i^rrwnm
9.
7.
Schone" motoren in strijd
tegen luchtvervuiling
95
mon
95
Hannover Luchtvaartshow
rDemocratie is de rechtvaardige
spreiding van het verdriet,,
r Er zijn waarhedenwaarvoor het
enig en afdoend bewijs is,
dat men er vrij in ieven
DE HAVENLOODS - DONDERDAG 14 MEI 1970
28-106
Een welkome aanvulling op Uw
voorjaarsgarderobe voor een
welkom prijsje, dat is deze aan
bieding van onze damesmode
afdeling.
100% Acryl damespullover in
een allercharmantst model met
een modieus fantasiepatroon' in
het voorpand. Deze perfekt af
gewerkte en perfekt passende
pullover van een uitstekende
kwaliteit koopt U nu met liefst
vijf gulden voordeel voor nog
géén tientje.
Vrijdag en zaterdag verkopen
wij op de parterre deze char
mante damespullovers van zui
ver acryl, heerlijk dragende pull
overs met een modieus fanta
siepatroon, keus uit de mode
kleuren wit, oudrose, beige,
bleu en marine, maten
38 t/m 48
Elke vrijdagavond tot 9 uur open
Ook maandagmorgen open
Géén tel. of schrift, best.
HANNOVER.- De vliegtuigmotoren voor de Douglas DC-10, waarvan de KLM er
twaalf heeft besteld zullen aanmerkelijk schoner zijn en minder geluid produce
ren dan de straalmotoren waarmee de huidige verkeersvliegtuigen zijn uitgerust.
Dit als gevolg van de door het Amerikaanse luchtvaartbureau F AA (Federal
Avation Agency) opgelegde beperkingen aan de constructeurs van straalmotoren.
Op de Hannover Luchtvaartshow werden de nieuwste motoren getoond van de
Engelse Rolls Royce en de Amerikaanse General Electric fabriek, waarin deze
beperkingen zijn verwerkt.
„Schone" motoren.
De grote Rolls Royce RB-211 motor is
bestemd voor de Amerikaanse lucht-
bus, de Lockheed L-1011 „Tristar",
terwijl de General Electric GE-CF-6
zorg zal dragen voor de voortstuwing
van de Europese concurrent, de Airbus
A-300B, die Duitsland, Frankrijk en
Italië samen gaan bouwen. De laatste
motor wordt ook verwerkt in de eer
der genoemde DC-10, die groter wordt
dan de DC-8, een veel ruimere cabine
krijgt en 250 passagiers kan bergen,
maar toch aanzienlijk minder lawaai
zal maken dan zijn succesrijke voor
ganger.
De tweejaarlijkse Duitse luchtvaart
show, gericht op de interesse van de
zakenman en de sportvlieger, die de
belangstellende een blik vergunt op de
laatste ontwikkelingen in de Europese
luchtvaartindustrie, maar vooral de
producten van de Duitse industrie in
de (internationale) belangstelling
plaatst, trok dit jaar ondanks het
slechte weer eenzelfde aantal bezoe
kers als in 1968, namelijk ongeveer
150.000.
Meer dan ooit stond de show in het
teken van de Europese samenwerking.
Voor het eerst sinds de fusie in mei
1969 kwam de Nederlandse Fokkerfa
briek met één stand, samen met de
Vereinigte Flugtechnische Werke
(VFW). Belangrijkste onderdeel van de
expositie vormde het eerste van drie
prototypes van de VAK191B, een
steilstartende straaljager, die niet in
serie zal worden gebouwd, doch uit
sluitend ingezet wordt als testvliegtuig
voor de MRCA-75, een straaljager met
verstelbare vleugel, die de Starfighter
moet vervangen. De MRCA (Multi
Role Combat Aircraft 1975) wordt in
samenwerking met Engeland en Italië
ontwikkeld. Fenowship
Voorbeeld van Europeese samenwer
king is ook „onze eigen" F.28 Fellow
ship, waarvoor de vleugels in Engeland,
twee rompstukken en de motorgordels
in Duitsland en de rest in Amsterdam
wordt gefabriceerd. Fokker toonde
een model van de verlengde versie van
de F.28, die twee meter langer wordt
en 79 passagiers kan vervoeren. De
eerste vlucht wordt in 1972 gemaakt.
