Winkel voor haar (en hem) „We verkopen alleen maar zelfgemaakte dingen'' Klachten stijgen over luchtverontreiniging cebutoi HERINNERINGEN VAN JAN LEMAIRE Het w.c.-tje van Leon Boedels LECLANCHÉ .vaiysrnuur touringcars MARY VAN HULST VAN „HET GILDE": DE HAVENLOODS DONDERDAG 19 FEBRUARI 1970 19 Nog 12 dagen en dan zeggen wij het met Meuren! a nu... beduidend goedkoper Het aantal klachten over luchtver- rontreiniging en geluidshinder in het Rijnmondgebied is in 1969 aanzienlijk gestegen. In 'het laatste kwartaal van dat jaar werden 2500 klachten ontvan gen, waardoor het totale aantal, dat bij de Centrale Meld- en Regelkamer binnenkwam, steeg tot 7706 tegen 2432 in het jaar daarvoor. In het vierde kwartaal van het vorige jaar kwamen er 239 klachten binnen over de Gekro tegen 940 in het derde kwartaal. De Centrale Meld- en Regelkamer schrijft dat geringere aantal klachten toe aan de dalende temperaturen en gunstiger windrichtingen. De olie klachten stegen van 358 in het derde kwartaal tot 562 in het vierde. Daar mee stegen zij van twaalf procent van het totaal tot twintig procent. Als oor zaken daarvoor worden aangegeven de ongunstiger weersomstandigheden, meer meldingen uit Spijkenisse na het in gebruik nemen van de uitgreiding van een bedrijf in de Botlek en een stijging van de klachten uit Brielle en Maassluis. Daarbij is niet bekend of die stijging het gevolg is van een be tere bekendheid met het klachten nummer (262626) of dat er in het Eu- ropoortgebied meer stank was dan voorheen. Voor transistor of zaklamp, kies de de versterkte batterij die een eeuwigheid duurt. „Naast de kunstvoorwerpen", aldus Mary, „verkopen wij ook jurkjes en andere kledingstukken. Wij streven ernaar onze klanten iets aparts te verkopen. Verkopen vind ik eigenlijk in dit geval een naar woord omdat je aan alle dingen die hier in de zaak staan persoonlijk gehecht raakt. Af en toe is het gewoon jammer dat een klant een bepaalde vaas of stoel komt kopen, maar het is dan weer een soort troost dat iemand die hier binnen stapt dat alleen maar doet als-tie een bepaald voorwerp echt mooi vindt. Vaak ook komen er hier mensen binnen die zeggen: Mevrouw, ik heb hier een tekening, is het mo gelijk dat U aan de hand van deze tekening een stoel of tafel of vaas, nou ja een bepaald voorwerp, voor mij kunt maken? Vaak is dat wel mogelijk, dat gebeurt dan na een ge sprek met mijn zwager die het toch uiteindelijk moet maken." Theodorus is nog steeds druk bezig met de plank die, naar hij vertelt, een stoel moet worden. Theodorus Boelee, zeeman, auto monteur, timmerman en pottenbak ker. „Altijd al heb ik belangstelling gehad voor oude ambachten", zegt hij, „maar ja, om zo'n ambacht te gaan uitoefenen, begin daar maar eens aan. In een mensenleven staat gelukkig niets van te voren vast en zo ook in dit geval: ineens was de mogelijkheid aanwezig om mijn be langstelling om te zetten in de prak tijk toen „Het Gilde" werd geopend. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat kun je mij aantreffen in het ate lier, zó heb ik het naar mijn zin. In het begin was het nog wel eens zo dat de mensen een soort drempel vrees moesten overwinnen voordat ze hier binnenstapten maar de meesta klanten zijn hier nu al aardig inge burgerd. Het fijnste vind ik dat ze regelmatig terugkomen, niet omdat I REISBUREAU-BEURSPLEIN 11 ROTTERDAM TEL136182/129191 ookvoor I [UITGEBREID wagenpark klei moet worden omgegaan Klompenmaker De sympathieke kop van Theodorus krijgt een peinzende uitdrukking. „Ik vertelde je al eerder over mijn be langstelling voor oude ambachten. Zo zou ik graag eens klompenmaker willen zijn, dat