Steeds doorgaan mt actie in verstarde democratie vernietiging van II ii IPE HAVENLOOpS - DONDERDAG 19 MAART 197Ö „In één opzicht is Rotterdam een fascinerende stadnergens anders kun je zo duidelijk zien, dat de vernietiging van de bestaande stad en de bouw van een nieuwe tot de meest gruwelijke omgeving voor de mens leidt. In Rotterdam kon de droom van de stedebouwer werkelijkheid worden en het werd een nachtmerrie. Waar eens duizenden pandjes en honderden straten het grillig patroon van een echte stad vormden, verrees een kil rechtlijnig centrum vari beton en asfalt. De auto heeft er de mens verdrongen. De handel kwam in de plaats van het leven. Het is een verarming die elke stad en elk dorp te wachten staat wanneer men zijn oude, veelzijdige verbanden gaat vervanger door „efficiënte, eigentijdse" gebouwen en vormen. De sanering van Rotterdam is een in De Nieuwe Linie van 21 februa- zaak aan het worden, die natio- r' onder de kop „De voortgezette naai de aandacht opeist. Hans de vernietiging" Wij laten het hier in Ridder schreef er een artikel over zÜn geheel volgen. Helaas gaan de fantasieloze dwergen die het in onze maatschappij voor het zeg gen hebben, nooit en te nimmer in ste den als Rotterdam kijken (en als ze het wel deden, zouden ze door de gratis ge meente-sherry waarschijnlijk nog niks zien), want dit soort mannen stelt alleen belang in cijfers en grafieken. Al reke nende verwaarlozen ze de zaken waar ze verantwoordelijk voor zijn, maken ze zich zorgen over de vermeende opposi tie en de eigen promotie, sleutelen ze domme en schadelijke plannetjes in el kaar en laten ze, als de buitenwereld roept dat er NU toch iets gebeuren moet, de gesjeesde dominees van de af deling voorlichting hun muffe plan als revolutionair verkopen. En goedgelovig, slapend Holland trapt er altijd wel in. Vreemd is wel dat officieel Rotterdam nog steeds niets in de gaten heeft. Ter wijl de gewone Rotterdammer geen goed woord meer over heeft voor zijn stad, die dertig jaar na het bombarde ment nog steeds in de vernieling ligt, gaat het bestuur nog steeds blijmoedig door met het maken van plannen die het tochtgat Rotterdam nog groter moeten maken. Het is voor een normaal mens duidelijk dat zowel het centrum als de nieuwe wijken aan verstening ten onder gaan, maar toch doet de gemeente Rot terdam of er geen vuiltje aan de lucht is. Nu de banken en parkeergarages van het centrum zijn opgerukt tot aan de huizen en buurten die de Duitsers hebben laten staan, brengt het gemeentebestuur plot seling een saneringsnota uit, waarin het zijn afschuw uitspreekt over de dorre straten en fantasieloze wijken, waar het begrip wonen een aanfluiting vormt van onze idealen van goede volkshuisves ting. plaats van punten van waardering voor bijvoorbeeld differentiatie en gezellig heid heeft men buurten en huizen pun ten voor bouwvalligheid gegeven waar bij het merkwaardige is dat de meest bouwvallige stukken op de route blijken te liggen van geplande doorbraken voor het verkeer! Men is bouwkundig te werk gegaan; stedebouwkundig en so ciologisch is niets onderzocht of bestu deerd. Wel kent de gemeente een aantal merkwaardige vooroordelen. Een voor beeld Men kan zich de vraag stellen of er van de kant van de bevolking wel een grote behoefte bestaat aan een collectieve o- verplaatsing naar één bepaald (al dan niet nieuw) complex woningen. De voorstanders hiervan zullen waarschijn lijk verwijzen naar de hechte sociale ver banden, die door een verspreide ver plaatsing verloren dreigen te gaan, maar zij gaan daarbij voorbij aan twee zaken: ten eerste het feit. dat er van de hechte buurtgemeenschappen met hun hulp verleningsgewoonten, die vroeger in wij ken als