In het orderboek voor de F.28 staan
tot nu toe 31 bestellingen opgetekend
door acht luchtvaartmaatschappijen,
terwijl elf opties zijn opgenomen.
De Fellowship vertoont zelfs betere
verkoopcijfers, sinds de eerste vlucht,
drie jaar geleden, dan de succesrijke
Friendship - 540 verkocht - in de eer
ste drie jaar van haar bestaan.
Op dezelfde expositie was een model
te bewonderen van ANS, de eerste
Nederlandse Astronomische Satelliet,
alsmede enkele ontwerpen van VFW
voor een verticaalstartend transport
vliegtuig met tien motoren voor de
verticale en drie voor de horizontale
vlucht. De VC-400, een transportkist
met tweekantelbare vleugels en vier
motoren was ook in modelvorm te
Sceptici verwijten de Duitse lucht
vaartindustrie nogal eens dat uitslui
tend modelletjes worden gebouwd,
omdat de regering veelal financiering
voor de kostbare projecten stop zet.
Maar elke zichzelf respecterende indus
trie komt tegenwoordig op de proppen
met bijzonder geavanceerde modellen
en ontwerpen, al was het alleen maar
om aan te tonen dat ook aan de
toekomst wordt gedacht.
Tot nu toe is de Duitse industrie
echter weinig gelukkig geweest en
heeft slechts sporadisch commercieel
succes geboekt met haar ontwerpen.
Drie projecten openen echter duidelij
ke perspectieven. De HFB-320 Hansa
zakenjet verkoopt goed, de skyservant
van Dornier komt in dienst van de
Luftwaffe, en de Amerikaanse lucht
vaartreus Boeing heeft de licentierech
ten opgekocht van de Bölkow BO-105,
een tweemotorig helicoptertje voor vijf
personen.
In de toekomst zullen misschien bui
tenlandse orders binnen komen voor
de militaire straaltrainer, die Duitsland
en Frankrijk samen ontwikkelen. Mid
den juni moeten de luchtmachten van
beide landen een beslissing nemen over
de ingediende ontwerpen van Messer-
schmitt-Bölkow-Blohm en de Franse
Aèrospatiale, en Dornier en de
Dassault-Bréguet-groep, terwijl ook
VFW-Fokker een ontwerp heeft inge
diend.
De namen voor het tweemotorige
straalvliegtuigje dat over enkele jaren
de verouderde T-33 en Magister-trainer
moet vervangen, zijn respectievelijk:
Eurotrainer, Alphajet en VFT 291.
Buiklanding
Nieuw in Hannover was ook de eerste
Jumbo-jet voor een Europese maat
schappij, de Duitse Lufthansa, die bij
zonder veel bekijks trok. Na de officië
le inwijding in Keulen was de Boeing
747 - goed voor 350 passagiers - even
overgewipt om zich op de luchthaven
Langenhagen te laten bewonderen.
Dat er ook veel belangstelling bestond
voor een - via de luidsprekers aange
kondigde - buiklanding van een Ameri
kaans zakenvliegtuig, de Sabreliner,
gevlogen door Bob Hoover, een van de
bekendste piloten in de VS, laat zich
raden.
Het linkerdeel van het landingsgestel
wilde niet uitklappen en er zat voor
Hoover niets anders op dan zijn straal-
toestel met de wielen ingestrokken,
zeer behoedzaam in het gras te zetten.
Voor de meeste Duitsers lag echter het
hoogtepunt van de show, die tien
dagen duurde, in de demonstratie met
's werelds enige verticaal startende
straaltransportvliegtuig, de Dornier
DO-31.
Niet nieuw, maar nog steeds bijzonder
indrukwekkend is de vertoning, die
testpiloot Drury Wood ten beste gaf
door deze twintig ton zware machine
met donderend geraas verticaal op de
startbaan te landen en zelfs achteruit
te vliegen.
Na de in samenwerking met NASA
uitgevoerde test heeft de regering de
kraan van het budget voor dit project
dichtgedraaid. Voorlopig kan geen en
kele maatschappij zich de exploitatie
van een dergelijke machine met tien
motoren, permiteren, hoewel er in
Amerika wel degelijk een markt be
staat voor vliegtuigen, die passagiers
van een drukbezette luchthaven buiten
de stad regelrecht naar het centrum
kunnen overvliegen.
