Het wordt nu wel tijd met democratisering orkesten 2; 2: „Laat Gunning eens komen met bewijs" ifjgna m 98 Oecumenische dienst voor gehandicapten Autoshow TOYOTA GOOSEN'S ondenkbaar a,s een diri{?ent ZQnder §4i Mr. F. E. Frenkel over "hard"en "soft' Ontleding van de "bolle waanzin" DE HAVENLOODS - DONDERDAG 5 NOVEMBER 1970 Er is verontwaardiging onder de musici van de Nederlandse symfonie-orkesten en de koorleden van de Nederlandse Omroep Stichting, de Nederlandse Opera en het Operagezelschap Forum over het uitblijven van verbeteringen in hun maatschap pelijke positie. Reeds 5 maart van het vorig jaar zijn bij het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk verlangens kenbaar gemaakt, die onder meer behelzen: 1) optrekking van de salarissen tot het niveau van vergelijkbare kunstenaarsgroepen, zoals conservatoriumdocenten eh toneelkun stenaars; 2) wijziging van de salarisgroepen naar de instrumenten en 3) de instelling van een overleginstantie, waarin met de regering kan worden onderhan deld over de arbeidsvoorwaarden voor de orkestmusici en koorvocalisten. Bij deze actie zijn betrokken het Am sterdams Philharmonisch Orkest, het Brabants Orkest, het Concertgebouw orkest, het Frysk Orkest, het Gelders Orkest, het Limburgs Orkest, het Ne derlands Ballet Orkest, het Noordelijk Philharmonisch Orkest, het Noord- Hollands Philharmonisch Orkest, Het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Utrechts Symfonie Orkest, het Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland, het Residentie Orkest, de koren en orkesten van de Nederlandse Omroep Stichting, koor en orkest van het Operagezelschap Forum en het Neder lands Opera Koor. In een brief aan de minister wordt op korte termijn een uitspraak verlangd waarin de bereidheid tot uitdrukking moet worden gebracht om, vooruitlo pend op het gevraagde overleg, de salarissen van de orkestmusici en koor leden op te trekken. Tevens worden in een tweede brief door de vertegenwoordigers van de symfonie-orkesten ernstige bezwaren geuit tegen de opdracht van minister Klompé aan de Raad voor de Kunst een herstructurering van het orkesten- bestel in ons land in studie te nenjen, ZONDER DAT DE BETROKKEN MUSICI EN KOORLEDEN DAARBIJ BETROKKEN ZIJN' Uit deze actie, die geleid wordt door de Algemene Nederlandse Organisatie van Uitvoerende Kunstenaars, een fu sie van de Algemene Bond van Kunste naars, het Orkesten Verbond en de Bond van Dramatische Kunstenaars, blijkt duidelijk, dat het niet uitsluitend gaat om een materiële positieverbete ring, maar ook om een grotere in spraak in de overheidsbeslissingen. Een poging dus tot democratisering binnen het raam van het huidige orkestenbe- stel. Het is vooral dit laatste wat mij heeft geïnspireerd een plan te ontwerpen, dat een democratisering van het orkes- tenbestel zelf beoogt. Uitgangspunt was tevens een informeel gesprek met de oud-wethouder van Kunstzaken van de gemeente Rotterdam, drs. J. Ree horst: een gedachtenwisseling, die mij geconfronteerd heeft met een aantal problemen, welke dringend om een oplossing vragen. Auto- of democratie Het eerste probleem is de rechtsvorm van het orkest. De vraag mag worden gesteld: Op welke rechtsvorm zijn on ze Nederlandse orkesten gebaseerd? Het antwoord luidt: op de stichtings vorm. Wat is een stichting? Volgens M. J. Koenen's wordenboek: ,,EEN LICHAAM MET RECHTSPERSOON LIJKHEID, GESTICHT TOT EEN BE PAALD DOEL, MET KAPITAAL ZONDER LEDEN". Dit laatste impliceert, dht het bestuur van een orkest geen