Zaterdags naar de 'vlooienmarkt' van Parijs ■■■lllSasiie*» Wittebroodsweken in Koekstad DE HAVENLOODS D0NDERDAG 7 APRIL 1966 £)E STAD IS OUD. ziet er vermoeid en wat verwelkt jiit, maar draagt een trotse bijnaam. Praag, het gouden Praag. Hoofdstad van Tsjechoslowakije, en dan inzonderheid van Bohemen. Eigenlijk een stad met een teveel aan historie, in deze zin dat nu eens dit vreemde land, dan dat er de heer schappij voerde, terwijl in het hart van Praag altijd het ver langen brandde naar de zelfstandigheid, naar de volle vrij heid. Er zou over het verleden en het heden in politiek op zicht van Praag ontzaglijk veel zijn te zeggen, maar wij wil len het even benaderen zoals een toerist uit Nederland het doet. Praag wordt graag door toeristen bezocht. Vooraf die uit landen met harde valuta zijn welkom. Zij genieten het voorrecht van een voordelige omrekeningskoers, die de bit tere pil van de hoge prijzen wat verguldt. Niet dat alles in deze stad schrikbarend duur is, men kan er zelfs betrekkelijk goedkoop logeren, mits men geen al te hoge eisen stelt inzake liften, badkamers en dergelijke schone zaken, men kan er zelfs vrij goedkoop eten, maar dat is het. niet. Men moet Praag niet bezoeken voor de toeristische genoegens die met de maag te maken hebben. Praag heeft andere dingen te bieden. de oude gouden stad Het is een grote stad, met bij na een miljoen inwoners, middel punt van een bedrijvige Staat, met een industrieel verleden. Maar daarvan merkt men weinig wan neer men door de binnenstad dwaalt. Gelijk zoveel grote steden is Praag ontstaan aan een rivier. Wij noemen die rivier voor het ge mak de Moldau, maar dat is da Duitse naam voor de Vltava. De rivier deeltde stad doormidden, doch weer totaal anders dan al die stromende compagnons van de grote steden deze tot twee-eenhe den maken. Steeds is er in zo'n stad een overheersend deel. Dat heeft Praag ook. De rechteroever domineert. Dat ziet men ook in Rotterdam, maar welk een ver- Schil! Rotterdam Linker-Maas be stond een eeuw geleden nauwelijks maar de linkeroever, de zoge naamde Kleine Zijde, van Praag herbergt veel van de oudste ge bouwen, meer nog, daar bevindt zicht de Hradsjin, de oude burcht van Praag, met de kathedraal, de paleizen, en het ziet er uit, alsof daar het hart van Bohemen heeft geklopt en het hoofd heeft gedacht Maar was dat niet vaak in het Duits? Rabbi Löw \LS er vandaag een hart klopt, is het toch aan de overkant. Rechts! Dat felle hart van de win kelstraten, met als knooppunt het Wenizelplein Lang. Kaarsrecht. Niet overbreed- Bekroond door een standbeeld van koning Wen- ceslaus en door een enorm ge bouw, het Nationale Museum. Ook het stadsbestuur van Praag zetelt „rechts". Van het Wenzelplein vertakken zich de straten, nauwer en nauwer als het naar. de rivier gaat. en daar komt nu dat stuk van het oude Praag, wat is te ver gelijken met het zout in de spijs, de oude jodenwijk. Daarheen trek ken duizenden toeristen. Zij be wonderen er één der oudste syna gogen ter wereld. Ieder wil de kleine klokketoren zién met de twéé wijzerplaten de een met Ro meinse cijfers en normaal draai ende wijzers, de ander met He breeuwse tekens en teruglopende wijzers. Het Praagse jodendom heeft een stempel op de stad gezet. Hier leefde één der beroemdste rabbi's van alle tijden, de legendarische rabbi Löw, de wonderlijke figuur uit het Praagse ghetto, die de Golem, de kunstmens zou hebben gewrocht. En ziedaar nu het bij zondere. het aantrekkelijke van Praag, de sfeer van het ongewone, het onvatbare, zoals die heerst in vreemde, smalle donkere straten en steegjes, met de bizarre door gangen, de verrassende doorkijk jes, de soms naar keel grijpende ontmoetingen met stokoude ge bouwen, waarin dan een merk waardig museum kan zijn geves tigd Dat alles vindt men in dat gouden Praag, waar eens de Go lem met zijn starre passen zou hebben