"Hopelijk past
alles s
Ex-vormer Van de Weghe:
Waterstaat
goed af met
buitennissige
medewerker
Reisbeurs in
Den Haag
Gemeentelijke indeling
V oorne-Putten-Rozenburg
voorlopig vastgesteld
HAVENLOODS, DINSDAG 12 JANUARI 1971
„Begrijpt u me goed. Als vormer heb ik me nooit één dag verveeld.
Mijn beroepskeuze is dus wel degelijk goed geweest, hoewel ik van
diverse kanten weieens de opmerking krijg, dat ik mijn roeping ben
misgelopen. Bijvoorbeeld in Den Haag bij Waterstaat heeft iemand mij
eens gezegd: Joh, waarom ben je geen veertig meer? Ergens, als de
heer M. K. A. van de Weghe dit alles vertelt, voel je toch, dat hij
achteraf zijn leven anders heeft gewild.
Geboren in 1904 belandde hij als twintigjarige midden in de moeilijke
crisisjaren en dan was je al blij, dat je werk had. Toen hij met zijn
vrouw vanuit het Zeeuwse Middelburg naar Landsmeer onder de rook
van Amsterdam verhuisde om als werknemer bij de Amsterdamse
NDSM te gaan werken was lhj een tevreden man. Als vormer
bemoeide hij zich met de grote klussen. Stukken van 20 of 30 ton. In
zijn vrije tijd las hij het vakblad „De Ingenieur", waaruit hij vooral de
artikelen lichtte, die handelden over de waterbouwkunde.
De zich in hart en nieren Zeeuw
voelende nieuwbakken Amsterdammer
verloochende zijn afkomst niet. Alles
wat met het water te maken had kreeg
Zijn interesse. Vooral het waterverkeer
op de vaderlandse rivierarmen. Hij legt
het zq uit: Waterbouwkunde is daar
om zo fascinerend, omdat je met een
kracht te maken hebt die eigenlijk niet
te begrijpen is. De natuurkrachten zijn
zo onberekenbaar en sterk, dat je
voortdurend attent moet zijn wil je het
gevecht met het water niet verliezen.
Als je iemand bijvoorbeeld vertelt, dat
een Zandplaat op de Westerschelde
nooit op dezelfde plaats ligt, beginnen
de mensen te lachen. Ze geloven je
gewoon niet. Toen ik in februari 1953
door het Amsterdamse Sarfatipark liep
en ik dacht, dat de bomen op me
zouden neerkomen en ik 's avonds
bovendien door de radio werd geïnfor
meerd over de vreselijke watersnood
ramp die het land had getroffen, werd
mijn belangstelling voor eens en voor
altijd gevangen door de Nederlandse
waterhuishouding en in het bijzonder
die in het Deltagebied. Bij het aanne
men van het Deltaplan (1956) beheer
ste mij dan ook maar één gedachte: dit
is mijn doel, dit moet ik op de voet
volgen. Vanaf die tijd heb ik alles
bijgehouden wat in de kranten en in de
vakliteratuur over dit onderwerp ver
scheen. Overigens loop ik er momen
teel een jaar of vijf mee achter".
Wel eens eng
Klopte niets van
Geen wonder, want Van de Weghe
deed meer dan alleen het bijhouden
van een soort knipseldienst en het
schrijven van memoires over de Delta
werken. Acht jaar geleden begon hij
aan een hobby, die zoals hij zegt:
„begonnen is als een sneeuwballetje,
maar nu zo groot is, dat hij de voor
deur niet meer doorkan". Hij bouwde
namelijk vanaf een foto de stormke-
ring in de Hollandse IJssel na. Geen
zielig karweitje.
Toen de maquette bijna klaar was
werd hij evenwel een beetje ongerust,
want de stormkering had hij nog nooit
in werkelijkheid gezien. Vandaar dat ie
zich ter plaatse een keer wilde oriënte
ren. De schrik sloeg hem die gedenk
waardige dag om het hart bij het in de
verte zien der vier torens van de
stormkering. Van de Weghe: „Ik kon
zo al zien, dat mijn torens helemaal
niet met de werkelijke overeenstem
den. Er klopte niets van. De maten
waren totaal anders. Na veel gepraat
kreeg ik toestemming om met mijn
duimstok de breedte en diepte van de
torens op te meten, zodat ik me met
de gegevens die ik uit diverse lectuur
verzamelde een aardig totaalbeeld van
de torens kon vormen. Thuisgekomen
heb ik de torens, die ik al klaar had, in
de kachel gegooid en een nieuw model
(schaal 1:100) gemaakt. Er zijn onge
merkt zo'n 2200 manuren in gaan
zitten, terwijl het eindresultaat 400
kilo zwaar was".
