DORST NAAR DE ZON Parijs Het Knekelhuis onder r stef 'meeder Bungalows in de eeuwige lente van Tenerife Wandeling door onderaards necropolis DE HAVENLOODS DONDERDAG 23 MAART 1967 13 Bin keurige aanleg schieten de bungalows en apparlemeni begroeide vlakte. Op de achtergrond stretcher 60x190 cm luchtbed JF 75x185cm blijvend goedkoper trekt een dromedaris een primitieve houten ploeg, die door de boer met alle kracht in de grond wordt gedrukt Foto's ARY GROENEVELD. Op dit eiland is een moderne „con- quistaidare" uit het barre noorden neer- gestreilsen en stichtte er zijn Coeta del Silencio. Gewapend met miljoenen pe seta's kocht de Belg Michel Huygen 260 hectare steenwoestijn in het uiterste zuiden van het eiland. Op de bruinige vlakte, slechts begroeid met cactussen en bevolkt met hagedissen, bouwde hij villa's, bungalows, blokken met honder den appartementen var, allerlei grootte, een zoutwater-zwembad en een luxueus restaurant. Alle woningen (met terras sen) zijn zo gebouwd dat men een vrii uitzicht op de oceaan en de bergen heefï en ze zijn volledig ingericht. In de keu ken zijn stoffer en dweil, maar ook koelkast en fornuis, en in woon-, slaap en badkamer is eveneens aan alles ge dacht. Tweede huis Het gaat goed met Ten-Bel N.V. Wat in de eerste fase, een investering van f 15 miljoen, werd gebouwd is al ver kocht. Maar de heer Huygen is niet te stuiten, hij is al bezig met de tweede fase van 500 appartementen. Ais ook de hierop volgende twee fasen van bunga lowparken klaar zullen zijn, zal hij her tienvoudige hebben geïnvesteerd. Wat er al staat ziet er uitstekendudt De zaken zijn grondig aangepakt en in telligent uitgewerkt. Elke witte zon-zoe- ker, ze koynen telfs 'it Scandinavië, kan hier terecht voor zijn „tweede huis", van 28.000 tot 53.000 gulden. Meneer Huygen garandeert 6 procent netto ren te. Dan heeft hij van de brutorente (10.8 pet) al het deel afgetrokken dat nodig is voor onderhoud, water-gas-elec- triedteit, belasting etc. Ten-Bel N.V heeft dan het recht het huis te verhu ren voor de tijd dat de koper het zelf niet bewoont- De verkoop in Nederland geschiedt vanuit Rotterdam. Molendaan 207. Er is een moeilijkheid als men be sluit naar de Canarisohe eilanden te gaan. Tijdens de zes-urige vliegreis moet men namelijk echt gaan verzinnen waarover men met de toekomstige buur man of wie dan ook op Tenerife een praatje kan houden. Aan het Nederland se gemeier over het weer heeft men niets. Niemand praat hier over 't weer. In de „winter" is de gemiddelde tempe ratuur 18 graden en in da zomer ligt dat op 25 graden. Dat wil zeggen dat het hier voor een Nederlander elke dag zo mer is. De' warme golfstroom en koele zeewinden zorgen samen voor de „siem- Zon-dronken turen we naar de Pico pre primavera" de eeuwige lente, de Teide, de sinds 1909 slapende vul kaan van 3717 m hoog en daarmee Spanjes hoogste punt. 's Winters ligt er een krans van sneeuw op de top, iets dat de eilandbewoners de berg de .troon van Gód" deed noemen. Nobele berg „Een nobele berg", zegt de goedmoe dige eilandbestuurder don Tomas Cruz Garcia. Maar dat geldt dan toch meer voor het noordelijke deel van Tenerife. waar de berg voor voldoende neerslag zorgt, dan voor het regenarme zuiden. Rijdend van Puerto de la Cruz aan de noordkust slingert de weg zich naar bo ven door een subtropische fauna, het diepe groen van de bananenstruiken met de zware gele trossen (drie oogsten per jaar) en het felle paars van de weelde rige slierten bougainvillea hangend over de witte muren. En dan langs de andere kant van de