gelopen. Al in het grijze verleden van de film was het te zien, met Paul Wegener als de GolemEn overal ontwaart men een typisch Praags ver- s.chijpsel, jle ouderwetse, romanti sche straatlantaarn.' mét gas, als erfenis van een „verlichte" negen tiende eeuw. Sommigë monumen tale straatlantaarns vertonen zelfs een kleine houten ladder, om het aansteken met de lange stok mo gelijk te maken. Soldaal Schwejk DITZELFDE Praag heeft ook deze eeuw nog in de literatuur een eigen betekenis gekend, door de werkzaamheid van een kleine groep Duitse schrijvers van Praagse oorsprong, die sterk door hun geboortestad beïnvloed waren. In deze stad, weliswaar Boheems maar eeuwenlang geregeerd door de Habsburgers, heeft steeds een Duits bevolkingsdeel-geleefd. Het was te vergelijken met een Duits eiland, maar in deze merkwaardi ge afzondering, kibnden Wonderlij ke werken gedijen. Franz Kafka heeft hier zijn vreemde verhalen en romans geschreven, de dichter Rainer Maria Rilke heeft uit deze stad plratie geput en van de in Duits publicerende schrijvers die door Praag sterk zijn beïnvloed kunnen nog Kafka's vriend Max Brod. Frans Werfel en de „razen de reporter" Egon Erwin Kisch worden genoemd. Er is echter ook een heel ande re schrijver, Jaroslaw Hasek, die niet Duits was en die in zijn tri logie over ,,De avonturen van de brave soldaat Schwejk" uit een heel ander vaatje heeft getapt. Als een inwoner van Praag vol trots zijn stad aan de vreemdeling toont, vertelt hij precies, dat daar het hospitaal staat, waar Schwejk Jp 1 Hyii - Dit is de beroemde Karelsbrug met zijn vele kunstwerken. Op de achtergrond ligt de gouden stad. zo voortreffelijk simuleerde- Even als een andere inwoner, meer Duits van instelling, met een eigenaardige glimlach kan wijzen op het huis in de oude stad, met het opvallende balkon, waar Kafka is geboren, of naar de oude kloosterschool, waarheen de eer zuchtige mevrouw Phia Rilke elke ochtend haar tzoontje bracht, ter wijl zij Frans tegen nem sprak. r\EVENTER heeft niet alleen de Waag en de koek, maar ook een zeer vooruitstrevende V.V.V. Met de slagzin „Wittebroodswe ken in Koekstad" lokt V.V.V.-di recteur W- Surink jonggehuwden naar'de oude Hanzestad om er de eerste dagen als mijnheer-en-me vrouw door te komen brengen. Hij biedt jonge paren een rijk assortiment attracties aan in de vorm van bloemen in het hotel, Deventer koek, verzilverde taart- schep, een boekje over .Deventer, vrijkaartjes voor de bioscoop, schouwburg, en musea, dagbladen en bustochtjes in de omgeving Wie minstens één week in een ho tel verblijft is één dag privégast van de hoteldirectie. De gelieven worden verder rondgeleid en met rust gelaten, want op je hu welijksreis wil je tenslotte ook nog wel eens naar elkaar kijken. Voor lentebruiden en -brui- degommen het adres: V.V V. De venter, Stationsplein 2,telefoon: 05700-6200. Brug met poorten MAAR dat is teruggaan naar het verleden. Praag wil altijd terug. Wat echter biedt het heden? Wel. het gezicht op de Moldau bij voorbeeld. De Moldau was het the ma van een bekend symfonisch gedicht ven Smetana (die zich in Praag weer niet zo gelukkig voel de!. Dit muziekstuk vol schilde ring vindt zijn hoogtepunt als de. rivier in het gouden Praag aart-n komt. Een wandeling langs d^ Moldau loont de moeite, vooral als men. de rechteroever volgt, van waar men opziet tegen de heuvels aan de overkant, met de bekronen de burcht. Omstreeks het midden van de stad liggen in de rivier drie eilandjes, die alle door bruggen zijn te bereiken En geheel in het hart ligt de be roemde Karelsbrug, met de beel den,- en 'natuurlijk de karakteris tieke lantaarns Deze brug be hoort tot de meest gefotografeerde objecten ter wereld. Zon of geen - zon. Dit is ook meer, dan- een oeververbinding, het is een weer- niegelirg v;<i t vrome Brhetnen. Wie er aandachtig over wandelt, voelt iets van de geest van