Crooswijk ofdeJordaan beston den nog maar weinig over is en ten twee de het feit dat dank zij de moderne transportmiddelen bepaalde sociale ver banden gehandhaafd kunnen blijven. Ook al woont men niet meer in eikaars onmiddellijke nabijheid. Een beetje socioloog zal niet veel moei- Men heeft de stad min of meer onder- te hebben deze diagnose als onzinnig te zocht op ouderdom en bouwvalligheid bestempelen. Trouwens, in het begin (op een typisch ambtelijke en aanvecht van de nota zegt men over de oude soci- bare wijze) maar het is geen moment bij ale structuur van een wijk: Het gehele Stadsontwikkeling opgekomen om nor- samenlevingspatroon, waarin een zeker men op sociale grondslag op te stellen, evenwicht tussen ruimtelijke omgeving ring, in de overtuiging de stad beter te maken maar in feite helpen ze de pa tiënt uit zijn lijden. Het Rotterdamse rapport noemt het welzijn van de stadsbewoners het doel van de ingrepen in de stad De wensen van de bevolking moeten richtlijnen voor de overheid zijn. De primaire aanleiding tot sanering isde wens van krotten af te raken. Dat zijn allemaal mooie woorden maar wat stel len ze voor, als in een rapport van meer dan vijftig bladzijden waar jaren door de top van het gemeenteapparaat aan gewerkt is nergens blijkt dat men beseft wat het verschijnsel stad is, nergens iets te vinden is van een onderzoek van waarden geen woord gerept wordt over de ve: wachtingen die men heeft? Inte gendeel B en W sommen een aantal ne gatieve aspecten van de stad op (druk op de zintuigen docr lelijkheid lawaai en verontreinigde lucht, monotone stads wijken met weinig of geen karakter slechte woningen, e.d.), maar brengen die alleen in verband met de oude wij ken - over de onherbergzaamheid van centrum en buitenwijken (en industrie gebied! zwijgt men stil. De gemeente lijke studie van de stad is een wassen neus: men heeft de stad totaal niet be studeerd, maar alleen nagegaan wat en wanneer gesloopt kon worden Over zin noodzaak betekenis en consequen ties van de sanering voor mens en stad heeft men geen moment nagedacht. wordt (door sanering en doorbraak) ge heel verstoord. Dit deel van het rapport is uit 1966, toen sanering nog een onderwerp was om over te filosoferen. Nu staan de bull dozers klaar en is er geen tijd meer om na te denken. In 1962 hield de dienst volkshuisvesting a in Rotterdam een woningenquête - "«uwe womngen, maar zeer waarbij bleek, dat van alle hoofdbewo ners van de kwalitatief slechtste wonin- zinnige voorstellen bevat, die de verbe tering inhouden van wat de buurt al be zit. Het gemeentebestuur van Birming ham heeft het plan met trots aanvaard. Het is een bescheiden en praktisch plan, dat is ontworpen vóór de gemeente met - uc ücslc geiegenneiu met vreugde wls'^nC verlaten. De waarde van dit soort enquê- ,ipr staat, dat het byzon- l™. der wenselijk is, zowel sociaal als econo- i Rotterdam niet minder dan 64,6 percent wilde verhuizen. Dit bevestigt volgens de gemeente het idee dat de ber woners van oude huizen, deze bij de eer ste de beste gelegenheid met vreugde twijfelachtig Natuurliik zevtie wenseujK is, zowel sociaal ais econo- manddie in eml hute rMt een lekkend de wijk dak woont, als hem dat gevraagd wordt, stri 1 hut, Va" ,Vte dat hij liever ergens anders zou wonen, nerintr) fchAbv^! !"?c3t,!,V heeft. Maar wat zou zo'n man geant- wprH 0_„aar j woord hebben op de vraag of hij ook hPtP,;jL ra^gd zeven belangrijkste ver- weg zou gaan, als zijn huis (en de wijk) »en likt mlt htt" VOOr uit verbeterd zouden worden? Maar dat naa,i!jfJTlLi?-VflL ™.