Moet je voor De Duivels
f.10.000 verdienen?
4.'
Openlucht
recrcreatie
Waarheen, John van de Rest?
Sectie Toneel en Dans
in nieuw onderonsje
98
DE HAVENLOODS, 11 DECEMBER 1969
G.O.
Het provinciaal bestuur van Zuid-Holland heeft dezer dagen een rapport gepubliceerd,
waarin de plannen voor de openluchtrecreatie in deze provincie worden uiteengezetHet
verslag bevat onder andere een nota over de aanleg van picknickplaatsen op diverse
plaatsen in Zuid-Holland. In de provincie zijn thans twintig picknickplaatsen. Er bestaan
plannen om dit aantal in enkele jaren te verdubbelen.
Naar aanleiding van de discussie over het toneel in Rotterdam op zaterdag 14 november
in de Rotterdamse Schouwburg verscheen in Het Vrije Volk een ingezonden brief van
Jan Riezenkamp, waarin hij zich verzet tegen het feit dat 58 procent van de schouwburg
bezoekers komt uit de bovenste laag van de inkomensverdeling. Hij zegt dan: „Hét is
frustrerend te moeten erkennen dat de overheid geld uitdeelt aan de rijken ten nadele
van de minder bevoorrechten". Een fraaie volzin van een jonge socialist,die het geschon
den vertrouwen van het kiezersvolk weer wat op moet vijzelen.
is zich op de hoogte te stellen van wat er
met de mensen in deze stad (en alle andere
steden) aan de hand is, bereid is zich bezig
te houden met de vragen van deze tijd.
Eerst dan kan het veel genoemde, maar
nog nooit gedefinieerde experiment van
de grond komen, dat meer zal betekenen
dan alleen een nieuwe, andere uiterlijke
vorm, omdat het uitgangspunt ervan is
contact te maken met het leven. En daarin
schuilt het enige bestaansrecht van kunst,
laat staan van toneel.
Jan Hein de Groot
Zo is een picknickplaats gepland aan de
Provinciale weg van Gouda naar Aardam.
Ongeveer zeshonderd meter ten oosten
van Papenveer, waar de Provinciale weg
van het Aarkanaal in noordoostelijke rich
ting afbuigt, is een terrein gelegen, dat in
aanmerking komt om als picknickplaats te
worden aangelegd.
Een ander gebied voor ..picknickers" is de
oostzijde van de weg Schiedam-Bleiswijk-
Hazerswoude. Voor de aanleg van deze
Natuurlijk kon kunstredacteur C. J. Wisse
de brief niet onbeantwoord laten. Hij wijst
erop dat Riezenkamp wat al te gemakke
lijk voorbijgaat aan de groep van 42 pro
cent, die dan toch maar niet uit de boven
ste laag van de inkomensverdeling komt.
Terecht. Maar de conclusie is onvermijde
lijk: „het grote vraagstuk in ons land is
inderdaad, dat de arbeider niet naar de
schouwburg gaat". Wisse vervolgt: „Men
kan zich afvragen of dit alleen een finan
ciële zaak is (naar musicals, bioscoop,
revue enz. gaat men wèl) of dat we hier
niet veel meer met een sociologische kwes
tie te maken hebben, namelijk dat
schouwburgbezoek eenvoudig nog niet in
het levenspatroon van de arbeider is opge
nomen".
Noodzakelijkerwijs komt hij dan tot de
slotsom, dat het onderwijs, dat te weinig
of niet is gericht op de gehele ontwikke
ling van de mens, hiervan de grootste
schuld draagt.
Een andere conclusie is deze: „Komt hier
niet de vraag van het repertoire om de
hoek kijken? Hier ligt naar onze mening
de kern van de kwestie. De oplossing ligt
niet in het radicaal schrappen van de subsi
die, waardoor alle schouwburgen meteen
gesloten zouden moeten worden. De le
vensgrote vraag is hoe men ook de mensen
met lagere inkomens in de schouwburg
krijgt.
De verticale spreiding, kan in die richting
iets bereiken. Het Hofpleintheater, dat
volgend jaar opent en het betere, aantrek
kelijke blijspel zal gaan bieden, kan een
middel worden".
