Steeds doorgaan mt actie in
verstarde democratie
vernietiging van
II
ii
IPE HAVENLOOpS - DONDERDAG 19 MAART 197Ö
„In één opzicht is Rotterdam een fascinerende stadnergens anders kun je zo
duidelijk zien, dat de vernietiging van de bestaande stad en de bouw van een nieuwe
tot de meest gruwelijke omgeving voor de mens leidt. In Rotterdam kon de droom
van de stedebouwer werkelijkheid worden en het werd een nachtmerrie. Waar eens
duizenden pandjes en honderden straten het grillig patroon van een echte stad
vormden, verrees een kil rechtlijnig centrum vari beton en asfalt. De auto heeft er de
mens verdrongen. De handel kwam in de plaats van het leven. Het is een verarming
die elke stad en elk dorp te wachten staat wanneer men zijn oude, veelzijdige
verbanden gaat vervanger door „efficiënte, eigentijdse" gebouwen en vormen.
De sanering van Rotterdam is een in De Nieuwe Linie van 21 februa-
zaak aan het worden, die natio- r' onder de kop „De voortgezette
naai de aandacht opeist. Hans de vernietiging" Wij laten het hier in
Ridder schreef er een artikel over zÜn geheel volgen.
Helaas gaan de fantasieloze dwergen die
het in onze maatschappij voor het zeg
gen hebben, nooit en te nimmer in ste
den als Rotterdam kijken (en als ze het
wel deden, zouden ze door de gratis ge
meente-sherry waarschijnlijk nog niks
zien), want dit soort mannen stelt alleen
belang in cijfers en grafieken. Al reke
nende verwaarlozen ze de zaken waar ze
verantwoordelijk voor zijn, maken ze
zich zorgen over de vermeende opposi
tie en de eigen promotie, sleutelen ze
domme en schadelijke plannetjes in el
kaar en laten ze, als de buitenwereld
roept dat er NU toch iets gebeuren
moet, de gesjeesde dominees van de af
deling voorlichting hun muffe plan als
revolutionair verkopen. En goedgelovig,
slapend Holland trapt er altijd wel in.
Vreemd is wel dat officieel Rotterdam
nog steeds niets in de gaten heeft. Ter
wijl de gewone Rotterdammer geen
goed woord meer over heeft voor zijn
stad, die dertig jaar na het bombarde
ment nog steeds in de vernieling ligt,
gaat het bestuur nog steeds blijmoedig
door met het maken van plannen die het
tochtgat Rotterdam nog groter moeten
maken. Het is voor een normaal mens
duidelijk dat zowel het centrum als de
nieuwe wijken aan verstening ten onder
gaan, maar toch doet de gemeente Rot
terdam of er geen vuiltje aan de lucht is.
Nu de banken en parkeergarages van het
centrum zijn opgerukt tot aan de huizen
en buurten die de Duitsers hebben laten
staan, brengt het gemeentebestuur plot
seling een saneringsnota uit, waarin het
zijn afschuw uitspreekt over de dorre
straten en fantasieloze wijken, waar het
begrip wonen een aanfluiting vormt van
onze idealen van goede volkshuisves
ting.
plaats van punten van waardering voor
bijvoorbeeld differentiatie en gezellig
heid heeft men buurten en huizen pun
ten voor bouwvalligheid gegeven waar
bij het merkwaardige is dat de meest
bouwvallige stukken op de route blijken
te liggen van geplande doorbraken voor
het verkeer! Men is bouwkundig te
werk gegaan; stedebouwkundig en so
ciologisch is niets onderzocht of bestu
deerd. Wel kent de gemeente een aantal
merkwaardige vooroordelen. Een voor
beeld
Men kan zich de vraag stellen of er van
de kant van de bevolking wel een grote
behoefte bestaat aan een collectieve o-
verplaatsing naar één bepaald (al dan
niet nieuw) complex woningen. De
voorstanders hiervan zullen waarschijn
lijk verwijzen naar de hechte sociale ver
banden, die door een verspreide ver
plaatsing verloren dreigen te gaan, maar
zij gaan daarbij voorbij aan twee zaken:
ten eerste het feit. dat er van de hechte
buurtgemeenschappen met hun hulp
verleningsgewoonten, die vroeger in wij
ken als Crooswijk ofdeJordaan beston
den nog maar weinig over is en ten twee
de het feit dat dank zij de moderne
transportmiddelen bepaalde sociale ver
banden gehandhaafd kunnen blijven.
