Het wordt nu wel tijd met
democratisering orkesten
2;
2:
„Laat Gunning eens
komen met bewijs"
ifjgna
m
98
Oecumenische
dienst voor
gehandicapten
Autoshow
TOYOTA
GOOSEN'S
ondenkbaar a,s een diri{?ent ZQnder
§4i
Mr. F. E. Frenkel over "hard"en "soft'
Ontleding van de
"bolle waanzin"
DE HAVENLOODS - DONDERDAG 5 NOVEMBER 1970
Er is verontwaardiging onder de musici van de Nederlandse symfonie-orkesten en
de koorleden van de Nederlandse Omroep Stichting, de Nederlandse Opera en het
Operagezelschap Forum over het uitblijven van verbeteringen in hun maatschap
pelijke positie. Reeds 5 maart van het vorig jaar zijn bij het ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk verlangens kenbaar gemaakt, die
onder meer behelzen: 1) optrekking van de salarissen tot het niveau van
vergelijkbare kunstenaarsgroepen, zoals conservatoriumdocenten eh toneelkun
stenaars; 2) wijziging van de salarisgroepen naar de instrumenten en 3) de
instelling van een overleginstantie, waarin met de regering kan worden onderhan
deld over de arbeidsvoorwaarden voor de orkestmusici en koorvocalisten.
Bij deze actie zijn betrokken het Am
sterdams Philharmonisch Orkest, het
Brabants Orkest, het Concertgebouw
orkest, het Frysk Orkest, het Gelders
Orkest, het Limburgs Orkest, het Ne
derlands Ballet Orkest, het Noordelijk
Philharmonisch Orkest, het Noord-
Hollands Philharmonisch Orkest, Het
Rotterdams Philharmonisch Orkest,
het Utrechts Symfonie Orkest, het
Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland,
het Residentie Orkest, de koren en
orkesten van de Nederlandse Omroep
Stichting, koor en orkest van het
Operagezelschap Forum en het Neder
lands Opera Koor.
In een brief aan de minister wordt op
korte termijn een uitspraak verlangd
waarin de bereidheid tot uitdrukking
moet worden gebracht om, vooruitlo
pend op het gevraagde overleg, de
salarissen van de orkestmusici en koor
leden op te trekken.
Tevens worden in een tweede brief
door de vertegenwoordigers van de
symfonie-orkesten ernstige bezwaren
geuit tegen de opdracht van minister
Klompé aan de Raad voor de Kunst
een herstructurering van het orkesten-
bestel in ons land in studie te nenjen,
ZONDER DAT DE BETROKKEN
MUSICI EN KOORLEDEN DAARBIJ
BETROKKEN ZIJN'
Uit deze actie, die geleid wordt door
de Algemene Nederlandse Organisatie
van Uitvoerende Kunstenaars, een fu
sie van de Algemene Bond van Kunste
naars, het Orkesten Verbond en de
Bond van Dramatische Kunstenaars,
blijkt duidelijk, dat het niet uitsluitend
gaat om een materiële positieverbete
ring, maar ook om een grotere in
spraak in de overheidsbeslissingen. Een
poging dus tot democratisering binnen
het raam van het huidige orkestenbe-
stel.
Het is vooral dit laatste wat mij heeft
geïnspireerd een plan te ontwerpen,
dat een democratisering van het orkes-
tenbestel zelf beoogt. Uitgangspunt
was tevens een informeel gesprek met
de oud-wethouder van Kunstzaken van
de gemeente Rotterdam, drs. J. Ree
horst: een gedachtenwisseling, die mij
geconfronteerd heeft met een aantal
problemen, welke dringend om een
oplossing vragen.
Auto- of democratie
Het eerste probleem is de rechtsvorm
van het orkest. De vraag mag worden
gesteld: Op welke rechtsvorm zijn on
ze Nederlandse orkesten gebaseerd?
Het antwoord luidt: op de stichtings
vorm. Wat is een stichting? Volgens
M. J. Koenen's wordenboek: ,,EEN
LICHAAM MET RECHTSPERSOON
LIJKHEID, GESTICHT TOT EEN BE
PAALD DOEL, MET KAPITAAL
ZONDER LEDEN".