verantwoording heeft tot gevolg dat zij, die het sterkst betrokken zijn bij de artistieke en maatschappelijke problemen van hun beroep, in stichtingsverband tot on- mondigen worden verklaard. Deze vorm staat dus een democratisch beleid in de weg, tenzij het mogelijk is in de statuten bepalingen op te nemen, die de stichting tot een modern en democratisch functionerende instelling maakt. Is dit niet te verwezenlijken dan is de coöperatieve verenigingsvorm te prefe reren. In deze rechtsvorm berust de zeggingsmacht bij de leden van het orkest, die, beter dan bestuursleden uit de andere sectoren van de maatschap pij, hun belangen kunnen dienen. In het buitenland bestaan reeds verschil lende orkesten op coöperatieve grond slag, onder mdere de Berliner Philhar- moniker. Voor Nederland is deze orga nisatievorm trouwens niet nieuw. Ook de Rotterdamsche Orkest Vereeniging, een symfonie-orkest van beroepsmusi ci, dat van september 1909 tot april 1912 heeft bestaan, was op coöperatie ve grondslag geschoeid. Een andere, verouderde opvatting is, dat het bestuur en de directie van een orkest uit leden moet bestaan, die een andere beroepsopleiding hebben geno ten dan die van musicus. In het bank bedrijf denkt men er niet aan in de directie een musicus op te nemen. Dit Wanneer komt een „klaroenstoot" voor geldt eveneens voor een scheeps- of vernieuwing van de structuur bij onze industriebedrijf waar men geen arts of kesten? advocaat aan het hoofd van de econo mische afdeling stelt. Doch in de moeilijk te besturen artis tieke ondernemingen, zoals de symfo nie-orkesten, toneelgezelschappen, opera-instellingen en balletten met haar vele problemen, schijnt het nor maal te zjjn, dat advocaten, artsen, ingenieurs en andere academisch gegra dueerden leidende functies bekleden. Of zij voor deze taak deskundig zijn of niet, speelt hierin geen belangrijke rol. - «i-a- Wie draagt ze tegenwoordig nietdie leuke fantasie pan ties, waarin je niet zo gauw gaten krijgt en ook geen last van de kou hebtnu ook voor de kleinere maten. Fantasie kinderpanties in 2 ma ten, passend voor de leeftijd van 8 tot 16 jaar, in vele hippe kleuren w.o. paars en oudrose, nu bij ons voor nog géén drie gulden. fantasiepanties 3#*" JSF Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de parterre fanta sie kinderpanties in 2 maten (voor 8 tot 16 jaar) in vele kleuren w.o. oudrose, paars, zand e rood Rotterdamse college van b en w heeft gevoel voor humor Z Het Rotterdamse college van bur- gemeester en wethouders beschikt, ondanks alle problemen, toch over gevoel voor humor. Dit kwam naar ren in de beantwoording van Z vragen van het gemeenteraadslid dr. H. Lamberts over de aanwijzing van Rijnmond tot saneringsgebied. Dr. Lamberts had aan het college gevraagd of dit deelde in zijn vreugde over de reactie van Staats- jj secretaris Kruisinga op de recente milieuverontreiniging in het Rijn- mondgebied. Op die vraag ant- woordden B. enW.: „Wij verheu- gen ons steeds, wanneer een lid van uw raad blij is. Daarom alleen is er in dit geval sprake van gezamenlij- ke blijdschap". m In zijn vraagstelling had dr. Lam- berts het woord „sanering" verdui- delijkt door te schrijven, dat „sana- tio" een ander woord is voor „ge- Z nezing". B. en W. hebben in hun I beantwoording dit gebruik ge- Z volgd. Voor de woorden „recent" Z en „interventie" gaven zij respek- tievelijk als vertaling „onlangs" en Z „tussenkomst", zodat er in vraag en antwoord geen onduidelijkheid Z meer overbleef. Overigens heeft het college