Ook al woont men niet meer in eikaars
onmiddellijke nabijheid.
Een beetje socioloog zal niet veel moei-
Men heeft de stad min of meer onder- te hebben deze diagnose als onzinnig te
zocht op ouderdom en bouwvalligheid bestempelen. Trouwens, in het begin
(op een typisch ambtelijke en aanvecht van de nota zegt men over de oude soci-
bare wijze) maar het is geen moment bij ale structuur van een wijk: Het gehele
Stadsontwikkeling opgekomen om nor- samenlevingspatroon, waarin een zeker
men op sociale grondslag op te stellen, evenwicht tussen ruimtelijke omgeving
ring, in de overtuiging de stad beter te
maken maar in feite helpen ze de pa
tiënt uit zijn lijden.
Het Rotterdamse rapport noemt het
welzijn van de stadsbewoners het doel
van de ingrepen in de stad De wensen
van de bevolking moeten richtlijnen
voor de overheid zijn.
De primaire aanleiding tot sanering isde
wens van krotten af te raken. Dat zijn
allemaal mooie woorden maar wat stel
len ze voor, als in een rapport van meer
dan vijftig bladzijden waar jaren door
de top van het gemeenteapparaat aan
gewerkt is nergens blijkt dat men beseft
wat het verschijnsel stad is, nergens iets
te vinden is van een onderzoek van
waarden geen woord gerept wordt over
de ve: wachtingen die men heeft? Inte
gendeel B en W sommen een aantal ne
gatieve aspecten van de stad op (druk op
de zintuigen docr lelijkheid lawaai en
verontreinigde lucht, monotone stads
wijken met weinig of geen karakter
slechte woningen, e.d.), maar brengen
die alleen in verband met de oude wij
ken - over de onherbergzaamheid van
centrum en buitenwijken (en industrie
gebied! zwijgt men stil. De gemeente
lijke studie van de stad is een wassen
neus: men heeft de stad totaal niet be
studeerd, maar alleen nagegaan wat en
wanneer gesloopt kon worden Over
zin noodzaak betekenis en consequen
ties van de sanering voor mens en stad
heeft men geen moment nagedacht.
wordt (door sanering en doorbraak) ge
heel verstoord.
Dit deel van het rapport is uit 1966,
toen sanering nog een onderwerp was
om over te filosoferen. Nu staan de bull
dozers klaar en is er geen tijd meer om
na te denken.
In 1962 hield de dienst volkshuisvesting a
in Rotterdam een woningenquête - "«uwe womngen, maar zeer
waarbij bleek, dat van alle hoofdbewo
ners van de kwalitatief slechtste wonin-
zinnige voorstellen bevat, die de verbe
tering inhouden van wat de buurt al be
zit. Het gemeentebestuur van Birming
ham heeft het plan met trots aanvaard.
Het is een bescheiden en praktisch plan,
dat is ontworpen vóór de gemeente met
- uc ücslc geiegenneiu met vreugde wls'^nC
verlaten. De waarde van dit soort enquê- ,ipr staat, dat het byzon-
l™. der wenselijk is, zowel sociaal als econo-
i Rotterdam niet minder dan 64,6
percent wilde verhuizen. Dit bevestigt
volgens de gemeente het idee dat de ber
woners van oude huizen, deze bij de eer
ste de beste gelegenheid met vreugde
twijfelachtig Natuurliik zevtie wenseujK is, zowel sociaal ais econo-
manddie in eml hute rMt een lekkend de wijk
dak woont, als hem dat gevraagd wordt, stri 1 hut, Va" ,Vte
dat hij liever ergens anders zou wonen, nerintr) fchAbv^! !"?c3t,!,V
heeft. Maar wat zou zo'n man geant- wprH 0_„aar j
woord hebben op de vraag of hij ook hPtP,;jL ra^gd zeven belangrijkste ver-
weg zou gaan, als zijn huis (en de wijk) »en likt mlt htt" VOOr uit
verbeterd zouden worden? Maar dat naa,i!jfJTlLi?-VflL ™.°®ehj^heden-
saneringscommissie in e
men verwacht dat niet lang na 1970 het
algemeen woningtekort zal zijn opgehe- z
ven in Rotterdam en dat dan een aan-
vang gemaakt kan worden met sanering z
op grote schaal (oorspronkelijk had Z
men óp 1966 gerekend), maar in de laat-
ste nota wordt gezegd, dat met de sane- Z
ring niet meer moet worden gewacht op Z
het einde van het kwantitatief woning- Z
tekort. Natuurlijk, de binnenstad is vol,
er moeten wegen komen, de status moet Z
verhoogd worden, de kas moet kloppen. Z
In 1966 lag de hele binnenstad nog over- z
hoop, de metro was in aanleg, de Cool-
singel lag op^n, er moesten nog een paar
opvallend open plekken gevuld worden.
