,Ik heb een zwak voor
onze schapendoezen1
2j'
Wessel Luten:
nest is gebleven
Sinds Janneke in het
durf ik niet meer"
Mievrouw Schneider van kennel de Warwtnckel:
DE HAVENLOODS VRIJDAG 24 MEI 1903
nu... beduidend
goedkoper
met birroenemmer
Benja, de kampioene van mevrouw Schneider.
„Een schapendoes moet een gespannen hond zijn. Hij
mag niet nerveus zijn, wel gespannen. Dat betekent
dat hij zich nooit zenuwachtig mag gedragen, zich
altijd moet beheersen, maar hij moet altijd aandacht
hebben voor de omgeving." Dat is een karakteristiek
voor een van de oude Nederlandse hondenrassen die
de laatste tijd weer wat meer belangstelling krijgen.
Die ze verdienen overigens.
Mevrouw A. J. C. Schneider-Louter, Knibbelweg 50
te Zevenhuizen, heeft een nationaal kampioene
schapendoes in haar kennel. Benja heet zij en het is
een prachtig dier. „Tien jaar geleden ben ik met
honden begonnen", zegt mevrouw Schneider. „We
hadden een poosje inwoning gehad en dat is zo goed
verlopen, dat toen die mensen bij ons weggingen ze
mij een hond gaven. Ik wist toen nog niets van
honderassen en ik heb in het begin iedereen verteld
dat Thirza een poedel was.
Tot ik op een goede dag tegen iemand aanliep die
wel iets meer van honden wist en die kon me ver
tellen dat het in ieder geval geen poedel was. Na
enig speurwerk kwamen we er achter dat Thirza een
tamelijk goede schapendoes was. Ik heb contact ge
kregen met de grote man van de Nederlandse kyno-
logie, P. M. C. Toepoel, en die was enthousiast. Hij
had een zwak voor de schapendoes en heeft me heel
sterk aangeraden met Thirza verder te gaan.
w«.h.eibefn toen ben met Thirza naar Drente geweest, b«
Wessel Luten, die een heel mooie schapendoes-reu had, Donar. Wessel Luten
heeft met een echte schapendoes nog geherderd btf de beroemde Drentse
schaapskudde. Dat doet hü al een tUd niet meer, maar wel gebeurt het zo
nu en dan dat er iemand met een jonge schapendoes naar hem toekomt om
te vragen of hj) het dier wil africhten op het kuddewerk. Alleen maar om
te zien of het instinct er nog inzit/'
Hoe bent u verder gévjjren mét
Thirza? U zei dat Thirza een „tame
lijk" goede schapendoes Was. Wat
houdt dat in?
Mevrouw Schneider: ..Thirza had
wel wat foutjes. Geen-ernstige, maar
ze was niet volmaakt. Uit: het huwe
lijk met Donar kwam een mooi nest.
Daarvarf heb ik Arza gehouden. Arza
van de Warwinckel voluit, want zo
heb ik mijn kennel genoemd. Met
Arza ben ik verder gaan fokken en
daar is Benja het resultaat van. Ben-
ja is mijn trots, nationaal kampioe
ne. Nu met Benja wil het niet zo best
lukken, ze is denk ik een beetje
preuts. Maar we hebben goede hoop
Cd at het beter zal gaan".
Zijn schapendoezen de enige han
dden die u interesseren?
Internationaal
Mevr. Schneider: „Oh nee. Benja
fis een schat, maar het is zo jam-
Jmer dat ze alleen maar in Nederland
«erkend is. Voor Het buitenland tellen
Jde schapendoezen heibas niet meè.
;En natuurlijk had ik zo langzamer-
jhand de smaak van tentoonstellingen
en kampioenschappen te pakken ge-
Zkregen. Dus ging ik zoeken naar een
ffras dat internationaal erkend was.
;Ik heb het wel een beetje in het ex
clusieve gezocht. Het eerste ras
.'naast de schapendoezen, dat ik kreeg
Jwas de Hongaarse pull. Misschien
ffkent u ze wel, ze hebben geen echt
fhaar, maar de haren vormen vilt-
strengetjes tot op de grond;
Hebt u een speciale voorkeur voor
een van de honden of een van de ras
sen?