°®ehj^heden- saneringscommissie in e men verwacht dat niet lang na 1970 het algemeen woningtekort zal zijn opgehe- z ven in Rotterdam en dat dan een aan- vang gemaakt kan worden met sanering z op grote schaal (oorspronkelijk had Z men óp 1966 gerekend), maar in de laat- ste nota wordt gezegd, dat met de sane- Z ring niet meer moet worden gewacht op Z het einde van het kwantitatief woning- Z tekort. Natuurlijk, de binnenstad is vol, er moeten wegen komen, de status moet Z verhoogd worden, de kas moet kloppen. Z In 1966 lag de hele binnenstad nog over- z hoop, de metro was in aanleg, de Cool- singel lag op^n, er moesten nog een paar opvallend open plekken gevuld worden. Maar nu standsontwikkeling op haar z manier „klaar" is met het centrum, Z moet de rest van de stad eraan geloven. En de brave saneringscommissie schrijft Z wel In 1966, toen het allemaal zo'n vaart nog niet liep zei men nog redelijke en lieve dingen Zo vond men bijvoorbeeld dat er niet gesloopt mocht worden, zo lang het tekort aan huurwoningen van de middenklasse (f75 tot f125 per maand) bestond. De mensen uit de hui zen onder de f 75 (formeel sanerings- rijp) wilden, maar konden niet weg om dat er geen betaalbare woningen voor hen waren. Dus zei de gemeentelijke commissie laten zitten die mensen! En: het verdient aanbeveling om op zo kort mogelijke termijn te beginnen met het verbeteren van woningen en hun omgevingen in die wijken, die nog lang niet in aanmerking komen voor afbraak. Ook staat in die oude nota dat de aan trekkelijkheid van woningen, die con structief nog goed zijn, vaak nadelig beïnvloed wordt door de directe om geving van die woning, door de te dichte bebouwing door de afwezigheid van groen door de slechte straten. wordt hem niet gevraagd! ®aarbq verdween algehele vernieuwing 6 naar de onderste plaats! Gedeeltelijke Het is leerzaam om op dit gebied kennis re^arkeèrMl eeenh eiH°hnï'6bet6~ te nemen van een nnHerynet Hatin Rir ParKeergelegenheid buiten de open- mingham verricht is, waar een buurtor- Joor meer^n™6" bovenaan' gevolgd ganisatie in samenwerking met studen- den Darken sne^lterrefnen bejaar" waren."Het tT verkeer.fgeslolfnda ging om een grote, vervallen wijk met 14.000 mensen Sparkbrook. Na een 1BllUulcl6c, grootscheeps onderzoek heeft de wijk- ken initiatief van het Birminghamse raad een plan opgesteld (daarbij gehol- meentebestuur, blijkt dat er twee soor- pen door de Birmingham School Plan- ten enquêtes zijnechte en valse. De eer- ning! dat geen onmogelijke aan- ste soort doet een open onderzoek met slag doet op de stadsportemonnee door zo zuiver mogelijke methoden. De twee- te vragen om een geheel nieuwe wijk de soort gaat uit van een bij voorbaat In Twiai iici icii, uai ue ge- Kotterdam (maar ook in andere Neder- meente niet duidelijk heeft gezegd wat landse steden), waar de onderzoeken er in de saneringsgebieden gaat gebeu- door ambtenaren worden verricht', heb- ren, heeft onrust gewekt. Nadat zes ben we vrijwel zeker steeds met enquê- wijkorganen het gemeentebestuur ver tes van de tweede soort te maken. Wie weten hadden, dat Rotterdam een ste- zonder vooroordelen een onderzoek debouwkundige ingreep gaat verrichten verricht in oude buurten moet gewoon die zijn weerga niet kent in de geschie- tot de ontdekking komen dat de bevol- denis van de stad (de eerste te slopen king er, ondanks de vele gebreken aan gebieden zijn bij elkaar groter dan het huizen en aan buurt, relatief beter aan deel van de stad dat bij het bombarde toe is. fcr is differentiatie (in mensen, ment vernietigd werd! zonder zelfs huizen, functies) herbergzaamheid, be- maar in grote lijnen aan te geven wat er scherming tegen herrie en verkeer, mo- na de sanering tot stand moet komen, gelijkheid je huis te veranderen, contro- kwam eind januari het weekblad De Ha- Ie op je