parel van het Westland MAASLAND. ^®^HAND£l Het filiaal van de firma Van der Burgh DE HAVENLOODS DONDERDAG 11 MEI 1967 Het wapen van de familie Van der Burgh Ongetwijfeld is met dit alles veel schoons en romantiek verloren gegaan. Op de zondagen heerste er ongeveer 40 jaar geleden nog al wat drukte in de Heerenstraat. Dan kwamen de boeren van buiten de plaats met hun tilbury's en tentwagens naar de kerk. Dan werd een lange rij wagens geparkeerd langs de vlietkant en de paarden vonden een tijdelijk onderdak in een stalling achter „de Pynas". Bij het uitgaan van de kerk waren er altijd een paar mensen die de paarden, voor de wagens hielpen spannen. Meestal was de beloning hier voor vijf cent of een dubbeltje, wat dan neer kwam op vijf of tien sigaren. Dit alles is verleden tijd geworden. Uit be waard gebleven dingen uit die dagen, bleek ons dat de stichter van het schil dersbedrijf van de firma Van der Burgh niet maai- zo'n gewoon huis- tuin- en keukenschilder was. Hij was een kunst schilder. Zo zijn zijn nazaten in het be zit van schilderstukjes, die op goede wijze zijn weergegeven. De kleuren zijn heden aan de dag, na meer dan een eeuw, nog natuurgetrouw en nog niet in het minst verbleekt. Hij bepaalde zich tot het schilderen van bijbelse voor stellingen en dieren, en vol trots tonen nu de beide firmaten, de heren Wim en Aad van der Burgh. deze kunstpro ducten van hun overgrootvader. Eerste kasboek We wisten de hand te leggen op het eerste kasboek van de stichter, van het jaar 1858. Met een beetje fantasie vertelt zo'n kasboek ons veel over de werkzaamheden uit die dagen. Zo bleek ons dat de verf zelf werd gemaakt. Dit gebeurde dan in de wintertijd, en men stond dan dagen achtereen aan de verf- molen te draaien. Wel niet zoals Mi- chiel de Ruyter in een blauw geruite kiel, maar dan in een witte schilders- kiel. De verfmolen is inmiddels een museumstuk geworden. Ook ging men in de wintertijd de boer op. dat gebeurde dan al wande lend. Het werk bij de boeren bestond dan uit het schilderen van het houten melkgerei. Het kasboek vertelt dat een houten melkemmer, twee keer werd ge schilderd voor de somma van 20 hele centen. Ook kregen de tilbury's en tent wagens, en dat gebeurde ook bij de „boer thuis" een nieuw laagje vernis. Typerend is het dat in het kasboek vele bedragen voorkomen die op een halve cent uitkomen. Men vindt dit niet alleen bij de kleine bedragen, maar ook bij de grotere. Hieruit blijkt dat in die tijd een halve cent wel degelijk waarde had. Al het werk geschiedde op jaarrer kening. Het laagste bedrag dat we kon den ontdekken bedroeg f 1,45% en het hoogste f 89,32%. Het artikel bruine lak komt meerma len voor. Deze lak werd gebruikt voor het lakken van vloeren.Ongetwijfeld wist men in die tijd niet wat vloerbedekking was. Naar we uit het kasboek konden opmaken geschiedde het lakken van de vloeren door de boeren en andere be woners van het dorp zelf. Weinig scholen We stellen ons voor dat er in die tijd maar weinig scholen waren, waar een vak kon worden geleerd. En al zou den die er in de steden geweest zijn, dan zou het niet mogelijk zijn geweest een dergelijke school te bezoeken, om dat er geen vervoer was. Men vraagt zich af. hoe kwam de plattelandsschil der in die dagen aan zijn kennis. We kwamen in het bezit van een boek ge bonden in perkament. Plm. 200 bladzij den dik, uit het jaar 1696 (3e druk). Het titelblad vermeldt dat het boek is geschreven door W. Goeree. en uitge geven is bij Daniel van den Dalen, boekverkoper ter zijden de Beurs te