Als je een facet belicht,
sla je er zeker twee over
Friesland ontvangt graag gasten uit het
westen
DRENTE
Groningen is
statigheid en
zich
rust
bewust van
Een "brandewien met
bruune suuker"
bij Willem Perkaan
DE HAVENLOODS - DONDERDAG 5 FEBRUARI 1970
Laten we niet vergeten dat bi/ „het i
iden" ook de waddeneilanden horen
■het 's zomers langs de stranden goed
ïven is.
Drente kent vele heerlijke rustige rijwiel
nu... beduidend
goedkoper
Elke vrijdagavond tot 9 uur open
Wat weten wij van het noorden van ons land?
Assen heeft zijn „Bartj&", Groningen pronkt met het „peerd" van ome Loeks en de
bewoners van Leeuwarden kijken me{ verliefde Wikken naar „üsmem". In Drente drinkt
men graag een „brandewien" met bruune suuker" en in Friesland wil men wel een glaasje
„Berenburg" schenken. Dat zijn zo van die dingen, die je tijdens een kort bezoekje aan de
drie Noordelijke provincies even meepikt. Het zijn misschien niet de belangrijkste zaken,
maar „Bartje", „het peerd van Ome Loeks" en "Usmem"zijn naar mijn gevoel toch wel
voorbeelden van een speels denkpatroon, die de gedachte, dat de noordeling stug zou
zijn, logenstraffen. En de „brandewien met bruune suuker" en de „Berenburg", vooral
als ze worden gedronken in de juiste omgeving, geven je toch het gevoel, dat je er
helemaal uit bent, dat je je tijd „ergens anders" doorbrengt. Ergens anders in eigen land.
Van 10 tot en met 14 februari wil
len de provinciale V.V.V.'s van
Groningen, Friesland en Drente
zich bij de Rotterdammers presen
teren. Zij zullen dat doen in het
Rotterdamse V.V.V.-kantoor aan
het Stadhuisplein. Een kleine foto
tentoonstelling zal een indruk geven
van wat het noorden te bieden
heeft, terwijl men er tevens het no
dige foldermateriaal kan krijgen.
Een informatrice zal voortdurend
aanwezig zijn om alle inlichtingen te
geven.
Men kan er terecht elke dag van
11 tot 18 uur, bovendien op vrij
dagavond 13 februari van 18 tot
21.30 uur. Dit in verband met de
koopavond.
Ter gelegenheid van deze noordelij
ke actie heeft onze verslaggever Jan
Dijkstra op uitnodiging van de drie
V.V.V.'s een bezoek gebracht aan
deze provincies. Het was slechts een
kort bezoek. Op deze pagina geeft
hij enkele van zijn indrukken weer.
Twee dagen rondrijden door de drie Noordelijke
provincies is eigenlijk een belediging. Een beledi
ging aan het natuurschoon, aan de mensen en
aan de vele, ja, bijna onuitputtelijke mogelijkhe
den, die daar voor de toerist liggen. Het is ge
woon niet aardig om in Drente langs een venne
tje te rijden, dat daar tussen de bossen in het
zonlicht ligt te glinsteren, of langs een hunne-
bed, zonder even stil te staan bij de gedachte, dat
die stenen afkomstig zijn uit de Ijstijd en dat ze
daar eeuwen voor onze jaartelling zijn opgesta
peld. Het is wreed om vanuit een doorrijdende
auto' in Grorlingen een ..borg" te zien opdoemen
tussen de bomen en niet even stil te staan bij de
geschiedenis. Pas wanneer je met een goed glas in
je hand in het koetshuis van zo'n „borg" bij het
knappende haardvuur zit, dringt het tot je door,
dat je als „westerling" iets meemaakt, dat niet
van alledag is.
