van Andersen
Portugals Madurodam
eldorado voor
de „Pequenitos"
nrnumui
1
^riDAG 5 MEI 1966
J]LK LAND heeft zyn bijzondere aantrekkelijkheden. Vaak is het
eigen volk er aardig mee op de hoogte, zozeer zelfs, dat ze alleen
voor de vreemdelingen werkelijk ver-rassend zijn. Nederland is welvoor
zien van de wonderlijke zaken, die mensen van verre kunnen trekken,
en dat hoeft niet eens de kaasmarkt van Alkmaar of de puntervloot van
Giethoorn te zijn. Wij kennen ook nog dromerige stadjes, zoals Sloten
of Buren, waar het zelden van vreemde bezoekers wemelt. Denemarken,
in menig opzicht met ons land te vergelijken, heeft ook zijn alom be
kende en zijn minder bezochte trekpleisters voor toeristen, en daarbij
neemt het vissersstadje Eröskjöbing een geheel eigen plaats in. Het
ligt op het eiland Erö, een eiland dat men in grootte zou kunnen ver
gelijken met onze kleinere Waddeneilanden:
waarbij Ijverig met sprookjesmotieven
wordt gewerkt. In de regel zijn ze ver
dacht nieuw en ook lelijk van onechtheid.
Het wordt zo gauw kitsch. Éröskjöbing
nu, is echt, verrassend en bewonderens
waardig echt. Het is klein, doch daarin
zit het. niet. Het is oud, behoort zelfs
tot de oudste steden van Denemarken,
dat is het evenmin. Het bijzondere
die Denemarken op hun duim
pje kenden, geraadpleegd, over wat wij
in de beperkte tijd, waarover wij be
schikten, in Denemarken het best konden
gaan bezoeken.
„Ga naar Eröskjöbing", zei iemand,
„Het is niet zo maar een oud vissers
plaatsje, het is een echt sprookjesstad
je".
Wij .waagden het erop. Men kan er
heen trekken op allerlei manieren. De
meest gebruikte verbinding is die per
veerboot, via Svendborg. Je kunt er ko
men per vrachtvaarder óf vissersboot en
ten slotte zijn er ook jachten, die het
stadje aandoen, maar hoe men het ook
wil bereiken, altijd komt men binnen
langs de vaargeul voor het haventje
dichtbij de stad. Reeds in de verte
schijnt het karakteristieke witte torentje
in zijn omkransing van groen de bezoe
kers te willen toeroepen, dat er aan zijn
voet wat bijzonders is te zien. En wer
kelijk, toen wij van de veerbootaanleg
plaats de voornaamste toegangsweg tot
het stadje hadden betreden en wij links
en rechts in de wonderlijk schilderach
tige straatjes keken, waar de bouwers
zich al teeuwen geleden moesten hebben
ingespannen om elk huis een andere
kleur te geven, .kregen wij het gevoel
dat. wp. zo nipt 'ppnwpn t.prncr dan t.nrh
dat we, zo niet 'eeuwen terug, dan toch
zeker in een sprookjesland stapten. Een
eigenaardig sprookjesland: het was echt!
Verrassend echt
T ANGZAMERHAND kennen wij, c
al bezienswaardigheden, gebo
jesdichter Andersen zit hierin, dat het
zijn verleden, belichaamd in de kleurige,
vaak in vakwerk opgetrokken huizen, ge
legen aan nauwe straten met oud pla
veisel, veel groen en bloemen, zo gaaf
heeft weten te bewaren. Dat alles staat
en droomt er echter niet, om er tegen
over vreemdelingen mee te koketteren
of om er slaatjes uit te slaan. Denk
'maar na: wie wist eigenlijk van de
vreemdelingentndustrie af in de tijden,
dat zoveel vissersplaatsen in de zucht
naar het nieuwe opeens radikaal met
hun verleden wilden afrekenen?
Hoe, dan ook, dit is echt. De bomen
zijn echt, de bloemen, die vaak in grote
potten op de stoepen staan of die in
pittoreske slingers tegen de muren op
kruipen, zijn echt, de pastelachtige tin
ten van de huizen en huisjes zijn echt,
de mooie antieke voorwerpen, overal
voor de vensters opgesteld (niet om te
verkopen!), zijn echt. En de mensen ko
men erheen, om ervan te genieten. Dit
is nog bijna net als in de tijd, dat daar
in Odense een zekere Christian Ander
sen allerlei sprookjes schreef, van de
prinses en de erwt of de bloemen van
kleine Ida. Elke zomer leveren de grote
Veerboten van Svendborg er drommen
toeschouwers af. Voor het grootste deel
zijn dat Denen. Eröskjöbing is, gelukkig
misschien, nog niet zozeer doorgedron
gen tot de folders van de internationale
bezienswaardigheidsverkopers. Het
spreekt echter vanzelf, dat er langza
merhand wel in die richting wordt ge
werkt
Er zijn dus verschillende musea, een
vrij groot zelfs, waar vooral een beeld
wordt gegeven van het vroegere leven
op het eiland. Voorts het museum van
scheepsmodellen en scheepjes-in-flessen,
met daaraan verbonden een pijpenver-
zameling, en ten slotte de wonderlijke
collectie van Hans Billedhuggers. Dene
marken: is het land van particuliere mu
sea en verzamelaars. En ze hebben allen
wat bijzonders, die Deense verzame
laars.