Deze conclusie zou niet zo verschrikkelijk
griezelig zijn als zij de persoonlijke opvat
ting was vaii de heer Wisse. Het is echter de
leidende gedachte in kringen, waarin men
zich bezighoudt met cultuurspreiding. Het
is de gedachte paternalistisch van struc
tuur dat het zo jammer is dat veel men
sen vrees koesteren de drempel van de
schouwburg over te gaan, omdat in die
schouwburg zich zoveel afspeelt dat voor
die mensen de moeite waard is. Het is een
schoolvoorbeeld van het onzindelijke den
ken, dat ten grondslag ligt aan het doof en
blind WILLEN Zijn voor de werkelijke si
tuatie.
Vandaar het merkwaardige idee, dat er een
relatie zou bestaan tussen de hoogte van
het inkomen en de appreciatie van een to
neelrepertoire. Zou dit namelijk waar zijn
dan moet men de zaken ook realistisch
aanpakken en in eerste instantie bijvoor
beeld de vraag beantwoorden of iemand
die f 10.000 verdient rijp is om naar een
voorstelling als „De duivels" te gaan.
De onzinnigheid van deze vraag springt in
het oog. (Zo geredeneerd zouden veel jon
ge, beginnende-toneelspelers niet eens in
Weelde, warmte
winterluxe...
...hartewens Yan iedere vrouw
U wordt uitgenodigd om eens geheel
zonder verplichting onze nieuwste
collectie te komen bezichtigen
en aan te passen 1
Lange kalf f
met nertz
Koop in een speciaalzaak!
Betrouwbare service Vol
ledige garantie Credietservlce
mogelijk Eigen atelier, ook voor
veranderingen en reparaties
Prijzen die binnen uw bereik lig
gen Gespecialiseerd in grote
en kleine maten Deskundig advies
aanmerking komen de stukken te zien,
waarin ze zelf meespelen!
Er is dan ook heel iets anders aan de hand.
De vermeende drempelvrees, die mensen,
in casu arbeiders, ervan weerhoudt naar de
schouwburg te gaan, bestaat helemaal
niet. Het is het hardnekkig in stand gehou
den sprookje, dat het zorgwekkende pro
bleem van het achteruitlopende schouw
burgbezoek verlegt naar die partij die er de
minste schuld aan heeft. Wie namelijk
blijft geloven in die drempelvrees hoeft
zich niet bezig te houden met de vraag of
het toneel beantwoordt aan de behoeften
van de mensen, die het moeten gaan zien.
Van die behoeften van de mensen weet
„het toneel" namelijk niets.
Het toneel is zo introvert geworden, dat
het de aansluiting met de grote menselijke
vragen van deze tijd is kwijtgeraakt. In een
stad als Rotterdam werken mensen, die
van hun taal en daardoor van zichzelf ver
vreemden, omdat zij tijdens hun werk een
vreemde taal moeten spreken, die ze niet
voldoende beheersen.
Dat deze mensen geen lust voelen de lan-
ge-onderbroekenWol van meneer Feydeau
te consumeren, noch een wezensvreemde
voorstelling van „De eenzame weg" te
gaan zien, noch kennis te gaan maken met
„De duivels", waarin de kansen om aan
sluiting met onze tijd te maken zijn blijven
liggen, is geen zaak die vanuit deze mensen
moet worden opgelost, maar uitsluitend
vanuit het toneel. En dan schuilt er meer
waarheid in de opmerking dat de drempel
naar „de wereld" voor het toneel te hoog
blijkt te zijn. En dat is de kern van het
probleem.
Men put zich uit in het benaderen en vin
den van nieuwe publieken: introductie-
programma's, kunstuurtjes, jeugdfestivals
en lezingen, terwijl het resultaat weinig
hoopgevend is: elk jaar minder publiek.
Het is ook een volstrekte misvatting dat
het de lagere inkomensgroepen zijn die
niet naar de schouwburg gaan. Het gevaar
van onderzoekingen, zoals ze zijn gehou
den, is dat het publiek in inkomenscate
gorieën wordt verdeeld, zodat als logisch
gevolg wordt geconcludeerd dat uit de ar
beidersmilieus de minste belangstelling
voor de toneelcultuur zou bestaan. Waar
bij dan met een gerust geweten is voorbij
gegaan aan het feit dat veel jonge intellec
tuelen en kunstenaars met geen stok de
schouwburg zijn in te krijgen, omdat er
zich iets afspeelt waarmee ze geen enkele
relatie hebben.