Meer rekening met de financiële capa
citeiten van de consument houdt het
Duitse Wagner-concern, dat een zoge
naamde Aerocar heeft gebouwd. Dit
vfjfpersoons helicoptertje kan ook op
weekends worden
Haarboutique
2e MiddellandSTRAAT 18
(Bij Heemraadssingel) Tel. 25.63.89
f 69.75
de weg, met de rotors naar achteren
geklapt, een snelheid behalen van zes
tig kilometer per uur. De bouwers
beweren dat de Aerocar het goedkoop
ste is dat er op dit gebied in de wereld
te vinden is. Kosten: twee ton.
Niet alleen de Amerikanen, die met
vele sport en zakenvliegtuigjes naar
Hannover waren gekomen, zien in
Europa een groot afzetgebied voor de
„lichte luchtvaart", ook de Russen
waren vertegenwoordigd met een drie-
motorig straalvliegtuig de Yakovlev
Yak-40 en een helicopter, de Kamov
Ka-26, die voor velerlei doeleinden
geschikt is.
Van de reeks vliegtuigjes, die voor het
eerst in het openbaar werden getoond,
noemen we nog de Japanse Fuji
Aerosaburu - tot spectaculair stunt
werk in staat -, de Zweedse SAAB
MFI-15 met parmantige T-staartje, de
Amerikaanse Yankee Clipper -voor
het eerst in Europa - evenals de
Saunders Heron, de Piper Navajo met
drukcabine en de Mérlins van
Swearingen Aircraft uit Texas. Ook
een bezoek van de fraaie Ted Smith
„Aerostar" en Engelands nieuwste ver
sie van de bekende Trident, de 3B met
extra „boost-motor", mag tot slot niet
onvermeld bljjven.
Willem Offenberg.
Blouses nemen maar een klein
plaatsje in de weekendtas of
koffer inneem er dus ge
rust een paar mee op vakantie,
want een bloesje draagt heerlijk
luchtig op een warme dag, is
zó weer uitgewassen en droog.
U vindt vele leuke blouses voor
een voordelige prijs in onze
aanbieding, zoals de sportieve
no-iron ruitblouses van de teke
ning (er zijn diverse ruitblouses
w.o. een model met patte en
zakje).
Ook is er een leuke uni-blouse
met brede manchetten, dit mo
del is gemaakt van een prima
kwaliteit polynosic.
Veel fijne blouses verkopen wij
nu door elkaar per stuk voor
nog géén acht gulden.
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de parterre een
grote partij leuke blouses in
diverse modellen, materialen en
kleuren (w.o. wit, bleu, rose en
rood) maten 36 t/m 46,
door elkaar
Elke vrijdagavond tot 9 uur open
De toespraken van drs. Maria de
Groot en prof. J. Presser, zoals ze
werden uitgesproken tijdens de her
denkingsbijeenkomst in de Laurens-
kerk te Rotterdam. De herdenkings
bijeenkomst was georganiseerd
door het Nationaal Comité 25 jaar
Be rijding, op dinsdag 5 mei.
Voor mij is de bevrijding een weg. Dat was zo in 1945 toen de
Canadese tanks door onze esweg ploegden en dat is nog zo in 1970
nu de lijken gelost worden in de Mekong. Ik zou vanuit mijn
herinnering de weg naar de vrijheid kunnen uittekenen zoals ik die
zag toen ik een kind was. Een nacht v0l lichtkogels. Aan flarden
geschoten boerderijen links en rechts. Vernielde bermen en
vertrapte kamille die ook nooit meer is opgekomen. Granaatscher
ven waar je af moest blijven omdat het gevaarlijk was. Een weg
zonder mensen, want die zijn gevlucht of dood of dronken van het
geweld dat in henzelf begon te gisten ergens heimelijk bezig. Ik
dacht toen dat dat goed was. Ik had ook nog nooit zes dagen lang
een hemel en aarde gezien waar vrede was, korenvelden zonder
schuilkelders, wolkenluchten zonder bommenwerpers. En dat heb
ik nog nooit gezien. De lichtkogels zullen wel antiek geworden zijn
in het krijgsbedrijf, maar een zonnige dag is een goede aanvalsdag
voor de strategen en in veel gebieden van onze wereld schijnt
vandaag de zon.