Daarnaast zijn er ook de publieke
merkwaardigheden, die men kan bezich
tigen zonder enkele kronen te offeren.
Je kunt hier kijken naar het postkan
toor, daar kun je ook postzegels kopen
voor de prentbriefkaarten, die een tou
rist hier onvermijdelijk moet wegsturen,
maar weet dan wel, dat je het dan
doet in het oudste postkantoor van heel
Denemarken. Het is van 1749, maar dat
zie je er niet vanaf. Niettemin zijn ze
er in Eröskjöbing heel trots op, evenais
op die andere grote huizen, de patri
ciërswoningen van eeuwen her, die er
van gewagen, dat niet alleen de vissers
dit stadje gestalte gaven. Niet alleen.
Maar wel zorgden de vissers voor iets
belangrijks. Het was hun gewoonte, ook
elders in dit land, om de huizen op deze
manier te bouwen en ze in zulke kleu
ren te schilderen, dat de mensen van
daag nog aan Doornroosje, Assepoester,
Roodkapje c.s. moesten denken.
Gaslantaarns
TV/AAR men ook loopt in dat regel-
VV matig bebouwde oude vierkant ach
ter de haven, men waant zich in het ver
leden, zij het dan een „aangepast" ver
leden. Er zijn immers ook banken ge
vestigd. De vreemdelingen kunnen geld
wisselen. Er is zelfs een bioscoop, Erö
Kino, van buiten zeker de wonderlijkste,
die we ooit hebben gezien. Men vindt
er hotels. Ze hebben alle iets plechtigs
en zitten aan het verleden vast. Op het
kleine stadsplein staan, vlak naast el
kaar, twee witte pompen. Ze zijn ook
al bekend, als de eikehouten pompen.
Nog steeds zijn ze bereid om na enig
gezwengel een fraaie straal water te
produceren, ofschoon de gemeente ook
een moderne waterleiding heeft.
Van buiten kan het net zijn, of zo'n
stadje in het verleden leeft, vooral in de
avond, als de gaslantaarns het hunne
aan de idylle toevoegen, van binnen
gaat het heus met de tijd mee. Waterlei
dingbuizen in de grond. De elektrische
stroom wordt nog altijd afgeleverd via
draden in de lucht, maar die mondt ook
uit in de televisies, vol Deense roman
tiek van onze tijd. De bakker voert een
krakeling als uithangbord, maar hij
verkoopt ijs uit de fabriek, zoals de kap
per, ondanks het scheerblik dat hij als
uithangbord in de zon laat schitteren, in
zijn salon de „permanent" met de
nieuwste machines te voorschijn tovert.
Wie eens in Denemarken gaat rond
toeren, per trein, auto, bus of boot, en
dan iets wil zien buiten de geijkte doe
len der sight-see-ers, zal er zich niet
om beklagen als hij een dag voor Erös
kjöbing reserveert, of desnoods voor het
eiland Erö. Mocht hij behoren tot het
genre der dia-enthousiasten, dan opge
past, want hier is in een wip een hele
kleurendiapatroon verschoten!
Anders dan de onze
DE Deense eilanden zijn zo anders
dan de onze. Wij kennen onze
Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden, die
bijna volkompn geïntegreerd zijn, plus
de Waddeneilanden, die juist weer hun
afzondering kennen. Denemarken be
staat echter bijna geheel uit eilanden.
Daar is een eiland als Erö niet in de
eerste plaats een jachtgebied voor de
vreemdelingenindustrie, zoals onze Wad
den wel eens lijken. Het eiland Erö,
dat bijna elfduizend inwoners telt, her
bergt nog andere plaatsen, o.a. de ha
venstad Marstall en het vissersdorp Sjö-
by. Ook deze gemeenten hebben hun
eigen veerdiensten. De veerdiensten in
Denemarken hebben trouwens een grote
betekenis.
Maar zelfs in dat dromerige Eröskjö
bing bloeit een flinke scheepswerf en
men ziet er andere sporen van industrie
en commercie. Op dit eiland kan nen
kleine ontdekkingsreizen ondernemen,
langs de grote weg door het heuvelachti
ge landschap, waarbij men heel andere
objecten ontmoet dan op onze Wadden
eilanden. Maar de bijzondere plek is en
blijft dat wonderlijke stadje Eröskjöbing,
dat geen stadswallen heeft, zoals veel
onzer pittoreske oude steden doch dat
ook zonder deze omklemming zijn ver
leden heeft vastgehouden.
