Uitwisseling op interplanetair niveau Hier en daar een Sint? m IPBB - m ■FUTURA, Dampo WASAUTOMAAT? DE HAVENLÓODS DONDERDAG 30 NOVEMBER 1967 13 VI S>dam „Hé, Klaas, vind je ook niet dat liet eigenlijk nu wel kan?" Geknetter, gebrom, gezoem en dan: „Nou Klaas, eerlijk gezegd sinds die landing op Venus zullen ze het onderhand toch wel geloven, denk je niet." „Natuurlijk man, als ze er nu niet rijp voor zijn, zullen ze het nooit worden. Je weet dat ik het al bij de eerste spoetnik had willen doen, maar toen was jij er zo op tegen." „Ja, nou moet Je es effe luisteren, ik heb er eeuwen over gedaan vóór ze in mij geloofden en bij de meesten lukt het nog maar voor een paar jaar, en nóu zou jij willen dat ik met nóg een Klaas op de proppen kom. Man, ze hadden me midden in m'n gezicht uitgelachen". „En je vindt ook, dat die kindertjes waar je altijd over praat, wijs genoeg zijn om een ruimte-klaas te kunnen aanvaarden." „Wel ja, nu wel. Sinds die televisiefilmpjes over Batman, Mijn Oom van Mars, de Thunderbirds en al die nonsens meer, die ze als zoete peperkoek slikken, kunnen we nou met ons uitwisselingsprogram op de proppen komen." „Goed, jij werkt de plannen uit en dan bel ik je volgende week wel op." „Tot ziens, Klaas". „Dag Klaas". Geknetter, gebrom, gezoem, stilte... Dit gesprek vingen enkele maan den geleden tweeradio-amateurs, journalisten vgn beroep, op. 't Klonk hun vreemd in de oren, riiaar door de ernstige toon waar op gesproken werd geloofden ze dat ze dit keer niet met een grap te doen hadden. Bovendien werd op een golflengte uitgezonden die alleen gebruikt kan worden voor gèsprekken met de ruimte. Eén Van de twee professionele luister vinken peilde de plaats van waar uit het gesprek de ruimte in was gezonden en tot zijn grote ver bazing, ontdekte hij, dat het zend station in Klein-Azië was gelegen. Haastig overleg met zijn hoofd redacteur, de belofte dat er dit keer „echt een goed verhaal in zat" en dat de declaratie voor eigen rekening zou komen, resul teerden in een telefoontje naar Schiphol. De eerstvolgende vlucht" naar het Oosten wa? reeds volge boekt, maar in de volgende werd een plaats gereserveerd voor de vliegende reporter. Myra was de bestemming. Myra was een stad zoals .ie die alleen maar in het oosten schiint te kunnen aantreffen: warm, stoffig, lawaaiig. De journalist, laten we hem voor het gemak Eduard noemen, zocht moei zaam z'n weg tussen schreeuwende kooplui, krijsende kinderen, bedelende vrouwen en al die andere mensen die zo'n stad een, wat men noemt exotisch tintje plegen te geven. Eduard vond het best. Klaas moest hij hebben, die anderen lieten hem Siberisch. Nou-ja, hij had ze natuur lijk wel nodig om de weg te vragen. ^Hij schoot een waardige grijsaard aan, Een opvouwbare herenpara- pluie, normale prijs f 40.- samen gevouwen 44 cm lang, uitgeklapt net zo groot als een normale parapiuie, eén luxe aanschaf, nu voor ieder betaalbaar. Nu koopt U deze solide heren- parapluies, van westduits fa brikaat, opvouwbaar en ideaal om in aktetas, jaszak of auto mee te nemen, met 100% Ny lon bespanning, de knop over trokken met ledervinyl en met blank stalen binnenwerk, uiter mate solide, nu voor nog géén vijftien gulden. heren paraplu Vrijdag en zaterdag verkopen wij deze opvouwbare herenpara- pluies, met 1 jaar garantie op binnenwerk en bespanning en ledervinyl foudraal, kleur i grijs, die geleund op zijn stok in de verte staarde en eruit zag of hij z'n hele leven niet anders gedaan had. Op de vraag van Eduard antwoordde hij met een hoog lachje. „Klaas?", vroeg de man, „Klaas is allang dood. Die ligt begraven in Bari, in Zuid-Italië. Ben zelf nog tjij. de uitvaart geweest. Was een best mensen mompelend verdween de oude in de menigte. Nee, Eduard zag wel in dat oude mannen hem geen goede informatie konden verschaffen en daarom greep hij één van de boefjes die door de straten renden in zijn nekvel, stopte hem een rol drop