geant- woord, dat het nog niet weet wat Z de term „saneringsgebied" in dit Z verband precies inhoudt. De beant- woording komt er in feite op neer, dat men rustig afwacht wat er Z verder gaat gebeuren. Evenals vorig jaar wordt dit najaar op 8 november een speciale kerkdienst gehouden voor gehandicapten. Het is een oecumenische dienst in de Laurens 'cer*c- De dienst wordt georganiseerd door de Gemeen schap van Kerken Rotterdam. UITNODIGING OP DONDERDAG 5, VRIJ DAG 6', ZATERDAG 7 EN ZONDAG 8 NOVEMBER exposeren wij in ons bedrijf KORTEKADE 48-52 (Kralingen) GELEGENHEID TOT 'DEMONSTRATIE 'TAXATIE 'INRUIL 'FINANCIERING Ik wil niets af- of toedoen aan de goede bedoelingen van deze heren, maar een artistieke onderneming is voor de gemeenschap toch wel van zo groot belang, dat deze geleid moet worden door uit het metier gegroeide deskundige bestuurders en directeuren. Het wordt dan ook hoog tijd, dat bij een doorgevoerde democratisering van het orkestenbestel de stichtingsvorm, indien mogelijk, wordt gemoderniseerd en gedemocratiseerd of anders plaats maakt voor de coöperatieve rechts- vorm. Dirigent orkest Een tweede probleem is de verhou ding: dirigent - orkest. Tot nog toe wordt een dirigent door het bestuur benoemd. De orkestleden hebben hierin geen beslissende stem. Waarom niet? In een orkest vormen de musici en de dirigent één geheel, schuldig is aan de leden van dit orkest want een orkest zonder dirigent is even orkest. Het onderscheid ligt dan ook uitsluitend in de functie die beiden in het orkest vervullen. Er is dus geen principieel onderscheid. De vraag is: Waaruit bestaat nu beider functie? Summier verklaard: de diri gent coördineert het samenspel en drukt zijn stempel op het muzikale geheel. De musici hebben tot taak de technische moeilijkheden van de parti tuur te beheersen. Het klinkend geheel is dus de resultante van beider samen werking. Daarom dient een dirigent niet door een bestuur te worden geko zen, dat uiteraard niet deskundig ge noeg is de merites van een dirigent te kunnen beoordelen, maar door de or kestleden, die dagelijks met hem sa menwerken en meer deskundig zijn in de beoordeling van zijn capaciteiten. (De moeilijkheden bij het Noordelijk Philharmonisch Orkest zijn hier een stuk illustraie van). Maar wat gebeurt nu? In de nog erkende bestuursvorm scheppen be stuursleden en directeur rondom de door hen gekozen en aangestelde diri gent een imago, dat hem van de musici vervreemdt. Het weer wordt langzamerhand al zo slecht dat buiten spelen er niet meer bij ismaar met deze auto met afstandsbedie ning amuseert Uw zoontje zich binnenshuis ook best. Een pracht van een speelgoed auto, merk Thunderbird, met afstandsbediening, rijdt zowel voor- als achteruit, koopt U nu (zonder de benodigde batterij) voor nog géén drie gulden. afstandsbediening Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op onze speelgoed afdeling, 2e etage, deze fijne speelgoed-auto met afstandsbe diening, die zowel voor- als achteruit rijdt, ong. 16 cm groot 4 batterijen 1.38 Ook maandagmprgen open Géén tel. of schrift, best Dit zou hem ontoegankelijk kunnen maken voor de menselijke en collegiale verhoudingen in het orkest. Bovendien wordt zijn macht hierdoor tot onrede lijke proporties uitgebreid, waarbij het gevaar bestaat, dat de dirigent mis bruik maakt van deze hem geschonken machtspositie. Hij voelt zich immers door een hem beschermend bestuur gedekt en kan altijd nog de portefeuil le stellen, wanneer het bestuur mocht wankelen bij het