Nodig: stedebouwkundig plan op basis welzijnsgedachte Russische avond groot succes Nederlands Kamerorkest speelt Bach en Handel in de Doelen Exclusief concert voor onze lezers Voetbaltoernooi voor zeelieden Leefbare Delta J wil betere rampenbestrijding DE HAVENLOODS - DONDERDAG 14 MEI 1970 28-107 Geen gebruikelijker symbool van het Rotterdam dat de oorlog naliet dan het beeld van een stad zonder hart. Een stadshart draagt met zijn vele activiteiten dagelijks duizendvoudig bij tot de aangenaamheden des levens die deel van het welzijn uitmaken. Rotterdam verloor zijn hart, en men kon dit niet bij toverslag door een ander hart vervangen. De functies die het vervulde, vonden elders tijdelijk onderdak. Men leerde zonder een dui delijk stadshart te leven, deze verar ming werd onderdeel van het stedelijk leven. „In Rotterdam woon je om er te werken, uitgaan doe je in Amsterdam, waarheen je ook uitwijkt als je buiten landse gasten hebt". Het ontbreken van een stadshart was een jarenlang welzijnstekort, waarmee men leerde Niet dat geen stappen werden onder nomen. liet bouwen van de Lijnbaan was een daad van betekenis, die de winkelende voetganger weer burger recht gal' in hel centrum. Overdag, op zaterdag, was het er gezellig. Iets ah een bioscoopzone, een perswijk ont stond, terwijl de publieke functies zich rondom hel oude stadhuis voortzetten. De Doelen werd een eiland van vertier, omgeven door wegen en leegten. De herbouw van het stadshart was on volledig en onvolledig geslaagd. Over het stadshart bleef een sfeer van onbe hagen hangen dat het allemaal beter kon, en ook moest. Dit gevoel valt samen met een interna tionale bewustwording van de stede lijke nood en de stedelijke problemen. Vooral in Amerika, maar ook elders, komt men na de periode van oorlog, opbouw, welvaartsbevordering, indivi duele verrijking, tot het besef van tekorten. Deze kunnen veroorzaakt worden door de negatieve effecten van de economische groei en de voorname lijk op het nut gerichte stedebouw. De verwoestingen, aangebracht ten be hoeve van het verkeer, hebben het verkeersprobleem niet opgelost, maar verergerd. De planloze bebouwing met industrie en woonhuizen heeft een onaangename wanorde geschapen in het landschap. Het verlies van functies van oude stedelijke zones en centra hebben geleid tot verval en vervuiling. Overal wordt geroepen om „urban renewal", in een poging deze verkeerde gevolgen het hóófd te bieden. Tegelijk ontwikkelt zich iets als een visie op de eigen betekenis van het stedelijk samenleven. Men ervaart de punten van samenkomst met zjjn stadsgenoten als een vorm van ver hoogd (een intensere vorm van) leven. Men keert zich tegen de loutere aan dacht voor de tuinstad, en eist dat tegelijk een conceptie voor de tijdsbe steding buiten de woonzone ontwik keld wordt. Wedergeboorte Kortom, ook een positieve roep om „urban reconstruction" ontstaat. Op lossingen worden beproefd om steden hun aangetaste centra te doen behou den en te komen tot een wedergeboor te van het stadshart. Tientallen steden in de Verenigde Staten hebben bureaus aan het werk om plannen voor stads- hart-revalidatie te ontwikkelen. In Engeland beproeft men met zijn New Towns inderdaad tot nieuwe ste delijke brandpunten te komen. Ook in Nederland wijst de publikatie van onderzoek en van studies op een herleefde belangstelling. Spontaan zet ten groepen zich in om namens de burgerij of het algemeen belang mee te denken in het vinden van scheppende oplossingen. Zij staan daarmee op de bres voor het stedelijk welzijn. Rotter dam heeft het uitzonderlijk nadeel van een verwoest centrum, zodat men niet op organische, zichzelf handhavende functies kan terugvallen. Men zal