kinderen, gemeenschapsgevoel, venloods met een oproep aan planolo- Men kan constateren, dat kinderen uit gen, architecten en gewone Rotterdam- oude buurten spontaner en fantasierij- mers, wie de stad ter harte gaat om ker zijn. De mensen zijn er oplettender J (uitspraak van een Amsterdamse com missaris van politie). Er is veel meer te doen. Men kent elkaar veel beter. Men vangt elkaar op, enzovoort. Vergelijk dit en vele andere zaken eens met het leven in de flatwijken. Er bestaat werke lijk een verschil tussen een buurt over de buurten, kennen dit verschil niet: ,Ze. voel.en het niet. Ze leven zelf in steriliteit of in een kleine zorgvuldig uit gekozen kennissenkring (waar de naaste buren meestal niet bijhoren), en ze wor den gehaat door hun kinderen. Toch is er in Rotterdam enig verzet ont- Zowel het weekblad als de wijkcomités gaan er van uit, dat bij de dienst stads ontwikkeling de plannen nog altijd niet klaar liggen, want waarom zou er anders in de saneringsnota zo angstvallig over gezwegen worden? Wel, de nota is niet zo zwijgzaam. In het hoofdstuk over de ontruiming van wo ningen staat weliswaar dat in principe de mogelijkheid aanwezig is om op de plaats van krotten nieuwe woningen te bouwen en dat het in principe ook n rapport dat 1 ocn ,s er ln «otterdam enig verzet ont- "T nai07nw uitgesloten geacht moet worden dat de plaatselijke bevolking geheel of gedeel telijk in deze nieuwe woningen gehuis vest zou kunnen worden, maar eerder in het rapport wordt gezegd dat voorlopi ge onderzoekingen, betreffende de toe komstige structuur van het stedelijk ge bied, aanwijzingen geven om bepaalde gebieden na amo vering niet meer voor woningbouw te bestemmen maar voor bijzondere doeleinden. Zo zullen in de wijk Crooswijk welgeteld twee straten een woonbestemming krijgen! Het is vrij waarschijnlijk, dat Rotterdam al precies weet wat het wil, ook al zegt de gemeente, dat een vooropgezette conceptie van de overheid, die de keuze vrijheid van de bevolking zou beperken, als autoritair, en daardoor in onze sa menleving onrealistisch, van de hand moet worden gewezen. Werkelijk, het staat er. Wie het niet gelooft, moet de saneringsnota 1969 van de gemeente Rotterdam aanvragen en kijken op blad zijde 170 bovenaan. ..Nee, de duidelijkste maatschappelijke desillusie is voor mij geweest de weder opbouw van Rotterdam. Ik besefte het toen ik in De Nieuw Linie" van 21 februari een artikel las van Hans de Ridder, in gerechtvaardigde woede geschre ven: ,,De voortgezette vernietiging van Rotterdam Wij hadden als jongens door de rauwe binnenstad gedwaald, langs de havens door de hoerenbuurten, over de gezellige Coolsingel, op 14 mei 1940 zagen wè de stad branden en een dag later dwaalden we door de rokende puinhopen We hadden bewondering voor het stadsbestuur, dat onmiddellijk opdracht gaf V°°L herbouwplan, we hadden er bewondering voor dat de rommel snel werd opgeruimd en we hadden zelfs bewondering voor de schamele noodwin- keis en ue eerste echte huizen. Na de oorlog zou er iets gebeurenH et gemeen tebestuur had immers prach tige maatregelen genomen, de grond onteigend waardoor een helemaal nieuwe helemaal originele conceptie kon worden verwezenlijkt? We zouden wat zien Goed, die enge banken aan de Coolsingel waren vergissingen. Ze moesten verSeven worden. De theorie, dachten wij, was uitstekend. In Amsterdam hadden verkeerd denkende mensen het Centraal Station zó gebouwd dat de haven van de stad was gescheiden. Bij ons zou het anders gaan. De Coolsingel zou een venster op de Maas worden, de rivier en de havens zouden het hart van de stad zijn, zichtbaar, de straten bezielend, en je zou waar dan ook lopend beseffen dat deftige zeekastelen en driftige