nemen van de maatre gelen, die hij stelt. (Het spekende voorbeeld hiervan is het opzienbarend ontslag in het Rotterdams Philharmo nisch Orkest, dat op op indicatie van de beide dirigenten Jean Fournet en Edo de Waart in maart 1960 aan tien musici is gegeven). Wordt de dirigent echter door de orkestleden gekozen zoals de diri gent zijn musici kiest - dan is hij maatschappelijk even afhankelijk van de orkestleden als de orkestleden zijn van de dirigent. Dit werkt voor beide partijen preventief, waardoor er een gezonder evenwicht tussen dirigent en orkestleden ontstaat: een verhouding, waaruit een groter wederzijds respect en erkenning van eikaars capaciteiten kan groeien. In dit democratiseringsproces dient ook de directeur te worden betrokken. Ook hij moet primair beroepsman zijn. Iemand die de musici door en door kent, vooral in hun individuele en maatschappelijke problematiek. Dus geen doctorandus in de economie of jurist met een geheel andere specialisa- Subsidiëring In dit democratiseringsplan kan even min plaats zijn voor onderscheid in subsidiëring. De klasse-indeling der or kesten is in ons land steeds een bron van veel onderlinge strijd en ergernis geweest. Nu de Commissie Scholten adviseert alle symfonie-orkesten in subsidiëring gelijk te stellen, met uitzondering van het Concertgebouworkest als nationale instelling, zijn we al een hele stap nader tot de materiële gelijkstelling van onze orkesten. Alleen het onder scheid, dat voor het Concertgebouwor kest wordt gemaakt, blijft nog een doorn in het oog van vele orkesten. De superioriteit van een orkest moet dan ook een ARTISTIEKE, niet een MA TERIELE aangelegenheid zijn. Elk orkest, hetzij grootstedelijk of provinciaal, heeft naar zijn aanleg en roeping in de mur^fkculturele ontgin ning van Nederland zijn hoeveelheid artistieke arbeid te verrichten in de stad van vestiging en haar omgeving. Het verschil bestaat alleen hierin, dat elk orkest een andere taak in dit culturele vlak te vervullen heeft, waar voor een speciale geschiktheid nodig is Een geschiktheid, die door geen ander orkest met evenveel succes verbeterd of geëvenaard zou kunnen worden. De klasse-indeling van de maatschappij behoeft dan ook beslist geen afspiege ling te vinden in het orkestenbestel, waar een beter gesubsidieerd orkest nog steeds een bedreiging vormt voor de lager gesubsidieerde orkesten, die hun top-krachten aan de hoger gesubsi dieerde orkesten verloren zien gaan. KUNST MOET WORDEN BETAALD, OMDAT OOK DE KUNSTENAAR IN ONZE MAATSCHAPPIJ MOET LE VEN. MAAR DE WEDIJVER IN BE KWAAMHEID MOET ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN EEN ARTIS TIEKE BLIJVEN, OMDAT EEN OR KEST NIET MET EEN HANDELSON DERNEMING KAN WORDEN VER GELEKEN. Bovendien moet in een democratische maatschappij aan elk orkest de moge lijkheid zijn voorbehouden op artistiek terrein te kunnen excelleren. Eén of meerdere orkesten met een hogere subsidie al bij voorbaat van deze supre matie te verzekeren, is in strijd met de democratiseringsgedachte en vrije con currentie, die toch de grondslag vor men van onze maatschappij. ALLEEN DIENT DE SUBSIDIE-TOE KENNING ZODANIG TE ZIJN, DAT DE HONORERING VAN DE SYMFO NIE-MUSICUS GELIJK WORDT GE STELD MET DIE VAN EEN LE RAAR AAN HET MIDDELBAAR ONDERWIJS. Resume Resumerend dienen de navolgende wij zigingen in het orkestenbestel te wor den aangebracht: 1) De stichtingsvorm dient zo mogelijk te worden gereorganiseerd tot een de mocratisch functionerend lichaam of plaats te maken voor de organisatie vorm van de coöperatie. 