„Ik heb 'n „eeuwigdurende beweger' Nico van Jole blijft het stug volhouden: Vakmanschap meesterschap DE HAVENLOODS DONDERDAG 19 DECEMBER 1968 19 Vele geleerden van naam heb ben naar dit perpetuum mobile gezocht. Niemand heeft het ooit gevonden. Slechts èèn man is het met die uitspraak niet eens. Dat ls de vijftigjarige, in Rotterdam wonende beeldhouwer Nico van Jole. Hij blijft, tegen de mening van de wetenschapsmensen in, volhouden, dat hij het eeuwig be wegende apparaat wèl heeft uitge- instrument vonden. In zijn woning in de Schilperoordstraat heeft hij pns deze week het apparaat laten zien en ons verteld waarom het wel werkt., De heer Van Jole werkt nu al twaalf jaar aan zijn perpetuum mo bile en aan de erkenning, dat hij ge lijk heeft. Maar hij stuit overal op een muur. ,,De wetenschapsmensen die het voor het zeggen hebben, be weren allemaal, dat het niet kan", zegt hij. „Maar ze geven mij geen kans een demonstratie te geven. Er zijn wel eens een paar studenten hier tijd. Hooguit een kwartier. Nou, als je nou iets wilt zien, dat eeuwig in beweging blijft, iets waar de weten schap nu al eeuwen naar zoekt, dan mag je toch echt wel wat meer tijd uittrekken dan een kwartiertje, niet waar?" Nu zou men kunnen denken, dat beeldhouwer Nico van Jole een ver bitterd man is. Daar is echter weinig van te merken, wanneer men met hem zit te praten over zijn uitvin- Bierkenners vragen ding. Hij spreekt met een rustige stem, zonder zich ook maar een ogenblik op te winden. Wel is hij tijdens het praten zo geconcentreerd op zijn onderwerp, dat hij tot tweemaal toe zijn koffie koud laat worden. Voor zijn vrouw, die tijdens het gesprek op de achter grond blijft, is dit geen nieuw ver schijnsel en geduldig staat zij dan weer op om hem nieuwe koffie in te schenken. Een AO-boekje Onlangs verscheen in de AO-reeks, uitgegeven door de Stichting IVIO te Amsterdam, een boekje over het per petuum mobile, geschreven door drs. P. J. ten Have. Aanleiding tot het uit geven van dit boekje was een brief, die de heer Van Jole aan de redactie van de AO-reeks had geschreven en waarin hij het ontwerp uiteenzette voor het perpetuum mobile, dat hij wilde onderbrengen in een stand beeld, dat hij voor de gemeente Ant werpen moest maken. In de brief kon digde Nico van Jole enthousiast de „dood van de wet op het behoud van de energie" aan. Drs. Ten Have begon zijn beschou wing over dit onderwerp aldus: „Als u een heel goed idee hebt voor een perpetuum mobile of er misschien reeds stiekem aan knutselt vergeet het dan en houd er mee op. Het zal u geld, tijd, moeite, teleurstellingen en slapeloosheid besparen. Ik heb er in mijn leven zo veel van meegemaakt, zo veel hoopvolle mensen moeten te leurstellen en zo veel geld en tijd zien vermorsen, dat Ik deze goede raad met zo Veel klem wil uitspreken als maar mogeltfk is". Drs. Ten Have vertelt dan verder, dat het perpetuum mobile eigenlijk reeds lang geleden is uitgevonden en reeds met succes werd gebruikt door de Chinezen, de Indiërs, de bewoners van Mesopotamië, de oude Egyptena- ren, vermoedelijk de jinca's, de In dianen. Hij doelt daarbij op het wa terrad. Zoekers naar het echte per petuum mobile, zoals Nico van Jole er een is, vinden, dat het waterrad geen goed voorbeeld is. Als het water ophoudt met stromen, zal het rad blij ven stilstaan. Anders gezegd: het rad draait nooit uit zichtzelf. „Waar ze (de zoekers naar het per petuum mobile, red.) op mikken," al dus gaat drs. Ten Have dan verder, „is een eenvoudige machine, met wei nig kosten te