kunstmatig op gang moeten brengen wat elders groeit en geleidelijk zich wijzigt-en aanpast. Tegelijk heeft Rot terdam juist door hel tabula rasa ka rakter van zijn sledebouwkundige situ atie, ook al is veel ruimte intussen bezet, nog vele kansen tot planmatig en consequent beleid. Gedeelten van de binnenstad zijn nog onbebouwd STADSGEDEELTEN WACHTEN OP RECONSTRUCTIE. De dynamiek van de stad is er borg voor dat een goed plan ook kans van uitvoering heeft. zowel overdag en 's avonds zich ver schillende activiteiten afspelen. Het wonen in de city, in het buitenland een verschijnsel dat opnieuw aandacht krijgt, kan worden gecombineerd met de ruime beschikbaarheid van open bare diensten, avondwinkels e.d. Een levend stadshart is gebaat bij continuïteit in het gebruik. Er is behoefte aan contact, men moet men sen kunnen treffen, informatie kunnen opdoen, nieuws kunnen beleven, onbe kenden kunnen ontmoeten. Er is be hoefte aan anonimiteit, men moet kunnen onderduiken in dte stad, kun nen ontsnappen aan een te alledaagse en welomschreven indentiteit. Compact Dit alles betekent compactheid. Om de verhoogde intensiteit van leven te kun nen bieden, moet het stadshart op een klein oppervlak legio zaken bijeen brengen. Teveel functionele scheiding belemmert dit. Het stadshart leeft van menging van hooggespecialiseerde taken. De je compactheid betekent een stedebouwkundig probleem, dat om inventieve oplossingen vraagt. De dichtheid wordt opgevoerd door wolkenkrabbers en parkeergarages. Te gelijk moet gewaakt worden voor de aangenaamheid van het verblijf in deze compacte centra. Wandelzones, kleine parken, sauna's en zwembaden, cafeta ria en terrasjes onderstrepen dit aspect van ontspanning in bedrijvigheid. Een probleem van grote omvang is het verkeer, dat in zjjn particuliere vorm het functioneren van een kloppend stadshart, welhaast onmogelijk maakt. Een vervoerspolitiek, die sterk mikt op snel, geruisloos, niet-luchtverontreini- gend, weinig ruimte vergend en passa- giersintensief transport is een onmis baar complement van een metropoli- taine zorg voor het stadshart. Dit metropolitaine centrum kan niet worden losgepeld uit de problemen van de ordening van de zones rond het kerngebied. Niet alleen reikt een ver voerspolitiek ver over de grenzen van het stadshart heen, ook de woongebie den van hen die het stadshart bij werk en verlier bezoeken, horen bij het vraagstuk. Subcentra met eigen func ties kunnen het voorportaal 'van het binnenstadsleven vormen, buurtcentra de oriëntatiepunten zijn voor kleine wijken. Aantrekkelijke modellen voor het oplossen van de verbindingen tussen deze woongebieden, de subcentra en het stadshart zijn voorhanden. Men kan ze globaal karakteriseren, denkend vanuit de welzijnsgedachte, als de twee richtingen waarin men zijn woning kan verlaten. De ene naar gebieden van lagere dichtheid, de parkzones, de an dere naar zones van hogere dichtheid, de subcentra en hel metropolitaine stadshart. Door het aanbieden van deze duide lijke structuur verruimt de overheid de keuze, en daarmee het welzijn van de ""re" Subcentra Rondom het stadshart, dat een wel- zijnselement van hoge orde en intensi teit is, liggen, met verkeerswegen eraan verbonden, de subcentra en de woon gebieden. Wat is hun specifieke bijdra ge aan het welzijn van de stadsbe- poging lot betere woonwijken te komen. Men kan zeggen, dat aan de woonwij ken, vooral in het eerste stadium van uitvoering van de bebouwing, nog veel ontbreekt, en dat dit een extra punt van kritiek oplevert. Hel welzijn zou worden bevorderd indien sociaal-cultu rele accommodaties met de bouw van woningen gelijke tred zouden houden. Een groot deel van de klachten over het