Teide afdalend wordt de wereld om ons heen opeens anders. Op de droge, roodbruinige hellingen worstelt de mens met de natuur. Op de pijn lijk consciëntieus aangelegde terrassen trekt een dromedaris een primitieve houten ploeg, die met alle kracht door tn ae ftco ae Teide (3717 m de boer ln de grond wordt gedrukt, sleuf. Een wit soort puimsteen ligt over Zijn vrouw gooit pootaardappels in de de terrassen gestrooid om elk beetje vocht uit de atmosfeer vast te houden. Een hard gevecht om een dagelijkse bete broods. In het bungalowpark aan de Costadel Silencio gekomen, waarin warm enkoud water in overvloed stromen, kijken we wat gegeneerd terug naar de berghellin gen. Dit water komt via irtigatiebuizen en pompen uit de top van de Teide. Het zeewater dat via de pareuze steen bodem tot in de vulkaan doordringt, verdampt daar en stijgt met achterla ting van het zout in de berg omhoog tot het condenseert en als zoet water via bekkens en buizen een deel van de bananenplantages en tomatentuinen be vloeit. Ons, toeristen, vloeit dit watier rijkelijk toe, terwijl de boeren op de hellingen het stof van hun bezwete ge zicht vegen. Toch heeft het weinig zin hier lang over te broeden om de eenvoudige reden dat ook die boeren gauwer hun water zullen krijgen naarmate meer van ons in de bungalows kruipen. De arme vis sers van het naburige Las Galletas ver dienen bij het bouwen voor Ten-Bel vijfmaal zoveel ais met de visvangst. Kamperen is een reuze spor tieve bezigheid... maar waarom zou U zich zelf niet een beetje mogen verwennen tijdens de heerlijkste weken van 't hele jaar? Voor hen, die éen goede nacht rust ...terecht... boven alles stellenen niet op de grond willen liggen, zijn deze stretchers en luchtbedden bedoeld. Luchtbedden In matras model, met opstaande zijkanten, net zo comfortabel als Uw matras thuis ...75 x 185 cm, voor iets meer dan twee tientjes. Stretchers (veldbedden) geheel uitneembaar, metalen frame met 3 verende spanbeugels, 60 x 190 cm, met canvas bespanning voor nog géén tientje. aardse gangen waaruit zij met zoveel m?fi^, ^aren opgetrokken. Er werd on middellijk met de herstelwerkzaamhe den begonnen: de gangen werden on derstut met honderden pilaren die alle nauwkeurig werden genummerd en ge registreerd. Honderd jaar duurde de restauratie. Toen had men driehonderd kilometer onderaardse gangen gestut Driehonderd kilometer: de afstand van Groningen naar Roosendaal. Vullen met beenderen Parijs breidde zich intussen uit. Steeds meer moest er met de ruimte tussen de wallen worden gewoekerd. Men be gon er zelfs aan te denken de begraaf plaatsen te ontruimen .Maar het was met alleen vanwege het ruimtegebrek dat men ten slotte hiertoe besloot. Vele kerkhoven vormden namelijk een ware haard van infectieziekten. Twee- drie honderd jaar geleden werd het met de hygiene niet zo nauw genomen. Doch de toestand op bij voorbeeld de Cime- tière des Innocents de begraafplaats van de Onschuldigen, in de buurt van de Hallen werd zo ondraaglijk, dat de omwonenden maatregelen eisten. De omstandigheden die in deze omgeving heersten, vallen volkomen buiten ons voorstellingsvermogen. Eén aangehaald zinnetje mag voldoende zijn om de si tuatie te illustreren. In een brief aan het Parlement stond geschreven: „Pas klaar gemaakt eten in de omringende huizen bederft vrijwel onmiddellijk Een keer of vijf-zes werd het Parle ment op het gevaar voor de volksge zondheid gewezen Maar het college wist met wat te doen. Waar moest men de ontelbare stoffelijke resten laten? *Voe moesten ze worden vervoerd? Monsieur