Erasmus heeft in zijn boek over de oorlog gezegd, dat er niets
zinlozer is dan oorlogvoeren en dat er uit oorlog altijd weer oorlog
voortkomt. Hij somt alle ellende op die dat meebrengt en vraagt
zich af hoe de mensen zo kortzichtig kunnen zijn. Immers voor
beide partijen is elke oorlog een nederlaag.
Wij herdenken vandaag dan ook de nederlaag van ons en onze
bevrijders. De massamoord op de joden, de zigeuners en zoveel
onschuldige en vrijheidslievende mensen die we niet hebben
kunnen verhinderen. Een dal vol dorre doodsbeenderen dat sinds
Ezechiël niet meer is gezien en waar wij omheen staan. En erger
nog, waar wij passief toezien dat met steeds meer doden de put van
onze schijnheiligheid wordt gedempt. Wie kan ontkennen dat wij
handlangers zijn in de oorlog in Z.O.-Azië? Hoe kunnen wij ons
dan bevrijd noemen?
5 Mei de bevrijding vieren en 6 mei de doden herdenken, zou dat
niet reëeler zijn dan de pseudoreligie die we er nu van hebben
gemaakt?
Na de ontbladerde bomen komt het groen struikgewas: dezelfde
kitsch waarmee men de opwekking van Christus ontkracht heeft.
Maar hij was eerlijk genoeg om zijn wonden aan Thomas te tonen.
Laten wij dan ook eerlijk zijn. Onze wonden zijn ontelbaar en er
melden zich steeds meer mensen die niet verder kunnen in deze
maatschappij, slachtoffers hier en slachtoffers aan de andere kant
van de aarde.
Er zijn voor de mensheid twee wegen: die van het woord en die
van het geweld. En omdat de eerste zo mpeilijk en veeleisend is,
rollen onze tanks over de tweede weg. Het is die weg waarlangs ik
ben opgegroeid en waarvan ik als kind dacht dat hij goed was. Maar
nu ik volwassen ben geworden heb ik die naïeve gedachte afgelegd:
het is een dode. Niemand kan een ander verbieden te leven.
Niemand heeft het recht niet te weten dat hij doodt. Als ijzeren
krokodillentranen glippen overal de tanks, bommenwerpers en
raketten uit ons gezichtsveld in de richting van de anderen. De
diplomatie gaat langzaam failliet. De ronde of vierkante tafels zijn
belangrijker dan het gesprek. De diplomaten in Latijns-Amerika
zijn in levensgevaar. De bevolking van Latijns-Amerika is al veel
langer in levensgevaar. De regeringen zijn diep geschokt over de
moorden op inwoners van Indonesië, Vietnam, Angola, Cambodja
en Griekenland. Zij zouden langzamerhand zwaarder geschokt
moeten zijn dan Gediz. Maar hun cliché's zijn overeind gebleven en
onder die triomfboog strekt zich tot in de verre toekomst de weg
uit van het geweld.
Maar dat is geen toekomst meer. Dat is ondergang. En als deze dag
een wegwijzer wil zijn naar de toekomst, dan zal ze moeten wijzen
in de richting van het woord. We zullen dan de gemeenplaatsen van
de geweldenaars van ons moeten afslaan, want het woord dat leeft
doet zijn belofte gestand. Als ik de weg van het geweld kan
uittekenen vanuit mijn herinnering, dan kan ik de weg van het
woord uitmeten vanuit de hoop dat het anders kan. Een landweg
naar de heuvels van Biafra en Galilea, onbruikbaar voor een
triomftocht of als smokkelpad voor handige machthebbers.
Een bijna onvindbare weg: die van de bevrijding. Bevrijding als weg
naar een moeilijke vrijheid, die anders is dan wij altijd hebben
gedacht en waar nog maar weinig mensen in de wereldgeschiedenis
weet van hebben gehad, maar die nu gewezen moet worden omdat
het tijd is.