Dit laatste impliceert, dht het bestuur
van een orkest geen verantwoording
heeft tot gevolg dat zij, die het sterkst
betrokken zijn bij de artistieke en
maatschappelijke problemen van hun
beroep, in stichtingsverband tot on-
mondigen worden verklaard.
Deze vorm staat dus een democratisch
beleid in de weg, tenzij het mogelijk is
in de statuten bepalingen op te nemen,
die de stichting tot een modern en
democratisch functionerende instelling
maakt.
Is dit niet te verwezenlijken dan is de
coöperatieve verenigingsvorm te prefe
reren. In deze rechtsvorm berust de
zeggingsmacht bij de leden van het
orkest, die, beter dan bestuursleden uit
de andere sectoren van de maatschap
pij, hun belangen kunnen dienen. In
het buitenland bestaan reeds verschil
lende orkesten op coöperatieve grond
slag, onder mdere de Berliner Philhar-
moniker. Voor Nederland is deze orga
nisatievorm trouwens niet nieuw. Ook
de Rotterdamsche Orkest Vereeniging,
een symfonie-orkest van beroepsmusi
ci, dat van september 1909 tot april
1912 heeft bestaan, was op coöperatie
ve grondslag geschoeid.
Een andere, verouderde opvatting is,
dat het bestuur en de directie van een
orkest uit leden moet bestaan, die een
andere beroepsopleiding hebben geno
ten dan die van musicus. In het bank
bedrijf denkt men er niet aan in de
directie een musicus op te nemen. Dit Wanneer komt een „klaroenstoot" voor
geldt eveneens voor een scheeps- of vernieuwing van de structuur bij onze
industriebedrijf waar men geen arts of kesten?
advocaat aan het hoofd van de econo
mische afdeling stelt.
Doch in de moeilijk te besturen artis
tieke ondernemingen, zoals de symfo
nie-orkesten, toneelgezelschappen,
opera-instellingen en balletten met
haar vele problemen, schijnt het nor
maal te zjjn, dat advocaten, artsen,
ingenieurs en andere academisch gegra
dueerden leidende functies bekleden.
Of zij voor deze taak deskundig zijn of
niet, speelt hierin geen belangrijke rol.
- «i-a-
Wie draagt ze tegenwoordig
nietdie leuke fantasie pan
ties, waarin je niet zo gauw
gaten krijgt en ook geen last
van de kou hebtnu ook
voor de kleinere maten.
Fantasie kinderpanties in 2 ma
ten, passend voor de leeftijd
van 8 tot 16 jaar, in vele hippe
kleuren w.o. paars en oudrose,
nu bij ons voor nog géén drie
gulden.
fantasiepanties
3#*" JSF
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de parterre fanta
sie kinderpanties in 2 maten
(voor 8 tot 16 jaar) in vele
kleuren w.o. oudrose,
paars, zand e
rood
Rotterdamse college van b en w
heeft gevoel voor humor
Z Het Rotterdamse college van bur-
gemeester en wethouders beschikt,
ondanks alle problemen, toch over
gevoel voor humor. Dit kwam naar
ren in de beantwoording van
Z vragen van het gemeenteraadslid
dr. H. Lamberts over de aanwijzing
van Rijnmond tot saneringsgebied.
Dr. Lamberts had aan het college
gevraagd of dit deelde in zijn
vreugde over de reactie van Staats-
jj secretaris Kruisinga op de recente
milieuverontreiniging in het Rijn-
mondgebied. Op die vraag ant-
woordden B. enW.: „Wij verheu-
gen ons steeds, wanneer een lid van
uw raad blij is. Daarom alleen is er
in dit geval sprake van gezamenlij-
ke blijdschap".
m In zijn vraagstelling had dr. Lam-
berts het woord „sanering" verdui-
delijkt door te schrijven, dat „sana-
tio" een ander woord is voor „ge-
Z nezing". B. en W. hebben in hun
I beantwoording dit gebruik ge-
Z volgd. Voor de woorden „recent"
Z en „interventie" gaven zij respek-
tievelijk als vertaling „onlangs" en
Z „tussenkomst", zodat er in vraag
en antwoord geen onduidelijkheid
Z meer overbleef.