maken en die „van zelf", dat is zonder energietoevoer, steeds maar blijft lopen en daarbij ook nog energie aflevert. Want anders heb je er niets aan. Maar dat lijkt toch op de spaarpot waar nooit iets ir. gaat en maar ongelimiteerd uitge haald kan worden. De reden, dat nu op het ogenblik in Nederland nog ver scheidene mensen leven, die aan de verwezenlijking van dit droombeeld werken, is gebrek aan inzicht in de wetten van de mechanica". In hetzelfde boekje staat nog een brief afgedrukt van Nico van Jole, ge schreven naar aanleiding van de tekst van drs. Ten Have. De heer Van Jole schrijft daarin: „Ik vecht al twaalf jaar om mijn uitvinding onder de aandacht van de wetenschap te bren gen. Ik geef graag toe, dat ik lastig kan zijn ik deed zelfs al een beroep op de UNESCO maar waarom nam men dan ook nooit de moeite om de vinding, al was het maar de tekening er van, eventjes te bekijken? Verschil lende universiteiten en hogescholen bood ik de vinding aan, kant en klaar voor het gebruik, als geschenk. Ik deed dit onder de strengste geheim houding. Hoegenaamd niemand zou er van in kennis worden gesteld; men hoefde het mechanisme alleen maar een tijd achter gesloten deuren te la ten werken. Geen medelijden „Geen enkele universiteit wilde dit geschenk accepteren. Steeds weer be riep men zich op het besluit, dat men in de vorige eeuw al nam en dat zegt, dat geen ontwerpen over een perpe tuum mobile in studie mogen worden genomenDoor zich aan dit be sluit te houden, ontneemt de weten schap me de enige mogelijkheid er kenning voor de vinding te krijgen. En zonder wetenschappelijke erken ning kan er geen octrooi op de vin ding worden verleend. En zonder oc trooidekking kan ik geen open kaart spelen". Nico van Jole eindigt zijn brief dan met de kreet: „Hebt alstu blieft geen medelijden met mij! U weet niet half hoe veel medelijden ik met u allen heb". Nico van Jole werd in Rotterdam geboren, maar hij studeerde aan de universiteit van Leipzig filosofie en psychologie. Pas na de oorlog kwam hij in Nederland terug en toen werd het hem kwalijk genomen, dat hij al die tijd in Duitsland journalistiek en publicistisch werk had gedaan. Om die redenen mocht hij in Nederland dat werk niet voortzetten. „Ik ben toen overgeschakeld op het maken van beeldhouwwerken, maar er werd mij ook verboden er in Nederland mee te exposeren", zegt Nico van Jole met dezelfde openhar tigheid waarmee hij over zijn uitvin ding spreekt. „Daarom ben ik toen naamloos gaan werken en dat doe ik nog steeds. Het bevalt me best en ik mag ook niet klagen over gebrek aan opdrachten. Maar ik verknoei eigen lijk te veel tijd aan experimenten". Uit het maken van beeldhouwwer ken kwam de drang om 'n perpetuum- mobile uit te vinden naar voren. Nico van Jole geeft daar een verklaring voor. „Bekijk nu eens een monument heel goed. Hoe langer je kijkt hoe oppervlakkiger ze gaan worden. Kunstcritici zeggen nou wel, dat een beeld steeds mooier gaat worden, steeds meer inhoud gaat krijgen naar mate je er langer naar kijkt, maar dat is larie. Je kunt van een beeld nooit meer maken dan een versiersel. Als de kunstenaar met een beeld klaar is, levert hij het af. Hij kan er niet meer in leggen dan dat. Als je dan veertien dagen achter elkaar naar een beeld zou moeten kijken, word je er moe van en je krijgt er ge noeg van,-je vindt het vervelend." Iets anders Die gedachtengang bracht Nico van Jole op het idee om een bewegend beeld te maken. „Ik wilde een beeld combineren met een mobile", zegt hij. „Maar het resultaat was