vind ik wel zo verrekt leuk. Kijk, als er iets onder je handen vandaan komt, ik bedoel iets wat je zelf gemaakt hebt dan geeft dat vol doening. Die belangstelling voor het zelf maken bestaat bij veel mensen. Zodoende ben ik op het idee gekomen een kursus te organiseren waar de mensen les krijgen in het zelf maken van aardewerk, pottenbakken, kortom ze kunnen op deze kursus kreatief bezig zijn. Dat er behoefte aan zulke kursussen bestaat bewijst wel het feit dat wij al helemaal vol zitten. Op vrij dagavond hebben wij twee kursussen waar dan van jong tot oud aan deel genomen wordt. In totaal worden er 24 lessen gege ven. De leerlingen doen hier alles zelf, behalve het bakken van hun werkstukken wat door mij gedaan wordt. Na het bakken worden de voor werpen geglazuurd en opnieuw ge bakken waarna de kursisten ze dan mee naar huis kunnen nemen. Af en toe zie je hier ware kunstwerken on der hun handen vandaan komen. Wat mij betreft gaat deze kursus nog lang door. Je doet het werkelijk voor je plezier." ■TOOP HOEK Welke Nederlander van middelbare leeftijd denkt zo af en toe niet eens aan Flora in de Amstelstraat? Je mocht er roken, het kostte niet veel en je hoor de een groot orkest dat po pulaire melodieën speelde. En op het toneel mooie meisjes met niet veel aan, die voor je dansten en zon gen. En een keur van ko mieken. Isidore Zwaaf (oud Rotterdammer) klein, gui tig, mager en met een hees verschreeuwde stem. Zon der hem ging een revue eenvoudig niet. En dan kwam de leider van dit amusementsbedrijf. Dat was de heer Leon Boe dels. Van hem zijn de ge vleugelde woorden: „Een revue moet pikant zijn, an ders is het een ei zonder zout". En wie kan het beter weten dan hij? Leon Boe dels „De statue van de Flo ra", met zijn enigszins vet tig geklede jas, zijn plas tron en zjjn eeuwige hoge hoed. Waar zou hij geble ven zijn, die eeuwige hoge hoed? Is hij bij een uitdra ger terecht gekomen, of op een voddenkar? Of heeft een aanspreker zich er meester van gemaakt? En is hij nu in dienst van het menselijk leed in plaats van de vreugde? Die hoed behoorde in het Rijksmuseum te staan on der een glazen stolp. En dan met een opschrift er onder: „Onder deze hoed troonde eenmaal een vorst, een koning. Een machtig potentaat van het amuse mentsbedrijf. Het dankbare nageslacht heeft aan de hoed van Boedels zijn hulde gebracht". Dit opschrift is niet mooi, maar dat was de hoed ook niet. Boedels was de regisseur. De naam van regisseur heeft in dit geval meer met regelen te maken, dan met artistieke prestaties. Hij re gelde de gang van zaken. De opvolging der tonelen, het spotlicht, het decor, de achterdoeken, het waar schuwen voor de aanvang en voor het orkest. Voor de pauze en voor het hervatten der voorstellingen. Hij sjouwde met zetstukken en contragewichten en dat al les met zijn hoed op. Met koormeisjes omgaan is niet zo eenvoudig. Het is meestal heel lastig mate riaal. Deze meisjes veroor loven zich vaak vrijpostig heden die de goede gang van zaken van een revue voorstelling, ernstig kunnen belemmeren. Maar Boedels wist raad met de dames en had de wind er onder. Te laat op de voorstelling ko men, of vervuiling van de kleedkamers, werd door hem onverbiddelijk ge straft. Er was daar een w.c.-tje dat zijn bijzondere - aan dacht had. Daar mochten alleen de solisten gebruik van maken, de koormeisjes en de figuranten was dit streng verboden. De solis ten, zonder aan de waarde ring van Leon Boedels te kort te doen. namen hem toch vaak stilletjes in de maling. En op een avond werd hem dit nogal pijnlijk aan zijn verstand gebracht. Het was ongeveer kwart voor acht, allen stonden op het toneel klaar om te be ginnen. Daar kwam opeens Piet Leenhouts, een jonge komiek hevig ontsteld van het trapje af dat naar het solisten w.c.