Functie en betekenis binnenstad uitgangspunt toekomstplannen Krijgt Schiedam grote omloop of centralisatie van winkels Rapport over ontwikkeling Schiedam Groot aantal woningen moet gesloopt worden VERKEERSONTWIKKELINC STELT ZWARE EISEN DE HAVENLOODS DONDERDAG 19 FEBRUARI 1970 S'dam 31 Het lang verwachte rapport over de ontwikkeling van de binnenstad van Schiedam, van het bureau voor Stedebouw en Architectuur Rein H. Fledderus en Bart C. van Gent te Rotterdam, is verschenen. Een lijvig, 33 bladzijden tellend werkstuk, aangevuld met vele tekeningen. Het rapport bepaald zich uitsluitend tot de toekomstige ontwikkeling van de binnenstad, met als voornaamste vragen de vorming van een ruim of meer beperkt winkelcentrum; het wooncentrum; verkeerszaken, inbegre pen eventuele metro; monumenten en industrie-vestiging. Er zijn drie al ternatieven ontworpen, plan A, B.l en B.2. KANSEN BURGERIJ VISIE TE GEVEN Niet alleen de gemeenteraad, maar de hele burgerij zal in een later sta dium door het gemeentebestuur in de gelegenheid worden gesteld, een eigen visie kenbaar te maken. Al vaker heeft het gemeentebestuur te kennen gegeven de burgerij daartoe de moge lijkheid te geven. Uiteraard komt het rapport niet tot een bepaalde conclu sie; het bepaalt zich tot een studie van mogelijkheden en wenselijkhe den. In 't rapport wordt allereerst vastgesteld, dat 'n plan voor de toekomstige ontwikkeling van de binnenstad zijn uitgangspunt dient te vinden, in een welover wogen visie op de functie en betekenis van de binnenstad; niet alleen voor de stad Schiedam zelf, maar ook ten opzichte van de agglo meratie, die wordt gevormd door het Waterweggebied. Een visie, die zelfs de vraag over de bestaansreden van Schiedam als afzonderlijke stad met een eigen stedelijk voorzienimgspa- troon binnen die agglomeratie niet uit de weg gaat. Tegenover de schaalvergroting staat een tendens naar schaalverklei ning. Schaaldifferentiatie, een begrip dat zowel schaalvergroting als schaal verkleining inpliceert. lijkt dan ook een betere benaming voor het in deze eeuw te constateren maatschappelijk proces, n de n s zich losmaakt uit historisch gegroeide gemeenschap pen en zich in nieuwe verbanden schikt. Dit vormt niet direct een rechtvaar diging van het bestaan van de kleine en middelgrote stad of van Schiedam in het bijzonder, het vormt zonder twijfel een indicatie om zulke orga nisch complete gemeenschappen met zorg te omgeven en ze niet lichtvaar dig te doen ondergaan in een groter, anoniem geheel. Spanniiiig Meer concreet tekent zich deze schaaldifferentiatie af in de relatie tussen burger en het lokale bestuur, in een toenemende spanning tussen de noodzaak van de overheid om op het macrovlak maatregelen te nemen die zich onttrekken aan de waarneming en invloed van de burger enerzijds en behoefte van die burger op het micro- vlak zich te kunnen doen gelden an derzijds. De toekomstige burger zal nog meer gericht zijn op een volledi ger zelfverwerkelijking. Met de stijgende welvaart, weten schap, techniek en verstedelijking hangt samen een toeneming van het onderwijs en overdracht van informa tie door de massacommunicatiemid delen. Hierin ligt een uitdaging tot een cultureel, sociaal en politiek enga gement dat niet alleen tendeert naar een wereldwijde schaal, maar ook de inwoner van een stad een nieuwe be trokkenheid geeft tot zijn directe om geving. Meer mensen zullen belang stelling hebben voor en zelf willen deelnemen aan politieke activiteiten; de burger verlangt in toenemende mate invloed in het vormgeven aan eigen nabij woon- en werkmilieu, waaronder begrepen de aard en werk wijze van gemeenschappelijke voor zieningen, ruimtelijke ordening en leefbaarheid van het milieu. Dit democratiseringsproces veron derstelt een sociaal stramien voor sa men en gezamenlijk beslissen. Vormloos Als een zodanig stramien is in de verhoudingen zoals wij die aantreffen in het Waterweggebied denkbaar de afzonderlijke of middelgrote ge meente of de tot een zekere tal van studies over agglomeratievraagstuk ken blijkt, dat naast de noodzakelijke schaalvergroting op bestuurlijk ter rein ook