m „Als je zo lang op zee zit ben je zelf water geworden" 13«nin0t) 3.95 MEUBELSHOW VUILNISZAKKEN Arie van der Pluym „TTie op zee gaat zeilen komt slecht weer w* DE HAVENLOODS DONDERDAG 3 APRIL 1969 nu... beduidend goedkoper COOL SINGEL 2e PAASDAG van 11 tot 17 uur NIEUWE BINNENWEG 190-195 - ROTTERDAM H.H. DETAILLISTEN Inkoopcombinaties en flatverenigingen E PLASTIC met KOMO-keur. GUNSTIGE CONDITIES - FRANCO LEVERING. Uw groothandel: B|_|TZ g3NV. Westeinde 63- Tel. 070-63.19.70 Den Haag Vele honderden orgelliefhebbers zijn reeds zeer enthousiast over de prachtige, indrukwekkende weergave van de majestueuze- orgelklanken. Daarom besloten wij tot een herpersing van deze L.P., met als resultaat dat wij hem nu opnieuw kunnen aan bieden voor de prijs van mono/stereo (winkelw.f 19,50) UITSLUITEND VERKRIIGBAAR BI) v IX*66 zei gesprek mei PvdA, PPR en PSP niiet voort De Rotterdamse afdeling van D'66 heeft tijdens de een dezer dagen ge houden ledenvergadering besloten de gesprekken met de PvdA, PPR en PSP niet voort te zetten. De leden waren van mening dat het voeren van deze gesprekken ten onrechte de indruk kan wekken dat een progres sieve concentratie wordt bereikt. Overigens is D'66 van mening dat gesprekken met de VVD en de con fessionele partijen evenmin veel nieu we uitgangspunten zullen opleveren. D'66 wil bij de samenstelling van het gemeentelijk programma zoveel mogelijk vooruitstrevendé Rotterdam se burgers betrekken. Daartoe is een werkgroep gevormd, waarin iedere Rotterdammer inspraak kan hebben en zijn visie geven. ,,Dit alles wil nog wel eens de in druk wekken dat D'66 zich erg vrij blijvend opstelt", aldus een woord- voerdster van D'66, „maar dat is niet juist. Wij willen alleen maar voorkomen dat we door te nauwe banden met de bestaande partijen het etiket krijgen dat we ons conforme ren aan de partij-politieke structuren die er zijn. Dat willen we niet. Bij voorbeeld bij.de opstelling van (}e kandidatenlijst voor de verkiezingen heeft iedereen, ook de niet gebonden kiezer, bij ons stemmingsrecht". !T -N De vermaarde Rotterdamse or ganist ANDRÉ VERWOERD bespeelt de orgels van de St. Laurenskerk en de Pauleskerk. Uitgevoerd worden een 8-tal meesterwerken uit het orgelre pertoire van componisten als Bach, Telemann en Reger. Joh. Seb. Bach, de grootste orgel- componist ailer tijden, neemt met een 3-tal sublieme werken, de centrale plaats in op deze L.P. waarvan de meeste mensen de namen nauwelijks kennen. Hij heeft een groot gedeelte van zijn leven aan boord doorgebracht, vaak zonder een droge draad aan het lijf. Onder om standigheden dat een kop koffie of een warme maaltijd dingen waren, waar je van kon dromen als er tenminste gelegenheid was om te slapen. Arie Van der Pluym heeft bijna der tig jaar lang in dit beroep gezeten. Op jonge leeftijd raakte hij reeds ver trouwd met het water, omdat zijn va der in Dordrecht visser was en zijn zoons meenam op de visvangst „Maar toen mijn broers gingen trou wen, werd de speling volgens mij te dun", vertelt hij. ,,Ik was toen 23 jaar en ik zocht een ander baantje. Ik ben toen terecht gekomen bij een groothandel in paling. Die paling moest ik halen uit Zuid-Frankrijk en dan zat ik zeven dagen en zeven nach ten in een spoorwegwagon. Daar, za ten twee tanks in, waarin op de terug reis zo'n 10.000 pond Levende paling, zat. Tussen die twee tanks in moest ik slapen en ik moest zelf maar zien hoe ik mijn kostje klaar maakte. En op elk station, moest het water ver verst worden, omdat de paling anders dood zou gaan". Zolderschuit In die tijd woonde Arie van der Pluym op een „palingschuit", waarin de vissen levend werden bewaard. Met die schuit trokken ze langs de handelaren en de rokerijen. De baan bood hem echter geen vooruitzichten, omdat de