in de hand en vroeg: „Waar woont Klaas." „Om de hoek", sprak de knaap, wrong zich los en schoot weg met het rolletje drop in z'n vuist geklemd. „Om de hoek", zuchtte Eduard en sjokte naar de hoek. Die ging hij óm en bij kon zijn ogen niet geloven. Een koel, strak gebouw, hoge ra men, verblindend wit geschilderd en met een bord naast de deur. „Nicolaas van Myra n.v." stond er op dat bord. Maar dat was nog niet het ergste. Naast dat bord war onder elkaar druk- knopjes aangebracht en boven elk druk- knopje stond een kaartje. „Afd. Stal houderij", las Eduard, en verder: Afd. Speel goed, Afd. Peperno ten, Afd. Speculaas, Afd. Marsepein, alle maal vrij normaal dus. En daór was Eduard niet zo van ondersteboven. Hij had wel meer n.v.'s gezien die vreemde zaken ver handelden. Maar dat laatste bordje deed hem de adem in de keel stokken, hij voelde zijn journalistenbloed snel ler stromen, want wat stond daar: Afd. Interplanetaire contacten. Direc tie N. van Myra. „De baas zelf dus", dacht Eduard, die er nu weer spijt van had, dat hij toch niet een gedeelte van de onkostennota door de krant kon laten betalen. Maar goed, daar kon hij later altijd nog over kankeren. Nu was er. werk aan de winkel. Hij rook het nieuws en snuivend stak hij zijn balpen achter zijn oor en hield zijn notitieboekje in de aanslag. Hij drukte op Het onderste knopje en een geluid als de flüit van een stoomboot weerklonk. Later ontdekte hij, dat alle knopjes in het hele^huis zo reageerden. Eduard drukte nog eens, want er had nog niets bewogen. Nu zwaaide de deur langzaam open en Eduard stapte naar binnen. „Goede middag, jonge vriend", galmde een stem, „Wat wenst gij?" Eduard keek zoekend rond, maar zag niets. Hij besloot toch maar te antwoorden, want hij was een beleefde jongen. „Ik zoek Klaas", zei hij. „Dan zijt gij aan het juiste adres", antwoordde de stem, „maar gij zult meer eerbied voor grijze ha ren moeten betrachten." Enigszins confuus door deze woorden Eduard zag nergens grijze haren knikte hij van ja. „Kom dan maar de trap op", zei de stem, en Eduard deed dat, want hij was ook een gehoorzame jongen. Bovenaan de trap stond een man, een imponerende figuur, met zachte vriendelijke ogen, een mooie witte golvende baard, waarin wat stukjes marsepein kleefden, lange haren en een kalotje Op het hoofd. „Ik zie het al", zei de grijsaard, „eindelijk weer eens 'n kaaskop op visite. Jouw naam is, eh even denken, ja ik heb het. Eduard. Je moeder noemde je altijd Wardje, is 't niet?" Blozend gaf Eduard dat toe, want hij had die naam altijd verafschuwd. „Mijn naam", zei de man, „is Nicolaas van Myra, Sint bij de gratie van de Paus en in de wandeling Sinterklaas ge noemd.": „Maar eh", stotterde Eduard, „wilt u daarmee zeggen, dat eh. Even trok er een verdrietige trek over het gelaat van de man: „Ook gij Eduard?" vroeg hij met zachte stem. „Geloof jij Ook al niet meer in mij?" „Nou kijk es", zei Eduard kleurend, „Ik dacht dat het maar sprookjes waren." „Je ziet", zei de man, „dat het toch waar is. 't Is met mij net als met de ooievaar. Ze geloven het een tijdje, maar daarna denken ze het beter te weten." Verbijsterd keek Eduard op: „Wilt u daarmee zeggen dat. „Precies, en laten we 't nu maar es hebben over 't doel van je bezoek." Eduard was zo ondersteboven van hetgeen hij in de laatste minuten had gehoord, dat het even duurde voor hij zijn verwar de gedachten weer bij elkaar had ge raapt. Toen stak hij van wal. „Ik zoek Klaas, en dat bent u waarschijnlijk." „Goed geraden", sprak de man, „ik ben Klaas, maar niet voor jou, voor jou ben ik op z'n minst menéér Klaas. En waarom moet je mij heb ben, ik ben toch elk ,jaar trouw naar je toe gekomen in december?" „Ja dat is wel zo, maar mijn vriend en ik hoorden een paar dagen geleden een gesprek met de ruimte dat ons, zacht gezegd, vreemd voorkwam. We peilden waar het zendstation was, en zo kwam ik hier terecht. Want ik ben journalist en