schaalverkleining tot de we zenlijke behoefte behoort en dat zeer grote gemeenten daarin niet op ade quate wijze voorzien. Dit geldt ook voor het Waterweggebied. Zou men het hele gebied tot één grote gemeente maken, ontstaat dan niet een bestuurlijke „brij", een vormloos geheel, dat voor de mensen ongrijpbaar wordt. Niet voor niets poogt Rotterdam overigens vrij te vergeefs een oplossing voor 't pro bleem van schaalvergroting en schaalverkleining te vinden door toe passing van het wijkradensysteem. Niet voor niets wordt gepoogd naast regionale besturen de gemeenten als leefbare kernen in stand te houden, opdat schaalvergroting en schaalver kleining tot harmonie zouden kunnen komen. Identiteit De vraag waar het op aankomt is, of Schiedam zijn identiteit als stad op het spel mag zetten om te gaan func tioneren als een meer of minder ge slaagde woonwijk van Rotterdam of dat het niet in de eerste plaats ten opzichte van de Waterwegagglo meratie als taak dient te zien: een eigen stuk stedelijk leven te blijven verwezenlijken. Met het begrip schaalvergroting is een ieder wel vertrouwd. De mens leeft in een groter gebied dan vroe ger. Leven en werken bewegen zich over de gemeentegrezen heen. Vorm de bijvoorbeeld voor de 18e eeuw zijn stad of zelfs zijn kleine dorp, stads wijk of straat de schaal waarop zich zijn leven in alle facetten afspeelde en het milieu dat in schier al zijn be hoeften voorzag, de mens in de 20e eeuw gaat niet meer per definitie op in deze gemeenschap, maar beweegt verbanden die op geheel andere wijze en om andere redenen zijn tot stand gekomen; het zijn geen organische maar functionele verbanden, die bezien vanuit de* individuele mens ieder maar een gedeelte van zijn le ven bestrijken. Enerzijds biedt deze wijze van le ven, die ten nauwste samenhangt met de ontwikkeling van de techniek en de wetenschap, de mens de mogelijkheid om intenser, bewuster, vollediger te leven, anderzijds wordt zijn leven gecompliceerder, minder vertrouwd; het lijkt verknipt. Op dit fundamente le aspect van het moderne leven wijst ons de denkrichting in de mensweten schap die zich de metabletica noemt: de leer der veranderingen; vol wassenheid betekent thans: „leven in meervoud"; de mens beleeft in ieder van de gemeenschappen waarvan hij telkens deel uitmaakt, een ander deel van zijn persoonlijk heid. of anders gezegd; even veel zei ven heeft de enkeling als er groepen zijn waartoe hij behoort. Dit leven lil meervoud is heden ten dage onvermijdelijk en biedt, zoals gezegd, ongetwijfeld belangrijke mo gelijkheden voor een optimale ont plooiing van de mens, maar hij blijft het ervaren als een wijze van bestaan die op gespannen voet staat met zijn behoefte aan een leven in een over zichtelijke, alle levensterreinen inte grerende gemeenschap. Het lijkt dan ook niet toevallig dat juist de laatste tijd eeft revaluatie valt te constateren van het gezin en andere kleine ge meenschappen. Het aantal woningen in de stads kern van Schiedam, bedraagt op het ogenblik 997. Bij de uitvoering van de ontwikkelingsplannen voor de binnen stad, zullen er 750 gesloopt moeten worden, omdat de kwaliteit van de woningen een verbouwing niet toe staat. Goede tot matige bebouwing bevindt zich in hoofdzaak in de nabij heid van structuurelementen in de oude binnenstad, die essentieël zijn voor de karakteristiek, zoals tussen Lange- en Nieuwe Haven, Markt en Broersvest. Tussen Schie en Singel bevinden veel woningen zich in een slechte staat en is de bebouwing laag, nl. plm 49 woningen per ha. Voor de aanleg van de stationsbou levard zullen overwegend kwalitatief slechte woninten moeten worden afge broken. Ten behoeve van de geprojec teerde verkeersvoorziening rond het Stationsplein zouden een aantal goede etagewoningen aan het Stationsplein en aan de Prof. Kamerlingh Onnes- laan geofferd moetenworden. In aansluiting op de bestaande be bouwingsrichting en -structuur van het Singelkwartier zou een nieuwe be bouwing in hooge variërend van 3 tot 6 lagen, aan de zuid-oostzijde, van de Stationsboulevard en aan de zuidzijde van het Stationsplein fasegewijs dan wel in geleid tempo