Maar het werkstuk was dan ook onge
kend fraai. Met het beste materiaal dat
er was, beschikbaar gesteld door zijn
werkgever, verwezenlijkte hij een ge
trouwe schaalkopie. Zo getrouw, dat
hoofdingenier N. Biezeveld, onder
meer belast met de afsluitingen van de
Oosterschelde en het Brouwershaven-
sche gat, bij het alleen al zien van
foto's van het model ing. W. Metzelaar,
hoofd Deltavoorlichtingsdienst, belde
met het verzoek eens poolshoogte te
gaan nemen in Landsmeer. Het aanbod
van Van de Weghe om het werkstuk als
geschenk aan Rijkswaterstaat aan te
bieden voor het vele en mooie werk
gedaan voor de Zeeuwse en Zuidhol
landse eilanden, zal daaraan niet
vreemd zijn geweest. Niet te beschrij
ven is dan ook de trots van de hobby
ist geweest toen hem werd medege
deeld, dat „zijn" stormkering een
plaatsje zou krijgen in het Museum
voor het Onderwijs te 's Gravenhage,
waar het vier jaar heeft gestaan.
Meteen na deze eersteling begon hij
aan zijn tweede object, de Spijkenisse
brug die hij eigenlijk, zoals hij zelf
zegt, er tussendoor vervaardigde en wel
om de volgende Teden: „Ik heb deze
brug gemaakt, omdat er in de toe
komst nog maar weinig stalen bruggen
zullen zijn. Dit soort bruggen is aan
het uitsterven. Ze kosten veel te veel
geld aan onderhoud".
Beide kunstwerken, zo mogen we ze
langs de neus weg zonder tegenspraak
wel noemen, staan nu opgeslagen in
een loods te Zierikzee, die onder het
onmiddellijke toezicht van de heer
Biezeveld staat. Er wordt voor beide
projecten nog een blijvende passende
plaats gezocht.
quettevorm bouwen. Een karwei, dat
niet alleen in arbeidsloon uitgedrukt
erg veel geld kost, maar zeker ook in
werkmaterialen. De overstelpende kos
ten vormden aanvankelijk een onover
komelijk bezwaar. Een bezwaar, dat de
mensen van Waterstaat vol bewonde
ring voor zijn twee eerder geleverde
prestaties voor hem wegnamen: met
de materialen zat het oké, maar voor
de werkzaamheden mochten zij helaas
geen geld geven. En de idee nam
langzamerhand duidelijke vormen aan.
De bouwput in het Haringvliet zou in
al' zijn fasen, van het allereerste begin
tót het eindresultaat, worden weerge
geven en 15 meter lang en viereneen-
halve meter breed worden opgebouwd
uit drie banen van tweeëntwintig stuk
ken. Van de Weghe: „Eigenlijk mag je
in dit geval niet meer van maquette
bouw spreken, maar moet je van mo
delbouw spreken, omdat alles uiterma
te nauwkeurig berekend moet worden,
wil het passen en kloppen. Alleen met
het maken van tekeningen op schaal
(1:100) ben ik anderhalf jaar bezig
geweest. Mijn bouwputmaquette met
de verschillende bouwfasen moet later
als studieobject kunnen dienen voor
mensen, die er belang bij hebben.
Daarom heb ik ook niet iets willen
nabouwen wat klaar' is, want dan
kunnen de mensen beter naar de origi
nele uityoering gaan kijken. Nadat de
tekeningen af waren heb ik ze opge
stuurd naar Den Haag, want echt, soms
vind ik het wel eens angstig wat ze
allemaal niet aan me toevertrouwen. In
het echt werken er duizenden aan zo'n
bouwwerk en ik moet het helemaal
alleen doen. Hoe het ook zij, op de
werktekeningen was niets aan te mer
ken. Ik mocht mijn gang gaan".