Mevr. Schneider: „Ach, dat is
moeilijk te zeggen. Ik geloof dat ik
een zwak plekje heb voor de schapen
doezen. Dat is ook wel logisch, want
daar is het ten slotte mee begonnen.
We wonen nog maar twee jaar hier
buiten. Voor die tijd zaten we op een
flat in Rotterdam. Het meeste wat ik
daar gehad heb ik zes honden ge
weest. Thirza hebben we niet meer
in <ïe kennel gedaan. Die was de oud
ste en had dus speciale rechten ge
kregen.
Weet je, met de schapendoezen heb
ben we eigenlijk de gekste dingen
meegemaakt. Of misschien is dat het
beste blijven hangen. Ik herinner me
nog goed dat we midden in de nacht
naar Drente gingen met Thirza om
Donar te bezoeken. En we waren zo
trots als wat toen het nest er was.
We zijn er meer naar professor Jas-
ki geweest om te laten bepalen wat
M
„Donar is dood, maar ik heb nog twee jongen van hem, Fanny en Kobus.
Dat zijn ook heel mooie doezen", zegt Wessel Luten, eigenaar van wijlen
Donar, een van de mooiste schapendoes-reuen in Nederland. Wessel
Luten is 38 jaar en hij is helemaal gek met dieren. Niet alleen honden.
Alle dieren zijn hem lief. Hij heeft er heel wat op zijn boerderij. Een
paard, twee pony's, zes koeien, varkens, schapen, geiten, ganzen en
kippen.
Reportage: Wim de Lange
Foto's: Cock Tholens
Hoe is Wessel Luten in de honden
fokkerij terecht gekomen?
„Dat kwam zo. Ik heb in de oor
log een ongeluk gehad. Te dicht bij
een ontploffing gestaan. Nu kan ik
mijn linkerhand niet meer helemaal
gebruiken. M'n vader en moeder
dachten toen dat ik wel niet meer
aan het werk zou komen en toen
hadden ze gedacht dat ik maar scha
pen moest gaan houden. We hadden
zeilf wat schapen en toen ben ik gaan
herderen. Daar had ik de eerste
hond bij, Bobby. Later heb ik Jan-
néke gekregen, een mooie does.
De natuurbeschermingswacht van
Meppel vond die schapen wel een
idee en ze wilden er aan mee gaan
doen. Toen is de Drentse kudde ont
staan. Ik ben er de eerste herder
van geweest. In '47 ben ik bij de kud
de gekomen, maar in 1951 ben ik met
herderen opgehouden. De natuur-
wacht wilde een te grote vinger in
de pap hebben. Het boterde niet zo
best meer en toen ben ik er mee uit-
gescheden. Ik ben toen op de boer
derij gekomen. De hond heb ik nooit
weggedaan".
Hoe is het verder gegaan met de
honden?
Wessel Luten: „Nou, op een dag
kwam mevrouw Bax bij me met een
jonge schapendoes, Panny, en vroeg
of ik kans zou zien Panny op de kud
de af te richten. Dat heb ik gepro
beerd en het is aardig gelukt. Later
heb ik dat nog wel eens gedaan en
zo langzamerhand kreeg ik er aar
digheid in. Op een keer kreeg ik
een jonge reu als beloning voor het
africhten. Daar ben ik mee verder
gaan fokken. Donar was een van de
kinderen. Een machtige hond".
Gaat u er ook nu nog mee door?
Wessel Luten: „rk ben een beetje
huiverig geworden. Ik heb twee kin
deren van Donar. Fanny van drie
jaar en Kobus van zeven jaar. Maar
ik durf niet zo goed meer. Janneke
is in het laatste nest gebleven en dat
is een rotervaring hoor. Echt rot. Ik
was er een poos heel beroerd van en
nou durf ik niet goed meer. Mis
schien dat ik weer eens aan begin,
maar voorlopig niet meer.
Wessel Luten is een merkwaardig
mens in zijn omgang met dieren. Hij
kan net niet laten met ze te spe
len. Hij heeft een pony-hengst, Bart-
je, een „complete" hengst zoals hij
het zelf zegt, die hij kan laten dood-
liggen en op de achterbouten laten
plaatsnemen. En dat terwijl een po
ny-hengst echt niet bekend staat als
een van de makkelijkste dieren. Hij
heeft een big, die werd verstoten door
de zeug, met de fles grootgebracht
en hü Jopie doopte. Als hij nu het
beest bij de naam roept, komt het
opgewekt aanhuppelen.