En dan Friesland. Daar zijn de meren, waarop de
witte zeilen zich aftekenen tegen de blauwe
luchten cn waarover heen de „skütsjes" statig
glijden. Maar ook daar weer is het oonaardigom
snel door de stille dorpjes te rijden. Om alleen
maar even een vlugge blik te werpen op demooie
geveltjes van een stadje als Franeker, om niet op
je gemak om het stadhuis van Dokkum heen te
lopen of om alleen maar vluchtig naar de "oele-
borden" op de grote Friese boerderijen te kij
ken.
Ach, wat weten wij westerlingen inhetalgemeen
nu over het noorden van ons land. Goed, we
weten, datje daar nog de ruimte hebt. Maar wat
betekent dat in werkelijkheid? Het betekent,
dat de wegen er nog niet erg vol zijn. Datje over
vele smalle weggetjes een hele poos kunt rijden,
zonder een andere auto (egen te komen. Dat er
stille bospaadjes zijn, waar je toch niet kunt ver
dwalen, maar waar je wel het avontuurlijke ge
voel hebt, dat het elk moment kan gebeuren. Dat
je daar eigenlijk alles hebt, binnen handbereik,
bij wijze van spreken. Bos, heide, uitgestrekte
landerijen en weilanden, meren, stoere zeedij
ken, stranden langs de meren en vennen. En dan
noem ik nog niet eens vele andere aspecten. Om
dat het zo gevarieerd is, dat een ieder het weer
anders zal ervaren.
Daarom is het, hoewel het uniek is,
niet eens zo verwonderlijk, dat'de V.V.V.'s van
de drie Noordelijke provincies zich gezamenlijk
presenteren. Misschien - hoewel de vertegen
woordigers dat niet zeggen - ligt in die eenheid
wel iets van een verwijt ten opzichte van de be
woner van het westen, die de afstand naar hei
noorden zo groot vindt. De directe aanleiding is
echter het feit, dat Drente, Groningen en Fries
land een eenheid vormen. Een eenheid in vcr-
ischeidenheid, hoewel dat ook weer niet hele
maal waar is. En dat isnujuisthetprobleem van
het schrijven over die drie provincies: je kunt
nooit genoeg vertellen. En wanneer je één facet
belicht, kun je er zeker van zijn, datje er twee
hebt overgeslagen.
Speciaal voor de vele huis
vrouwen die toch zeker een
paar keer in de week bood
schappen doen (en dan mis
schien met een te kleine tas of
boodschappen-netfe tobben)
verkopen wij deze ideale tas.
Grote skai boodschappentas
met voorvak met rits, 2 solide
handvatten en beschermdop-
pen op de bodem.
Een keurig afgewerkte tas met
ritssluiting, nu voor nog géén
zeven gulden.
skai
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de parterre deze
royale boodschaptassen met
voorvak, een tas waar heel
wat in kan, kleuren
routes.
Wie nog nooit een „brandewien met bruune suuker" bij Willem Perkaan in het Drentse
Wezup heeft gedronken, mag over twee dingen niet oordelen. Niet over Drente en niet
over Nederlandse café's. Want Willem Perkaan is de eigenaar van het meeste typische
café, dat ik ooit in ons land heb bezocht en het is zo puur Drents als alleen Drente zelf
maar kan zijn. Een brandewijn met bruine suiker (waarbij de brandewijn al roerend bruin
en de suker wit wordt) is een tongstrelend drankje, datje dromerig laat luisteren naar het
snorren van de ketel water op de kachel en de verhalen van Willem Perkaan zelf.
De geschiedenis van Willem Perkaan hangt
aan de muur. Want het café is eigenlijk een
soort woonkamer, met langs de wanden
grote ladenkasten en in het midden een
grote tafel, waaraan de gasten zitten. Wil
lem Perkaan zit dan in het midden en staat
van tijd tot tijd op om van een ander kastje
de flessen te pakken, wanneer de glazen
weer gevuld moeten worden. En aan de
wand hangen de gedenkborden, die Wil
lem Perkaan kreeg i>ïj zijn 25, 35
en 45-jarig huwelijksfeest en op de dag,
waarop hij 35 jaar lang secretaris van de
Veenbond was. En als Willem Perkaan een
goede bui heeft, geeft hij een hard en ge
droogd Drents worstje weg, niet afkomstig
van een fabriek, maar wel van een boer, die.,
het geheim van de juiste hoeveelheid peper
kent.