2) de keuze en benoeming van de dirigent moet mede worden bepaald door de orkestleden. 3) de subsidiëring dient voor alle or kesten zonder uitzondering gelijk te zijn, waardoor de mogelijkheid tot artistieke suprematie voor elk orkest open blijft. De subsidiëring moet ech ter een verhoging van het salaris moge lijk maken; een honorering, die in overeenstemming zal zijn met de maat schappelijke status van de symfonie musicus. 4) het aantal orkesten in Nederland dient op basis van het bestaande ge handhaafd te blijven. Dus geen vermin dering van dit aantal, zoals door enke len wordt gesuggereerd. De muziekcul- turele ontginning van geheel Nederland is van te essentieel belang om hiervan enkele provincies uit te sluiten, wat met een vermindering van orkesten onvermijdelijk is. IDO EYL In onze krant van donderdag 15 oktober publiceerden wij een interview met de Rotterdamse huisarts K. F. Gunning als medeonder tekenaar van een brief, waarin de uitlating van staatssecretaris Kruisinga over hard en soft drugs werd toegejuicht. De mening van Gunning kwam erop neer, dat een medisch onderscheid tussen hard en soft drugs niet is vol te houden. Wij hebben bij dat interview geen commentaar geleverd, omdat de uitlatingen van dokter Gunning zó voor zichzelf spraken, dat elk woord erover overbodig leek. Van een enkele kant is ons dat verweten, omdat „er toch maar een dokter aan het woord was en voor vele mensen het woord van een arts nog altijd wet is". Eén van deze reacties kwam van mr. F. E. Frenkel, wetenschappelijk medewerker aan de juridische faculteit te Rotterdam en één van de eerste Nederlandse juristen die over soft drugs publiceerde in het Nederlands tijdschrift voor Criminologie (1965). Voordat we bij Gunning terecht ko men, stelt mr. Frenkel de uitlating van Kruisinga (er is geen onderscheid te Alle meisjes, al zijn ze nu groot of klein, willen graag leuke nachtkleding hebben.... daarom zal deze vlotte pyjama zeker bij hen in de smaak vallen. Moderne meisjespyjama van be haaglijk warme keper flanel in een leuk bloemdessin koopt U nu bij ons in een fijne kleur lila voor buitengewoon lage 104 116-128 140-152 Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de parterre deze keper flanellen meisjespyjama in lila bloemdessin, maten 104, 116-128, 140-152 en 164, nu extra voordelig. Ook maandagmorgen open Géén tel. of schrift, best. A. Kruisinga is bang, dat de voorlich ting suggereert, dat er geen enkel bezwaar is tegen het gebruik van soft drugs. B. Kruisinga is van mening, dat er door niemand anders dan door hem (de overheid) over soft drugs dient te worden gesproken. Voor deze laatste mening pleit een brief die het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid aan de humanistische stichting Socrates schreef in antwoord op een verzoek deel te nemen aan een forum over soft drugs. De brief, onder tekend door de directeur van het Riiks Instituut, prof. dr. R. Gispen, luidt: „Naar ik aanneem wordt door u met „soft drugs" bedoeld stoffen met hal- lucinogene werking of bepaalde verdo vende middelen. De motieven om een conferentie te organiseren over verschillende implica ties van het gebruik van zulke stoffen zijn mij niet duidelijk. Een legaal gebruik, anders dan op medisch voor schrift, is in Nederland niet mogelijk. De gevaren van clandestien gebruik zijn bekend. Wij zijn niet bereid als instituut mede werking te verlenen aan een conferen tie, waarvan de doelstelling ons ont- gaat" Harde lijn Daar