Amsterdam. Dit boek bevat diverse hoofdstukken .over de Algemene teyken, Komst en wat met het schilderswerk in verband staat. Als men dit boek met de tegen woordige spelling vergelijkt, dan duizelt het je wel even. Vele hoofdstukken zijn gewijd aan de samenstelling van verven en verder aan alles en nog wat. Ook aan de opvoeding van de jonge gezel is gedacht. Goeree zegt hiervan: Een droppel water kan de steen wel maken hol. Niet met geweld of kragt, maar door haar dikwijls vallen; Alsoo, wil gij geleerd, van wijskeid worden vol, Studeert veel en met vlijt, schouwt kinderspel en mallen. Na de heer Pieter van der Burgh, kwam de zaak in handen van zijn zoon de heer Willem van der Burgh. Het be drijf was wat gegroeid en soms werd met een paar man personeel gewerkt. Het bleef het oude "schilderswinkeltje, met de centimeters uitgesleten hardste- yover de geschiedenis van Maasland is na te gaan is het oudste hedryf, het schildersbedrijf van de fa. P. v. d. Burgh en Zn., dat sinds 1858 is gevestigd aan de Heerenstraat. Het hedrijf voert dan ook sinds onheuge lijke jaren het devies „De naem is oudt. de waer vertrouwdt". Aan de hand van zeer goed bewaarde prentbriefkaarten, zorgvuldig bewaard in de oudheidskamer van de gemeente Maasland, kunnen we nagaan hoe het dorp Maasland er in het jaar 1858, toen de heer Pieter van der Burgh zyn schildersbedrijfje in Maasland begon het er in die tijd in Maasland enigszins uitzag. In die tijd bezong de dichter Maasland, en zeer terecht met de volgende regels. Kan eenig dorp, in Delflands kring. Op ouderdom van eeuwen boogen, Op fraaije ligging en vermoogen. Door ijver van den dorpeling; 't Is Maasland, dat elks ogen streelt En dn- "t graveelstift dus natuurlijk i.s verbeeld. Als men een vergelijking maakt met het Maasland uit het jaar 1858 en het .'Maasland van heden, dan is er, en dat valt te begrijpen, veel ten goede veran derd. Dat neemt echter niet weg, dat met het voorbij gaan der jaren veel moois en romantiek verloren is gegaan, en verleden tijd is geworden. Het was dan in die tijd dat men Maasland zonder meer niet kon betreden. Ter hoogte waar nu ongeveer de kap perszaak van de heer Kamermans is gevestigd bevond zich een tol, evenals op de Maasdijk en de Zuidbuurtseweg. Wat voor Aoligeld in die tijd werd ge heven is moeilijk te achterhalen. Nog altijd, zoals in 1858, stroomt de vliet tussen 's Heerenstraat en Burgemeester van der Lelykade. Maar het straatbeeld ls natuurlijk volkomen veranderd. Aan weerszijde van de vliet groeide hoog opgaand geboomte evenals om de aloude Ned. herv. kerk. Op een tweetal plaat sen was zelfs tussen dit geboomte een prieeltje gebouwd, en de ouderen zullen zich dit nog wel kunnen herinneren. He laas bomen en prieeltjes hebben voor het steeds drukker wordende verkeer plaats moeten maken zowel langs de vliet als om de kerk. Muziektent Over de vliet, aan de Heerenstraat, tegenover de „Pybas", waar in die tijd naar verluidt recht werd gesproken en de dorpsraad vergaderde, was een muziektent gebouwd. We kunnen ons voorstellen, hoe als daar in de zomer maanden een concert werd gegeven, de Maaslanders in groten getale langs bei de zijden van de vliet, naar de muziek stonden te luisteren. Heden aan de dag zou dit niet meer kunnen. Het drukke verkeer op de Heerenstraat zou een wanklank teweeg brengen en geen har monisch geheel met de muziek vormen. nen dorpel. Aan de deur een klingelend belletje. Als men niet vlug verscheen, schudde men de deur maar eens danig heen en weer, waardoor de bel een dus danig geluid maakte, dat