Het zijn deze mensen voor wie het Hof
pleintheater straks zo geschikt is, omdat er
het betere, aantrekkelijke blijspel zal wor
den gespeeld. Dit is een vorm van elite-
denken, waar je koud van wordt. Wie een
maal in het Hofpleintheater het betere
blijspel heeft gezien mag promoveren
naar de „echte" schouwburg voor het
„echte" toneel. Wisse zal het zo niet be
doelen, maar het is wel de consequentie
van wat hij schrijft.
Via deze gedachtengang staat het „het to
neel" vrij in de schouwburg te blijven
doormodderen, terwijl het juist in zijn to
taliteit moet veranderen. Die verandering
kan alleen dan tot stand komen als „het
toneel" inderdaad bereid is zijn drempel
vrees naar „de wereld" te verliezen, bereid
Bericht aan de pers. Rotterdamse Kunst
stichting rotterdam arts foundation -
Rotterdam, 4 december 1969. Ref.
rks/FV/EvG/2938.
De Sectie Toneel en Dans van de Rotter
damse Kunststichting is vernieuwd en uit
gebreid. De Sectie is op een bredere basis
opgezet om onder meer te komen tot een
doorlichten van de volledige toneelsituatie
in Rotterdam, waaruit eventueel een ad
vies aan het Gemeentebestuur kan voort
vloeien.
Met ingang van 1 december 1969 hebben
in deze Sectie zitting Drs. W. Hofman (d-
irecteur Dienst van Gemeentelijke Kunst
gebouwen), voorzitter
Drs. A. J. van derStaay (directeurRotter
damse Kunststich ting), secretaris
DimitriFrenkelFrank (auteur)
J. Joppe (criticus)
Hans Keller (T. V.-regisseur/producer)
M. Kip (zakelijk leiderNieuvRotterdams
Toneel)
John van de Rest (lid artistieke leiding
Nieuw Rotterdams Toneel)
Mevrouw Nel Roos (danspedagoge)
Dr. J. Daniskas, drs. G. Ch. Dupuis, me
vrouw E. Tas-Callo (bestuursleden Rotter
damse Kunststich ting)
F. J. Hengeveld (vertegenwoordigerAfde
ling Kunstzaken).
Het is natuurlijk al te naïef je af te vragen
welke bedoeling er achter een dergelijk
bericht aan de pers" steekt. Publiceren,
dat spreekt vanzelf. Publiceren en je bek
houden. De vragen die dit bericht oproept
en die de RKS zelf had moeten formu leren
- al was het alleen maar om blijk te geven
van haar goede wil de verlangens die in
deze stad leven onder een groot aantal
mensen, voor wie b.v. de pressiegroep
spreekbuis is, te honoreren - hadden be
antwoord moeten worden in een toelich
ting op het bericht.
De eerste en belangrijkste vraag is: hoe is
de procedure geweest, die tot de benoe
mingen heeft geleid?
Welke werkwijze zal worden gevolgd om
te komen tot „een doorlichten van de vol
ledige toneelsituatie in Rotterdam
Komt er nu wel of geen advies aan het
gemeentebestuur over de doorlichte to
neelsituatie?
Wat heeft dat eventueel te betekenen?
(Komt dat advies er bijvoorbeeld niet als
de toneelsituatie zo ongunstig blijkt te
zijn, dat het beter wordt geoordeeld geen
slapende honden wakker te maken?het
is maar een vraag).
Als de sectie de opdracht krijgt de vol
ledige toneelsituatie in Rotterdam te
doorlichten is de objectiviteit van een der
gelijk onderzoek dan gediend door het op
te dragen aan een commissie, waarin ten
minste twee mensen zitten, die voor een
belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor
de toneelsituatie?
Nee, met veel vertrouwen onzerzijds be
gint d'e nieuwe sectie niet aan haar taak.
De basis voor dat vertrouwen ontbreekt.