wilde een exclusief in terview met u voor onze bladen." „Journalist", zei heer Klaas, „en je was vroeger zo'n keurige jongen? Maar goed, je moet ten slotte ergens je brood mee verdienen. Je wilt dus een verhaal. Goed je kunt het krijgen, want ik was toch van plan weer een^s een persconferentie te beleggen. Je moet ten slotte iets aan je image blij ven doen. Jij krijgt van mij het ver» haal, exclusief, op één voorwaarde: je blijft er bij. Ik bedoel, je blijft net zo lang hier tot alles achter de rug is. Dan kun je een echt ooggetuigeverslag geven en niet zo'n uit de duim gezo gen verhaaltje. Ik zal je eerst alles vertellen, en dan kun je je beslissing nemen." Eduard knikte, ging er eens even gemakkelijk voor zitten, sloeg z'n notitieboekje open en keek vol ver wachting op naar de man. „Vertelt u maar", zei hij. „Je weet", zo stak hij van wal, „dat ik al heel wat jaartjes meeloop. Pre cies weet ik het zelf ook niet meer, maar het zullen om en nabij de zes tien eeuwen zijn, ruwweg. En dan heb jé veel tijd om na te denken. Ik wilde iets te doen hebben, en zo ging ik allerlei dingen uitvinden. Het ver velende was, dat de mensen er nog lang niet rijp voor waren, en dan ver dwenen mijn vaak briljante uitvin dingen op de rommelzolder. Ik had bijvoorbeeld al in 1648 het veiligheids scheermesje uitgevonden en twee jaar fater een vliegtuig. Maar ja, wie had daar nou behoefte aan? En tegen de tijd dat de mensen het wel wisten te gebruiken was er wel een of andere slimme jongen die het.qók uitvond en ach ja, dan liet ik hem de winst en de eer maar. En zo verdwenen naar de zolder snelbinders, een preparaat waardoor nylons niet meer ladderen, een af luisterapparaatje voor telefoons en noem maar op. Je begrijpt dat ik er geen zin in had om al deze dingen zelf te gebruiken, want ik had ze niet nodig en toen verzon ik iets waar ik zelf plezier aan kon hebben. Ik bouw de een ruimtestation. Ja, daar kijk je van op. Het heeft wel een paar eeuwen geduurd, maar toen had ik het voor elkaar. Het werd m'n hobby. Ik per fectioneerde het apparaat en probeer de contact te krijgen met andere planeten. Dat lukte in, eh, 1881, om precies te zijn op 12 augustus. Toen werden voor het eerst m'n signalen beantwoord. En weet je wat nou het prachtigst was? Ik had contact gekre gen met een planeet die volkomen identiek is aan de onze!" Eduard hikte even van verbazing, maar de heer Klaas legde hem met een gebaar het zwijgen op. „Stil", zei hij, „laat me uitpraten! Ik had dus contact met ze en het bleek dat ze ook eenAristoteles en een Caesar, een Willem de Zwijger, een Napoleon, een Huis van Oranje, en zelfs een Sint Nicolaas hadden. Is het niet ge weldig? En de man waarmee ik con tact kreeg was, hoe kan het anders, hun Klaas. Hij had namelijk met pre cies dezelfde moeilijkheden te kampen 's Avonds tot 9 uur geopend. Meent 129 Rotterdam I tel. 136105 gehad als ik, had ten slotte ook een ruimtestation gebouwd, was ook met zenden begonnen en zo troffen we el kaar. Het was van de ene kant fascine rend, maar toch ook beangstigend. Want alles wat in de jongste geschie denis hier is gebeurd, gebeurde daar ook en we konden niets doen om dat te verhinderen. Goed, we hebben het overleefd en bleven elkaar opbellen. Natuurlijk hebben we al lang geleden gesproken over een soort uitwisseling, maar we vonden, dat de tijd er nog niet rijp voor was. Maar nu wel. zoals je uit ons gesprek hebt kunnen op maken. Es even kijken, over drie uur en twee minuten vertrekt m'n raket. We willen elkaar onderweg even ont moeten om kennis te maken en dan zijn we over twee weken op ons eind doel. Wat doe je, ga je mee. of durf je niet?" „Ik wil wel mee", zei Eduard, „maar nou moet u me es vertellen wat u daar gaat doen. en wat hij hier komt doen?" „Je weet toch dat het over een paar dagen 6 dècëmber 137^00 dan zijn we allebei jarig en zoals je weet gaan we dan altijd naar Nederland. We vonden het leuk om