Vrijheid voor de ander is onbeschermde vrijheid voor mij, is het
geweld afleggen en de weg kiezen van het woord. Daarop zijn al
enkelen vooruitgegaan, zoals de man van Nazareth, die niemand te
lijf ging, die niets meer had om zich aan vast te klampen, omdat de
spijkers hem wel vastklampten aan de stam.
Misschien zullen veel mensen liever afzien van hun recht op
vrijheid, wanneer ze zich realiseren wat het betekent óm weerloos
te weg te gaan van het woord. Wanneer ze ontdekken: democratie
is de rechtvaardige spreiding van het verdriet. In elk geval heeft de
voorbeeldige op die weg niet van zijn recht op vrijheid afgezien en
de onmetelijke ruimte daarvan aangedurfd, waarin hijzelf de
bebloede kern is geworden. Een bron van warmte sindsdien, een
lier aan de wilgetak van het heelal die geen klaaglied meer zingt.
Op de weg van het woord komen geen triomfbogen voor, geen
uniformen of ridderordes. Dat is de vergissing geweest van de
christenen, dat ze ook mee wilden doen met het geweld, dat ze
ook hun overwinningen wilden hebben. Terwijl ze juist de
berichtgevers zijn van de zegenende nederlaag. De kerken kunnen
hun torens omlaag halen en in het puin zoeken naar hun gebroken
altaren, want daaroverheen leidt de weg van het woord. Een
onaanzienlijke landweg, waarlangs we het hout kunnen slepen naar
de heuvels van Z.O.-Azië, die ontbost zijn en naar de hoogvlakten
van Zuid-Afrika waar nog slaven rondlopen en overal heen waar
geen huizen zijn.
De bevrijding is een weg en hoe meer mensen hem vinden, des te
groter wordt het geloof in een goede tijd van leven op een aarde
die nog maar pas geschapen is. Drs. Maria de G
Op vier mei plegen wij onze blik op het verleden te richten, op vijf
mei op de toekomst. Maar nu heeft men voor vandaag 5 mei hier
als spreker een historicus willen uitnodigen, iemand die zich
beroepshalve toch wel uitsluitend op dat verleden concentreert.
Gelukkig heeft hij echter het veel geciteerde - en verkeerd
geciteerde - woord van Friedrich Schlegel achter de hand van de
historicus als „rückwarts gekehrter Prophet", zodat hij in staat
blijft u de verbinding aan te bieden van tweeërlei en met u
vooruitziend te gedenken, of, zo ge wilt, gedenkend vooruit te
Enige jaren vóór de oorlog heeft Huizinga een boek in het licht
gezonden, getiteld IN DE SCHADUWEN VAN MORGEN; dezer
dagen is alom het geschrift verspreid van Van Randwijk met de
naam IN DE SCHADUWEN VAN GISTEREN. In deze jaren,
waarin dankzij de moderne communicatiemiddelen onze planeet
met een woord van McLuhan tot „een wereldwijd dorp" is
geworden, dringen de verstoringen, de verbijsteringen, de verschrik
kingen van alledag zo onweerstaanbaar en onophoudelijk ons
bewustzijn binnen, dat het waarlijk verantwoord lijkt te spreken
van een leven IN DE SCHADUWEN VAN VANDAAG.
Deze nu zijn zo somber, zo donker, dat zich als het ware het
psalmvers lijkt op te dringen, dat spreekt van „een dal der
schaduwen des doods". Wie een zodanige associatie in de mond
van een buitenkerkelijke zou verrassen, wil ik eraan herinneren, dat
de grootste denker der Aufklarung, pionier der vrije gedachte,
Immanuel Kant, van juist deze woorden heeft kunnen opschrijven:
„Van de duizenden boeken, die ik in het leven heb gelezen, heeft
mij geen woord zo getroost, als dat ene; al ging ik in een dal der
schaduwen des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met
mij". Mij dunkt: hierin kunnen wij allen, hoe ook gericht, elkaar
ontmoeten en begrijpen.
Die doodsschaduw: kunnen wij hier iets concreter worden?