zaak failliet ging. Hij nam dienst bij een aannemer op een zol derschuit als schipper. Tot Van Eeste ren de schuit overnam, samen met Arie van der Pluym, die toen ging wo nen in de P. K. Drossaertstraat in Vlaardingen, waar hij nu nog zijn thuishaven heeft. „Op een dag belde meneer Van Eesterén mij op", vertelt Arie van der Pluym verder. „Hij irei, dat hij had gehoord, dat ik zeebenen had en hij vroeg of ik er iets voor voelde om schipper te worden op het jacht de Kortenaer, dat in aanbouw was bij De Vries Lensch in Amsterdam. Ik voelde er wel wat voor. Meneer Van Eesteren zei, dat ik dan ook moest zorgen voor een soort uniform, een blauwe broek, een blauwe trui en een schipperspet. Nou, we hadden het toen niet erg breed, maar ik kreeg het toch voor elkaar. Een blauwe trui had ik zelf, de broek kreeg ik van mijn broer en de pet van mijn vader. En toen was ik jachtschipper. Dat was in 1938". Arie van der Pluym heeft er nog plezier in, wanneer hij aan die eerste ervaring denkt. „Van zeiljachten wist ik niets af", zegt hij. „We hadden wel op zeilen gevist, maar dat was ook alles. En toen we de proefvaart maakten, zei ik tegen meneer Van Eesteren: Die zeilen, daar klopt geen donder van. Het achterlijk kilt" (Het geen, en dit voor de niet-zeilers, be tekent, dat de achterkant van het grootzeil klappert, red.). „Nou lag daar aan boord wel een bos latten, maar ik begreep niet wat we daar mee aan moesten. Later hoorde ik pas, dat het de zeillatten waren en toen we die in het zeil hadden ge daan, was alles in orde". De ervaring deed hij op tijdens een veertiendaagse proeftocht op het IJs- selmeer, samen met de heer Van Ees teren. Ze trainden zich' op het zeilen van grote races. De eerste race liep overigens niet zo best, af. Dat was een tocht, die voerde van Hoek van Holland Ostende Dover naar Helgoland en bij de Schouwerbank zeilden ze de mast overboord. „Maar daarna wonnen we in elke race een eerste of tweede prijs", zegt Arie van der Pluym trots. Lek geschoten In de joorlog wist men de „Korte naer" te verstoppen „ergens" bij een steenbakkerij aan de Waal. Na de oorlog werd het schip op de bodem van de rivier teruggevonden. Het was lek geschoten. Het werd weer opge knapt en Arie van der Pluym voer er nog een tijdje mee. „Toen ben ik kelen en daar wilden ze ons niet bij hebben". Arie van der Pluym kwam daarna opnieuw in dienst bij Van Eesteren, die de „Bestevaer" opkocht, een in 1908 gebouwde loodsSchoener, die bij de Mathenesserbrug was opgelegd. „Dat schip hebben we verbouwd tot een prachtig jacht", vertelt de schip per. „Daarna hebben we er een stuk of acht reizen mee gemaakt. Toen werd het schip verkocht naar Ameri ka en ik moest het wegbrengen. Dat was een prachtige reis. We waren met acht man aan boord en we heb ben vreselijk hard moeten werken. Veel wind en storm gehad. Zo heb ben we bijvoorbeeld 75 uur in een or kaan gezeten. Maar als je zo lang op zee zit, weet je niet beter meer, dan ben je zelf water geworden". Bier van oliegeld „We hadden geld gekregen voor olie, maar in Miami kochten we er bier voor", vertelt Arie glunderend. „We rekenden er op, dat we gebruik konden maken van de passaat, maar die is nooit gekomen. We hebben da gen op zee liggen drijven, omdat we geen brandstof voor de motor had den. In Amerika kon ik op de „Beste vaer" blijven, maar mijn vrouw wil de daar niet wonen. En daarom ben ik maar teruggekomen". Daarna nam hij dienst op de „Eri- vale", een Engels jacht. „In Ply mouth ontmoette ik meneer Goudri aan, die mij vroeg, waarom ik eigen lijk op een Engels jacht voer", ver telt hij. „Ik heb toen geantwoord, dat ze in Rotterdam zo rot betalen. Hij nam me onmiddellijk in dienst als schipper op de „Olivier van Noort". Dat was een schip zonder motor. We hebben dag