Lenoir, luitenant-generaal van poli tie, kreeg op een avond een heldere ingeving. „Laten wij de been deren naar de onderaardse gangen bren gen zei hij. Met dit idee werden de Parijse Ca tacomben geboren. Op 7 april 1786 werd een gedeelte van de gangen tot begraafplaats gewijd. En in de nacht daarop werd met de ontruiming van de Cimetière des Innocents begonnen Het was een macabere stoet die door de stad trok. Licht van flambouwen omgaf de met zwarte kleden bedekte wagens; talloze priesters zongen een do denmis; mensen langs de kant van de straten ontblootten het hoofd. Zonder onderscheid Niet erg op mijn gemak loop ik ach ter Simon Eclache aan. Met elke stap die ik doe. wordt mijn enthousiasme Weiner611 bezoe^ aan deze necr°Polis Onverwacht sta ik voor het doel van de onderaardse wandeling. De gang ver breedt zich tot een soort portaal. Een ijzingwekkender vertrek heb ik nooit eerder gezien. In ons lamplicht staan wit-gekalkte pilaren die met zwarte randen zijn omlijst. Voor wij door een tweede ijzeren deur naar binnengaan, richt Simon zijn lamp op een tekst boven de deur. „Stilte, hier is het kei zerrijk van de Dood", staat daar. Dan draait Simon zich om. „Les voi lé zegt hij. „Daar zijn ze. Macabere muren van de Catacomben v Ik kijk. En antwoord: „Ja, daar zijn ze Meteen valt de spanning van me af. Ik zie een muur van beenderen keurig opgestappld, zoals een boswachter zijn brandhout tegen zijn woning stapelt. In de lengte van deze beenderen-muur zijn, met een tussenruimte van onge veer 75 centimeter, drie rijen doods hoofden ingelegd. Iets verder vormen zij een kruis een sinister mozaïek. „Kom, dan gaan we maar", zegt Si mon, als wilde hij een terrasje verla ten waar we samen een kopje koffie hadden gedronken. En hij begint aan zijn zoveelste, ik aan mijn eerste tocht door deze dodenstad. Naast el kaar lopen we langs de overblijfselen van mensen die de laatste vijftien eeuwen Parijs hebben bevolkt. Langs de beenderen van koningen, van prinsen en prinsessen: van generaals, burge meesters en wethouders; van professo ren, staatslieden, smeden, dichters en schrijvers; van de slachtoffers van de Bartholomeüsnacht; van terechtgestelde noormannen, dieven, woekeraars en amb telijke afpersers: van kardinalen, bisschoppen en pastoors; van nonnen en monniken: van kermislieden; van slachtoffers van de vele revoluties, hon gersnoden en epidemieën; van magistra ten en bedelaars; van schaapherders, parlementsleden, filosofen en theologen; van leden van de Académie Franqaise. van handwerkslieden, kunstverzamelaars. Maar tijdens een bezoek aan de Ca tacomben bemerk je daar niets van. Je ziet de gebeenten van zes miljoen mensen, alle gemêleerd, langs de wan den opgestapeld zonder één enkel on derscheid. De heffe des volks ligt er tussen de aristocratie. Waarom, ja waarom Het kan niet uitblijven. Eenzelfde ge dachte houdt ons, Simon en mij, bezig Hij keert zich half om, beschijnt de beenderen en vraagt: „Als ze dit nu van te voren hadden geweten, zouden ze zich dan ook zo druk hebben ge maakt zoals ze nu ongetwijfeld hebben gedaan. Zou er dan ook zoveel haat en nijd zijn geweest? Zoveel ruzie, zoveel oorlogen en zoveel afgunst?" Het is of hij een speciaal ogenblik heeft uitgekozen om me deze vraag te stellen. Want nog geen tien passen ver der belicht hij een met zwarte randen omlijste pilaar waarop een van de be zoekers, onder de indruk van de om geving ongetwijfeld bij hetzelfde vraag stuk beland, dat Simon zojuist heeft uitgesproken, met potlood heeft geschre- ven: Weest menslievend