Af en toe rijdt er over de weg van Orvelte
naar Zweelo een wagen voorbij, bespan
nen met een of twee bonkige paarden.
Voor de rest ligt het Drentse land bijna
onafzienbaar ver te genieten van de zon. El
als Willem Perkaan begint te vertellen,
gaan het land en de mensen - als je hem
kunt verstaan tenminste - voor je leven.
Het zijn verhalen over smokkelweggetjes
en over de zwakheden en de sterke kanten
van de bewoners van het Drentse land. Het
is Nederland, maar dat moet je wel steeds
opnieuw blijven beseffen.
Hoe heerlijk moet het niet zijn om met een
echte huifkar en die kan men in Drente
huren door dat land te trekken en om
bijvoorbeeld bij Willem Perkaan even aan
te leggen, voordat men zijn tocht vervolgt.
Maar men kan het ook per fiets doen, als
men er bijvoorbeeld de voorkeur aan geeft
om te overnachten in een van de vele klei
ne pensions of de hotelletjes, die gemaakt
zijn van de vroegere dorpscafe's. Of men
heeft zijn tent of zijn caravan op een van
de vele campings neergezet en men maakt
van daaruit dagtochten.
Orrtdek dan eens dat Drentseland. Gij bij
voorbeeld eens naar Orvelte, waarmen be
zig is weer een geheel klassiek Drents dorp
op te bouwen. Daar heeft men net weer
een oude Saksische boerderij „overge
plant" en daar zullen straks de oude am
bachten weer herleven. Het is een stuk
Drente van toen, een verademing voor de
mens van nu.
Fietspaden heeft men genoeg in Drente,
losliggend van de autowegen. Er zijn maar
liefst vijftien verschillende rijwielroutes en
als men geen fiets bij zich heeft, kan men
er een huren. Men kan dan ook deelnemen
aan de Drentse rijwielvierdaagse van 7 tot
Het hart van Groningende markt en de
Martinitoren.
weer voldoende keus, van een rustige bar tot
luidruchtige studentenkroegen, van een cabaret
voorstelling tot een bowlinghal. Groningen is het
wel waard om er eens een tent pp te slaan, een
caravan neer te zetten of in een hotelletje te lo
geren. Men moet er echter niet haastig te werk
gaan. Want de stilte, de ruimte en de statigheid
van Groningen moet men rustigproevend genie
ten.
en met 10 juli; een toeristisch evenement,
georganiseerd door de provinciale V.V.V.
En dan kan het gebeuren, dat men plotse
ling ergens in een bos een hunnebed ziet
liggen, zodat men even op de oeroude ste
nen kan uitrusten en zijn gedachten kan
laten gaan over die tijd. Of men kan tussen
de middag bij wijze van lunch een „hunne-
bed-snack" gaan eten en als men geluk
heeft, doet men dat bij een open haard
vuur.
Ach, het is onbegonnen werk. Drente
heeft nog steeds zoveel meer. Vennen, die
beschut in de bossen liggen en waarin men
de kinderen met een gerust hart kan laten
spartelen. Grote campings, die tevens een
recreatieprogramma bieden, zoals bijvoor
beeld „Witterzomer", vlak bij Assen. En
de zwembaden, die bijna allemaal ver
warmd zijn. Dat is overigens het geval met
de meeste zwembaden in de drie noordelij
ke provincies.
