nam hij
een paard. Zo draafde hij het circusle
ven binnen. Snel klom hij naar de top
met zijn sterkgespierde body liet hij
tien jaar lang circusbezoekers in Austra
lië en Nieuw-Zeeland, in Afrikaanse lan
den, in Engeland, Noorwegen en Neder
land van de ene verbazing in de andere
vallen. In Krugersdorp ruilde hij het
paard voor een flinke baby-olifant. En
later sjouwde hij een personenauto tegen
de ladders op. Toen had hij twee meter
boven de grond, duizend kilogram aan
zijn schouders bungelen.
Een zich wat verontschuldigende
Acron: „Het lijkt ongeloofwaardig maar
ik kan wel tot 1500 kilo gaan- En dat is
ook nodig als je levend een paard onder
alle omstandigheden naar boven en naar
beneden wilt brengen."
Acron vertoonde ook andere sterke
staaltjes in de piste. De laatste wek^n
heeft hij in Amsterdam (tijdens een
Mister Holland-festival) en in Den Haag
(tijdens een tienerdansfestijn) enkele
„eenvoudige nummers" weer op de plan
ken gebracht.
Zes pond spier
Zo draagt hij op een tussen de kaken
geklemd!houten krukje de tachtig ki
logram wegende karate-man Henri Ser-
viese over het podium een kunstje dat
de bezoekers tandenklapperend aanzien.
Met zijn rechterhand drijft Acron een
vierduims draadnagel door een drie
centimeter dikke vurenhouten plank.
Acron: „Als ik verkeerd raak, gaat de
spijker door m'n hand."
Dan legt een assistent twee, elk tien
centimeter dikke brokken natuursteen op
de borst van de op de grond liggende
Spartaan om ze vervolgens met enkele
mokerslagen in gruizels te slaan. Acron:
„Ik heb in Nederland nog niet de goede
steen kunnen vinden. Ze zijn te zacht,
want bij de eerste klap gaan ze al ka
pot."
Het laatste nummer: „Acron slaat een
flink touw om de nek. Aan beide einden
mogen twee bezoekers uit de zaal tien
tellen zo hard trekken als zij kunnen.
Acron: „Ik kan het waarschijnlijk wel
twintig tellen volhouden, maar dat vind
ik wat te riskant."
Met deze kunstjes heeft de „sensatio
nele sterkste man ter wereld" zoals
hij op de circusposters werd aangekon
digd, weer een stapje naar zijn vroege
re bedrijvigheden gedaan. Het was eigen
lijk zijn bedoeling niet. Want ruim twee
jaar geleden, na een seizoen bij Boltini
te hebben gewerkt, keerde hij het circus-
leven de brede rug toe. „Het moest van
wege de kinderen. Voor een evenwichti
ge opvoeding is het zwerversleven funest.
Je zou ze eventueel naar een kostschool
kunnen doen, maar wees eens eerlijk:
daar heb je toch geen kinderen voor?!"
Voorjaar 1963 vestigde het gezin Acron
(toen twee, nu drie kinderen) zich in
Den Haag. Otto werkte een jaar lang als
lasser (zijn oude beroep) bij een ver-
warmingsbedrijf. Daarna ging hij voor
eigen rekening body-buildingsapparatuur
fabriceren. Tegelijk verkoopt hij voor bo
dy builders bestemde uit Engeland en Ca
nada afkomstig krachtvoer. „Uit dit blik
je krijg je er per ^eek zes pond spier
Dij", wijst hij.
Gladiatorenmars
Heeft hij nu heimwee naar de piste?
„Een beetje wel. Daarom ga ik nooit
naar een circus. En als ik over de ra
dio de Gladiatorenmars hoor, word ik
bijna wild. Want ik trad op in een gla
diatorenkostuum en kwam op de mars
de piste in."
Wat zijn nu zijn plannen? „Body-buil
ding in Nederland een betere naam be
zorgen. Ik was er stomverbaasd over
dat men er hier zo minderwaardig over
spreekt. Ze beschouwen het hier als een
sport voor homoseksuelen en zo en dat
is toch ver naast de waarheid. Body-
Een levend paard Van vijfhonderd
kilo bungelt aan de schouders van de
sterkste man ter wereld. Sport voor
sport tilt hij zijn zware vracht vier
meter van de grond.