ontbreken van welzijn betreft de naoorlogse woonwijken. Ze zijn saai, eenvorming, winderig, onherbergzaam, afgelegen, armoedig, kortom ze beant woorden volgens de kritiek niet aan de welzijnseisen die de bevolking met recht stelt aan zijn directe woonomge ving. Men kan de kritiek gevoegelijk omkeren en stellen dat dus de woon omgeving dient te z(jn: boeiend, veel- vorming, beschut, intiem, in contact met de stedelijke wereld, welvarend enz. Hoe een beeld te ontwerpen dat beantwoordt aan dergelijke wensen? Men moet in de eerste plaats stellen dat het welzijn een belevingswerkelijk heid is, die goeddeels ontsnapt aan rationele overwegingen, al behoeft ze daarmee niet in tegenspraak te raken. Wanneer wij willen tegemoetkomen aan subjectieve gevoelens van onbeha gen over de woonomgeving, dienen wij onze stedebouw zoveel mogelijk aan te passen aan deze subjectieve werkelijk heid, en niet van de bewoners het omgekeerde eisen. Onbehagen Dit is niets uitzonderlijks in het bui tenland, wel in Nederland.Oorzaak van veel onbehagen wordt gevonden in hel achterlopen van de buurt- en wijkacco- modatie op de woningbouw. Men denke hierbij uiteraard niet alleen aan het groen in kleine parken en in grote groenstroken, maar ook aan micro voorzieningen als zandbakken en pootjebaadvijvers, speelhoeken en betonnen pingpongtafels, beschutte knutselplaatsen en kindercrèches. Dit brengt ons gelijk op het vraagstuk van de wijkcentra. Het is duidelijk dat wijkcentra als sociaal-culturele „supermarkten" in de toekomst een nuttige functie in de wijken kunnen vervullen. Deze wijk centra kunnen naar de culturele zijde bestaan uit een dependance van een bibliotheek, met studieruimte voor de genen die de huiselijke drukte willen ontvluchten, een zaaltje voor inciden tele opvoeringen, onder andere van het amateuristische kunstleven, uit les en repetitielokalen voor de musische vor ming en mogelijk enkele workshops voor beeldende activiteit van amateurs. De vrijetijdsbesteding en de verenigin gen zijn zeer gediend met vergader- en activiteitsruimten. Het maatschappe lijk werk en de sociaal raadsman kan er zijn contactadres vestigen. Ook de overheid kan mogelijk enkele functies, als het buurtpostkantoor, in een derge lijk centrum onderbrengen. Een dergelijk buurt- of wijkcentrum zou verkeerd liggen, als het geen na tuurlijk onderdeel uitmaakte van een koop- en verpooscentrum dat speciaal is gericht op het woongebied. Het is ongewenst de diverse sociaal-culturele functies van de meer allerdaagse te scheiden. Het blijft gewenst dat men voor zijn eenvoudige alledaagse be hoeften gezellig en goed terecht kan in een winkelcentrum in de woonomge ving, en dat men daarvan tevens een klein uitstapje kan maken. Een derge lijk centrum, dat dertig a vijftigdui zend mensen zou dienen, misschien moeten het er minder zijn, is tegelijk een opstapje naar het stadshart, dat een geheel andere sfeer ademt. Het wijkhart vertegenwoordigt al een druk ker, minder beperkt leven, zonder dat het de vermoeienis en ook de opwin ding van het stadshart meebrergt. Het is, zoals gezegd, te zien als een voor portaal voor het grootstedelijk leven, of omgekeerd, als een laatste station, waar men het stedelijk bestaan nog ervaren kan. Dit beeld van de woonomgeving vereist een zorgvuldige opbouw van de stede lijke orde, met een duidelijke structuur van verbindingen. Deze opbouw en structuur is te zien als een hiërarchie van kleine wooncentra, verbonden via een wijkhart met het stadscentrum, en ondersteund door een aan deze struc tuur aangepast verkeers- en vervoers net. Ieder wijkcentrum zal in principe via een metrostation verbinding hebben met het stadscentrum. Hier door kan het