kan je het dan mee doen: over soft drugs behoort niet gepraat te worden. Mr. Frenkel rekent het tot de moge lijkheden, dat Kruisinga's uitspraak een politieke bedoeling heeft gehad, liggend in het verlengde van „de harde lijn" in de gezagsuitoefening. Frenkel: „Hij is acht jaar in Marokko geweest en hij komt met één voorbeeld waarbij hij geen enkele verificatie geeft"' Gunning stelde, vanuit zijn universi taire studie onbekend te zijn met drugs. Over zijn ervaring in Marokko zei hij: „In Marokko stond vast, dat kif in zijn gevolgen schadelijk was". Verder vertelt hij gehoord te hebben over publicaties in Amerika, waarin üchamelijke veranderingen na het ge bruik van marihuana zijn beschreven. Frenkel: „Gunning zegt geen ervaring uit zijn studietijd te hebben. Er is dus sprake van geen enkele persoonlijke kennis van zaken. Dat vind ik buiten gewoon weinig voor iemand die acht jaar arts is geweest in Marokko en zich daarop nu beroept. De genoemde pu blicaties in Amerika kent hij zelf niet eens, hij heeft ervan gehoord. Zijn „eigen" Wereld Gezondheidsorga nisatie heeft overigens uitgesproken, dat het gebruik van canabis-produkten geen lichamelijke veranderingen te zien geeft". Waar Gunning de relatie tekent tussen het loslaten van sexuele discipline en de ondergang van een beschaving, te kent Frenkel aan: „Daar is intussen (ik wil voorzichtig zijn) toch wel meer over geschreven dan datje nu deze relatie zo eenvoudig kunt stellen". Gunning hield vervolgens een verhaal over de sexuele ongebondenheid en de innerlijke slapte van Sovjet Rusland. Frenkel: „Laat Gunning eens komen met een bewijs. In 1920 was Lenin het al niet eens met een wetgeving, waarin bv. het huwelijk niet meer was dan een administratieve formaliteit. Frenkel: „Laat Gunning eens komen met een bewijs. In 1920 was Lenin het al niet eens met een wetgeving, waarin bv. het huwelijk niet meer was dan een administratieve formaliteit. Dat was niet zijn opvatting van het marxisme. In 1922 en 1926 is de hele zaak enorm teruggedraaid. Er werd een Sovjet strafrecht ingevoerd naar tame lijk Europees model. In 1934 werd zelfs de homosexualiteit onder volwas senen weer strafbaar gesteld. Dat zal Gunning als Morele Herbewapenaar zeker interesseren. Onjuist Zijn verslag over de Duitse veldtocht in Rusland is bovendien volstrekt onjuist. In de winter van '40-'41 was het al bijna mis voor Duitsland". Gunnings verhaal over de ondergang van Rome doet Frenkel aldus af „Deze indeling van de geschiedenis van Rome is in ieder geval een interpretatie die voor rekening van de heer Gunning kan blijven. Ook uit eigen ervaring zeker, wil ik er wel sarcastisch bijzeg gen. En ik wil erbij aantekenen, dat een moralistisch schrijver als Otto Kie- fer in zijn „Sexual life in ancient Rome" stelt, dat de Romeinen in de keizertijd na Christus voor zichzelf de legende hebben uitgevonden van de uiterst kuise Romeinen". (Uiterst kuis noemen latere generaties de voorvaderen graag om bv. eigen zedelijkheidswetten te motiveren. In Nederland wordt van tijd tot tijd gewezen op de kuisheid en de gods vrucht van vorige geslachten, waarin die uit de 17e eeuw de kroon spannen. Dan ontlenen we „de bolle waanzin" Wie Bredero leest, leert anders. Maar in het interview met Gunning. wie leest Bredero? Dokter Gunning vertelde acht jaar in Dan Gunnings verhaal over Beria, „die Marokko te zijn geweest en daar een indertijd opdracht heeft gegeven de jangen te hebben gekend die aan het moraliteit in het westen te ondermij- gebruik