nou eens in eikaars plaats te gaan. Hij naar de kindertjes in dit Nederland en ik naar de kinder tjes in het zijne. Want we hebben el kaar nou wel verteld dat alles precies hetzelfde is, maar we willen het na tuurlijk met eigen ogen zien. Wat doe e GRONDIG speciaalzaken h Eduard werd wakker met het ge voel alsof er in zijn' hoofd een boks wedstrijd tussen Clay en Patterson werd uitgevochten. Hij kreunde even en probeerde voorzichtig zijn ogen open te doen. „Wakker ivorden, oude jongen", klonk een montere stem. Eduard kreunde nog een keer en gluurde door de kiertjes van zijn ogen. Opeens was hij klaarwakker. „We zijn op weg", zei Sinterklaas vrolijk en Eduard raakte plotseling in paniek. „Niet bang worden, neem een pepernoot, daar knap je van op." Eduard zag in dat paniek inderdaad geen steek zou helpen. Nieuwsgierig keek hij rond in het ruimteschip. Zacht zoemden de motoren en alle apparaten blonken en schenen zo 'te zien hun plicht te doen. Het ruimte schip zag eruit zoals een behoorlijk en net ruimteschip er uit hoort te zien. Precies zbals de Amerikanen het maakten. Sinterklaas bediende rustig en vol zelfvertrouwen de instrumen ten en er kon niets fout gaan. Eduard herinnerde zich nog vaag de start, maar daarna was hij weggezonken in .een bodemloze zwarte ruimte. „Over vijf minuten en zes seconden vindt de ontmoeting plaats". Toch een klein beetje opgewonden door dit grootse gebeuren voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid ont moeten twee bewoners van verschil lende planeten elkaar begon de Sint aan allerlei knopjes te morrelen. „Hé, dat klopt niet. Hoe komt dat nou", mompelde hij. Op hetzelfde moment begon een van de toestelletjes te zoe men en van heel ver klonk een stem. „Hier ruimteschip Edraa, ontvangt u mij?" De Sint snelde naar het toestel en antwoordde: „Er schijnt iets mis te zijn. We liggen te ver uit elkaar voor een ontmoeting. Wat doen we d'r aan?" „Gewoon doorgaan, niet ver sagen, old chap. We zien elkaar later wel. Zet je reis maar voort." ,,'t Lijkt mij ook het beste. Nou sterkte dan en hou je maar taai-taai". De Sint keerde zich naar Eduard die gelaten alles over zich heen liet gaan, en zei: „Zo zie je maar weer, dat je in noodsitua ties snel moet kunnen beslissen." En Eduard knikte. De landing verliep perfect. Daar viel werkelijk niets van te zeggen. En daarna ging alles met een sneltrein vaart. Eduard, toch heel wat gewend in zijn stiel, had later moeite zijn verslag op papier te brengen. De planeet waarop ze waren geland leek in ieder opzicht op de aarde. Sint Nicolaas begon aan de voorbereidin gen voor zijn toernee langs de kinder schoenen om daarin speelgoed, snoep en pepernoten te deponeren, in ruil voor hooi, stro, droog brood en water. Ze gingen naar speelgoedwinkels, sloegen enorme voorraden ijl, bakten in het oventje van het ruimteschip pepernoten, speculaas en gevulde speculaas, om het iedereen op 6 de cember naar de zin te kunnen maken. De Sint leerde'Eduard hoe hij marse peinen gebitten, aardappels, wortels, en po's moest boetseren, maakte hem tot ingewijde in de heilige kunst van het pepernoten werpen, kortom ze wa ren samen té druk bezig om zich er over te verbazen, hoe het mogelijk is, dat er twee volkomen identieke pla neten zijn. Zelfs de namen van de mensen waren gelijk. Eduard zou zich dan ook helemaal niet hoeven te ver bazen als hij plotseling zijn dubbel ganger was tegengekomen, maar dat werd hem bespaard. Een paar weken voor de verjaardag van de Sint reisden ze naar Neder land en stelden een plan de campagne op. Eduard zou in de schoorstenen afdalen, en de sobere gaven van de kindertjes omwisselen voor de ge schenken van Sinterklaas. Hij was ten slotte iets slanker dan de Goedheilig man, ert Zwarte Pieten kenden ze daar niet, dat was een verschil. Het eerste, noteerde Eduard hoopvol in zijn notitieboekje. En toen begonnen de moeilijkheden. Bijna tegelijkertijd, - traden die