Maar nu standsontwikkeling op haar z
manier „klaar" is met het centrum, Z
moet de rest van de stad eraan geloven.
En de brave saneringscommissie schrijft Z
wel
In 1966, toen het allemaal zo'n vaart
nog niet liep zei men nog redelijke en
lieve dingen Zo vond men bijvoorbeeld
dat er niet gesloopt mocht worden, zo
lang het tekort aan huurwoningen van
de middenklasse (f75 tot f125 per
maand) bestond. De mensen uit de hui
zen onder de f 75 (formeel sanerings-
rijp) wilden, maar konden niet weg om
dat er geen betaalbare woningen voor
hen waren. Dus zei de gemeentelijke
commissie laten zitten die mensen!
En: het verdient aanbeveling om op zo
kort mogelijke termijn te beginnen met
het verbeteren van woningen en hun
omgevingen in die wijken, die nog lang
niet in aanmerking komen voor afbraak.
Ook staat in die oude nota dat de aan
trekkelijkheid van woningen, die con
structief nog goed zijn, vaak nadelig
beïnvloed wordt door de directe om
geving van die woning, door de te dichte
bebouwing door de afwezigheid van
groen door de slechte straten.
wordt hem niet gevraagd! ®aarbq verdween algehele vernieuwing
6 naar de onderste plaats! Gedeeltelijke
Het is leerzaam om op dit gebied kennis re^arkeèrMl eeenh eiH°hnï'6bet6~
te nemen van een nnHerynet Hatin Rir ParKeergelegenheid buiten de open-
mingham verricht is, waar een buurtor- Joor meer^n™6" bovenaan' gevolgd
ganisatie in samenwerking met studen- den Darken sne^lterrefnen bejaar"
waren."Het tT verkeer.fgeslolfnda
ging om een grote, vervallen wijk met
14.000 mensen Sparkbrook. Na een 1BllUulcl6c,
grootscheeps onderzoek heeft de wijk- ken initiatief van het Birminghamse
raad een plan opgesteld (daarbij gehol- meentebestuur, blijkt dat er twee soor-
pen door de Birmingham School Plan- ten enquêtes zijnechte en valse. De eer-
ning! dat geen onmogelijke aan- ste soort doet een open onderzoek met
slag doet op de stadsportemonnee door zo zuiver mogelijke methoden. De twee-
te vragen om een geheel nieuwe wijk de soort gaat uit van een bij voorbaat
In Twiai iici icii, uai ue ge-
Kotterdam (maar ook in andere Neder- meente niet duidelijk heeft gezegd wat
landse steden), waar de onderzoeken er in de saneringsgebieden gaat gebeu-
door ambtenaren worden verricht', heb- ren, heeft onrust gewekt. Nadat zes
ben we vrijwel zeker steeds met enquê- wijkorganen het gemeentebestuur ver
tes van de tweede soort te maken. Wie weten hadden, dat Rotterdam een ste-
zonder vooroordelen een onderzoek debouwkundige ingreep gaat verrichten
verricht in oude buurten moet gewoon die zijn weerga niet kent in de geschie-
tot de ontdekking komen dat de bevol- denis van de stad (de eerste te slopen
king er, ondanks de vele gebreken aan gebieden zijn bij elkaar groter dan het
huizen en aan buurt, relatief beter aan deel van de stad dat bij het bombarde
toe is. fcr is differentiatie (in mensen, ment vernietigd werd! zonder zelfs
huizen, functies) herbergzaamheid, be- maar in grote lijnen aan te geven wat er
scherming tegen herrie en verkeer, mo- na de sanering tot stand moet komen,
gelijkheid je huis te veranderen, contro- kwam eind januari het weekblad De Ha-
Ie op je kinderen, gemeenschapsgevoel, venloods met een oproep aan planolo-
Men kan constateren, dat kinderen uit gen, architecten en gewone Rotterdam-
oude buurten spontaner en fantasierij- mers, wie de stad ter harte gaat om
ker zijn. De mensen zijn er oplettender J
(uitspraak van een Amsterdamse com
missaris van politie). Er is veel meer te
doen. Men kent elkaar veel beter. Men
vangt elkaar op, enzovoort. Vergelijk
dit en vele andere zaken eens met het
leven in de flatwijken. Er bestaat werke
lijk een verschil tussen een buurt
over de buurten, kennen dit verschil
niet: ,Ze. voel.en het niet. Ze leven zelf in
steriliteit of in een kleine zorgvuldig uit
gekozen kennissenkring (waar de naaste
buren meestal niet bijhoren), en ze wor
den gehaat door hun kinderen.