eeuwen geleden, toen deze dingen, verslin- ders van arbeidskracht,nog moge lijk waren Wie zou er vandaag aan durven denken? Een brug met twee magnifieke gothische Dóorten en zo'n proce&ie van beelden? Een ander punt in de stad. waarbij de toeristen opeenkütten als vliegen'bij een pot honing, is de klokketoren bij het oude raad huis, ook alweer zo'n gebouw, dat overvloeit van herinneringen. Bij elke uurslag staap honderden te kijken naar de stoet apostelen, dié st.atig boven een grote wijzerplaat voorbijtrekken. Men bekijkt de dichtbij gelegen synagoge, waar de namen van bijna tachtigduizend in de oorlog Omgebrachte Praagse Joden zijn opgetekend, als een af schuwelijke nacnïmerrie, die dui zendmaal recler is dan de verbeel dingen van Kafka. En natuurlijk gaat men naar de overkant, om de Hradsjin te bekijken. Daar in de buurt zijn de Praagse wonde ren niet van de lucht- Eén van de meest overdonderende is het mu seum van de Tsjechische letter kunde. dat gphëel verdoken staat opgesteld en niettemin door drom men becóekers wordt bekeken. Wh, in Praag komt, mag het niet overslaan, Toverfee anno "66 als theaters, opera's, concert zalen enz,, men vindt ze overal. Rivieren stromen langs bijna elke stad van betekenis. Het wezen van Praag hoeft men er niet te zoeken. Dat schuilt bijna ongrijp baar in die oude. wormstekige straten, waarvan veel thans tegen de grond gaat, otndat men het nieu we wil. het leeft en öeeft in de eigenaardige -doorgangen van hoog naar laag en omgekeerd,' in de verrassende vergezichten over de rivier, en dan ook nog enigszins in de pronk en praal van oude gebouwen, die voor een deel sterk onder Oostenrijkse invloed staan. De schemering te Praag is geo grafisch gezien dezelfde als di? van Midden-Europa, maar vooral in de buitenwijken en in de oude straten van de binnenstad ziet men verschillen, die weer samenhangen met de openbare verlichting.. De moderne lampen in de buitenwij ken floepen pas laat aan. wegens de zuinigheid met de stroom, maar in die oude, afgeleefde binnenstad waart de schemering anders rond-. Daar branden nog. in een stad van bijna eèn miljoen inwoners dé gaslantaarns. Daar ziet men een jonge vrouw met een stok, de iantaarnopsteekster, die snel gaat van lamp tot lamp, om hét bleke gaslicht te ontsteken. De toverfee anno 1966 vlugger ten been dan de Golem, doch eigenaardig genoeg ook op haar plaats in een stad, waar de verbeelding zeker in de schemering zo licht de vrije teugel De tér Men van Praag zijn nauw. Naar de Moldau toelopende worden zö steeds smaller. Gezicht op de Moldau met de Karelsbrug. Op de achtergrond de Hradsjin. het begin van wat ongetwijfeld het grootste complex markten en marktjes van Europa is en dat vele vierkante kilometers aroot Zo is er de kilometerslange markt van in hoofdzaak kleding langs de Avenue Michelet, waar vele luidruchtige kooplieden el kaar zij aan zij broederlijk be concurreren met kleding, die zo te zien allemaal van dezelfde fa briek afkomstig is. De collecties zijn dezelfde, alleen de prijzen verschillen. Maar ze zijn niet vast. Waag het Biet min of meer geïnteresseerd naar iets van het uitgestalde te kijken, want u wordt vriendelijk doch stevig bij uw arm genomen en een stort vloed van aanprijzingen daalt op u neer. Zoiets eindigt onver mijdelijk met het noemen van een prijs en dat is er. even on vermijdelijk. steevast één om van te schrikken. Maar het lijkt erger dan het is: voordat u zich hebt kunnen losrukken is de prijs al een kwart gedaald en u hoeft maar drie passen te doen of de helft van het oorspronkelijke be drag wordt u al nageroepen Zoiets is Oosters en de hele kledingmarkt van Saint-Ouen ademt dan ook op een zomerse zaterdag een Oosterse sfeer. De handelaars zijn veelal Noordafri kanen en een groot deel van de marktbezoekers is van dezelfde afkomst. Algerijnen, Tunesiërs, Marokkanen, ze zijn er