belache lijk. Ik moest er zelf ook om lachen. Maar toch wilde ik iets anders ma ken. Beter dan ze het in de Middel eeuwen deden; kun je het toch niet meer doen". Toen kwam Nico van Jole op de ge dachte een perpetuum mobile te ma ken, een gedachte, die hem eigenlijk zelf ook eerst aan het lachen bracht. Maar hij toog toch aan de studie. Ja renlang dook hij onder in universi teitsbibliotheken om alles te lezen wat er oyer het onderwerp van het eeuwi ge mobieltje was geschreven. Zijn studie bracht hem zelfs naar Pa rijs, waar hij ontwerpen van voorgan gers natekende en bestudeerde. „Toen bleek mij, dat er net zo veel geleerden waren, die zeiden, dat het onmogelijk was als er geleerden wa ren, die het wel mogelijk achtten", zegt hij. „Maar Einstein, die zelf ook naar het perpetuum mobile heeft gezocht, heeft beweerd, dat het nooit langs theoretische weg zou worden ge vonden, maar wel impulsief. En dat is ook zo. In de natuur beweegt alles. Dus is iets wat blijft bewegen, natuur lijk. Stilstaan is onnatuurlijk. Maar je kunt geen enkele theorie opbouwen over de vraag waarom alles be weegt". Nico van Jole ging toen zelf op zoek naar het mogelijke onmogelijke. In totaal maakte hij om het hele ver haal kort te maken drie verschil lende apparaten. Het eerste berustte op het principe van het overgebalan- céerde wiel, dat na het eerste zetje blijft draaien, mits de balans door de eigen draaiende beweging maar steeds weer over het dode punt heen wordt gebracht. Het apparaat werkte en hij bood de gemeente Rotterdam helemaal gratis een monument aan, waarin het eeuwig draaiende wiel zou worden on Een oud voorbeeld van een perpe tuum mobile. De zelfvoedende water molen. Door middel van een schroef draad wordt het water weer naar be ven gepompt om dan opnieuw het waterrad in beweging te zetten. Het werkte niet. JVico van Jole bij het ontwerp van het beeldhouwwerk dat hij voor de stad Antwerpen zou maken. dergebracht. De uitvinder kreeg ech ter van het gemeentebestuur een brief, waarin hem dank werd gezegd voor de uitvinding, maar waarin werd gesteld, dat men toch niet de vrijheid kon vinden het aanbod te aanvaarden. Nico van Jole kreeg zelfs niet de kans om het eeuwig draaiende rad te de monstreren. Toen behaalde hij met dat rad nog een klein succesje. „Op de Techni sche Hogeschool te Eindhoven was men bereid toe te geven, dat ik een perpetuum mobile nad uitgevonden, wanneer ik wilde verklaren, dat de wei op het behoud van de energie niet werd aangetast. Met dat rad was dat ook wel zo, want ik hield geen energie over. Maar ik kon die verklaring niet afgeven, omdat ik met mijn andere perpetuum mobile wel energie over- nieid". Expres gedaan Enkele jaren later liet Nico van Jo le aoor de oeiastingen beslag leggen op het rad. Het ding werd in onder- uelen verxocnt voor 4t> guiaen. lyico van Jole begint nu nog te lachen als nij er aan uenkt. „ue nuiaige eige naar begrijpt waarschijnlijk nu nog steeds mei, waarom net ding mei werkt", zegt hij. „Maar dat neb ik expres geaaan. Ik Kon mijn uitvin ding toch zo maar niet uit handen ge ven: 'tegenover ons wil nij nu wei zeggen wat hij he,eft gedaan. „Ik heb een scnarnier uiciugeiasi. Wat vroe ger een scharnier was, is nu een dik ke knoobei. Hri als net apparaat op die plaats niet scharniert, is het geen perpetuum mobile' Hij liet het er echter verder niet bij bitten. r,en nieuwe strijd Degou, nu om de erkenning van het eeuwige mo- oiei, uat mans in net geding ,s en waarvan de uitvinder beweert, aat het inueruaaa werst, „Maar ik krijg de