Toch is er in Rotterdam enig verzet ont-
Zowel het weekblad als de wijkcomités
gaan er van uit, dat bij de dienst stads
ontwikkeling de plannen nog altijd niet
klaar liggen, want waarom zou er anders
in de saneringsnota zo angstvallig over
gezwegen worden?
Wel, de nota is niet zo zwijgzaam. In het
hoofdstuk over de ontruiming van wo
ningen staat weliswaar dat in principe
de mogelijkheid aanwezig is om op de
plaats van krotten nieuwe woningen te
bouwen en dat het in principe ook n
rapport dat 1 ocn ,s er ln «otterdam enig verzet ont- "T
nai07nw uitgesloten geacht moet worden dat de
plaatselijke bevolking geheel of gedeel
telijk in deze nieuwe woningen gehuis
vest zou kunnen worden, maar eerder in
het rapport wordt gezegd dat voorlopi
ge onderzoekingen, betreffende de toe
komstige structuur van het stedelijk ge
bied, aanwijzingen geven om bepaalde
gebieden na amo vering niet meer voor
woningbouw te bestemmen maar voor
bijzondere doeleinden. Zo zullen in de
wijk Crooswijk welgeteld twee straten
een woonbestemming krijgen!
Het is vrij waarschijnlijk, dat Rotterdam
al precies weet wat het wil, ook al zegt
de gemeente, dat een vooropgezette
conceptie van de overheid, die de keuze
vrijheid van de bevolking zou beperken,
als autoritair, en daardoor in onze sa
menleving onrealistisch, van de hand
moet worden gewezen. Werkelijk, het
staat er. Wie het niet gelooft, moet de
saneringsnota 1969 van de gemeente
Rotterdam aanvragen en kijken op blad
zijde 170 bovenaan.
..Nee, de duidelijkste maatschappelijke desillusie is voor mij geweest de weder
opbouw van Rotterdam. Ik besefte het toen ik in De Nieuw Linie" van 21
februari een artikel las van Hans de Ridder, in gerechtvaardigde woede geschre
ven: ,,De voortgezette vernietiging van Rotterdam
Wij hadden als jongens door de rauwe binnenstad gedwaald, langs de havens
door de hoerenbuurten, over de gezellige Coolsingel, op 14 mei 1940 zagen wè
de stad branden en een dag later dwaalden we door de rokende puinhopen We
hadden bewondering voor het stadsbestuur, dat onmiddellijk opdracht gaf
V°°L herbouwplan, we hadden er bewondering voor dat de rommel snel
werd opgeruimd en we hadden zelfs bewondering voor de schamele noodwin-
keis en ue eerste echte huizen.