Of men brengt een bezoekje aan de „Kien-
stobbe" in Laaghalerveen, vlak bij de grote
tribune, die eens per jaar voor de T.T.-ra-
ces wordt gebruikt. Daar zal Jan Gerard
Hunnik laten zien wat zijn vaardige vingers
maken van het kienhout, de naar schatting
5600 jaar oude boomwortels, die hij uit de
vennen haalt. Helaas is het kienhout bijna
op, maar achter zijn huis ligt nog een grote
stapel, waaruit nog heel wat kunstwerkjes
kunnen worden gemaakt. En dan is er het
Nederlands Museum van Knipkunst in
Westerbork en er zijn de schaapskudden
Maar het is beter als men zelf eens gaat
kijken. Want er is nog veel meer.
14-7
Goed, dat zijn dan de watersporters. Ze komen
in steeds grotere getale naar Friesland en ze be
kijken die procincie van het water af, met een
minachting voor alles wat zich over het land
moet voortbewegen. Maar daarnaast zijn er de
tienduizenden andere toeristen, die zich alleen
op het water wagen met een rondvaartboot.
Voor hen is Friesland een heel andere provincie.
Want zij zien haar letterlijk van de andere kant.
Dat is het Friesland met zijn kerkjes, die zo ge
middeld uit de dertiende eeuw dateren, meestal
staande op een terp. Er is iets vreemds met die
zadeldaktorentjes, want ze leunen allemaalnaar
het westen, terwijl de bomen in het Friese land
in oostelijke richting wijzen. De bomen hebben
dat van jongsaf aan geleerd, meegevend met de
westenwind, die over het vlakke land veegt. Die
zelfde wind heeft, door de regen tegen de voor
gevel van de toren aan te kletteren, gemaakt, dat
zij naar het westen buigt, omdat die gevel, verza
digd door he t water, door de eeuwen heen toegaf
aan die druk.
Friesland heeft ook zijn klokketorens, omdat
die mensen vroeger te arm waren om een toren
met klok te bouwen. Soms zijn ze moeilijk te
vinden, verscholen tussen de bomen, maar zo
zijn altijd weer verrassend in het landschap. En
elk Fries stadje is een bezoek waard. Men kan
elke dag een elfstedentocht maken en steeds
weer ontmoet men er de overblijfselen van het
rijke Friese verleden.
liet Friese paspoort, dat men bij de V.V.V. kan
krijgen voor een luttel bedrag, is ook geldigvoor
de „overzeese gebiedsdelen", de eilanden voor
de Waddenkust. Op vertoon van het paspoort
krijgt men reductie op de vaart naar een van die
eilanden, zodat de toerist het daar niet voor
hoeft te laten.
En als er dan mensen zijn, die denken, dat Fries
land alleen maar vlak is, dan moeten zij een een
bezoek brengen aan het Gaasterland of aan die
andere bossen, die ineens verrassend op doemen.
Een Fries paspoort heeft men, om de Af
sluitdijk over te komen, niet nodig. Maar
het is wel een prettig bezit. Niet alleen om
te. bewijzen, dat men er gewéést is - omdat
je er dan, zoals bekend, pas over kunt mee
praten - maar ook ömdat er zoveel voorde
len aan verbonden zijn. Want als men het
Friese paspoort toont, gaan vele deuren
gratis open. Dan kan men ook een proeff
lesje Berenburg krijgen of een proefflesje
Bokma. Of men schenkt in een hotel een
gratis glas wijn. Want als men het Friese
paspoort (officieel: Paspoart foar Fryslan)
bezit, hoort men erbij.
De Friese meren, de „sloten", de skütsjes, de
zeilscholen en de vele, vele oergezellige cafeetjes
langs de waterkant of enkele honderden meters
het dorp in, ze zijn bekend bij vele landgenoten.
Althans bij de landgenoten, die van het water
houden, die heus wel weten, dat in Friesland niet
altijd de zon schijnt, maar die ook weten, dat een
paar dagen slecht of niet zo heel best weer tij
dens een watersportvakantie in Friesland heus
geen ramp betekenen.