Niet sentimenteel
Zijn beide herdershonden zijn keu
rig afgericht en gehoorzamen feil
loos. En o, wee als je naar de baas
wijst. Dat is bepaald niet ongevaar
lijk voor de wijzer. Hij grabbelt een
bijzonder mooi getekend geitje uit de
stal en zegt met glinsterende ogen:
„Lief hè". Kortom een man die met
dieren leeft en er werkelijk alles
mee kan doen. Zonder sentimenteel
te worden.
Wessel Luten heeft zijn eigen deel
van de schaapskudde gehouden. Het
zijn de zogenaamde veredelde Drent
se heideschapen. Dat wil zeggen dat
ze iets groter zijn en dus iets meer
vlees hebben dan het oorspronkelij
ke ras. Het zijn schichtige dieren met
vreemd-felle ogen. Op onze nadering
maakten ze dat ze wegkwamen zo
ver als hun kettingen dat toestonden.
Maar onze fotograaf wilde toch wel
graag een close-up maken van die
ogen in de gehoornde kop. Daar
moest Wessel Luten aan te pas ko
men en het merkwaardige was dat
toen het schaap de vertrouwde han
den voelde, de felle blik uit de ogen
verdween. Zodat de foto toch van een
afstandje genomen moest worden.
Overigens is Wessel niet de enige
Luten met speciale kwaliteiten op de
boerderij. Moeder Zwaantien Luten
mag er met haar 83 jaren ook best
zijn. Ondanks haar gevorderde leef
tijd werkt ze nog een volledige dag
taak af op de boerderij. Ze begint
's morgens met zelf brood te bak
ken. „Dat moet wel vroeg", zegt ze,
„want dat moet je met schone han
den doen A'« 1e p°rsf vi'1 werk hebt
gedaan kun je niet meer aan het
brood komen. Dus dat doe ik eerst".
Stroef
„Daar was een wuf dat spon"
zegt ons een oud-hollands liedje.
Zwaantien Luten doet het ook nog.
Op haar eigen echte, oude, houten
spinnewiel. Speciaal voor de gelegen
heid werd het spinnewiel van boven
gehaald en vrouw Luten ging er ach
ter. „Hij wil niet best lopen", zegt
ze, „dat komt omdat ik een tijd niet
'spind heb. Nou is het vet wat stroef
geworden". Maar na een poosje
kwam het toch op gang en ja hoor,
uit de ruwe wol kwam een fraaie
draad tevoorschijn.
„Kunnen we bij u wol bestellen",
vroegen wij.
Een snelle peilende blik. „Wanneer
mot 't af? Ja, ik vraag het maar,
want ik moet er speciaal voor gaan
zitten, want het is eigenlijk winter
werk zie je. Dus ik wil het alleen
doen als er even de tijd mee is. En
hoeveel moet het worden? Voor twee
k'n^ertm'-r! T>*-1 >1 r>-*
De 83-jarige Zwaantien Luten achter
het spinnewiel.
zes, zeg zeven bolletjes. Dan kan 't
wel".
Zwaantien Luten weet best wat een
mens toekomt, want we waren nog
geen tien minuten binnen of we za
ten al aan de koffie. En 's middags,
toen we het bedrijf rond waren ge
weest, stond er alweer koffie klaar
met een paar sneden eigengebakken
brood. We hebben die avond maar
wat later gegeten dan normaal, want
het was zeer voedzaam brood. En
zeer lekker.
Nog even terug naar de schapen
doezen. Wessel Luten heeft op het
ogenblik een does te gast. „Ik ben
ook lid en ze weten me wel te vin
den als het zo uitkomt. Ik doe het
wel vaker. En weet je wat het is,
je kunt zo'n hond niet zo maar over
al heen doen. Het is een beetje een
speciaal soort hond. Lang niet ieder
een is geschikt voor een schapen-
We zijn trouwens op een heel gek-
;ke manier aan de Hongaarse puli
•gekomen. Er stond op een goeie dag
teen advertentie van, tussen de auto-
advertenties. Nou, we Zijn dezelfde
'avond nog naar Zwijndrecht gegaan
om te kijken. Het was wel een gok,
want het was nog een pup en daar
kun jé van tevoren niet met hon
derd procent zekerheid van zeggen
dat het goed wordt. Toch hebben we
-het maar gewaagd eri de gok is goed
uitgekomen want ik ben met Erzse-
bet internationaal kampipen gewor
den.