volkeren, weest één. een harstochtelijka noodkreet tot de wereld, twintig meter onder Parijs. Een kwartier later sta ik buiten. Het ijzeren hekje van het park slaat met een harde tik achter me dicht. Het me talen geluid plaatst me weer in de we reld die ik bewoon: die van jachtend» mensen. Rondom het oorlogsmonument op Pla ce Denfert-Rouchereau krioelt de steed» aanhoudende stroom auto's. Vier agen ten hanteren hun witte béton en blazen op hun zenuwachtige fluitjes om de au tomobilisten tot nog grotere haast ta bewegen Even heb ik het staan aan kijken. Ik heb ook gekeken naar da mensen die zich in het schrale voor jaarslicht zaten te verpozen. Naar het oude vrouwtje dat aandachtig de sensa tie in France Soir las; naar het kleina meisje dat vol overgave met haar wit te lakschoentjes in een modderplas rondstapte. Toen ben ik langzaam naar huis ge wandeld Het begrip haast had ik van me afgelegd. Het was achtergebleven a~ de donkere gangen. VOOR EEN ORGEL OF PIANO RAUWELIJKS is de winter voorbij of we worden weer zon-rijp gemaakt. Met een zón-express of sunny tours moeten we en willen we naar een oord waar die Sonne, le Soleil of the Sun onbelemmerd onze bleke lichamen zal bruinen. Als deze beschaving nc-g eens uitgegraven moet worden, zoals wij dat met die van de Azteken of Maja's doen, dan zal men de resten tegenkomen van zonnebrillen, flesjes zonnebrand, leeggeknepen tubes zoranebruin en parasollen. De archeoloog zal zich verbazen over de vindingrijkheid waarmee wjj onze dorst naar de zon lesten en het fanatisme waarmee we onze zonaanbidding beleden. Snel verwijden zich ook de geografische grenzen van deze eredienst. Was een luttel a.anta.1 jaren geleden de Spaanse Costa Brava wel het letterlijke en figuur lijke einde, nu zij? we Europa al lang uit: Marokko, Egypte, Israël enzovoort. En Mexico en India wenken al. Voordat het zover is maken we nog een stop in de Atlantische Oceaan, ter hoogte van de Spaanse Sahara. 250 km uit de Afrikaanse kust: op Tenerile, een van de Canarische eilanden. evenals hun vrouwen en dochters mat het schoonhouden van de bungalows. In de hoofdstad Santa Cruz (150.000 in woners) wandelend langs de Rambla del General Franco de dictator be gon hier zijn opmars en een pilsje drinkend op de Plaze de Weyler, waar de cafeetjes niet te tellen zijn, doet niets meer denken aart de grillige vul kanische steenformaties op 2000 m hoog te. Men constateert dat een fles merk- whisiky ruim zes gulden kost en een pakje Amerikaanse sigaretten 50 cent. Een eethuisje heet ,,Bei Klaus" en heeft de Nederlandse vlag uit Vanuit het vliegtuig zien we neer op Tenerife, opschietend uit de oceaan. Voor de Griekse geschiedschrijver He rodotus (vijf eeuwen voor Christus) wa ren de Camarische eilanden nog het ein de van de wereld: „waar de zee niet verder bevaarbaar is, waar de tuinen der Hesperiden liggen en waaT Atlas met zijn kegelvormige berg de hemel schraagt" Maar wij cirkelen zeven uur later bovèn Schiphol. De gezagvoerder vertelt dat het op de grond om het vriespunt is, 25 graden lager dan op Tenerife. „Mijn aandelen stijgen" glun dert meneer Huygen. We trekken mee smuilend onze regenjas uit de koffer. „Hebt u al eens kennis gemaakt met de Catacomben?" vraagt de pers chef van Parijs me, nadat ik hem heb gevraagd dit immense knekelhuis bui ten de voor de toeristen bestemde uren te mogen bekijken. Ik moet de vraag ontkennend beantwoorden. Waarop hij met zijn tong klakt, zijn rechterhand veelbelovend naast zijn hoofd laat tril len en waarschuwend zegt: „Het is heel luguber, weet u..