kans niet", zegt hij. „En ik heb ook geen benoefte om net uing aan studen ten te laten zien, want er moet voor zo n zOOli guiaen kwik in en ik voel er niets voor om dat geld uit te geven, wanneer ue anuerei. oei toch alleen maar als een grapje zien". Toch meent ae uitvinder, dat vele geleerden wel achter hem staan. „Ik neb brieven met adhesjeDemigingen van wetenschapsmensen gekregen", zegt hij. „Maar ze aurven er niet openlijk voor uit te komen vanwege nat verDOd om dergelijke uitvindingen ir, studie te nemen. En dat verbod is ook wei een beetje begrijpelijk, want ze krijgen honderden ontwerpen toe gestuurd. Ais zo n ding een paar uur draait, denkt men al gauw, dat het een perpetuum mobile is De uitvinding van de heer Van Jole neett tien minuten lang gedraaid, Dat vond de uitvinder voldoende. „Na tuurlijk was dat in dit geval voldoen de", zegt hij. „Want het apparaat kwam nelemaal uit zichzelf in bewe ging. Als je een apparaat een zetje moet geven om hem in beweging te brengen, weet je later nooit of hij in beweging blijft uit zichzelf of nog steeds als gevolg van die zet. Maal ais een perpetuum mobile uit zichzelf gaat bewegen en dat tien minuten lang blijft doen, is er geen enkele re den om aan te nemen, dat het appa raat over tien jaar niet nog zal bewe gen en dat hij het niet eeuwig zal blijven doen". Beuijzen En weer is Nico van Jole in het nieuws gekomen. Weer gaat het om een monument, dit maal een werk, dat door de Nederlandse gemeenschap in Antwerpen aan die stad zou worden geschonken. De beeldhouwer-uitvinder maakte een ontwerp, in het hart waarvan zijnperpetuum mobile ioü moeten komen. „Ik kreeg voldoende financiële steun om de zaak te kun nen voltooien", zegt hij. „De stad Antwerpen wilde het monument wel aanvaarden, wanneer bewezen zou worden, dat het inderdaad een perpe tuum mobile zou zijn". Tevens over handigt hij ons een brief van de Gazet van Antwerpen, waarin de hoofdre dactie hem schrijft, dat men s-tmn zal verlenen aan Nico van Jole, wan neer inderdaad zal blijken, dat hij het perpetuum mobile heeft uitgevonden. Enige .tijd geladen pubneeerae net weekblad Panorama een artikel over 'Nico van Jole en zijn werk, waaraan de uitvinder zich stootte. Uitvoerig heeft hij ons verteld wat de voorgeschiedenis van de publi catie is geweest en waarom hij zich door het artikel beledigd voelae. Het doet hier allemaal met ter „a- ke. Maar Nico van Jole diende een aankiaciit in tegen het weektuaa en bij die aanklacht verzocht hij* de rechtbank toe te staan, dat' hij zjjn uitvinding mocht demonstreren. Hij heeft ei- goed verirouwën m, dat hem dit wel zal worden toegestaan, omdat de rechter tenslotte «.ai zoe ken naar bewijzen." Tot zo lang heeft hij het werk en net monument van Antwerpen opgeschort. De beeldhouwcr-uitvinder Nico van Jole is al dikwijls uitgelachen. Op straat wordt hij soms zeus aangem,..- den door mensen, die hem vragen of zijn molentjes nog s.eeas uraa.e., ..ij haalt er zijn schouders over op. „Aen", zegt nij, naar a=u'ueiUi..£ n het AO-boekje, dat werd uitgegeven naar aanieiaing van ztjn ontw^.p, ,„k heb van de retractie van dat hoekje 130 guiden gekregen voor net scm.j- ven van een klein stukje. Ze nemen net aüemaai niet ernsug, maai am ..e mij 150 guïden willen geven vqor een paar uur werk, mogen ze gerest zeg gen, daj. ik gek ben". Heel groie stap Nico van Jole is er van overtuiga, dat hij eens gelijk zal krijgen. Hij is er van overtuigd, dat de wmensc..„p eens zijn uitvinding zal erkennen en dat men zal toegeven, dat ae wet op het behoud van energie is doorbro ken. Dat zal echter een aee. g.