Een basis die de RKS gemakkelijk had
kunnen leggen. Het is nogal onbegrijpelijk,
dat de benoeming van deze sectie opnieuw
is uitgelopen op een triomf voor het regen
tendom, dat in deze stad even onverwoest
baar blijkt als overal elders. De ononder
broken reeks schouderklopjes, die de pres
siegroep voor haar werk krijgt, blijkt toch
niet veel meer dan het werk van de rechter
hand, die niet weet wat de linkerhand
doet. Wel, met die linkerhand worden de
kaarten in een nieuw onderonsje geschud,
dat is nu dan wel duidelijk geworden. Een
tekenend, maar geen verheffend schouw
spel.
J.H.deG.
Bezeten
uit „DeDuivels".
Nieuwe Binnenweg 170 f
Rotterdam I O
ig 23 dec., f
geopend. X
bij 's-Gravendijkwal Tel. 234577
J Van vrijdag 19 de
Nu het omstreeks een jaar geleden is dat er
een belangrijke verandering plaatsvond in
de artistieke leiding van het Nieuw Rotter
dams Toneel, er wat het nieuwe Seizoen
betreft drie grote-zaal produkties zijn af
geleverd en het Piccolo-theater zich met
twee activiteiten heeft gemanifesteerd,
wordt de vraag actueel of dit totaal aan
gebeurtenissen een richting aanwijst die
het gezelschap is ingeslagen. Deze vraag
sluit aan bij wat de pressienota de verant
woording naar buiten noemt; het zich uit
spreken over taakstelling en repertoire
keus.
Het vorige seizoen laat ik bewust buiten
deze beschouwing, omdat de verandering
in de NRT-leiding er zich in voltrok. Het
huidige seizoen valt onder de verantwoor
delijkheid van de leiding van nu. Dat de
vraag zich tot Van de Rest richt, komt
doordat de belangrijkste voorstelling van
het seizoen „De duivels" zijn signatuur
draagt en omdat die voorstelling een paar
vragen oproept.
Voor hen die hopen dat er een nieuwe weg
zal worden ingeslagen, was er al eerder re
den de wenkbrauwen te fronsen toen
Royaards in een interview beweerde dat
het spel om het spel gespeeld moet wor
den. Dan denk je dat de klok enkele tien
tallen jaren wordt teruggezet. Maar woor
den worden gauw fout geïnterpreteerd
laten we naar de daden kijken.
De eerste echte grote teleurstelling was
„De eenzame weg". Niet omdat het stuk
niet meer belangrijk zou zijn, maar door
een totaal gebrek aan opvatting van regis
seur Karl Guttmann. Het vorig seizoen had
Guttmann in zijn regie van Millers „De
prijs" al laten merken dat hij conventio
neel en mét weinig gevoel voor deze tijd
werkt. „De eenzame weg" werd een
schoolvoorbeeld van wat nu internatio
naal de deadly theatre wordt genoemd.
Verontrustend is het dat dezelfde regis
seur nog een keef komt regisseren, wel
iswaar met één der boeiendste stukken van
deze tijd en met een zeer goede cast (Pin
ters „Huisbewaarder", dat hij al eens eer
der regisseerde met Guus Hermus en Henk
van Ulzen, die ook nu weer meedoen),
maar het gevaar is niet denkbeeldig dat de
aanstaande produktie een vreproduktie
wordt. Hoe interessant zou het niet zijn
i om te zien dat je<met hetzelfde stuk meer
kanten uit kunt.
Aanvechtbaar stuk
Piccolo bracht een fris introductie-pro
gramma, passend in het huidige streven
nieuw publiek te winnen. Over dit streven
zou overigens nog wel eens een middagje
te praten zijn. Verder was er een goede
opvoering van een aanvechtbaar stuk
„Kleine Malcolm en zijn strijd tegen het
klootjesvolk", dat m.i. uit de reactionaire
hoek komt. In een tijd waarin de jeugd
terecht protesteert tegen vastgelopen vor
men en normen kan men dit protest niet
binden aan een latent fascisme bedreven
door een jonge man, die zichzelf aan het
eind een grote zak noemt, daarmee de mo
gelijkheid open latend dat er best nog een
in het gareel lopende burger uit hem kan
groeien. Het stuk wordt verdedigd als sati
re; als die satire echter niet duidelijk wordt
uit de voorstelling schiet zij haar doel
voorbij. Er werd echter fijn toneel ge
speeld en de regie was van de betere soort.
Uit het voorgaande blijkt dat er nog niet
veel duidelijkheid tentoon werd gespreid
ten aanziefi van de toekomst. De verwach
ting was dan ook hoog gespannen toen als
grote produktie „De duivels" van John
Whiting uitkwam.