en nacht races gevaren. Je mag rustig zeggen, dat meneer Goudriaan de beste wedstrijdzeiler is-, die ik ken. Maar tijdens een race naar Noorwegen hebben we het toch een keer goed te kwaad gehad. We hebben bij windkracht 9 op 25 mijl voor de kust bij Terschelling twee maal 24 uur liggen steken. We hadden maar een heel klein zeiltje bij staan en we moesten alles steeds sterker maken uit angst, dat het zaakje overboord ging. Als dat gebeurd was waren we weg geweest, omdat we ook geen motor hadden. Nu bad ik al in een jaar lang geen op slag gehad en midden in die storm beloofde meneer Goudriaan mij die opslag als we er goed uit kwamen. Nou, we zijn er goed uitgekomen. Met de „Olivier van Noort" hebben we in totaal vier keer meegedaan aan de Fastenet-race". Met de „Olivier van Noort". heeft Arie van der Pluym ook eens drie dagen in een dichte mist in het Ka naal liggen drijven. „Dat was ang stig, want je kon helemaal niets doen. Al onze proviand was op. Toen hoor den we de misthoorn van een schip blazen. De mist was zo dicht, dat we d^ boeggolf van het schip hoorden, voordat we het schip zelf zagen. Het bleek een boot van meneer Goudriaan zelf te zijn. We hebben het schip aan geroepen en proviand overgenomen". Twee jaar Sardinië Daarna besloot de heer Goudriaan de „Olivier van Noort" over te bren gen naar Sardinië. „We zijn toen in één ruk naar Lissabon gevaren, 1100 mijl, met windkracht 7 tot 8 in de Golf van Biscaje. Toen heb ik, samen „Ik heb inijn hele leven lang geleefd als een miljonair, al heb ik nooit centen gehad". Arie van der Pluym, 63 jaar, zegt hel genietend, terwijl hij behaaglijk onderuit ligt in zijn luie stoel voor de gashaard. Aan zijn gezicht kun je bijna zijn beroep jachtschipper aflezen. Dat gezicht is rond en gezond van kleur. Verweerd door zout water en wind. Zijn kleine heldere ogen schitteren, wanneer hij over de zee en over de zeilsport praal. Zijn ruige, zwarte baard, geeft liet iets karakteristieks. Het is niet moeilijk je dat gezicht voor te stellen onder een zuid wester, druipend van het water, terwijl zijn ogen de zeilen, de wind en de golven in de gaten houden en zijn handen het roer hanteren. En als hij begint te vertellen kan hij uren doorgaan. Kinderomroep Sophia vraagt omroepers De Kinderomroep Sophia, die uit zendingen verzorgt in het Sophia Kin derziekenhuis heeft behoefte aan en kele omroepsters en omroepers. Verder zoekt de Kinderomroep So phia iemand die de administratie en boekhouding wil verzorgen. Aanmel dingen bijKinderomroep Sophia, postbus 1331, Rotterdam Arie van der Pluym behoort tot de betrekkelijk kleine groep men sen voor wie de zee een uitdaging is. Die mensen, die de warme kachel, een goed bed en een luie stoel graag verwisselen voor een sport, die zich vaak kenmerkt door een gebrek aan comfort, maar die een voldoening geeft, zoals bijna geen enkele andere sport. Het zijn de zeezeilers, die zich pas werke lijk gelukkig voelen, wanneer de wind hun schip over de golven jaagt en wanneer zij er in slagen door net iets handiger te manoeu vreren en te navigeren een prijs weg te pikken in een van de oce aanraces. Maar wat voor die mensen een hob by is, was voor Arie van der Pluym ook een- beroep. Ais jachtsehipper heeff Tnj~aari vele internationale'races deelgenomen. Hij kwam in havens, Op 12 april organiseert DSO ter gelegenheid van het 13-jarig bestaan een wandeltocht. De tocht begint bij de Speeltuinverg. „Levenslust", Lu- dolf de Jonghstraat, aanvang 14 uur. De afstanden zijn: 5, 10, 15 en 20 km. Inschrijvingsadres J. C. den Braber, Kerkedijk 29. Rotterdam, tel. 196709. Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij imprimé en polyes ter blouses, in vele kleuren en dessins, de imprimé blouse in de maten 40 t/m 52, het poly ester blousje in 38 t/m 48, door elkaar, per stuk M qff voor In verband met Goede Vrijdag géén koopavond met mijn vrouw twee jaar op het schip in Sardinië gewoond". Daarna werd Arie van der Pluym schipper op de „Zeehond", destijds eigendom van de familie Olifiers. „Op dat schip heb ik twee jaar lang gevaren. Ik heb toerv-een heel plezie rige tijd gehad', want de Zeehond is een fantastisch schip en de Olifiers waren heel leuke mensen. Het was een heel fijne tijd". Drie jaar geleden stapte Arie van der Pluym van de zeilvaart over op de motorvaart. Hij werd weer schip per bij Van Eesteren, nu op de „Ata lanta". De zeilvaart werd op de ach tergrond geschoven. „Ik voel me nu een beetje stram", zegt hij. „Ik kan nu niet meer in de mast klimmen. Weet je, ze hebben wel eens gek ge keken als ik onder het zeilen in het grootzeil klom. Dan lieten ze het schip zo schuin mogelijk gaan en ik liep zo het grootzeil in. We hebben ook een keer de spinnaker overboord gezeild. De val was gebroken. Voor dat ze precies in de gaten hadden, wat er gebeurd was, was ik al in de mast geklommen. Tien minuten later stond de spinnaker weer bij". Arie van der Pluym vindt het jam mer dat hij in de zeilsport niet zo goed meer mee kan en die periode van zijn leven heeft moeten afsluiten. „Een motorjacht is veel te snel op zijn plaats", zegt hij. „Dan is het va ren afgelopen en dan ga je aan je da gelijkse werk. Maar gelukkig heeft meneer Van Eesteren nog een Draak en als we het helemaal niet meer kun nen houden, gaan we daarmee zeilen. Maar races zijn er niet meer bij. Toch heeft Arie het zeilen niet hele maal vaarwel gezegd. Van tijd tot tijd is hij een graag geziene gast aan boord van een zeiljacht, waarbij men dan graag de belangrijke beslissingen aan zijn inzicht overlaat. Het zilte wa ter kan hij niet missen ep de zee zal hem nooit loslaten. Maar de tijd van het werkelijk ruige zeezeilen is afge lopen, al zal zijn naam onverbreke lijk aan deze boeiende sport verbon den blijven. En in menig klein bui tenlands zeehaventje zal zijn naam nog menigmaal vallen. Nu kunt U uit twee partijen blouses Uw nieuwe zomerblou- se kiezen, voor een ongekend lage prijs! Imprimé blouses met rever en korte mouw (een ideale blouse voorde grotere maten) en Po lyester blouses van een prima kwaliteit crêpe terran (zo ge wassen en zo droog) in diverse dessins met col en shawlkraag. overgestapt op de „Groene Leeuw", zegt hij. „We zeilden er races mee, maar dat schip was vreselijk lek. Per wacht moest de pomp wel 300 slagen maken". „De „Cassiopeia" was het volgende schip van Arie van der Pluym. Hoe wel dit eén" toerschtp was, werden er toch races mee gezeild, onder andere de beroemde „Fastenet-race", een tocht, die vooral bekend staat om het slechte weer. In totaal heeft Arie van der Pluym deze race zeven maal uit gezeild, een prestatie, die de bewon dering opwekt van menige zeezeiler. „Deze race is altijd het begin van een hele serie", vertelt hij. „Jé gaat dan meestal een week of zes racen. Slecht weer? Och ja, maar als je op zee gaat zeilen, kom je slecht weer tegen. Daar moet je je niets van aan trekken. Als je in een haven komt, kun je je kleren weer drogen". „De Cassiopeia" was het volgende schip, waarmee Arie van der Pluym in het nieuws kwam. Samen met zijn zoon monsterde hij op dit schip aan. Hij zou voor vijf jaar naar Honduras vertrekken. „Maar ik kwam niet ver der dan Barcelona". vertelt hij lachend. „Daar vertelden zé ons, dat het geld op was. We kregen drie maanden gage en werden naar huis gestuurd. Later hoorde ik, dat ze met dat schip wapens wilden gaan smok- Deze blouses, een fijne dracht in de zomermaanden kiest U nu uit voor nog géén vijf gul den per stuk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1969 | | pagina 29