Na de oorlog zou er iets gebeurenH et gemeen tebestuur had immers prach tige
maatregelen genomen, de grond onteigend waardoor een helemaal nieuwe
helemaal originele conceptie kon worden verwezenlijkt? We zouden wat
zien Goed, die enge banken aan de Coolsingel waren vergissingen. Ze moesten
verSeven worden. De theorie, dachten wij, was uitstekend. In Amsterdam
hadden verkeerd denkende mensen het Centraal Station zó gebouwd dat de
haven van de stad was gescheiden. Bij ons zou het anders gaan. De Coolsingel
zou een venster op de Maas worden, de rivier en de havens zouden het hart van
de stad zijn, zichtbaar, de straten bezielend, en je zou waar dan ook lopend
beseffen dat deftige zeekastelen en driftige sleepboten en gastvrije rijnaken
welvaart en roem brachten en haalden. Een unieke stad! Volstrekt modern,
De kranten stonden er vol van, en we genoten van de plannen, we gingen naar
de bouwputten om te kijken of er al vorderingen werden gemaakt, we lazen
met een zekere minachting dat in Duitsland onteigeningen problematisch wa
ren en dat ze daar middeleeuwse stratenplannen moesten aanhouden bij de
wederopbouw. Bij ons werd iets gewaagd!
Vele avonden in de week liep ik van mijn huis door de Meent, de Coolsingel
over, de Aert van Nesstraat door naar de schouwburg waar ik als toneelrecen
sent aanwezig moest zijn. Barre tochten langs opgebroken donkere, tochtige
straten, maar het gaf niet, er werd gebouwd
a die paar jaar van illusie, bleek dat de nieuwbouw burgelijk en
is, dat de architecten op een enkele uitzondering na (De Bijen-
En toen, /i
armzalig w _r
korf! fantasieloos hadden gebouwd, dat 'de Coolsingel een idiote'boulevard
was waarvandaan je de Maas helemaal niet kon zien, dat je van alle wegen werd
weggeblazen door de wind, dat zelfs het Lijnbaankwartier enkel aardig was op
zonnige zomermiddagen, dat de pleinen geen rekening hielden met de mense
lijke maat. We waren stomweg bedrogen. Ethisch pratend had men een stad
gebouwd voor auto's, niet voor mensen.
Nu gaan, las ik, ook de oude buurten van de binnenstad eraan. Er wordt weer
ethisch over gepraat, maar. het resultaat is vanzelfsprekend dat er wegen en
kantoorgebouwenvnorinJenin~t*v„~.„„ 5
een zeventiende-eeuwse waardering voor het water. Aldus A Ifred Kossmann in een melancholieke kolom in Het Vrije
Men raadt aan stedebouwkundige maat
regelen te nemen die aansluiten bij o-
penbare werken om hier de zaken te
verbeteren. Ook een redelijk voorstel is
door samenvoeging van oude woningen
het kamertal te verhogen. Natuurlijk is
er van deze aanbevelingen niets terecht
gekomen ondanks het feit dat de com
missie constateert, dat een in feite be
perkte doorbraak als de Westblaak door
de Coolsingel heeft aangetoond hoe be
langrijk het is, ook van sociaal oogpunt
bezien, als een openbaar werk gecombi
neerd wordt met verbeterings- of sane-
ringswerk.
In de nieuwste nota van de gemeente is
niets meer terug te vinden van dit soort
beschouwingen noch van enig sociaal
inzicht vertonende overwegingen en ad
viezen. Het nieuwste rapport staat stijf
van termen als te amo veren complexen,
verplaatsing van de bevolking verhuis
kostenvergoedingen aangepaste woon
vormen voor bejaarden, huuropzegging,
mentale aanvaarding van de verhuizing
en sociale begeleiding. Het is duidelijk:
de operatie moet zo pijnloos mogelijk
verlopen
Het griezelige is alleen, dat niemand
zich afvraagt of er wel geopereerd moet
worden! Ook in Rotterdam is sanering
heilig Aan de noodzaak van sanering
wordt niet getwijfeld En toch moeten
we de huidige stedebouwers vergelijken
met de heelmeesters uit vroegere tijden
die maar één geneesmiddel kenden: de
aderlating Het waren onwetende hoe
wel zeer van zichzelf overtuigde knoei
ers, die de zieken hun laatste restje
weerstand ontnamen waardoor de
dood zeker was. De mensen die onze
zieke steden willen génezen, passen met
dezelfde autoritaire onwetendheid
twintigste-eeuwse aderlating toe, sane-
w
Inspraak, democratisering, autonomie, teach-in, hearing, achterban, medezeggen
schap, medebeslissingsrecht, met deze voor iedereen zeer bekende woorden begin
het boek van Bram Peper en Willem Wolters „De lastige universiteit". In dit boek
stellen de schrijvers de huidige democratiseringsbewegingen aan de orde, niet alleen
op het gebied van onderwijs, maar ook in de politiek, het bestuur en de cultuur en
de economie.