Het huis van Hans Billedhuggers met de wonderlijke verzameling
Een vriendelijk straatje als een decor in een sprookje van Andersen
riE meeste jeugdige bezoekers van de Haagse miniatuurstad Madurodam zullen
vaak moeite hebben hun handen thuis te houden bij het bewonderen van
al die prachtige speelgoedhuizen, -gebouwen, -treinen, -schepen enz. Het moet
voor de kleuters zelfs een Tantalus-kwelling zijn dat niets van al dat fraais mag
worden aangeraakt.
Met de grijpgrage handjes van die kleuters heeft de geestelijke vader en
ontwerper van het Portugese Madurodam, prof. dr. Bissaya Barreto, echter ter
dege rekening gehouden en alle kleintjes lcunnen dan ook naar hartelust hun
gang gaan in het „Portugal dos Pequenitos", het „Portugal der kleintjes",
gelegen aan de rand van de universiteitsstad Coimlbra.
Er zijn nog enkele opvallende verschillen: is Madurodam eën miniatuurstad,
haar Portugese tegenhangster is een miniatuurfand, dat precies de vorm heeft
van Portugal zelf. De schaal is eens zo groot als die van Madurodam en daar
door zijn de huisjes, kerken en gebouwen gemakkelijk toegankelijk voor alia
„pequenitos".
In dit miniatuurrijk wordt een compleet overzicht gegeven van al Portugals
belangrijke bouwwerken, monumenten, kerken, musea enz., van zijn vorsten
en alle andere historische figuren en niet te vergeten: zijn overzeese gebiedsdelen.
Een miniatuur-steenkolenmijn, compleet met mijngangen en kolenwagentjes
waarin en waarmee de kleuters mogen spelen ontbreekt er niet evenmin
een kinderboerderij met een hele collectie dieren, epn muziekkiosk, waarbij de
kleintjes kunnen dansen en een prachtige tuin met speelvijver. En midden ln
deze grote tuin staat warempel een hypermodern ingerichte crèche: een betere
plaats voor zo'n tehuis is moeilijk denkbaar.
Het middelpunt van het „Portugal dos Pequenitos" is een „groot" plein, om
ringd door pittoreske huisjes, kapel en stadhuis, waarin de kleuters zonder enig
bezwaar (mogen) binnenstappen en rondkijken. Midden op het, plein verheft
zidh een voor kinderogen imponerend ruiterstandbeeld van marmer: de eerste
Portugese koning, Alfonso Henriques, het zwaard krijgshaftig in de hand.
Huisjes van alle typen der elf Portugese provincies zijn in djt miniatuur-
Portugal te zien evenals „machtige" kastelen, beroemde kloosters en'eeuwenoude
kathedralen, bijvoorbeeld de 12-eeuwse kathedraal van Lissabon, de middel
eeuwse poort van Almedina uit Coimbra en het koninklijk paleis van Sintra
(16de eeuw) om maar enkele van de 125 historische bouwwerken ln het „Por
tugal dos Pequenitos" te noemen. Ook de fraaie (en spuitende) fonteinen van
tal van grote-stadspleinen vindt men hier nagebootst
Ontdekkingsreizigers
Vanzelfsprekend ontbreken Portugals wereldberoemde ontdekkingsreizigers
als Fernao de Magalhaes, Vasco da Garna en Pedro Alvares Catoral en hun ver
overingen niet op het appel en Portugal-overzee neemt een speciale plaats in,
in de hier visueel voorgestelde geschiedenis van het land.
Een bezoek aan dit gedeelte van het uitgebreide „Portugal dos Pequenitos"
is een ontdekkingsreis op zichzelf. Men ontdekt er oa. het huis van Columbus,
paviljoenen van Madeira, de Azoren, Angola, Mozambique, Macao en Timor,
de haven van Ponta Delgada, de beroemde kathedraal van Funchal en een
Chinese pagode en een tempel uit het enkele jaren geleden door India ingelijfde
Goa, te veel om allemaal op te noemen.
„Portugal dos Pequenitos", vrijwel altijd badend in de zon in Coimbra
regent het maar zelden en 's avonds feeëriek verlicht, is een kostelijke en
leerrijke attractie voor iedere toerist en waarvoor het geschapen is een
paradijs voor de kleintjes, die zich hier kunnen uitleven op een wijze, die
geheel tegemoetkomt aan de fantasie der kleuters. Alleen al voor dit laatste
verdient zijn schepper, prof. dr. Bissaya Barreto, de dank van iedere „pequenito".
Een van de miniatuur-paleizen vyn hei Portugal dos Pequenitos in Coimbra, dat
vrij toegankelijk IS voor de jeugdige bezoekers
In het Portugese ,^ladurodam" mogen de kleuters naar hartelust klauteren en
spelen in en op de speelgoedgebouwen, van welke gelegenheid ze dan ook dank
baar gebruik maken. De plaats waar deze kinderen spelen is een deel van het
gebouw op de andere foto