men het door het gehele huis kon horen. Dan liet moeder de vrouw haar werkzaam heden even in de steek om de klant te helpen aan een paar cent stopverf of vijf cent geelsel. Glashandel De volgende eigenaar was weer een Pieter van der Burgh. Deze kwam in verband met het overlijden van zijn vader reeds op 14-jarige leeftijd in het bedrijf. De scheurkalender wees toen het jaar 1907 aan. Deze jonge eigenaar wist, met steun van een meesterknecht, wijlen de heer P. v.d. Pol, de zaak tot een grotere bloei te brengen. Immers de tijd had niet stil gestaan, de woning bouw ging al was het nog maar in een geringe mate de aandacht vragen en ook het Westland met zijn glascultuur nam een grotere vlucht aan. De heer v.d. Burgh schakelde over en over het gehele Westland zwermde men uit om de warenhuizen en kassen van glas te voorzien. Dit glas werd met wagons voi aangevoerd, In die tijd groeide het be drijf uit, soms tot 10 en ook wel tot 15 man personeel. Deze Van der Burgh, die wij van zeer nabij hebben gekend had niet alleen aandacht voor zijn be drijf, maar ook de samenleving ging hem na aan het hart. Geruime tijd vertegenwoordigde hij de Chr. Hist. Unie in de gemeenteraad, en vele jaren ver vulde hij belangrijke functifes in de Ned. herv. kerk. Naast dit alles had hij als hobby het opkweken van krielkippen. Op nationa le en internationale tentoonstellingen be haalde hij meermalen eerste prijzen. Ook vervulde hij vaak de functie van keurmeester op de diverse tentoonstel lingen. Onder de bekwame leiding van hem werden zeer grote werken op schil- dersgebied uitgevoerd. Hiernaar floreer de een drukke klantenzaak. Verbouwing Ondanks het feit dat de heer Pieter van der Burgh een vooruitstrevend man was. was hij aan de andere kant toch weer wat conservatief. Het propvolle winkeltje met zijn uitgesleten dorpel. zijn klingelende belletje bleef zoals het was in 1858. In 1958 kwamen de beide zoons van de heer Van der Burgh in het bedrijf (Willem en Aad resp. 45 en 35 jaar) Deze hadden weer een andere kijk op de zaak als vader Van der Burgh. Dooi deze beide firmanten werd de zaak grondig aangepakt. Het oude winkeltje onderging een gedaanteverwisseling en het voorste gedeelte aan de straat werd ingericht voor de verkoop van Doe het zelf artikelen. (Het achterste gedeelte werd gebruikt als opslagplaats. Achter deze opslagplaats werd voor werkplaats een pakhuis aangekooht, dat voorheen dienst deed als kaaspakhuis. Aan de ene zijde was dit goed gezien. Immers de meer vrije tijd, die men kreeg, werd vaak benut om iets zelf te doen, maar dat dit een enorme vlucht zou aanne men hadden de beide firmanten toen zij hun zaak verbouwden niet kunnen denken. Het gevolg was dat men dit jaar de winkel weer belangrijk heeft moeten vergroten. 'Het achterste gedeel te werd bij het voorgedeelte getrokken en men heeft nu een winkel die er on getwijfeld zijn mag en waar de Doe het Zeiver zeker zal slagen. In 1925 werd in een pakhuis aan de Achterstraat te Vlaardingen een filiaal gesticht. In 1961 echter nam men een van Vlaardingens oudste bedrijven over n.l. dat van de firma Vermeer aan de Westhavenkade. Ongetwijfeld een bedrijf dat in Vlaardingen zeer goed stond aan geschreven. Het eenmansbedrijfje van 1858 is nu uitgegroeid tot twee grote be drijven dat aan 45 soms 50 man werk biedt. Het zijn bedrijven geworden met een naam die de beide firmanten in ere zullen houden, want hun devies is im mers „De naem is oudt, de waer ver trouwdt".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1967 | | pagina 13