Overigens heeft het college geant-
woord, dat het nog niet weet wat
Z de term „saneringsgebied" in dit
Z verband precies inhoudt. De beant-
woording komt er in feite op neer,
dat men rustig afwacht wat er
Z verder gaat gebeuren.
Evenals vorig jaar wordt dit najaar op
8 november een speciale kerkdienst
gehouden voor gehandicapten. Het is
een oecumenische dienst in de Laurens
'cer*c- De dienst
wordt georganiseerd door de Gemeen
schap van Kerken Rotterdam.
UITNODIGING
OP DONDERDAG 5, VRIJ
DAG 6', ZATERDAG 7 EN
ZONDAG 8 NOVEMBER
exposeren wij in ons bedrijf
KORTEKADE 48-52
(Kralingen)
GELEGENHEID TOT
'DEMONSTRATIE
'TAXATIE
'INRUIL
'FINANCIERING
Ik wil niets af- of toedoen aan de
goede bedoelingen van deze heren,
maar een artistieke onderneming is
voor de gemeenschap toch wel van zo
groot belang, dat deze geleid moet
worden door uit het metier gegroeide
deskundige bestuurders en directeuren.
Het wordt dan ook hoog tijd, dat bij
een doorgevoerde democratisering van
het orkestenbestel de stichtingsvorm,
indien mogelijk, wordt gemoderniseerd
en gedemocratiseerd of anders plaats
maakt voor de coöperatieve rechts-
vorm. Dirigent orkest
Een tweede probleem is de verhou
ding: dirigent - orkest.
Tot nog toe wordt een dirigent door
het bestuur benoemd. De orkestleden
hebben hierin geen beslissende stem.
Waarom niet? In een orkest vormen
de musici en de dirigent één geheel,
schuldig is aan de leden van dit orkest want een orkest zonder dirigent is even
orkest. Het onderscheid ligt dan ook
uitsluitend in de functie die beiden in
het orkest vervullen. Er is dus geen
principieel onderscheid.
De vraag is: Waaruit bestaat nu beider
functie? Summier verklaard: de diri
gent coördineert het samenspel en
drukt zijn stempel op het muzikale
geheel. De musici hebben tot taak de
technische moeilijkheden van de parti
tuur te beheersen. Het klinkend geheel
is dus de resultante van beider samen
werking. Daarom dient een dirigent
niet door een bestuur te worden geko
zen, dat uiteraard niet deskundig ge
noeg is de merites van een dirigent te
kunnen beoordelen, maar door de or
kestleden, die dagelijks met hem sa
menwerken en meer deskundig zijn in
de beoordeling van zijn capaciteiten.
(De moeilijkheden bij het Noordelijk
Philharmonisch Orkest zijn hier een
stuk illustraie van).
Maar wat gebeurt nu? In de nog
erkende bestuursvorm scheppen be
stuursleden en directeur rondom de
door hen gekozen en aangestelde diri
gent een imago, dat hem van de musici
vervreemdt.
Het weer wordt langzamerhand
al zo slecht dat buiten spelen
er niet meer bij ismaar met
deze auto met afstandsbedie
ning amuseert Uw zoontje zich
binnenshuis ook best.
Een pracht van een speelgoed
auto, merk Thunderbird, met
afstandsbediening, rijdt zowel
voor- als achteruit, koopt U nu
(zonder de benodigde batterij)
voor nog géén drie gulden.
afstandsbediening
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op onze speelgoed
afdeling, 2e etage, deze fijne
speelgoed-auto met afstandsbe
diening, die zowel voor- als
achteruit rijdt, ong.
16 cm groot
4 batterijen 1.38
Ook maandagmprgen open
Géén tel. of schrift, best
Dit zou hem ontoegankelijk kunnen
maken voor de menselijke en collegiale
verhoudingen in het orkest. Bovendien
wordt zijn macht hierdoor tot onrede
lijke proporties uitgebreid, waarbij het
gevaar bestaat, dat de dirigent mis
bruik maakt van deze hem geschonken
machtspositie. Hij voelt zich immers
door een hem beschermend bestuur
gedekt en kan altijd nog de portefeuil
le stellen, wanneer het bestuur mocht
wankelen bij het nemen van de maatre
gelen, die hij stelt. (Het spekende
voorbeeld hiervan is het opzienbarend
ontslag in het Rotterdams Philharmo
nisch Orkest, dat op op indicatie van
de beide dirigenten Jean Fournet en
Edo de Waart in maart 1960 aan tien
musici is gegeven).