We zien actiecomité's van burgers, die iets willen doen aan de toenemende afstand
tussen overheid en burgers. In het kerkelijk vlak is de verwijzing naar de bijna
revolutionaire katholieke kerk voldoende. De acties van de Bond van Beeldende
Kunstenaars (BBK) hebben het cultuurbeleid voor het eerst naar een principieel
discussieniveau gebracht. Het publiek gaat zich bemoeien met het cultuurbeleid,
dat zich begeleid door tomaten in het openbaar moet verantwoorden. De
medezeggenschap in het bedrijfsleven is, na een lange winterslaap, weer hoogst
actueel. Voor het eerst bezetten arbeiders een bedrijf. En het bezetten van universi
teiten en andere onderwijsinstellingen is in brede kring een strijdmiddel geworden.
Kenmerkend van deze beweging is dat ze van onderaf komen, voornamelijk gedra
gen worden door jongeren en dat de bewegingen - door de bekendheid die zij via de
publiciteitsmedia krijgen zich als het ware snel voortplanten. Bijna al deze bewe
gingen scharen zich onder het vaandel van democratisering.
Wat houdt deze democratisering ii
boekje dat deze bewegingen een poging ling. Hieruit komt onvermijdelijk een
zijn het primaat van de politiek in onze leiderschap van enkelen voort, dat de
maatschappij te herstellen. Democrati- partij een conservatief karakter geeft,
sering betekent politisering. De totale De onaantastbare oligarchie valt te ver
maatschappij moet veranderd worden, klaren uit de noodzaak van organisatie
de democratie moet beleefd worden in en de strijdsituatie. De partij wordt een
de totaal geïntegreerde, solidaire kleine bureaucratisch apparaat, dat meer be-
groep en de nadruk wordt gelegd op de lang heeft bij zelfhandhaving dan bij het
onderlinge afhankelijkheid van de, insti- steeds beklemtonen, van revolutionaire
tutioneel zo gescheiden optrekkende,
maatschappelijk sectoren. Technocra
ten, vakidioten en deskundigen worden
ervan verdacht dat ze angstvallig hun be
roepsuitoefening politiek neutraal wen
sen te houden. Omdat zij in een maat-
doelstellingen. De partij heeft in feite
het mobiliseren van het volksdeel, dat
ze tracht te vertegenwoordigen, opgehe
ven. Ze gaat als ze door middel van on
derhandelen de doelstellingen van de
partij wil nastreven een conservatieve
schappelijke context werken zijn zij na- aanpassingspolitiek volgen. Ook de soci-
De socioloog prof. W. A. Bonger heeft
de democratie omschreven als een .or
ganisatiebeginsel of een bestuursvorm,
welke uitgaat van het recht van een ie
der om in vrijheid en gelijkheid het ge
meenschapsbeleid mede te bepalen en
te bei'nvloeden en de plicht het gezag tot
verantwoording van het beleid ten op
zichte van de gemeenschap".
In onze samenleving heeft de democra
tie in twee sectoren het sterkst invoe
ringgevonden: 1het staatsbestel; 2. het
terrein van de vrijwillige organisaties.
Tussen de democratie-gedachten en het
staatsrechtelijke bestel bestaat een bijne
exclusieve koppeling. Bij democratie
behoren parlement, gemeenteraden en
regelmatige verkiezingen, waarbij ,one
man one vote" (de man een stem) heeft.
Democratie veronderstelt gemeen
schappelijke belangen. Deze gemeen
schappelijkheid van belangen doet de
participanten de twee beginselen van
.democratie, meerderheidsbesluit en
waarborging van een aantal grondrech
ten, aanvaarden. In de democratische
ordening bestaat ruimte voor het bena
drukken van verschillende belangen en
opvattingen. In de strijd hoe de samen
leving verder gestalte dient te krijgen
proberen politieke partijen en belangen
groeperingen om het hardst de gunst
van de kiezers te winnen. Op deze ma
nier proberen ze een vergaande integra
tie van de samenleving te bewerkstelli
gen.