gerealiseerd kun nen worden. Deze bebouwing op een onderlaag, die gedeeltelijk de bestem ming autoberging heeft en gedeelte lijk winkels, showrooms, café-restau rants, reisbureaus, etc. zou kunnen bevatten, bestaat uit woonbebouwing aan de Stationsboulevard en kantoren aan het Stationsplein. De hoogte ervan is enerzijds afgestemd op de situatie zelve. In aanlsuiting op de kantoorbe bouwing verzorgt een bebouwing met bestemming hotel de oostelijke afslui ting van het Stationsplein. Een woonbebouwing in resp. 3, 6 en 9 lagen ter plaatse van de huidige R.K. kerk aan de Singel, accentueert de overgang vanuit het Singelkwar tier naar het stadscentrum. In het al gemeen geeft het plan weer: twee woonlagen boven winkels; dus een consolidering van de bestaande toe stand in Hoogstraat, Lange Kerk straat en Markt. Deze woningen zul len grotendeels door vernieuwing of verbetering behouden kunnen blijven, evenals verspreid voorkomende wo ningen aan de Lange Haven. Langs de Broersvest echter is een hogere woonbebouwing boven de win kels geprojecteerd in aansluiting op de enige jaren geleden gerealiseerde winkels met woningen in 5 lagen aan het zuideljk deel ervan. Afwisselend is gedacht aan 5 en 6 woonlagen met een noordelijke beëindiging in de vorm van een torengebouw van 12 woonlagen. Het centrale deel van de stadskerk waar overwegend woningen van een zodanig lage kwalitatieve waarde zijn, dat amovering onvermijdelijk is en dat in het plan grotendeels ligt bin nen de winkelomloop zou, ruim 220 woningen kunnen bevatten, gelegen aan een centraal voetgangersgebied. De hoogte van de woningen zal in het algemeen variëren tussen 2 en 3 la gen, teneinde het silhouet van de kern geen geweld aan te doen. In het Singelkwartier zullen 933 wo ningen niet behouden kunnen blijven, als gevolg van de kwalitatief slechte toestand. Wie de huidige verkeerssituatie in de binnenstad van Schiedam in ogenschouw neemt zal het niet ver wonderen. dat bij de toekomstige ontwikkeling daarvan ruime aan dacht dient te worden besteed aan de oplossing van de vele proble men. Eén van de belangrijkste is wel, of er een metro moet worden aangelegd, of een treinverbinding door middel van een viaduct. Dat er zich tot dusver nog geen grote moeilijkheden in het verkeer heb ben voorgedaan, komt doordat het meeste verkeer buiten de binnen stad om gaat. Worden de toekomst plannen werkelijkheid, dan zal dit zich wijzigen, vooral ten dienste van het winkelcentrum. Veel aan dacht wordt in het plan besteed aan de voetgangers, speciaal voor het winkelen. In plan A. is gekozen voor onder gronds vervoer, in plan B. past een viaduct. Verder zijn parkeergarages ontworpen in de omgeving van de Westvest én bij de Singel, met res- pec. 800 en 1300 autoplaatsen, zodat een loopafstand naar het winkelcen trum wordt verkregen. Er is een ga rage gepland bij de L. Kerkstraat met 400 plaatsen. Overeenkomstig het structuurplan vormen de Boersvest en de Nieuwe Haven de wegen rond de binnenstad: de zg. „vork", en de dubbele verbin ding van de binnenstad met het „Ke- thelse". Radiaal vanaf de „vork" voe ren via een westelijke doorbraak ter plaatse van de Westmolenstraat en een oostelijke doorbraak tussen Lan ge Kerkstraat en Herenpad, wegen die aansluiten op een ringvormige ontsluitingsweg door de stadskern. Een derde radiaal hierop aansluiten de weg wordt gevormd door het tracé Parkweg - Spinhuispad - Ooievaars - steeg. De rihgvormige ontsluitingsweg door de kern bestaat vornamelijk uit bestaande straten, t.w. Herenstraat, Kreupelstraat, Baan-Grofbaan, een geprojecteerde verbinding over het terrein van het R.K. weeshuis naar de Lange Achterweg, een geprojecteerde afsnijding van de Lange Achterweg naar de Nieuwstraat, de Nieuwstraat, een op het plan verbrede Korte Kerkstraat, Hoogstraat en Markt. Deze ringweg zal in twee richtingen bereden moeten worden; de „omweg" is te groot voor éénrichtingsverkeer. Belangrijk voor doorgaand verkeer in het gebied tussen Nieuwe Haven en Broersvest is voorts het tracé Vlaar- dingerstraat, Breedstraat, Raam, Groenwegje. De Westvest, Lange Ha ven oost- en westzijde, Korte Haven