Wordt de dirigent echter door de
orkestleden gekozen zoals de diri
gent zijn musici kiest - dan is hij
maatschappelijk even afhankelijk van
de orkestleden als de orkestleden zijn
van de dirigent. Dit werkt voor beide
partijen preventief, waardoor er een
gezonder evenwicht tussen dirigent en
orkestleden ontstaat: een verhouding,
waaruit een groter wederzijds respect
en erkenning van eikaars capaciteiten
kan groeien.
In dit democratiseringsproces dient
ook de directeur te worden betrokken.
Ook hij moet primair beroepsman zijn.
Iemand die de musici door en door
kent, vooral in hun individuele en
maatschappelijke problematiek. Dus
geen doctorandus in de economie of
jurist met een geheel andere specialisa-
Subsidiëring
In dit democratiseringsplan kan even
min plaats zijn voor onderscheid in
subsidiëring. De klasse-indeling der or
kesten is in ons land steeds een bron
van veel onderlinge strijd en ergernis
geweest.
Nu de Commissie Scholten adviseert
alle symfonie-orkesten in subsidiëring
gelijk te stellen, met uitzondering van
het Concertgebouworkest als nationale
instelling, zijn we al een hele stap
nader tot de materiële gelijkstelling
van onze orkesten. Alleen het onder
scheid, dat voor het Concertgebouwor
kest wordt gemaakt, blijft nog een
doorn in het oog van vele orkesten. De
superioriteit van een orkest moet dan
ook een ARTISTIEKE, niet een MA
TERIELE aangelegenheid zijn.
Elk orkest, hetzij grootstedelijk of
provinciaal, heeft naar zijn aanleg en
roeping in de mur^fkculturele ontgin
ning van Nederland zijn hoeveelheid
artistieke arbeid te verrichten in de
stad van vestiging en haar omgeving.
Het verschil bestaat alleen hierin, dat
elk orkest een andere taak in dit
culturele vlak te vervullen heeft, waar
voor een speciale geschiktheid nodig is
Een geschiktheid, die door geen ander
orkest met evenveel succes verbeterd
of geëvenaard zou kunnen worden.
De klasse-indeling van de maatschappij
behoeft dan ook beslist geen afspiege
ling te vinden in het orkestenbestel,
waar een beter gesubsidieerd orkest
nog steeds een bedreiging vormt voor
de lager gesubsidieerde orkesten, die
hun top-krachten aan de hoger gesubsi
dieerde orkesten verloren zien gaan.
KUNST MOET WORDEN BETAALD,
OMDAT OOK DE KUNSTENAAR IN
ONZE MAATSCHAPPIJ MOET LE
VEN. MAAR DE WEDIJVER IN BE
KWAAMHEID MOET ONDER ALLE
OMSTANDIGHEDEN EEN ARTIS
TIEKE BLIJVEN, OMDAT EEN OR
KEST NIET MET EEN HANDELSON
DERNEMING KAN WORDEN VER
GELEKEN.
Bovendien moet in een democratische
maatschappij aan elk orkest de moge
lijkheid zijn voorbehouden op artistiek
terrein te kunnen excelleren. Eén of
meerdere orkesten met een hogere
subsidie al bij voorbaat van deze supre
matie te verzekeren, is in strijd met de
democratiseringsgedachte en vrije con
currentie, die toch de grondslag vor
men van onze maatschappij.
ALLEEN DIENT DE SUBSIDIE-TOE
KENNING ZODANIG TE ZIJN, DAT
DE HONORERING VAN DE SYMFO
NIE-MUSICUS GELIJK WORDT GE
STELD MET DIE VAN EEN LE
RAAR AAN HET MIDDELBAAR
ONDERWIJS.