Mijn mening is dat dit stuk zeker de moge
lijkheden bezit om vanuit het verleden
waarin het speelt een relatie te leggen met
het heden en een publiek vair nu. Terecht
wordt er in het programma op gewezen
dat „afwijkende meningen zwarte onver
draagzaamheid en blinde agressie oproe
pen", iets dat ook in ons lieve landje nog
steeds actueel is. Van de Rest zegt dat voor
Whiting de plaats der handeling, Loudun,
de wereld van toen en nu is.
Ik haal met opzet het programma aan, om
dat hier een „bedoeling" zichtbaar wordt,
die de vraag die boven dit artikel staat
overbodig zou maken.
Nu de opvoering. Ik ben geen toneelcriti
cus, maar ik ben zoals velen op zoek naar
impulsen die het theater nieuw leven kun
nen inblazen. Het geeft niet wie het doet
of waar het gebeurt. Ik geloof er ook in dat
het zal gebeuren, maar bij „De duivels"
heb ik het (nog) niet gezien. En wel om
twee redenen.
Afgeremd
1. Terecht wordt in het programma opge
merkt dat de invloed van de film op de
structuur en de locaties van „De duivels"
fnerkbaar is. Het monumentale decor in de
voorstelling van het NRT was waarschijn
lijk één der redenen waardoor de snelle
opeenvolging van de scènes werd afgeremd
en de voorstelling ging lijken op produk
ties die je vlak na de oorlog bij het Amster-'
dams Toneelgezelschap zag. Het uiteenval
len in solistische brokken doet het stuk,
hoe verder het vordert, meer schade. Als
Grandier, de man om wie het in dit stuk
gaat, de krachten heeft opgeroepen die tot
zijn vernietiging zullen leiden,komt er een
lawine in beweging. Er is geen houden
meer aan en dit onontkoombare wordt
door de snelheid waarmee de scènes elkaar
opvolgen en het beeld verspringt, geaccen
tueerd.
Het publiek moet de benauwenis van die
onontkoombaarheid mee ondergaan. An
ders blijft het tegen de voorstelling aan zit
ten kijken, terwijl het om grotere betrok
kenheid gaat. In hoeverre het mislukken
hiervan aan de regisseur tê wijten valt, kan
ik niet overzien. Het heeft te maken met
een mentaliteit die de totale prestatie laat
prevaleren boven het persoonlijke succes.
plaats zal het aanbrengen van een baan-
splitsing noodzakelijk zijn in verband met
de hoge snelheden van het verkeer die op
deze weg worden gereden. Tussen de Pro
vinciale weg 22 en de Rotte wordt mo
menteel een provinciaal terrein in gereed
heid gebracht als picknickplaats.
Het terrein langs de Provinciale weg 22,
tussen Rodenrijs en Schiebroek en ten
westen van de Hofplein-spoorlijn is gedeel
telijk bouwrijp gemaakt. Het Staatsbosbe
heer heeft een plan vervaardigd. In ver
band met de Provinciale weg 14, die ter
plaatse waarschijnlijk zal worden aange
sloten aan de Provinciale weg 22, dient de
aanleg van de picknickplaats een tijdelijk
karakter te verkrijgen.
In het rapport geeft de provincie ook een
overzicht van diverse andere recreatie-ob
jecten. Zo is men reeds begonnen met het
streekplan Krimpenerwaard, het gebied
van de Loet, gelegen langs de secundaire
weg 30, die tot de gemeente Lekkerkerk
behoort. De picknickplaats bij de aanslui
ting van de verlengde Opweg in Lekker
kerk wordt thans uitgebreid.
Op het kampeerterrein in Zevenhuizen
kwam de riolering gereed en werd.de riool
waterzuiveringsinstallatie in bedrijf ge
steld. Het toiletgebouw kon in gebruik
worden genomen, terwijl een provisorisch
parkeerterrein is aangelegd. De Merenweg
kwam gereed. Het voet-rijwielpad op de
rechter Rottekade is in 1969 voltooid, ter
wijl de reconstructies van de Linker Rotte
kade, de Tweemanspolder en de Lange-
vaartweg al in 1968 gereed waren. Met de
aanleg van een nieuwe weg langs de be
staande Tweemanspolderweg kon een be
gin worden gemaakt. Drie parkeerterrei
nen kwam gereed. Er zijn plannen ge
maakt voor het Lage Bergse Bos en het
Zevenhuizermeer en omgeving. Voor het
Lage Bergse Bos is een gedetailleerd bo
demonderzoek in uitvoering.