sleepboten en gastvrije rijnaken welvaart en roem brachten en haalden. Een unieke stad! Volstrekt modern, De kranten stonden er vol van, en we genoten van de plannen, we gingen naar de bouwputten om te kijken of er al vorderingen werden gemaakt, we lazen met een zekere minachting dat in Duitsland onteigeningen problematisch wa ren en dat ze daar middeleeuwse stratenplannen moesten aanhouden bij de wederopbouw. Bij ons werd iets gewaagd! Vele avonden in de week liep ik van mijn huis door de Meent, de Coolsingel over, de Aert van Nesstraat door naar de schouwburg waar ik als toneelrecen sent aanwezig moest zijn. Barre tochten langs opgebroken donkere, tochtige straten, maar het gaf niet, er werd gebouwd a die paar jaar van illusie, bleek dat de nieuwbouw burgelijk en is, dat de architecten op een enkele uitzondering na (De Bijen- En toen, /i armzalig w _r korf! fantasieloos hadden gebouwd, dat 'de Coolsingel een idiote'boulevard was waarvandaan je de Maas helemaal niet kon zien, dat je van alle wegen werd weggeblazen door de wind, dat zelfs het Lijnbaankwartier enkel aardig was op zonnige zomermiddagen, dat de pleinen geen rekening hielden met de mense lijke maat. We waren stomweg bedrogen. Ethisch pratend had men een stad gebouwd voor auto's, niet voor mensen. Nu gaan, las ik, ook de oude buurten van de binnenstad eraan. Er wordt weer ethisch over gepraat, maar. het resultaat is vanzelfsprekend dat er wegen en kantoorgebouwenvnorinJenin~t*v„~.„„ 5 een zeventiende-eeuwse waardering voor het water. Aldus A Ifred Kossmann in een melancholieke kolom in Het Vrije Men raadt aan stedebouwkundige maat regelen te nemen die aansluiten bij o- penbare werken om hier de zaken te verbeteren. Ook een redelijk voorstel is door samenvoeging van oude woningen het kamertal te verhogen. Natuurlijk is er van deze aanbevelingen niets terecht gekomen ondanks het feit dat de com missie constateert, dat een in feite be perkte doorbraak als de Westblaak door de Coolsingel heeft aangetoond hoe be langrijk het is, ook van sociaal oogpunt bezien, als een openbaar werk gecombi neerd wordt met verbeterings- of sane- ringswerk. In de nieuwste nota van de gemeente is niets meer terug te vinden van dit soort beschouwingen noch van enig sociaal inzicht vertonende overwegingen en ad viezen. Het nieuwste rapport staat stijf van termen als te amo veren complexen, verplaatsing van de bevolking verhuis kostenvergoedingen aangepaste woon vormen voor bejaarden, huuropzegging, mentale aanvaarding van de verhuizing en sociale begeleiding. Het is duidelijk: de operatie moet zo pijnloos mogelijk verlopen Het griezelige is alleen, dat niemand zich afvraagt of er wel geopereerd moet worden! Ook in Rotterdam is sanering heilig Aan de noodzaak van sanering wordt niet getwijfeld En toch moeten we de huidige stedebouwers vergelijken met de heelmeesters uit vroegere tijden die maar één geneesmiddel kenden: de aderlating Het waren onwetende hoe wel zeer van zichzelf overtuigde knoei ers, die de zieken hun laatste restje weerstand ontnamen waardoor de dood zeker was. De mensen die onze zieke steden willen génezen, passen met dezelfde autoritaire onwetendheid twintigste-eeuwse aderlating toe, sane- w Inspraak, democratisering, autonomie, teach-in, hearing, achterban, medezeggen schap, medebeslissingsrecht, met deze voor iedereen zeer bekende woorden begin het boek van Bram Peper en Willem Wolters „De lastige universiteit". In dit boek stellen de schrijvers de huidige democratiseringsbewegingen aan de orde, niet alleen op het gebied van onderwijs, maar ook in de politiek, het bestuur en de cultuur en de economie. We zien actiecomité's van burgers, die iets willen doen