Resume
Resumerend dienen de navolgende wij
zigingen in het orkestenbestel te wor
den aangebracht:
1) De stichtingsvorm dient zo mogelijk
te worden gereorganiseerd tot een de
mocratisch functionerend lichaam of
plaats te maken voor de organisatie
vorm van de coöperatie.
2) de keuze en benoeming van de
dirigent moet mede worden bepaald
door de orkestleden.
3) de subsidiëring dient voor alle or
kesten zonder uitzondering gelijk te
zijn, waardoor de mogelijkheid tot
artistieke suprematie voor elk orkest
open blijft. De subsidiëring moet ech
ter een verhoging van het salaris moge
lijk maken; een honorering, die in
overeenstemming zal zijn met de maat
schappelijke status van de symfonie
musicus.
4) het aantal orkesten in Nederland
dient op basis van het bestaande ge
handhaafd te blijven. Dus geen vermin
dering van dit aantal, zoals door enke
len wordt gesuggereerd. De muziekcul-
turele ontginning van geheel Nederland
is van te essentieel belang om hiervan
enkele provincies uit te sluiten, wat
met een vermindering van orkesten
onvermijdelijk is.
IDO EYL
In onze krant van donderdag 15 oktober publiceerden wij een
interview met de Rotterdamse huisarts K. F. Gunning als medeonder
tekenaar van een brief, waarin de uitlating van staatssecretaris
Kruisinga over hard en soft drugs werd toegejuicht. De mening van
Gunning kwam erop neer, dat een medisch onderscheid tussen hard
en soft drugs niet is vol te houden. Wij hebben bij dat interview geen
commentaar geleverd, omdat de uitlatingen van dokter Gunning zó
voor zichzelf spraken, dat elk woord erover overbodig leek. Van een
enkele kant is ons dat verweten, omdat „er toch maar een dokter aan
het woord was en voor vele mensen het woord van een arts nog altijd
wet is".
Eén van deze reacties kwam van mr. F. E. Frenkel, wetenschappelijk medewerker
aan de juridische faculteit te Rotterdam en één van de eerste Nederlandse juristen
die over soft drugs publiceerde in het Nederlands tijdschrift voor Criminologie
(1965).
Voordat we bij Gunning terecht ko
men, stelt mr. Frenkel de uitlating van
Kruisinga (er is geen onderscheid te
Alle meisjes, al zijn ze nu groot
of klein, willen graag leuke
nachtkleding hebben.... daarom
zal deze vlotte pyjama zeker
bij hen in de smaak vallen.
Moderne meisjespyjama van be
haaglijk warme keper flanel in
een leuk bloemdessin koopt U
nu bij ons in een fijne kleur
lila voor buitengewoon lage
104
116-128
140-152
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de parterre deze
keper flanellen meisjespyjama
in lila bloemdessin, maten 104,
116-128, 140-152 en 164, nu
extra voordelig.
Ook maandagmorgen open
Géén tel. of schrift, best.
A. Kruisinga is bang, dat de voorlich
ting suggereert, dat er geen enkel
bezwaar is tegen het gebruik van soft
drugs.
B. Kruisinga is van mening, dat er door
niemand anders dan door hem (de
overheid) over soft drugs dient te
worden gesproken.
Voor deze laatste mening pleit een
brief die het Rijks Instituut voor de
Volksgezondheid aan de humanistische
stichting Socrates schreef in antwoord
op een verzoek deel te nemen aan een
forum over soft drugs. De brief, onder
tekend door de directeur van het Riiks
Instituut, prof. dr. R. Gispen, luidt:
„Naar ik aanneem wordt door u met
„soft drugs" bedoeld stoffen met hal-
lucinogene werking of bepaalde verdo
vende middelen.
De motieven om een conferentie te
organiseren over verschillende implica
ties van het gebruik van zulke stoffen
zijn mij niet duidelijk. Een legaal
gebruik, anders dan op medisch voor
schrift, is in Nederland niet mogelijk.
De gevaren van clandestien gebruik
zijn bekend.
Wij zijn niet bereid als instituut mede
werking te verlenen aan een conferen
tie, waarvan de doelstelling ons ont-
gaat" Harde lijn
Daar kan je het dan mee doen: over
soft drugs behoort niet gepraat te
worden.