streefdoel van een half uur reistijd vanaf de woongebieden naar het centrum worden bereikt. Om gekeerd dient de woonomgeving zo min mogelijk te worden gestoord door het werkverkeer en de industrie van de agglomeratie, wat in een dergeliik woon- en verkeersopzet goed te verwe zenlijken valt. rning twee Men kan klimmen naar het stadshart met zijn intense menselijke verkeer, of afdalen naar de stilte van de natuur. Om beide tot hun recht te doen komen is een stedebouwkundig plan nodig dat op welzijnsgedachten is ge- „De Doden werd een eiland van vertier, omgeven door wegen en leegten. De herbouw van het stads hart twzs onvolledig en onvolledig REDUCTIE-BON Het Nederlands Kamerorkest Bach-Handel concert De Doelen, Grote Zaal, zondagmiddag 24 mei 14.30 uur. Op vertoon van deze bon hebben de lezers van de Havenloods recht op ten hoogste twee toegangskaar ten a f 3,50 (normale prijs f 6,—.). Deze bon inleveren aan de kassa van De Doelen, dagelijks van 10.00 - 16.00 uur, zondags van 12.00 - 16.00 uur. de elitepruik voor modieus Nederland! PS (Pruik Speciaal) is de kwaliteitspruik van 100% écht haar. Keus uit vele modellen, ook gemêleerd, in maar liefst 24 kleuren I Audrey 49,95 Gina 89,95 Tara 59,95 Sophia 99,95 Lolita 119,95 Uw altijd-klare tweede kapsel Om 'pst' tegen te zeggen Uitsluitend verkrijgbaar bij on derstaande, deskundige PS- agentes. Bel voor 'n afspraak; óók 's avonds en in 't weekend. Het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Szymon Goldberg zal in samenwerking met de Havenloods op zondagmiddag 24 mei een Bach - Handel concert geven in de Grote Zaal van de Doelen. De lezers van de Havenloods krijgen bij gebruikmaking van de reductiebon een speciale kor ting op de toegangsprijs. Zij betalen slechts f 3,50 in plaats van f 6,- per toegangskaart. Fèn reductiebon geeft recht op twee kaarten van f 3,50. Het Nederlands Kamerorkest, opge richt in 1955, bestaat uit een vaste kern van ongeveer 25 strijkers en een claveciniste. Op 1 september wordt het orkest uitgebreid met twee hobo's en twee hoorns. Sedert de oprichting heeft Szymon Goldberg, die zelf ook vaak als vioolsolist optreedt, de muzi kale leiding. Begin 1964 werd naast hem de jonge Amerikaanse dirigent David Zinman tot vaste dirigent be noemd. Naast abonnementsconcerten in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam geeft het Nederlands Kamerorkest veel con certen in talrijke kleinere plaatsen in Nederland, die onvoldoende accomo- datie bezitten voor de grote symfonie orkesten. Het, Nederlands Kamerorkest is een graag geziene gast op de grote muziek festivals' in en buiten Europa. In de tal buitenlandse reizen gemaakt. Reservering Op vertoon van onderstaande reduc tie-bon hebben de lezers van de Haven loods een speciale reductie op de toegangsprijs voor dit Havenloods-con cert. Vanaf vrijdag 15 mei, dagelijks van 10.00 - 16.00 uur, zondags van 12.00 - 16.00 uur kan de bon worden ingeleverd aan de kassa van De Doelen (tel. 132490). De stichting Zeemanswelvaren Rijn mond organiseert op maandag 18 mei, 2e Pinksterdag de jaarlijkse internationale voetbalcompetitie voor zeevarenden op het Sportcentrum voor Zeevarenden aan de Schulpweg in Rot terdam-Zuid. De gemeente Rotter dam heeft voor deze competitie een wisselbeker beschikbaar gesteld. Het evenement wordt opgeluisterd door de drumband „Piet Hein" uit Delfshaven. Een van de opvallendste hoofdstukken uit de Rotterdamse nóta „Op weg naar welzijn" is dat over het welzijn in een stedelijke omgeving. Onder het hoofd stadshart, subcentra en woongebieden worden inzichten geformuleerd, die bijna tot vervelens toe ondermeer in deze krant zijn uitgedragen. We achten het belangrijk dit hoofdstuk