aan de toenemende afstand tussen overheid en burgers. In het kerkelijk vlak is de verwijzing naar de bijna revolutionaire katholieke kerk voldoende. De acties van de Bond van Beeldende Kunstenaars (BBK) hebben het cultuurbeleid voor het eerst naar een principieel discussieniveau gebracht. Het publiek gaat zich bemoeien met het cultuurbeleid, dat zich begeleid door tomaten in het openbaar moet verantwoorden. De medezeggenschap in het bedrijfsleven is, na een lange winterslaap, weer hoogst actueel. Voor het eerst bezetten arbeiders een bedrijf. En het bezetten van universi teiten en andere onderwijsinstellingen is in brede kring een strijdmiddel geworden. Kenmerkend van deze beweging is dat ze van onderaf komen, voornamelijk gedra gen worden door jongeren en dat de bewegingen - door de bekendheid die zij via de publiciteitsmedia krijgen zich als het ware snel voortplanten. Bijna al deze bewe gingen scharen zich onder het vaandel van democratisering. Wat houdt deze democratisering ii boekje dat deze bewegingen een poging ling. Hieruit komt onvermijdelijk een zijn het primaat van de politiek in onze leiderschap van enkelen voort, dat de maatschappij te herstellen. Democrati- partij een conservatief karakter geeft, sering betekent politisering. De totale De onaantastbare oligarchie valt te ver maatschappij moet veranderd worden, klaren uit de noodzaak van organisatie de democratie moet beleefd worden in en de strijdsituatie. De partij wordt een de totaal geïntegreerde, solidaire kleine bureaucratisch apparaat, dat meer be- groep en de nadruk wordt gelegd op de lang heeft bij zelfhandhaving dan bij het onderlinge afhankelijkheid van de, insti- steeds beklemtonen, van revolutionaire tutioneel zo gescheiden optrekkende, maatschappelijk sectoren. Technocra ten, vakidioten en deskundigen worden ervan verdacht dat ze angstvallig hun be roepsuitoefening politiek neutraal wen sen te houden. Omdat zij in een maat- doelstellingen. De partij heeft in feite het mobiliseren van het volksdeel, dat ze tracht te vertegenwoordigen, opgehe ven. Ze gaat als ze door middel van on derhandelen de doelstellingen van de partij wil nastreven een conservatieve schappelijke context werken zijn zij na- aanpassingspolitiek volgen. Ook de soci- De socioloog prof. W. A. Bonger heeft de democratie omschreven als een .or ganisatiebeginsel of een bestuursvorm, welke uitgaat van het recht van een ie der om in vrijheid en gelijkheid het ge meenschapsbeleid mede te bepalen en te bei'nvloeden en de plicht het gezag tot verantwoording van het beleid ten op zichte van de gemeenschap". In onze samenleving heeft de democra tie in twee sectoren het sterkst invoe ringgevonden: 1het staatsbestel; 2. het terrein van de vrijwillige organisaties. Tussen de democratie-gedachten en het staatsrechtelijke bestel bestaat een bijne exclusieve koppeling. Bij democratie behoren parlement, gemeenteraden en regelmatige verkiezingen, waarbij ,one man one vote" (de man een stem) heeft. Democratie veronderstelt gemeen schappelijke belangen. Deze gemeen schappelijkheid van belangen doet de participanten de twee beginselen van .democratie, meerderheidsbesluit en waarborging van een aantal grondrech ten, aanvaarden. In de democratische ordening bestaat ruimte voor het bena drukken van verschillende belangen en opvattingen. In de strijd hoe de samen leving verder gestalte dient te krijgen proberen politieke partijen en belangen groeperingen om het hardst de gunst van de kiezers te winnen. Op deze ma nier proberen ze een vergaande integra tie van de samenleving te bewerkstelli gen. Hiernaast zien we de democratische tra ditie vertegenwoordigd in de vrijwillige organisaties. Voorbeelden