-tje voerde. „O, meneer Boedels", schreeuwde hij, „nou moet u eens komen kijken, wat een smeerboel het is. op ons w.c.-tje. Gewoon bij de konijnen af". Allen renden direct naar boven. Boedels voorop en de artiesten ston den in een halve cirkel om het w.c.-tje, dat besmeurd was met een dikke laag menselijke afvalstoffen. Boedels, in een razende woede, begon te schreeu wen: „Wie heeft er maar hij onderbrak dit ge schreeuw, omdat Piet Leen houts, zich door de anderen heen drong en zijn vinger in de bruine smurrie stak. Boedels keek hem aan alsof hij hem wilde ver scheuren. Hij schreeuwde: „smeerlap - vieskadet - stinkbunzing - vuile patj- peër - stuk falderappus, ben jij een artiest?" Toen ging er een harde bel en het or kest zette de ouverture in. „Aanvang", schreeuwde Boedels. „Allemaal naar het toneel. En jij viezerik, vijf en twintig gulden boete wegens het verontreinigen van het solistengemak". En de voorstelling begon. Het was de gewoonte van Boe dels om tegen de koormeis jes te schreeuwen: „Zet niet zo'n sjaggerijnig ge zicht. Lach als je danst", maar dat hoefde hij deze avond niet te roepen. Piet Leenhouts had voor tie vro lijkheid gezorgd. Hij had drie snijkoeken gekocht, ze nat gemaakt en op het solisten-w.c.-tje ge kwakt om Boedels op stang te jagen. En dat was best geslaagd. Voor de boete werd een collecte gehouden maar Leon Boedels deed daar niet aan mee. Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de 1e etage deze plastic tafelkleden met linnen anti-slip rug, leuk gedessineerd, 110x140 cm, Elke vrijdagavond tot 9 uur open Ook maandagmorgen open Bijna teder legt Theodorus Boelee de 400 jaar oude plank terzijde. Temidden van de wolken stof en zaag sel treffen wij hem aan in zijn atelier waar hij van dit soort planken de stoelen, tafels en stoven maakt die de kunstnijverheidszaak van zijn schoonzusje sieren, mevrouw M. van Hulst-Simonis. Terwijl wij ons haastig uit de voeten maken om onze longen niet te vullen met het 400 jaar oude stof, roept Theodorus ons na eens een kijkje te nemen in de winkel. De winkel, dat is de voormalige apotheek aan het Heemraadsplein in Rotterdam, die sinds maart vorig jaar onder de naam „Het Gilde" door mevrouw Van Hulst wordt geëxploiteerd. Terwijl wij een beetje rondsnuffelen in de winkel, helpt mevrouw Van Hulst een oude dame die op zoek is naar een oude stoof. Dankzij de noeste arbeid en de stofont wikkeling van Theodorus gaat even later deze dame tevre den de winkel uit. Mary van Hulst heeft nu even tijd en wil wel het één en ander vertellen over „Het Gilde". Omstreeks januari 1969 kregen wij de ruimte beschik baar omdat de toen hierin gevestigde apotheek dit pand verliet. Nu was het zo dat ik al geruime tijd rondliep met het idee om een zaak te gcan beginnen waarin de r .ensen dingen, in dit geval stoelen, kloostertafels en noemt U maar op, konden kopen. Nu weet ik wel dat dit idee op zich zelf helemaal niet zo nieuw is. Wel nieuw is het .naar mijn mening dat alle artikelen of liever gezegd kunstvoorwerpen door ons zelf vervaardigd worden. Alle voorwerpen, of het nu een vaas is of een stoof, worden door ons zelf vervaardigd. De kettingen, armbanden, hangers enz. worden door mijn zusje Lenny en mijzelf gemaakt terwijl Theodorus het houtwerk en het pottenbakken verzorgt. Omdat alles met de hand vervaardigd wordt, zijn geen twee dingen het zelfde en dat is nu precies wat ik zo prettig vind. Alle v°°™erPen krijgen nu een eigen karakter en missen het gladde