noord- en zuidzijde blijven ongeveer zoals dit thans gebeurt, de resp. ge bieden ontsluiten. Verbinding Vanaf de Broersvest en via de Huis te Riviereweg verzorgt de geprojec teerde Stationsboulevard de verbin ding tussen de stadskern en het Sta tionsplein. Behalve een goede ver keerstechnische relatie tussen een ge reconstrueerd Stationsplein en de city, is het visuele en het gevoelsma tige aspect in deze relatie van belang. Aan een en ander zou kunnen worden bijgedragen door een ruime profile ring van deze weg, beplantingen en 'n detaillering van de voetgangersruim ten die gerelateerd is aan de grootste delijke maat en schaal van dit struc tuur-bepalend element in de stad. Via naar de Huis te Riviereweg Sta tionsplein hebben de Overschieseweg en Horvathweg zowel een verbinding onderling als met cje city. Ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied in het Singelkwartier is een weg geprojecteerd, aansluitend NIEUWE WERKGROEP CNV-JONGEREN In een vergadering van werkende jeugdleden van het CNV in het Wa terweggebied is besloten mee te doen aan de actie van de vakbeweging, om de, werkende jeugd meer in te schake len. Hiertoe was van het hoofdbestuur een schrijven ontvangen, waarin wordt geconstateerd, dat de werkende jeugd zich bij het werk betrokken voelt. Een en ander zal nu nader wor den uitgewerkt. op de Rotterdamsedijk en voerend naar de Huiste Riveireweg Sta tionsboulevard. Op deze weg is het ontsluitingssysteem van het woonge bied geënt. Het ontsluitingssysteem van het woongebied Singelkwartier is geba seerd op het bestaande stratennet met dien verstande dat slechts een enkel voudige ringvormige ontsluitingsweg een optimaal gebied bereikbaar maakt. De andere bestaande straten kunnen voor het rijverkeer worden af gesloten ten behoeve van speel- en parkeergelegenheid. De Prof. Kamer lingh Onneslaan en Boerhaavelaan blijven in dit systeem de functie van wijkontsluitingsweg behouden. Het is begrijpelijk, dat in de stu die voor de toekomstige ontwikke ling van de Schiedamse binnen stad, zeer nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan het winkelcen trum-nieuwe vorm. Het gaat hier bij om twee kernvraagstukken. In de „city-gedachte" is sprake van de zgn. „grote omloop", die omvat de Hoogstraat in zijn ge heel; doorbraak Westmolenstraat- Korte Achterweg, Korte Kerk straat. Lange Kerkstraat, Broers- veld. Broersvest, Stadhuisplein. Gehandhaafd blijven radiaal op deze winkelomloop, de bestaande uitlopers: de Dam, Rotterdamse dijk, G. Verboomstraat-Oranje- traat. Verder langs de Singel aan de zuidzijde, een stationsboulevard. In het B.l-plan wordt een sterke centralisatie en beperking voorge steld, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid van „afsterving" van uitlopers aan de Dam, Hoogstraat, Markt, Broersveld. Hierbij is ook een plan opgenomen als eerste fase aan het Broersveld een grootwinkelbedrijf te stichten, waarbij de Passage kan worden doorgetrokken tot bij het R.K.-Weeshuis, dat geamoveerd zou moeten worden. Ten slotte is er als B.2 een moge lijkheid, om dit plan nog sterker te beperken, wel met afronding van het winkelfront op de Hoogstraat. Over de gehele winkelsituatie voor de binnenstad wordt in het rapport \>.a. h?t volgende opgemerkt: voor waarden voor dit nieuwe tot ontwikke ling te brengen city-winkelapparaat Teneinde een volledige assimilatie van het bestaande deels verouderde winkelbestand te bevorderen, zal een rehabilitatie, regeneratie en reorgani satie van binnenuit moeten plaats vin den. Dit houdt o.m. in een herindeling naar branche-patroon, die door zelfse lectie of interne reorganisatie tot stand zal kunnen worden gebracht; Introduceren van het element grootwinkelbedrijf; Het creëren van een geschikt mi lieu voor voetgangers; Het creëren van een goede bereik baarheid voor verkeer annex de in richting van expeditiegelegenheid voor de winkelbedrijven; Voldoende parkeervoorzieningen in de directe omgeving van het winkela reaal; Integratie van marktgelegenheid in het winkelareaal; Zonder de continuïteit van het tota le winkelfront te onderbreken, een integrale lay-out van het