uit de nota in zijn geheel over te nemen, zodat duidelijk wordt dat wat een hobby van enkelen leek thans onderdeel wordt van een gemeentelijk beleid, waarin het accent op het wel zijn is komen te liggen. PRUIK SPECIAAL liet structureren van de stad is niet alleen een zaak van hel beslissen om trent individuele bebouwing, hoe belangrijk die gebouwen ook zijn. Het is vooral een zaak van consistente visie en principes. De rest vloeit uit deze principes, die voortdurend zullen toe gepast worden op een wisseling van mogelijkheden en onmogelijkheden, voort. Men kan over deze principes discus siëren, maar een zekere consensus bestaal al over de na te streven dbelen. Er is behoefte aan een hiërarchie van functies, in die zin, dat men in het. stadshart een zo hoog mogelijke kwali teit realiseert. Er is behoefte aan een grote variëteit. Men moet in het stads hart zeer verschillende zaken kunnen beleven en behartigen. Er is behoefte aan conlinuiteit, hel stadshart moet altijd werken, altijd beschikbaar zijn. Architecten bieden daarom terecht plannen voor steden op vele niveaus en met een labyrinthachtig innerlijk aan. Een stadshart dient een groot aantal uren van het etmaal te kloppen. De menging van functionele taken dient zodanig te worden samengesteld dat Dit betekent voor de ontwerper van nieuwe woonoorden dat hij zich zal hebben te richten op woonwensen van VEELSOORTIGE aard, en dat hij een doctrinaire en uniforme opzet zal die nen te vermijden. Eén van de woon wensen betreft het eengezinshuis met tuin. Indien deze woonvorm econom isch niet te verwerkelijken valt, zou het al een grote winst betekenen als architecten woonvormen zouden ont wikkelen die deze wensen zo ver moge lijk tegemoet komen. DIT BETEKENT EXPERIMENTELE WONINGBOUW. Wat de inrichting van de directe woon omgeving betreft zijn vele verbeterin gen mogelijk. Ook hier zou een bewust beroep op creatieve stedebouwkundi gen, samenwerking in teams met soci aal-psychologen en kunstenaars, kort om de' investering van meer ideeën en geld in de planningsfase vermoedelijk een beter resultaat afwerpen dan het voortbouwen in een beproefde maar soms frusterende trant. Op vele plaat sen zijn in de westerse landen teams van architecten op bezielde wijze bezig met dit probleem. Ook de Rotterdam se Dienst van Stadsontwikkeling werkt met dergelijke groepen samen in een Dc Russische gala-avond die op 7 mei in dc Doelen plaatsvond, is voor arties ten en 2300 bezoekers één groot suc ces geworden. Vooral de artistieke kwaliteiten van Fduart Chiel en Ivan Rebroff brachten de volle zaal tot extase. Voor de internationale avond op 17 juli de Franse gala-avond zijn reeds dc volgende artiesten gecon tracteerd: Marie Laforet, Jai/ues De- bronckarp en de groep Les Franc Gabons. Op de foto: Ivan Rebroff De stichting Leefbare Delta in oprich ting te Rotterdam heeft aan alle ge meenten in het Rijnmondgebied een open brief gezonden waarin zij, wij zend op de gang van zaken tijdens en na de laatste brand bij de E.N.C.K. te Vlaardingen, een aantal te nemen maatregelen voorstelt op het gebied van de rampenbestrijding. De stichting i.o. wil: 1preventieve maatregelen die kunnen bestaan uit huis aan huis ver spreide vouwbladen met instructies hoe men bij bepaalde gevaarlijke situa ties moet handelen. 2. grootscheepse oefeningen - zonodig met de bevol king. 3. het beschikbaar hebben van voldoende rollend materieel om dui zenden mensen zeer snel te kunnen evacueren. 4. het benutten van lucht alarmsirenes tijdens acuut optredende gevaarssituaties en 5. goede communi catie in de gemeente zelf en tussen de verschillende plaatsen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1970 | | pagina 20