Het Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en
omgeving kwam tot stand. De provinciale
terreinen in Het Weegje en aan het Twaalf
morgen zullen te zijner tijd aan dit recrea
tieschap worden overgedragen. Het terrein
aan de Twaalfmoigen werd voorlopig voor
de recreatie ingericht. Over de financiële
probléhien is overleg gaande met de pro
vincie en het ministerie van Binnenlandse
Zaken. Het afgelopen jaar werd in 't Wil
genrak in Schoonhoven een zwembad, een
jachthaven en een caravanterrein met bij
behorende voorzieningen gerealiseerd.
De provincie Zuid-Holland heeft ook een
tweetal grote objecten in voorbereiding.
Door een aantal gemeenten binnen de vier
hoek Leiden-Berkel-Gouda-Woerden is
een studie begonnen met het oog op de
verbetering van het landschappelijk aan
zien en de vergroting van de recreatieve
mogelijkheden van dit gebied. Het draagt
de naam Zuid-Hollands Groene Hart.
Eind juni van het vorig jaar is door het
college van gedeputeerde staten een werk-
commissie „Recreatie Krimpenerwaard"
ingesteld, die tot taak kreeg: a. het ont
werpen van een recreatie-f structuurplan
voor de Krimpenerwaard, waarbij ook de'
natuurbeschermingsbelangen in de be
schouwingen zullen worden betrokken;b.
het eventueel ontwerpen van een bestuur
lijke vorm van samenwerking ter uitvoe
ring van genoemd recreatieplan en GS om
trent een en andër van advies te dienen.
Reeds eenmaal bracht men verslag uit. De
werkzaamheden worden thans nog voort
gezet.
Als U een handtasje zoekt waar
U toch wat kleine spulletjes in
mee moet kunnen nemen (b.v.
't twaalfuurtjedan is zo'n
royaal koffermodelletje iets
voor U.
Modern koffertasje in lak uit
voering, met leuk koperbeslag,
sierringen en stevigé ritseen
vlot tasje voor nog géén twee
rijksdaalders.
Verdriet
2. Het element dat alles in dit stuk in be
weging brengt is de verdrongen sexualiteit.
Ondanks het feit dat jongeren in de musi
cal „Hair" zingen „masturbation can be
fun" en zich afvragen waarom dat allemaal
vies moet zijn, is de problematiek ronde de
sexualiteit nog steeds enorm. De mense
lijke eenzaamheid, die zich o.a. doormid
del van lichamelijke contacten denkt op te
lossen, brengt mede door een vast nor
men-patroon tal van frustraties teweeg,
die tot excessen kunnen voeren en een
groot verdriet kunnen veroorzaken. Als
men de wortels van dit verdriet wil bloot -
leggen en de artistieke potentie bezit is
het plicht een publiek te schokken zo
lang het niet uitsluitend gaat om dat
schokken.
Als men de nonnen ter discussie stelt moet
alle benepen vooroordeel stuk lopen.
Whiting biedt in zijn stuk meer dan één
mogelijkheid om het publiek te confronte
ren met de uitwassen van waanzinnige nor
men en de daarmee verbonden menselijke
ontreddering. Waarom Van de Rest dit
heeft laten ziten is voor mij een raadsel.
Gijlende en rondspringende nonnen, ten
prooi aan hysterie, die laten zien hagel
witte broekjes te dragen, werken op de
lachspieren, zeker nu toneel en film allang
hebben laten zien wat voor mogelijkheden
er zijn om dergelijke scènes te laden met
een onontkoombare spanning.
Door juist deze twee elementen niet uit te
werken, elementen die het stuk midden in
onze tijd plaatsen, herhaal ik de vraag:
waarheen, John van de Rest?
Piet van der Meulen.
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de parterre deze
lak koffertasjes, een modern en
handzaam tasje, U kunt kiezen
uit de kleuren zwart, bruin,
blauw en rood.
Elke vrijdagavond tot 9 uur open