bij dui zenden in Parijs en zaterdags middags komen ze naar Saint- Ouen. Achter de Avenue Michelet, in de zijstraatjes even na het begin, bevindt zich die andere markt, waar ook een ander publiek komt. Parijzenaars noemen het de Vernaison en ook voor Neder landers met belangstelling voor antiek is dat langzamerhand een begrip geworden. De Vernaison is enorm uitgestrekt, waar iede re antiquair (ze stellen wel prijs op deze benaming) zijn meestal houten verkoopruimte heeft op getrokken. Sommige van deze „winkeltjes" zijn. ook van steen, andere weer van golfplaten of board en ze zijn zo geplaatst, dat er een wirwar van straatjes en steegjes ontstaan is, waar men de eerste paar keren gegaran deerd verdwaalt. Dit is de zevende hemel van de antiekliefhebber en of hij nu ook een Chinese vaas uit de Ming-periode zoekt, ofwel de ga- latuniek van de palfrenier van Lodewijk XIV, hij vindt het er. Vraag alleen niet naar prijzen- Of vraag er wel naar, maar neem rustig de tijd om ze naar beneden te krijgen. De antiquairs van de Vernaison weten van prij zen en daar zullen de Ameri kaanse reisbureaus wel een hele boel mee te maken hebben. En dan die derde markt, die zich eigenlijk niet op een bepaal- WTE het geluk heeft tijdens een verblijf in Parijs de za terdag niet aan andere jaken te hoeven besteden, kan met een zeer charmante, romantische en als hij wil goedkope kant van Parijs kennismaken. In geogra fische zin is dat de noordkant, hier en daar is het onbetwist- baar een stukje zelfkant, maar voor wie gevoel heeft voor hpt pittoreske in een enorme samen leving als Parijs, is het.de kant die beslist een bezoek waard is. We bedoelen de Porte de Clig- nancourt, of beter, Saint-Ouen, want bij de Porte de Clignan- court ligt eigenlijk alleen maar de plaats geconcentreerd heeft, maar die zich verspreid langs de randen van de beide andere markten bevindt. Dat is de ras echte „marché aux puces", de vlooienmarkt, het Waterlooplein van Parijs. Maar het is er an ders. Franser. zou je kunnen zeggen, maar ook: nög ongere gelder, ouder en volkomen inge steld op de echte armoede, zoals Parijs die nog kent. Hier vindt men bijvoorbeeld wat de clochard en zijn vrouw (zijn „gerce", zoals iedere zwer ver zijn meerwervende vrouw, zo hij die heeft, zal noemen) in een week tijds in .de Parijse vuilnis bakken hebben weten te vinden. Ze pakken het zaterdagsmorgens in een oude, afgetakelde kinder wagen (hun „berline", met een vleugje zelfspot) en leggen het ergens in Saint-Ouen op een kleedje op straat. Wie interesse heeft zoekt maar uit en wie te lang kijkt zonder te kopen wordt uitgescholden Vaak zijn ze dron ken, man zowel als vrouw, en soms slaapt een van beiden zijn roes uit. zo maar tegen een muur met de fles bij de hand Ook dit is Parijs, al neemt de armoede de laatste jaren wat af Misschien ook wordt het alleen maar minder herkenbaar. De fo tograaf betrapte twee zwervers- vrouwen op de markt bij de Por te de Clignancourt, beiden dron ken, en beiden waarschijnlijk Twee zwerversvrouwen, gekleed door een garderobe uit de vuilnisbak en dronken van de wijn zonder onderdak. Een van hen draagt een imitatiebontjas en al is deze ook afkomstig uit een vuilnisbak, het maakt toch dat hun schrijnende toestand minder in het oog loopt. Alles bijeen is echter een be zoek aan Saint-Ouen een boeien de belevenis. U kunt er uren dwalen, u verbazen, uw ogen uit kijken, zelfs nog een wijntje drinken-in. een golfplaten kroeg-, je. waar een rasechte Spaanse zi geunerin uw hand komt lezen. Dat er op dat leuke antieke koperen kannetje, dat u na lang afdingen voor een schappelijk prijsje hebt losgekregen, later „Made in Japan" blijkt te staan, ach. een kniesoor die daar op let. En kniesoren gaan niet naar Pa- De jongens van het Parijse Waterlooplein met hun handeltje.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1966 | | pagina 19