Zeven fasen
Op 15 december is het precies vier
jaar, dat de heer Van de Weghe alweer
bezig is met de bouwput. Nu hij
verleden jaar gepensioneerd is heeft hij
zijn handen helemaal vrij gekregen
voor zijn tweede werkkring. Zeven
fasen moet zijn gigantische schaalmo
del straks aan de mensen tonen:
het heien van de palen in de put, de
werkvloer met bekisting met het
vlechtwerk van de sluisvloer,
het moment waarop de peilers 16
cm. hoog zijn (in werkelijkheid van
zelfsprekend 16 meter, tweederde deel
van de totale hoogte),
de betonfabriek op de sluisvloer en
het maken van Nablaliggers (driehoeki
ge brugconstructies van gespannen be
ton. zo genoemd naar een Arabisch
letterteken van deze vorm),
het stellen van de jukken, waarin de
Nablaliggers passen,
open machinekamers (er zijn 17
sluizen en elke sluis heeft vier machi
nekamers), waarin de hydraulische
werking Van de schuiven kan worden
bekeken,
het noorderlandhoofd over de leng
teas gehalveerd, zodat alles gezien kan
worden en
vier kant en klare Ruizen grenzende
aan het zuiderlandhoofd met op dit
landhoofd het bedieningsgebouw.
De boel vol
En dan te bedenken, dat Van de
Weghe dit alles presteert met behulp
van handwerktuigen. De boor is het
enige mechanische instrument, dat
hem behulpzaam is. Zijn werkplaats is
een piepklein zoldertje, waarover hij
zegt: „Als ik acht delen klaar heb
moeten ze worden weggehaald, want
dan zit de boel boven vol. Alle stukken
worden voorlopig in Zierikzee opgesla
gen. Wanneer alles klaar is - de bedoe
ling is volgend jaar wordt het in
elkaar gezet. En dan moet de lol pas
komen, dat het niet past bijvoor
beeld".
Onofficieel is de uiteindelijke plaats
van het bouwsel ,al bekend. Naast het
bedieningsgebouw op het zuiderland
hoofd zal naar alle waarschijnlijkheid
nog een gebouwtje komen, waarin het
zal worden opgesteld om de mensen te
tonen hoe alles in zijn werk is gegaan
en hoe dat gedeelte er nu uitziet, dat
zich onder water bevindt. En dat is
zelfs tweederde van het totaal. „Echt
ik zie het in mijn gedachten soms al
staan", glundert Van de Weghe. „Het
is toch iets om je geweldig te doen
voelen. Je hebt misschien iets gemaakt,
dat voor duizenden en duizenden, wie
weet uit binnen- en buitenland, van
nut kan zijn. Als dit af is, dan ga ik
weer aan een ander object beginnen,
want het modelbouwen laat me niet
meer los. Ik ben al door enige mensen
benaderd. Het is voor mij een hobby
geworden die ik hoop te kunnen blij
ven beoefenen tot het eind van mijn
leven".
In feite is de knutselwereld na de
pensionering voor ex-vormer Van de
Weghe zonder dat hij het zelf be
seft - zijn werk geworden en het
bijhouden van zijn Deltamemoires zijn
hobby. En dat Waterstaat eigenlijk wel
blij mag zijn met deze enthousiaste
liefhebber is zonder meer duidelijk als
u bijvoorbeeld weet, dat de grootse,
doch onnauwkeurige maquette van Ha-
vodam gemaakt in het kader van de
Rotterdamse manifestatie C'70 twee
miljoen gulden heeft gekost. Om met
Van de Weghe te spreken en te zwij
gen: ..Dan hoef ik u niets meer te
H. v. C.
De Spijkenisse brug.
De heer Van de Weghe: soms vind ik bet wel een beetje eng
Een kantelwagen met een rek Nablaliggers.
Wie gedacht had, dat de zo langzamer
hand met het inzicht van een water
bouwkundige werkende vormer tevre
den was met de resultaten van zijn
tweede vak, kwam bedrogen uit. Eén
wensdroom heeft hem namelijk altijd
bezield: eens de Deltawerken in ma-
De waterkering in de Hollands IJssel.
„Vrouw met vakantie" is het motto
van de tweede internationale Reis
beurs, die van 22 tot en met 26 januari
1971 in het Haagse Houtrust wordt
gehouden.
Dit motto komt onder meer tot uiting
in de fototentoonstelling die aan de
Reisbeurs is gekoppeld en waarvoor
reeds meer dan 1200 inzendingen zijn
ontvangen.
Daarnaast biedt de tweede Reisbeurs
een bonte minikeus uit wat de Neder
landse toeristische industrie de vakan
tieganger heeft te bieden. Verder
dagelijks folkloristisch amusement
(onder andere authentieke Tunesische
groep), modeshows en toeristische
films. Het audio-visuele karakter van
diverse presentaties zal aan de tweede
Reisbeurs een bijzonder levendig
karakter geven. Tenslotte kan de
bezoeker in één van de exotische
restaurants genieten van een culinair
voorproefje van zijn vakantie.