Hiernaast zien we de democratische tra
ditie vertegenwoordigd in de vrijwillige
organisaties. Voorbeelden hiervan zijn:
politieke partijen, voetbalverenigingen,
kaartclubs e.d. Het ontstaan van deze
organisaties vloeit logisch voort uit de
mocratische grondrechten als vrijheid
van vereniging en meningsuiting. De
voor de deelnemers gelijke rechten om
het beleid te bewaken, gelden eveneens
voor de vrijwillige organisaties. En van
uit dezelfde overwegingen, namelijk ge
meenschappelijke belangen of belang
stelling.
Oligarchie
Al met al schort er nogal wat aan de
democratie in onze samenleving. De
doelstellingen worden door een klein
aantal mensen, een oligarchie, geformu
leerd en bewaakt. De democratiserings
bewegingen willen het recht van de ma
chtsuitoefening en de controle op de
machtsuitoefening toekennen aan allen
die deel uitmaken van de organisatie of
het sociaal verbandDe opvatting dat de
democratie alleen van toepassing is op
het staatsbestel wijzen zij van de hand.
Dit leidt tot de centrale stelling van het
tuurlijk niet politiek neutraal.
IJzeren wet
Het zijn vooral de actiegroepen en be
wegingen, die democratisering nastre
ven. Zij trachten het publiek te mobili
seren, warm te krijgen voor hun ideeën.
Mobilisatie valt te omschrijven als het
proces waardoor een sociale eenheid er
in slaagt het potentieel aan middelen
sprongsgewijs op te voeren en in te zet
ten ter bereiking van ambitieuze doel
einden. Mobilisatie is een moeizaam
proces. Al naar gelang meer gemeen
schappelijke actie verlangd wordt,
wordt ook meer consensus (overeen
stemming in mening) verwacht. Men
moet niet alleen verstandelijk, maar ook
emotioneel overtuigd raken van de
noodzaak van de acties. Het blijkt niet
mogelijk een collectiviteit langdurig
„op spanning" te houden. Er treden ver
moeidheidsverschijnselen op. De ener
gie en betrokkenheid nemen af, er vindt
demobilisering plaats.
Overreding en communicatie zijn, naast
het voeren van acties, middelen om een
beweging te vormen. De beweging
moet, indien ze niet wil verwateren of
haar aanhang zien afbrokkelen, zich
consolideren tot een partij. Dit is de
„ijzeren wet", die de Duitse socioloog
Robert Michels ontwikkeld heeftOrga
nisatie is een onvermijdelijke ontwikke-
oloog Max Weber, die sterk pleitte voor
de waardevrijheid van de wetenschap,
wijst op de „veraltaglichung" van de re
volutionaire bewegingen.
Dood geboren?
Elke beweging ziet zich geplaatst voor
alternatieve dilemma's:
1demobilisering en verloop van de be
weging
2. de beweging consolideert zich tot een
schillende activiteiten moeten zoveel
mogelijk circuleren. Een zekere mate
van organisatie is noodzakelijk om suc
cesvol te kunnen opereren. Voorts moe
ten de dilemma's waarvoor de beweging
geplaatst wordt onderkend worden.
Wellicht zullen afwisselend verschillen
de strategieën gevolgd moeten worden.
In de praktijk zal door de democratise
ringsbewegingen met deze organisatie
vorm geëxperimenteerd moeten wor-
In hoeverre deze vorm levensvatbaar zal
blijken zal mijns inziens dezelfde prak
tijk moeten uitwijzen. Bram Peper en
Willem Wolters spreken zich uit voor
steeds nieuwe democratiseringsbewe
gingen, die nodig zijn om verstarring te
voorkomen. Zij zijn van mening dat al
leen in de permanente strijd en discussie
de politieke alternatieven naar voren
kunnen komen. Hun stellingname is in
een sociologisch kader vervat; aan hun
politieke gezindheid valt niet te twijfe
len. Meerdere dingen maken zij ons dui
delijk. Niet alleen het moloch van onze
nog steeds niet democratische maat-
partij en treedt de onderhandelingsfase^ schappij, maar ook de apathie die bij
binnen (Michels)
3. de beweging consolideert zich tot
partij zonder zich in de onderhande-
lingsstrukturen te begeven. Er ontstaat
een kleine, sectarische, militante en ra
dicale partij.