hiervan zijn: politieke partijen, voetbalverenigingen, kaartclubs e.d. Het ontstaan van deze organisaties vloeit logisch voort uit de mocratische grondrechten als vrijheid van vereniging en meningsuiting. De voor de deelnemers gelijke rechten om het beleid te bewaken, gelden eveneens voor de vrijwillige organisaties. En van uit dezelfde overwegingen, namelijk ge meenschappelijke belangen of belang stelling. Oligarchie Al met al schort er nogal wat aan de democratie in onze samenleving. De doelstellingen worden door een klein aantal mensen, een oligarchie, geformu leerd en bewaakt. De democratiserings bewegingen willen het recht van de ma chtsuitoefening en de controle op de machtsuitoefening toekennen aan allen die deel uitmaken van de organisatie of het sociaal verbandDe opvatting dat de democratie alleen van toepassing is op het staatsbestel wijzen zij van de hand. Dit leidt tot de centrale stelling van het tuurlijk niet politiek neutraal. IJzeren wet Het zijn vooral de actiegroepen en be wegingen, die democratisering nastre ven. Zij trachten het publiek te mobili seren, warm te krijgen voor hun ideeën. Mobilisatie valt te omschrijven als het proces waardoor een sociale eenheid er in slaagt het potentieel aan middelen sprongsgewijs op te voeren en in te zet ten ter bereiking van ambitieuze doel einden. Mobilisatie is een moeizaam proces. Al naar gelang meer gemeen schappelijke actie verlangd wordt, wordt ook meer consensus (overeen stemming in mening) verwacht. Men moet niet alleen verstandelijk, maar ook emotioneel overtuigd raken van de noodzaak van de acties. Het blijkt niet mogelijk een collectiviteit langdurig „op spanning" te houden. Er treden ver moeidheidsverschijnselen op. De ener gie en betrokkenheid nemen af, er vindt demobilisering plaats. Overreding en communicatie zijn, naast het voeren van acties, middelen om een beweging te vormen. De beweging moet, indien ze niet wil verwateren of haar aanhang zien afbrokkelen, zich consolideren tot een partij. Dit is de „ijzeren wet", die de Duitse socioloog Robert Michels ontwikkeld heeftOrga nisatie is een onvermijdelijke ontwikke- oloog Max Weber, die sterk pleitte voor de waardevrijheid van de wetenschap, wijst op de „veraltaglichung" van de re volutionaire bewegingen. Dood geboren? Elke beweging ziet zich geplaatst voor alternatieve dilemma's: 1demobilisering en verloop van de be weging 2. de beweging consolideert zich tot een schillende activiteiten moeten zoveel mogelijk circuleren. Een zekere mate van organisatie is noodzakelijk om suc cesvol te kunnen opereren. Voorts moe ten de dilemma's waarvoor de beweging geplaatst wordt onderkend worden. Wellicht zullen afwisselend verschillen de strategieën gevolgd moeten worden. In de praktijk zal door de democratise ringsbewegingen met deze organisatie vorm geëxperimenteerd moeten wor- In hoeverre deze vorm levensvatbaar zal blijken zal mijns inziens dezelfde prak tijk moeten uitwijzen. Bram Peper en Willem Wolters spreken zich uit voor steeds nieuwe democratiseringsbewe gingen, die nodig zijn om verstarring te voorkomen. Zij zijn van mening dat al leen in de permanente strijd en discussie de politieke alternatieven naar voren kunnen komen. Hun stellingname is in een sociologisch kader vervat; aan hun politieke gezindheid valt niet te twijfe len. Meerdere dingen maken zij ons dui delijk. Niet alleen het moloch van onze nog steeds niet democratische maat- partij en treedt de onderhandelingsfase^ schappij, maar ook de apathie die bij binnen (Michels) 3. de beweging consolideert zich tot partij zonder zich in de onderhande- lingsstrukturen te begeven. Er ontstaat een kleine, sectarische, militante en ra dicale