winkelgebied met andere bestemmingen te bevor deren teneinde alle functies van een stadscentrum op equivalente wijze te doen representeren hetgeen het mi lieu ten goede zal komen. Wimkeilapparaat Het structuurplan voor Schiedam koos heel nadrukkelijk voor een eigen kleine city met een nieuw of ver nieuwd eigen modern winkelapparaat en een eenvoudig ontmoetingscen trum (open en gesloten). Deze keus was van bescheiden allure. Tussen Rotterdam en Vlaardingen moet Schiedam zich hoeden voor overmoed en isolement. In de discus sie over het structuurplan is echter deze keuze naar de achtergrond ge drongen. (Feitelijk is de vraag open gebleven óf het nieuwe centrum ei genlijk wel een city moet worden dan wel een nieuw woongebied met wat buurt winkels. Hoewel het structuurplan deze op vatting ter zijde heeft gesteld en ge kozen heeft voor een volwaardig, maar niet overdreven groot centrum met winkels, plaats voor één of twee warenhuizen en een ontmoetingscen trum, is de discussie over het alterna tief met eventuele variaties niet ge heel verstomd en komt het bij bespre kingen over de uitwerking tot bestem mingsplannen toch telkens weer tot uiting in vragen als: hoe groot mag (moet) nu de eigen city worden, en: hoe groot het winkeloppervlak tefen- over het woonoppervlak, e.d. Het liefst zou men een wetenschappelijke bewijsvoering hebben bij de beant woording van deze vragen. Dit is echter onmogelijk; het leven laat zich niet in formules vastleggen. Tegenover pseudo-exactheid kan al leen maar staan het opvangen var. ontwikkelingen die afwijken van het grondpatroon, dat is gebaseerd op goede ervaringsregels elders opge daan in vergelijkbare situaties. TTet andere woorden, bestemmingspla n- nen voor de binnenstad dienen flexi bel te zijn. Blijkt het winkelareaal ie omvangrijk, dan wordt overgegaan tot woonbebouwing of iets anders dan wel omgekeerd. Het gebrek aan comfort voor he1 winkelend publiek, het extensieve ves tigingspatroon en het daarmee ver band houdende gebrek aan samen hang van de bedrijven met als gevolg een gebrek aan efficiency en i ui l lijkheid, alsmede te lange loopafstan den enerzijds en het ontbreken van grootwinkelbedrijven, die heilzaam werken op de middenstandsbedrijvca en onmisbaar zijn voor de ambiance van een winkelcentrum anderzijds, doen het Schiedamse publiek voor - centrumbezoek vaak naar Rotterdam c.q. Vlaardingen gaan. Toch zijn ele-l menten aanwezig, die waardevol zijn; voor een „city winkelcentrum". De Hoogstraat. Door zijn afmetin gen, profiel en gebogen vorm n bo vendien door de aanwezigheid van een winkelklimaat, leent deze straa. zich bijzonder voor een winkelmilieu (vergelijk: Kalverstraat) De Passage met aangrenzende goe de winkelbebouwing aan de Broers-I vest. Winkelbedrijven, die voldoen aan een niveau van een stedelijk verzor gingscentrum, zijn in hoofdzaak ge vestigd aan de Broersvest, Koemarkt en enigermate aan de Rotterdamse dijk, Gerrit Verboonstraat en Oranje straat. Incidenteel komen dergelijke vestigingen verspreid ook wel voor aan de Hoogstraat, Dam en Markt. Een herstructurering naar bran ches en assortiment door zelfselectie en natuurlijke sanering, gepaard aan een injektie en toevoeging van objec ten welke een stedelijk centrum be hoeft, kan met de drie elementen als uitgangspunt een gezonde ontwikke ling mogelijk maken. Jeugd ruiltiek Eén van de nieuwe activiteiten in het jeugdhuis St. Joris Doele Schie dam, wordt de inrichting van e n „ruilboetiek", die zaterdagmiddag ,1 februari wordt geopend. Directeur Venama wil de objecten aanzienlijke uitbreiding geven, o.a. door het ruilen van foto-materiaal, grammofoonpla ten, sieraden mogelijk te maken. De „ruiltiek" is geopend 's middags van 3-5 uur. Omdat het weieens pro blemen geeft het gebouw van St. Joris Doele te vinden, vermelden we, dat het gelegen is langs de 's-Gravenland- seweg. Het is beter bereikbaar via de Nieuwe Parklaan, richting stadhuis en na de Ooievaarsbrug rechts af langs het water. Nog 12 dagen en dan krijgt De Havenloods zijn nieuwe jasje aan Rotterdamsedijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1970 | | pagina 3