Maar dat zijn dan ook de watersporters. Datzijn
die mensen, die bij het horen van de naam
„Sneekweek" al beginnen te genieten. Die pra
ten over bak- en stuurboord, over de Wijde Ee,
over Langweer en over het Pikmeer. Die precies
weten hoe je over het water in Sloten moet ko
men, hoe laat welke spoorbrug open gaat en wat
de hoogte is van die-en-die verkeersbrug. En die
de wachter van de brug over de Jeltesloot bij
naam kennen, maar die ook precies weten bij
welke wind je je niet op die sloot moet wagen,
omdat je dan zo'n 365 keer overstagmoet, voor
dat je erdoor bent. Precies een jaarlang.
waar
zomers langs de stranden goed toe
Groningen is Groningen niet. Dat is een
ietwat onwijze opmerking, zo op het eer
ste gezicht, maar het is toch waar. Want de
stad Groningen heeft een heel ander ka
rakter dan de provincie zelf De stad Gro
ningen is het uitgaanscentrum van het
Noorden. Daar bruist het leven en niet al
leen 's avondsDaar kan men, wat het ver
maak betreft, alle kanten op. In de
provincie heerst ruimte en stilte. Daar
vindt men de waardigheid van oude boer
derijen, die zich hebben teruggetrokken
op hun grote stukken grond, diezichsoms
uitstrekken zo ver het oog kan reiken.
Groningen ligt aan de Groene Kustweg. Rotter
dam ook, trouwens, maar het is iets Wat de Gro
ningers wel, maar de Rotterdammers nauwelijks
realiseren. Want de Groningers merken, dat ze
aan die doorgaande toeristische route van het
zuiden tot h oog in het Noorden van Scandinavië
wonen. De provincie krijgt dan ook veelbezoek
van Scandinaviërs en Duitsers, die de aparte
schoonheid van het land op hun juiste waarde
weten te schatten.
De provincie Groningeh moet men genieten als
was uien een fijnproever. Men moet er rustig
doorheen trekken, kijkend naar die statige boer
derijen, naar dat weidse landschap met tegen de
horizon de zware zeedijk. Aan de andere kant
van die dijk tuffen de garnalenbootjes en als ze,
klaar rpet de vangst, terugstomen naar de haven,
vormen ze een feestelijk gezicht. Aan de dam
pende kookpotten op het dek kan men zien, dat
de tocht niet vergeefs is geweest. Wie dan bij
deze vissers de verse garnalen koopt, ervaart wat
lekker is.
Groningen is zich bewust van de rust en sta
tigheid. Dat vindt men ook terug in de statige
borgen, waarvan he t koetshuis soms is veranderd
in een restaurant. Maar dat is dan niet zo maar
een horecabedrijf, waar men snel even een hapje
gaat eten. Ze zijn, zoals bijvoorbeeld de
„Ennemaborgh" bij Midwolda, ingerichtmet an
tiek meubilair en men kan er, gezeten rondom
een knappend haardvuur uitrusten van dezwerf-
tocht.
En dan is er die sport, diade laatste jaren sterkin
opkomst is. Het „wadlopen". Onder leidingvan
een ervaren gids-andersishetlevensgevaarlijk-
1 maakt men een wandeling van de kust (men kan
zowel van Groningen als van Friesland uit ver
trekken) naar een van de Waddeneilanden over
een ongekend gebied, dat bij hoog water een
woelig klotsende zee en bij laag water een droog
gebied is, doorsneden met doorwaadbare geulen.
Ook Groningen kent zijn vele rustige dorpjes,
waar men maar beter de auto aan de kant kan
zetten om er dromend rond te wandelen en te
genieten van het stille dorpsleven. En als men
"s avonds terugkeert in de stad Groningen, kan
men zich in liet nachtleven storten. Ook hier is er