Een poos later ben ik naar de be
roemde Engelse hondententoonstel-
iing, de Cruft's, geweest om een
nieuwe puli te vinden, maar dat was
er niet bij. Wat ik er we! vond was
het Tibetaanse leeuwhondje, dat Lha
sa Apso's, en daar was ik meteen
kapot van. Enfin, van het een komt
het ander. Toen ik later eens in En
geland was om een Lhasa Apso er
bij te krijgen, kwam ik in een ken
nel waar ze behalve de Tibetaantjes
ook Bearded Collies hadden. En na
tuurlijk ging ik weer door de knieën.
Zo ben ik de eerste geworden die
een Bearded collie-reu heeft geïm
porteerd. En nu heb Ik een schatti
ge Bearded-pup, Hendrik."
Hoeveel honden hebt u nu in to
taal?
Zwak plekje
Mevr. Schneider: „Op het ogenblik
heb ik twaalf honden in de kennel.
En dat is het' m'óoi. Veel méér wil
ik er ook niet hebben, want daar lij
den de honden zelf van. Ik ben wel
eens in kennels geweest met heel
veel honden en dab kun je merken
dat de dieren persoonlijke benade
ring en aandacht missen. Het wor
den dan van die echte kennel-honden.
Dat is niét zo leuk. Onze honden zijn
natuurlijk wel behoorlijk afgericht,
maar ze hebben hun spontaniëteit be
de beste pup was. En Arza en Benja
zijn allebei opgenomen in de bijlage
van het hondenstamboek. Dat zijn
van die dingen, die vergeet je niet,
die blijven je wel bij. Misschien dat
ik daarom een zwak heb voor de scha
pendoezen".
Bent u lid van een kynologenclub?
Mevr. Schneider: „Ja, ik ben lid
van de Goudse kynologenclub. En ik
geef zelfs les. Dat is een hele ge
waarwording hoor, als je zelf eigen
lijk net komt kijken in het vak, om
dan les te gaan geven aan anderen.
Maar het is erg leuk en ik doe het
graag. En natuurlijk bezoek ik veel
tentoonstellingen. Ileus ik ben er nog
druk mee op mijn manier".
Wat opvalt is dat al uw honden
langharigen zijn. Is dat een bepaal
de voorkeur van u?
Mevr. Schneider: „Ik geloof van
Mevrouw Schneider met de zeven
weken oude Bearded collie-pup
Hendrik.
wel. Ik weet het niet precies, maar
inderdaad ben ik erg gesteld op de
langharen. Het vergt veel onder
houd. maar het is wel erg mooi.
Weet u overigens wat ik met de ha
ren doe die van de honden afkomen?
Die worden opgespaard en die gaan
naar de oude mevrouw Luten in
Drente, de moeder van Wessel Lu
ten, en die spint het. Nu is het op
het ogenblik zo, dat van de vorige
zending haar, voldoende wol gespon
nen is om een trui van te breien. Ik
ben zelf niet zo handig met de pen
nen en dat doet weer iemand anders
voor me en nu zal ik binnenkort in
een trui rondlopen van mijn eigen
honden. Geinig hè?"
kamp-uit- mm
rusting, WS
1 Liter chemisch toilet af-
breekvloeistof, 2.25
Vrijdagavond tot 9 uur open.
Al is kamperen het heerlijkste
zomerbedrijf, dat U zich kunt
voorsteilen... enige malen per
dag voelde U toch het grote ge
mis... een eigen tollet.
Dat Is nu voorbij, want nu gaat
U kamperen, 't zij met tent of
carayan en U neemt Uw eigen
toilet mee.
Een speciale Camping toilet,
compleet met binnenemmer, af
neembare bril en deksel, die U
overal ziet aangeboden voor
meer dan veertig gulden, nu
voor vijf en twintig gulden
rond!
Hygiënische en practische cam
pingtoilet, met comfortabele
zithoogte, In fraaie kleuren uit
gevoerd.
Vrijdag en zaterdag verkopen
wij deze Camping toilets, een
onmisbaar onderdeel van Uw