saaie van de voorwerpen die uit een fabriek Troost En het is zo leuk als een vrouw een pruik neemt, ze lijkt veel jonger. Echt, je ziet ze opknappen". Behalve jonge vrouwen bezoeken ook veel ou dere dames en vrouwen die gedwon gen door een haarziekte een pruik moeten nemen, de boetiek. Een pruik uitzoeken is nog niet zo gemakkelijk als men denkt. Mej. Olij: 't Moet helemaal bij de dame passen, het nieuwe haar. Je moet het ook niet als een petje opzetten". Tientallen pruiken en haarstukjes hangen in het winkeltje aan de Zaag molendrift. Alle kleuren en vormen hebben ze. „Binnen een uur kan ik zorgen dat een pruik een andere kleur heeft. Verven is niet schadelijk voor het haar. Als iemand een nieuw mo del in de pruik wil hebben, kan dat ook hier gebeuren, want ik creëer al les zelf. 's Avonds ben ik vaak bezig nieuwe modellen uit te proberen. Nachtwerk! Ja, want die mannequins en fotomodellen die hier komen willen steeds het nieuwste van het nieuwste. Ook modebladen koop ik vreselijk veel om ideeën op te doen. Geen kap persbladen, want die ziet de gewone vrouw niet". De hoeveelheid pruiken in het Haar- centrum men kan ze ook voor een weekend of een avond huren. De huurprijs wordt in mindering ge bracht als men besluit de pruik te ko pen is enorm. De vraag rijst, aan gezien niet alle pruiken van synthe tisch materiaal vervaardigd worden waar al dat haar vandaan komt. „Het meeste haar komt uit Azië, ver telt mej. Olij. „Men koopt het daar overal op. In India verkopen vrouwen hun haar voor een bord eten". De synthetische pruiken zijn uiter mate gemakkelijk door de draagster zelf te onderhouden, maar de pruiken en haarstukjes van echt haar vragen wat meer aandacht. Er is weliswaar een speciale shampoo voor, maar in de meeste gevallen is het toch beter dat men de pruik door een deskundige laat wassen. „Want", zegt mej. Olij ten slotte, „als je hem goed behandelt kun je er jaren mee doen". Mej. Olij in haar pruikenwinkeltje Haar Centrum Rotterdam staat er boven de etalageruit van een klein, maar zeer bijzonder winkeltje aan de Zaagmolendrift te Rotterdam. Eigen lijk een veel te prozaïsche naam voor een boetiekje waar zo duidelijk aan de romantische gevoelens van vrou wen en mannen wordt geappelleerd. Ja, inderdaad ook mannen, want niet alleen leden van het vrouwelijk ge slacht bezoeken het haarboetiekje ivaar de jonge mejuffrouw L. A. M. Olïj' de scepter zwaait, ook mannen f weten er de weg heen te vinden, en niet alleen om hun echtgenoten te ver gezellen, die zich van een nieuwe haardos willen voorzien, maar om zelf een pruik aan te schaffen. „Het zijn vooral jongens van beat en popbandjes", vertelt mej. Olij. „Ze zitten in dienst, waar hun haar kort geknipt is en dan komen ze bij ons lang haar halen voor als ze optreden. Anders zijn ze niet aantrekkelijk voor de meisjes!" Mej. Olij startte een jaar geleden met het Haarcentrum, na eerst vanaf 1961 in het „gewone" kappersvak te hebben gezeten. „Dit is anders wer ken dan met echt haar", zegt ze, „maar veel fijner! Zeventig procent van de Hollandse vrouwen heeft heel fijn haar waar je weinig mee kunt doen. Met pruiken kun je alles doen. Ze zijn voornamelijk van Aziatisch haar gemaakt, dat veel steviger is. Wij vinden dat plastic tafel kleden niet alleen praktisch be horen te zijnze moeten er ook gezellig uitzien. En daarom verkopen wij op onze 1e etage deze leuke ge dessineerde tafelkleden van ste vig plastic met linnen anti-slip rug, maat 110 x 140 cm, nu niet voor f 5,98, maar voor nog géén vier gulden. met linnen anti-slip rug 5.98

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1970 | | pagina 15