„" De bibliothecaresse van de bibliotheek roept verschrikt, als zij op mijn kaart leest welk boek ik verlang: „Oh la la! Wat leest u een lugubere dingen." Terwijl buiten een warm voorjaars zonnetje schijnt en ik het stoffige boek je doorblader, rijzen er voor mijn geest onheilspellende beelden op. Ik denk aan al die verschrikte reacties It n in h ringwekkend zijn geschreven. Als Simon Eclache de volgende dag de ijzeren toegangsdeur tot de Cata comben ontsluit, vertelt hij dat juist een week tevoren een Duitse mevrouw op deze plaats was omgekeerd. Zij vond het vooruitzicht op zes miljoen menselijke skeletten angstwekkend. Simon pakt zijn lamp en gaat me voor de wenteltrap af. Samen slingeren wij op bijna twintig meter diepte onder een gedeelte van Parijs door. Het grint onder onze voeten knarst, onze lampen laten grillige schaduwen tegen de muur dansen. Als ik even stil sta, hoor ik heel ver weg een dof gerommel van de métro. Dat is het enige teken van de wriemelende stad boven ons. Om ons heen is het stil. donker, koel Monsieur Eclache loopt twintig meter voor me uit nu. Hij vormt een silhou et tegen het licht van zijn eigen lamp Hij loopt wat krom, met grote passen zijn hoofd gebogen. Terwijl ik mijn pas wat versnel, moet ik denken aan de drie soldaten die bijna zeventig jaar ge leden zonder gids in deze immense grafkamers afdaalden. Zij liepen er te lang rond. begrepen plotseling dat zij de weg kwijt waren begonnen verschrikt te hollen en raak ten steeds meer verstrikt in de holle gangen van deze onderaardse doolhof Toen hun kaars opgebrand was. dach ten zij de gevangenen van de Dood ic zijn. Voetje voor voetje schoven zij door het grint, tastend langs de muren van opgestapelde beenderen. Eerst de volgende dag werden zij vermist. Vier soldaten, een tamboer en een hoornblazer daalden in het labyrint af. Zij riepen, de tamboer trommelde, de hoornblazer blies Na een paar uur kregen zij versterking. Er werd tot een grootscheeps onderzoek besloten Veertig uur werd er gespeurd. Pas toen werden de drie ongelukkigen gevonden Zij lagen in een doodlopende gang van nauwelijks een meter breed - uitge put en koud. Hun vinders dachten dat zij te laat kwamen. Maar in het hos pitaal werden de verdwaalden, zij het met veel moeite, weer bij kennis ge bracht. Ondermijnde stad Parijs is voor een groot deel opge bouwd met steenblokken die uit zijn rotsige bodem werden gehakt. Men heeft er de vele schitterende kerken, de reusachtige paleizen en de talloze pu blieke gebouwen, hotels en woonhuizen mee opgetrokken. Sinds de Romeinse overheersing tot aan de negentiende eeuw werd er onder Parijs en in zijn omgeving steengehouwen. Wie zin had in dit werk, kon direct aan de slag enige controle was geen sprake, de zeventiende en achttiende het steenhakken een winstge vende, en dus druk beoefende nijver heid. Er moet ongetwijfeld een tijd zijn geweest dat er onder Parijs meer werk werd verzet dan in de stad zelf. En niemand had er erg in dat de steen houwers op grote schaal bezig waren Parijs te ondermijnen. Eerst toen in Rue d'Enfer een huis 28 meter in de grond was verdwenen en er in Montparnasse en in Ménilmon- tant ook ongelukken waren gebeurd, begreep men het acute gevaar. Na scheepshals dat de kerken t re gebouwen er. kans liepen terug te keren in de onder- 'sWinlers tweemaal per maand, in het seizoen iedere zaterdag, mogen toeristen door de Catacomben een rondgang ma ken. Belangstellenden verdringen zich voor de toegangspoort.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1967 | | pagina 13