Mr. Frenkel rekent het tot de moge
lijkheden, dat Kruisinga's uitspraak
een politieke bedoeling heeft gehad,
liggend in het verlengde van „de harde
lijn" in de gezagsuitoefening.
Frenkel: „Hij is acht jaar in Marokko
geweest en hij komt met één voorbeeld
waarbij hij geen enkele verificatie
geeft"'
Gunning stelde, vanuit zijn universi
taire studie onbekend te zijn met
drugs. Over zijn ervaring in Marokko
zei hij: „In Marokko stond vast, dat
kif in zijn gevolgen schadelijk was".
Verder vertelt hij gehoord te hebben
over publicaties in Amerika, waarin
üchamelijke veranderingen na het ge
bruik van marihuana zijn beschreven.
Frenkel: „Gunning zegt geen ervaring
uit zijn studietijd te hebben. Er is dus
sprake van geen enkele persoonlijke
kennis van zaken. Dat vind ik buiten
gewoon weinig voor iemand die acht
jaar arts is geweest in Marokko en zich
daarop nu beroept. De genoemde pu
blicaties in Amerika kent hij zelf niet
eens, hij heeft ervan gehoord.
Zijn „eigen" Wereld Gezondheidsorga
nisatie heeft overigens uitgesproken,
dat het gebruik van canabis-produkten
geen lichamelijke veranderingen te zien
geeft".
Waar Gunning de relatie tekent tussen
het loslaten van sexuele discipline en
de ondergang van een beschaving, te
kent Frenkel aan:
„Daar is intussen (ik wil voorzichtig
zijn) toch wel meer over geschreven
dan datje nu deze relatie zo eenvoudig
kunt stellen".
Gunning hield vervolgens een verhaal
over de sexuele ongebondenheid en de
innerlijke slapte van Sovjet Rusland.
Frenkel: „Laat Gunning eens komen
met een bewijs. In 1920 was Lenin het
al niet eens met een wetgeving, waarin
bv. het huwelijk niet meer was dan een
administratieve formaliteit.
Frenkel: „Laat Gunning eens komen
met een bewijs. In 1920 was Lenin het
al niet eens met een wetgeving, waarin
bv. het huwelijk niet meer was dan een
administratieve formaliteit.
Dat was niet zijn opvatting van het
marxisme. In 1922 en 1926 is de hele
zaak enorm teruggedraaid. Er werd een
Sovjet strafrecht ingevoerd naar tame
lijk Europees model. In 1934 werd
zelfs de homosexualiteit onder volwas
senen weer strafbaar gesteld. Dat zal
Gunning als Morele Herbewapenaar
zeker interesseren.
Onjuist
Zijn verslag over de Duitse veldtocht in
Rusland is bovendien volstrekt onjuist.
In de winter van '40-'41 was het al
bijna mis voor Duitsland".
Gunnings verhaal over de ondergang
van Rome doet Frenkel aldus af
„Deze indeling van de geschiedenis van
Rome is in ieder geval een interpretatie
die voor rekening van de heer Gunning
kan blijven. Ook uit eigen ervaring
zeker, wil ik er wel sarcastisch bijzeg
gen. En ik wil erbij aantekenen, dat
een moralistisch schrijver als Otto Kie-
fer in zijn „Sexual life in ancient
Rome" stelt, dat de Romeinen in de
keizertijd na Christus voor zichzelf de
legende hebben uitgevonden van de
uiterst kuise Romeinen".
(Uiterst kuis noemen latere generaties
de voorvaderen graag om bv. eigen
zedelijkheidswetten te motiveren. In
Nederland wordt van tijd tot tijd
gewezen op de kuisheid en de gods
vrucht van vorige geslachten, waarin
die uit de 17e eeuw de kroon spannen.
Dan ontlenen we „de bolle waanzin" Wie Bredero leest, leert anders. Maar
in het interview met Gunning. wie leest Bredero?