aan het licht op onze aarde en de gevolgen waren bijna catastrofaal. De wereld vrede stond gedurende enkele uren op het spel en uitsluitend door grote tact en het ingrijpen van de middenstand (Sinterklaas is niet voor niets hun patroonheilige) kon op beide plaatsen een atoomoorlog voorkomen worden. Want wat was het geval. Het geval was, dat behalve het verschil met de Zwarte Pieten de dubbelpl.meet een andere Sinterklaas-traditie had opge bouwd dan op Moeder Aarde. Men redeneerde daar namelijk zo: Sint Nicolaas js een aardige man. Hfj heeft enorm veel goeds gedaan en wij wil len wat terug doen. Op 6 december is h(j jarig en wat is er nu logischer dan die aardige man op zijn verjaardag cadeautjes te geven. Men begrijpt de moeilijkheden die ontstonden. Hier op aarde daalde de Sint af door de schoorstenen en wat vond hjj? Stro, brood en een glaasje lauw water. En wat deed de andere Sint? Die liet Eduard beladen met cadeautjes de schoorstenen afdalen en zag hem te rugkomen met andere cadeautjes. De verwarring op beide planeten was compleet. De kindertjes hier, al ontstemd omdat er geen Pieten wa ren, die allerlei rare kunstjes uithaal den, snapten er niks van, evenmin als de Sint, die iedere keer weer met lege handen uit de schoorstenen klom. De Sint van Eduard liet de cadeautjes liggen en daar kwamen de kinder tjes ook in opstand. Za waren boos, ze dachten: cadeautjes nu opeens niet goéd genoeg, en organiseerden een protestmars. De kindertjes op de aarde waren woedend omdat ze geen geschenken kregen en organiseerden een teach-in. Ook dè winkeliers waren kwaad. Ze hadden enorme voorraden ingeslagen, die nu niet gekocht wer den en de hele economie dreigde ont wricht te raken. Kortom de chaos compleet. Beraad op het hoogste niveau, waar bij alleen waarnemers en betrouwbare zegslieden werden toegelaten volgde. De beide Klazen, zowel die van hier boven als de onze werden op bet matje geroepen en beiden bekenden ootmoe dig hun uitstapje en hun plannetjes. De Amerikanen waren ontsteld. Ze vonden het 't toppunt, dat zo'n oude man uit Myra wel gepresteerd had, waar zij nog niet aan durfden denken. Maar ze beseften wel, dat vóór ze daar over gingen ruzie maken, eerst de kinderen gesust moesten worden. De beide Sinten bekenden hun fouten en zegden bun medewerking toe om zo gauw mogelijk de kindertjes weer tevreden te stellen. Want kindervrien den zijn het. Dat was dus geregeld. Iedereen was weer tevreden. Iedereen? Nou ja, Eduard had pech. Door de enorme be roering, die het bijna mislukte Sint- Nicolaasfeest had gewekt, waren na tuurlijk alle kranten erop af gespron gen en hadden het verhaal in geuren en kleuren, vóór Eduard ook maar één letter op papier had kunneh zet ten. Als mosterd na de maaltijd, of als pepernoten na het feest kwam zijn verhaal waar eigenlijk niemand meer belangstelling voor had, want toen was het Kerstfeest al veel belgng- rijker. Over kerstmannetjes is ook heel wat te vertellen, maar daarover later. ELS VAN DE MORTEL BIJ VERKOUDHEDEN Al deze vragen worden onpartij dig beantwoord door het Consu menten Voorlichtingsbureau. Vraag de volledige brochure van alle wasautomaten van het Con sumenten Voorlichtingsbureau. Onderstaande bon invullen en opplakken op briefkaart of in ge sloten enveloppe zenden aan: Op de eerste etage verkopen wij' ze... mooie, ronde tafélkle- den.'.met en zonder franje, In de maten.130en140cm. Eén voorbeeld geven wij: rond gedessineerd tafelkleed met mooiefranje rondom, uit de serie :van 13.25, nu voor nog géén zeven gulden. Zijn ■raielKleden 130 en 140 cm Vrijdag en zaterdag verkopen wij deze ronde tafelkleden in een prachtige kleur-combinatie, j voor V Handgeschilderde wandmat- jes 15 x 25 cm, voor 35 cent. Ook nog In 5 andere afmetingen, 's Avonds tót 9 uur geopend. I. of schrift, l Tanden blank-Adem fris Onbetwist de beste tandpasta

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1967 | | pagina 13