De gemeentelijke herindeling van Voorne, Putten en Rozenburg heeft haar
voorlopige definitieve gezicht gekregen. In overleg met de minister van
binnenlandse zaken. mr. H. K. J. Beernink, hebben de Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland de volgende mogelijke oplossingen nader bezien: de vorming van
één gemeente voor geheel Voorne en Putten; de vorming van twee gemeenten, die
gescheiden worden door het kanaal van Voorne en de vorming van drie
gemeenten te weten Brielle. Hellevoetsluis en Spijkenisse.
Tegen de radicale ingreep de vor
ming van één gemeente - rees als
voornaamste bezwaar dat geen duide
lijke hoofdkern kon worden aangewe
zen, hetgeen het logische gevolg heeft
dat de bevolking niet duidelijk beseft
tot welke centra zich te moeten rich
ten. Dit zou er toe leiden dat moeilijk
voldoende contact tussen gemeentebe
stuur en inwoners tot stand zou ko
men. Voor het tweede voorstel - het
vormen van twee gemeenten - gold als
bezwaar dat er met name voor Helle
voetsluis een onduidelijke situatie ge
creëerd zou worden. Het ontstaan van
spanning over de kwestie welke van de
twee steden Brielle en Hellevoetsluis
de hoofdkern op het westelijke deel
van het eiland zal gaan vormen is
allerminst denkbeeldig in een dergelijk
geval.
Hei laatste punt is dus als het meest
ideale bestempeld. Het scheppen van
een drietal eenheden van voldoende
importantie, elk met een zeer duidelij
ke en voor de bewoners op een redelij
ke afstand gelegen kern met een eigen
karakter, moet de ontwikkeling van
Voorne, Putten en Rozenburg besten
digen.
Brielle zal worden uitgebreid met de
huidige gemeenten Oostvoorne, Vier-
polders en Zwartewaal. alsook met het
ten westen van het kanaal door Voor
ne gelegen gedeelte van de gemeente
Heenvliet. Hellevoetsluis zal worden
uitgebreid met Oudenhoorn, met het
tot het territoir van Zuidland behoren
de gebied „de Beningen" alsmede met
de gemeente Rockanje. (Gedeputeerde
Staten zijn van mening dat samenvoe
ging van Rockanje met de gemeenten
Oostvoorne en Brielle minder zin,
heeft, aangezien de aard van de recrea
tie van Oostvoorne een toenemende
oriëntering van deze gemeente op de
Brielse Maas waarschijnlijk maakt. Een
samenvoeging van Oostvoorne met
Rockanje wordt verworpen, omdat het
bolwerk van krachtige gemeenten dan
weer afgezwakt zal worden. Bovendien
zal de recreatieve betekenis van Oost
voorne waarschijnlijk afnemen). Dit
plan is in overeenstemming met de bij
Gedeputeerde Staten levende gedachte
dat, waar mogelijk de recreatiegebie
den, welke in eerste instantie voor een
stedelijke bevolking zijn bedoeld, ook
binnen het territoir van de stedelijke
gemeente moeten zijn gesitueerd.
Spijkenisse zal worden uitgebreid met
de gemeenten Geervliet en Abben-
bioek en met gedeeltes van de gemeen
ten Heenvliet en Zuidland.
Alle betrokken gemeenteraden zijn van
de plannen op de hoogte gesteld en
zullen binnen drie maanden hun me
ning omtrent het drie-kernen-voorstel
bekend moeten maken.
VOGELTENTOONSTELLING - In
verband met het uitbreken van de
vogelpest kan de 75e tentoonstelling
van pluimvee, duiven en konijnen, die
op 15, 16 en 17 januari in de Haagse
Houtrusthallen zou worden gehouden,
geen doorgang vinden.
Iet spijt ons dat soms de indruk gewekt
'ordt dat alleen stenotypistes bij Ons
-'recht kunnen. Alle ervaren (en let u wel
p dat woord ervaren) kantoorkrachten,
oals typistes, ponstypistes, corresponden-
.d. werken graag bij Stenotyp, hét
adres waai
niet veel is,
et dat alleci
t eenvoudig gereëdscHap een onge kend"resultaat.
mechanische gereedschap.