Dokter Gunning vertelde acht jaar in Dan Gunnings verhaal over Beria, „die
Marokko te zijn geweest en daar een indertijd opdracht heeft gegeven de
jangen te hebben gekend die aan het moraliteit in het westen te ondermij-
gebruik van kif ten gronde ging. nen en de normen op sexueel gebied
En waarom de brief van zes artsen, die
Kruisinga's uitspraak ondersteunt? Er
leeft bij de jurist een vermoeden via de
brief steun te verlenen aan de CHU.
Prof. Booij en dr. Esser, medeonderte
kenaars, zijn verbonden aan de Vrije
Universiteit van Amsterdam.
„Voor een toevallige selectie van art
sen om Kruisinga te steunen, lijkt mij
het christelijke element erg sterk verte
genwoordigt".
Frenkel: „Beria is dan ook de man die
na Stalin nog gelikwideerd is. Boven
dien loopt Gunning achter. De heer
H. J. Anslinger, hoofd van het Ameri
kaanse narcotica-bureau en tot voor
kort of nog Amerikaans vertegenwoor
diger in de narcotica-commissie van de
Verenigde Naties, zegt dat het de
Chinezen zijn, die de weerbaarheid van
het westen via verdovende middelen
willen ondermijnen.
Ik mag erbij vertellen, dat in 1840
twee zgn. opium-oorlogen zijn gevoerd
door de Engelsen om China ertoe te
dwingen de import van opium toe te
staan. Bovendien is bekend waar de
clandestiene opium vandaan komt. Die
komt uit Turkije".
Kruisinga
We laten nu het interview met dokter
Gunning voor wat het is en praten
verder over de uitspraak van Kruisinga.
Frenkel: „Die uitspraak van Kruisinga
komt niet van de conferentie van
Malta zei men op het departement. Hij
heeft Bewley, psychiater en lid van de
drug-commissie in Engeland, verkeerd
geciteerd. Bewley is hierover bijzonder
boos en heeft zich reeds van Kruisin
ga's uitlating gedistantieerd.
Kruisinga's uitlatingen zijn ook nader
te analyseren. In het begin van het
interview spreekt hij over psychische
afhankelijkheid. Middenin gebruikt hij
het begrip verslaving, dat naar Neder
landse farmacologische terminologie
juist is, hoewel het spraakgebruik nu
juist daar LICHAMELIJKE afhanke
lijkheid onder verstaat. Aan het eind
van het interview doet Kruisinga dat
ook als hij zegt, dat op grond van de
verslaving geen verschil kan worden
gemaakt tussen hard en soft drugs,
terwijl dat onderscheid juist gelegen is
in het al of niet ontstaan van lichame
lijke afhankelijkheid.
Het is goed te weten, dat er deskundi
gen zijn die zich van het onderscheid
tussen hard en soft drugs distanciëren,
omdat bijvoorbeeld cocaine en LSD
ook geen lichamelijke afhankelijkheid
geven, terwijl het duidelijk is, dat zij
onder de hard drugs moeten worden
gerekend. Persoonlijk ben ik ervoor
om over hennep te praten als het over
soft drugs gaat".
Onder het hoofd „algemene opmerkin
gen" wil mr. Frenkel nog een aantal
uitspraken kwijt.
„De betrouwbaarheid van regeringsge
delegeerden van Arabische landen is
vrij gering. In '55 was ik bij een
conferentie van de VN die ging over
sexuele criminaliteit. De vertegenwoor
diger van de FAR zei daar niet de
minste last van te hebben. Toen ik de
spreker om opheldering vroeg zei hij,
dat de politie in de Arabische landen
geen sexuele misdrijven rapporteert,
omdat zij niet in de statistieken wor
den opgenomen.
Het zou een juiste houding van de
regering zijn het gebruik van canabis
niet strafbaar te stellen. De handel,
eventueel naar Deens model tot bv.
200 gram, licht straffen als overtre
ding, zodat wordt voorkomen, dat het
gebruik wordt uitgebreid, zonder dat
er vraag naar is".
Tenslotte nog de vraag aan Frenkel
hoe hij denkt over Morele Herbewape-
ning.
„Morele Herbewapenmg was een bewe
ging die vroeger de Führer tot God
uitriep en die nu God tot Führer wü
uitroepen". Jan Hein de Groot.