„ie stap zijn, omdat de meerderheid van de weienscnapsmensen aoor ae eVu- weh heen hebben volgehouden, dat a.t onmogelijk is. Toch moet de brandende vraag kog steeds beantwoord worden, neett co van Jole inderdaad het perpetuum mobiie uttgevonaen.' Hij neen ons .,tt apparaat wel laten zien, maar ,uj beeit het niet geoemonstreeru. ue la- kosten 2000 gulden aan kwik zijn daar te groot voor. Hij is eenter wei bereid het apparaat voor weten- scnapsmensen te demonstreren. Men kan natuurlijk om hem lacnen. Men kan zijn streven ook ernsug ne men. Men kan ook de politie naar beurd, om te onderzoeken oi er geen opnentingsprakujken acuter ziften. Dat laatste is natuurlijk net einue. W ant noewei ei in het veneuen acus wel mensen zijn geweest, die op on- j eerlijke manier prooeeiuen te oe„.j- zen, dat zij het onmogelijke naauen uitgevonaen, scnrijit urs. zen ,c die veel contacten heelt genao met mensen, die meenden net pcipelé.m mobile uitgevonden te heboen. „Wat mij btj ai ueze uitvinders up6eva vit is, was dat ze zo te goedei trouw wa ren, nun ontwerp tauaueK vu.,..-...- den en zich er hopeloos in vastneten. De reuen was ait.jü uezenae: gv t.i aan technisch inz.cnt. Er is altijd nog een laatste kleinigheid waai hei vast zit". Nico van Jole lacht rustig, Waom r men daar met hem ov„r praat. G« :a- ten, zoals bij new waars. „i..,jk telijke honderden malen zseeft geduun, zegt nij dan, dat nij er niet ami twij felt. dat zijn perpetuum mobile werkt en dat zelts uie taaiste kleinignenj er niet aan' ontbreekt. Het is begrijpelijk, dat de weten schap zich niet met alles kan bezig houden wat haar in haar naam worut aangeboden. Maar de heer Van Jole heeft destijds de gemeente Rotterdam een monument met een perpetuum mobile willen schenken. Men kan zien afvragen waarom de gemeente dat aanbod nooit neeft aanvaaro. net was niet haar risicp of het ding zou werken of nie„, maar uitsiuitena net risico van de heer Van Jole. Als net op niets was uitgedraaid, zou het hem belachelijk hebben gemaakt en niet de gemeente. Maar misscnien vindt men het een te ernstige zaak om er een element van spel in te brengen. Meer respect Nogmaals: wij, kunnen niet beoorde len of Nieo van Jole inderdaad .iet perpetuum mobile, waar al zo lang door zo veel knappe koppen naar werd gezocht, heeft bitgevonden. Maar wij zijn wel blij, dat er nog steeds men sen als Van Jole zijn. Mensen, die "ze technologische maatschappi j nog steeds durven te wijzen op het Ceit, dat in de natuur alles ooweegt, dat beweging daarom natuurlijk is en'-da: een eeuwigdurende beweging, zonder een energiebron, mogelijk is. Alleen om die reden al heeft een mar, ;.if co van Jole recht op wat meer res pect en in ieder geval op een wat mildere houding. hm Dijkstra Handen en Li ppen ruwPUROl De wetenschap heeft altijd beoefenaars gekenddie blind waren voor tegenslagen en doof ivaren voor wat anderen over hen zeiden. Het waren en zijn de eeuwige zoekers naar het on mogelijke. Waar de chemische samenstelling van goudbijvoor beeldof naar het perpetuum mobilehet apparaatdat geheel uit zichzelf eeuwig zou blijven bewegenzonder dat krachten van buiten er enige invloed op zouden uitoefenen. Sterker nog: een apparaatdat geheel uit zichzelf in beweging komtomdat het zetje, dat de goedwillende het apparaat in het begin zou geven, na tientallen jaren beweging nog wel eens als krachtbron zou kunnen worden beschouwd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1968 | | pagina 15