Achteromziend onderscheid ik als de donkerste toets in het beeld
van de oorlog de verschrikkelijkste catastrofe dier jaren: de
ondergang van zes miljoen joden, een verdelging op zulk een schaal
dat daarvoor zelfs een apart woord, genocide, in zwang is
gekomen. Misschien is bij deze of gene onder u weieens de vraag
gerezen, of deze ramp niet achterwege ware gebleven, indien deze
vervolgden toen een joodse staat hadden bezeten als toevluchts-
Als nauw hierbij betrokkene zou ik misschien niet de moed tot
deze vraagstelling aan u hebben opgebracht, ware het niet voor
velen in dit land een levende waarheid, wat mijn voorganger bij de
herdenking van 1965 aldus heeft geformuleerd, nl. dat het joodse
volk de eeuwen door het grote geheim van Gods bedoeling met
deze wereld met zich meedraagt. Ik waag het er dus maar op, uit
de vele verschrikkingen welke in deze tijd ons bedreigen, die te
kiezen, welke ik voor allen verstaanbaar zou willen aanduiden als
een tweede genocide, onstuitbaar bij elke, altoos mogelijke
nederlaag. Ik herhaal echter dat dit slechts één van de schaduwen
Ik besef waarlijk wel dat dit op een feestdag weinig feestelijk
klinkt, maar in een wereld, die vele tientallen miljarden per jaar
veil heeft voor een eventuele algehele onderlinge vernietiging per
computer, in zulk een perspectief spreek ik liever onomwonden
uit, dat het beste wat ik zelf eens van een eenmaal tot vrede en
harmonie gerijpte mensheid verwacht bij haar terugblik in enig
„feest der gedachtenis", de echo is van de uitspraak van die Franse
veldheer, die eens vaststelde: „Wij zouden zijn ondergegaan, indien
wij er niet zo dicht bij waren geweest, onder te gaan".
Dit alles stelt ons tegenover de vraag naar de door ons aan te
nemen houding en daarbij kunnen wij, weer omziend, ons
spiegelen aan de oorlogsjaren, toen slechts de keuze bestond tussen
niets doen en verzet. Dat verzet: door een enkele recente
publicatie is enig licht geworpen op bepaalde negatieve aspecten
ervan, maar dat hoeft geenszins afbreuk te doen aan onze eerbied
en bewondering voor de houding van hen, die inderdaad lijf en
goed in de waagschaal stelden terwille van hogere waarden. Hun
offers schatten wij waarlijk niet geringer, wanneer die gebracht
blijken door veelszins weinig heldhaftige mensen, niet zelden pas
na veel innerlijke worsteling de inspraak van hun geweten volgend.
Ik wil hierbij een woord aanhalen van mijn betreurde vriend, de
wijsgeer Hendrik Pos: „Er zijn waarheden, waarvoor het enig en
afdoend bewijs is, dat men er vrij in leven kan". Welnu, voor deze
waarheden zijn tenslotte die offers gebracht; laten wij het nimmer
vergeten.
Maar dan ook nog dit: het is duidelijk dat wij voor ons blijvend
verzet, welbeschouwd voor onze verdediging van het behoud der
mensheid, niet zullen kunnen buiten een arsenaal en dat onder
houden wij slechts door het ononderbroken scheppen van nieuwe
cultuurwaarden; in de korte spanne tijds, mij toegemeten, volsta ik
er maar mee, dit grote, welhaast te grote woord met beklemtoning
uit te spreken. Op welk kompas ons ook voortbewegend moeten
wij ons in het donkere dal pogen vrij te houden van ontmoediging,
van ongeloof in de noodzaak, verder te gaan. Er is geen enkele
reden aan te nemen, dat wetenschap, techniek en kunst voortaan
tot onvruchtbaarheid zullen zijn gedoemd; wij zullen ze bitter en
bitter nodig hebben, omdat slechts voor een mensheid, zich
verrijkend en veijongend met nieuwe Waarheid en schoonheid, de
kans bestaat, te overleven, in de zin, waarop ik reeds doelde.
Ik zou willen eindigen met uiting te geven aan de hoop, neen, aan
de stellige verwachting, dat wij in Nederland, in de geest onzer
beste tradities, daartoe zullen bijdragen. Maar hiermee weet ik mij
als historicus al zo ver buiten mijn boekje gegaan, dat ik mij liever
bescheiden terugtrek. Ik heb gezegd.
Prof. dr. J. Presser