van kif ten gronde ging. nen en de normen op sexueel gebied En waarom de brief van zes artsen, die Kruisinga's uitspraak ondersteunt? Er leeft bij de jurist een vermoeden via de brief steun te verlenen aan de CHU. Prof. Booij en dr. Esser, medeonderte kenaars, zijn verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. „Voor een toevallige selectie van art sen om Kruisinga te steunen, lijkt mij het christelijke element erg sterk verte genwoordigt". Frenkel: „Beria is dan ook de man die na Stalin nog gelikwideerd is. Boven dien loopt Gunning achter. De heer H. J. Anslinger, hoofd van het Ameri kaanse narcotica-bureau en tot voor kort of nog Amerikaans vertegenwoor diger in de narcotica-commissie van de Verenigde Naties, zegt dat het de Chinezen zijn, die de weerbaarheid van het westen via verdovende middelen willen ondermijnen. Ik mag erbij vertellen, dat in 1840 twee zgn. opium-oorlogen zijn gevoerd door de Engelsen om China ertoe te dwingen de import van opium toe te staan. Bovendien is bekend waar de clandestiene opium vandaan komt. Die komt uit Turkije". Kruisinga We laten nu het interview met dokter Gunning voor wat het is en praten verder over de uitspraak van Kruisinga. Frenkel: „Die uitspraak van Kruisinga komt niet van de conferentie van Malta zei men op het departement. Hij heeft Bewley, psychiater en lid van de drug-commissie in Engeland, verkeerd geciteerd. Bewley is hierover bijzonder boos en heeft zich reeds van Kruisin ga's uitlating gedistantieerd. Kruisinga's uitlatingen zijn ook nader te analyseren. In het begin van het interview spreekt hij over psychische afhankelijkheid. Middenin gebruikt hij het begrip verslaving, dat naar Neder landse farmacologische terminologie juist is, hoewel het spraakgebruik nu juist daar LICHAMELIJKE afhanke lijkheid onder verstaat. Aan het eind van het interview doet Kruisinga dat ook als hij zegt, dat op grond van de verslaving geen verschil kan worden gemaakt tussen hard en soft drugs, terwijl dat onderscheid juist gelegen is in het al of niet ontstaan van lichame lijke afhankelijkheid. Het is goed te weten, dat er deskundi gen zijn die zich van het onderscheid tussen hard en soft drugs distanciëren, omdat bijvoorbeeld cocaine en LSD ook geen lichamelijke afhankelijkheid geven, terwijl het duidelijk is, dat zij onder de hard drugs moeten worden gerekend. Persoonlijk ben ik ervoor om over hennep te praten als het over soft drugs gaat". Onder het hoofd „algemene opmerkin gen" wil mr. Frenkel nog een aantal uitspraken kwijt. „De betrouwbaarheid van regeringsge delegeerden van Arabische landen is vrij gering. In '55 was ik bij een conferentie van de VN die ging over sexuele criminaliteit. De vertegenwoor diger van de FAR zei daar niet de minste last van te hebben. Toen ik de spreker om opheldering vroeg zei hij, dat de politie in de Arabische landen geen sexuele misdrijven rapporteert, omdat zij niet in de statistieken wor den opgenomen. Het zou een juiste houding van de regering zijn het gebruik van canabis niet strafbaar te stellen. De handel, eventueel naar Deens model tot bv. 200 gram, licht straffen als overtre ding, zodat wordt voorkomen, dat het gebruik wordt uitgebreid, zonder dat er vraag naar is". Tenslotte nog de vraag aan Frenkel hoe hij denkt over Morele Herbewape- ning. „Morele Herbewapenmg was een bewe ging die vroeger de Führer tot God uitriep en die nu God tot Führer wü uitroepen". Jan Hein de Groot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1970 | | pagina 11