Bestaat nu de mogelijkheid een organi
satievorm te vinden voor bewegingen
die het flexibele open karakter handha
ven en tevens een kader bieden voor
voortgezette actie? Met andere woor
den is het mogelijk te ontkomen aan
Michels „ijzeren wet"? De schrijvers
kunnen hier slechts in het algemeen iets
over zeggen. In een dergelijke open par
tij zal de leiding zich voortdurend moe
ten verantwoorden tegenover de leden.
Een goede communicatie en een snelle
wisseling van besturen is noodzakelijk.
De besluitvorming en de werkzaamhe
den moeten zoveel mogelijk
gedecentraliseerd worden en de ver
velen bestaat.
Dat het democratisch ideaal nog niet be
reikt is staat vast. De weg die er naar toe
leidt, zal, in de oplossing die in „De las
tige universiteit" (uitgave Universitaire
Pers Rotterdam) wordt gegeven, een
weg zonder eind zijn. Misschien moet
het dat ook zijn. Het besef der maat
schappelijke verantwoordelijkheid be
gint langzaam te ontwaken. Wellicht zal
dit besef steeds weer nieuwe bewegin
gen de moed geven zich tegen verstar
ring af te zetten.
Iris Tacq
kuypers
Maar of het nu wel of niet bekend is,
wat er in Rotterdam gebouwd gaat wor
den, een feit is, dat het deze keer niet
vliegtuigen, maar bulldozers zijn, die de
vernietiging van de stad ter hand nemen.
Het onbehagen, dat nu officieel erkend
is, ten spijt. Het gaat, zoals locoburge
meester De Vos in zijn nota schrijft, om
meer dan materiële waarden, het gaat
vooral om mensen. Een waar woord, al
vraag je je af of G. Z. de Vos, L. B. weet
waar hij het over heeft. Een aantal Rot
terdammers, dat nog net niet helemaal
door Pernis beneveld is, heeft sterk de
indruk dat de Rotterdamse bevolking,
ondanks alle gepraat over welzijn door
zijn gemeentebestuur in het schip geno-
Om een aantal opposanten te temmen
heeft het gemeentebestuur een Raad
voor de Stedebouw in het vooruitzicht
gesteld. Afgezien van het feit of die raad
veel te vertellen zal hebben, is het de
vraag of hij er ooit zal komen. De inge
wijden hebben er een hard hoofd in. Wel
uitgebreid is het verdedigingssysteem
van B en W. Er zijn sociologen in dienst
genomen bij Stadsontwikkeling (leuke
vraag aan de heren: wat vindt u van de
tot nu toe uitgebrachte rapporten?
men heeft vakkundig het rapport over
de arbeidssituatie in de Rijnmond weg
gewerkt (hoewel het zijn werk toch wel
gedaan heeft) en in het college vindt in
tensief overleg plaats over welzijnsza
ken. Allemaal interne, typisch defensie
ve maatregelen, waar de bevolking bu
iten staat. Men moet de stad beklagen,
waar het bestuur zich niets aantrekt van
de werkelijke levensomstandigheden
van zijn bevolking en zich afwendt van
het beste deel van die bevolking, die in
telligente en onafhankelijke mensen,
die nog de moeite nemen zich over de
openbare zaak uit te spreken. In Rotter
dam wordt het steeds duidelijker, dat de
technologen (die vriendelijke jongens,
die zo goed waren in rekenen en zich
buiten alle discussies hielden) er de
dienst uit maken, en er in slagen de soci
ologen, de politici, de pers en god weet
straks ook nog de bevolking naar hun
hand te zetten. Op 14 maart organiseert
universitair Rotterdam een inspraak-
dag, waar veel werk voor wordt verzet
en waar veel van wordt verwacht. Burge
meester W. Thomassen van Rotterdam,
de man van het welzijn, vertrekt op 11
maart voor een reis van drie weken naar
het Verre Oosten.
Blijft de vraag wie Rotterdam belazeren
wil. Voor iemand die hart heeft voor
zijn stad, hoeven pamfletten als de sane
ringsnota niet geschreven te worden.
Die prikt daar dwars doorheen. En voor
anderen, die al verkocht zijn, hoeven ze
zo hun best niet te doen!