partij. Bestaat nu de mogelijkheid een organi satievorm te vinden voor bewegingen die het flexibele open karakter handha ven en tevens een kader bieden voor voortgezette actie? Met andere woor den is het mogelijk te ontkomen aan Michels „ijzeren wet"? De schrijvers kunnen hier slechts in het algemeen iets over zeggen. In een dergelijke open par tij zal de leiding zich voortdurend moe ten verantwoorden tegenover de leden. Een goede communicatie en een snelle wisseling van besturen is noodzakelijk. De besluitvorming en de werkzaamhe den moeten zoveel mogelijk gedecentraliseerd worden en de ver velen bestaat. Dat het democratisch ideaal nog niet be reikt is staat vast. De weg die er naar toe leidt, zal, in de oplossing die in „De las tige universiteit" (uitgave Universitaire Pers Rotterdam) wordt gegeven, een weg zonder eind zijn. Misschien moet het dat ook zijn. Het besef der maat schappelijke verantwoordelijkheid be gint langzaam te ontwaken. Wellicht zal dit besef steeds weer nieuwe bewegin gen de moed geven zich tegen verstar ring af te zetten. Iris Tacq kuypers Maar of het nu wel of niet bekend is, wat er in Rotterdam gebouwd gaat wor den, een feit is, dat het deze keer niet vliegtuigen, maar bulldozers zijn, die de vernietiging van de stad ter hand nemen. Het onbehagen, dat nu officieel erkend is, ten spijt. Het gaat, zoals locoburge meester De Vos in zijn nota schrijft, om meer dan materiële waarden, het gaat vooral om mensen. Een waar woord, al vraag je je af of G. Z. de Vos, L. B. weet waar hij het over heeft. Een aantal Rot terdammers, dat nog net niet helemaal door Pernis beneveld is, heeft sterk de indruk dat de Rotterdamse bevolking, ondanks alle gepraat over welzijn door zijn gemeentebestuur in het schip geno- Om een aantal opposanten te temmen heeft het gemeentebestuur een Raad voor de Stedebouw in het vooruitzicht gesteld. Afgezien van het feit of die raad veel te vertellen zal hebben, is het de vraag of hij er ooit zal komen. De inge wijden hebben er een hard hoofd in. Wel uitgebreid is het verdedigingssysteem van B en W. Er zijn sociologen in dienst genomen bij Stadsontwikkeling (leuke vraag aan de heren: wat vindt u van de tot nu toe uitgebrachte rapporten? men heeft vakkundig het rapport over de arbeidssituatie in de Rijnmond weg gewerkt (hoewel het zijn werk toch wel gedaan heeft) en in het college vindt in tensief overleg plaats over welzijnsza ken. Allemaal interne, typisch defensie ve maatregelen, waar de bevolking bu iten staat. Men moet de stad beklagen, waar het bestuur zich niets aantrekt van de werkelijke levensomstandigheden van zijn bevolking en zich afwendt van het beste deel van die bevolking, die in telligente en onafhankelijke mensen, die nog de moeite nemen zich over de openbare zaak uit te spreken. In Rotter dam wordt het steeds duidelijker, dat de technologen (die vriendelijke jongens, die zo goed waren in rekenen en zich buiten alle discussies hielden) er de dienst uit maken, en er in slagen de soci ologen, de politici, de pers en god weet straks ook nog de bevolking naar hun hand te zetten. Op 14 maart organiseert universitair Rotterdam een inspraak- dag, waar veel werk voor wordt verzet en waar veel van wordt verwacht. Burge meester W. Thomassen van Rotterdam, de man van het welzijn, vertrekt op 11 maart voor een reis van drie weken naar het Verre Oosten. Blijft de vraag wie Rotterdam belazeren wil. Voor iemand die hart heeft voor zijn stad, hoeven pamfletten als de sane ringsnota niet geschreven te worden. Die prikt daar dwars doorheen. En voor anderen, die al verkocht zijn, hoeven ze zo hun best niet te doen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1970 | | pagina 15