'Valt wel mee',zeiden ze... 59.75 WILT U.... 1 DE HAVENLOODS DONDERDAG 14 JANUARI 1971 Ét5'* - i.-/ machinaal smyrna 135x165cm opruiming opruiming Ik was van mening: dat kan nooit iets worden, temeer daar ik 'n zeer slecht spreker ben en daardoor de dingen soms verkeerd zeg of slecht kan uiten. Men heeft de films bij ons eerst voor- gedraaid. Mijn medebroeders waren er voor het merendeel bij en de kritiek die erop volgde was niet mals. Zo merkte iemand op dat dit leven hier op aarde teveel inspiratie. Moderne ver schijnselen als druggebruik zijn voor een deel een reaktie hierop; een krachttoer als 't zo is, zou ik dit graag hier wat recht willen trekken. Vooral daarom, omdat ik altijd zo blij en dankbaar ben voor 't leven reeds hier op aarde. Geen woord van Christus heb ik in m'n leven zo duidelijk ervaren als: „Wie vrouw en kinderen, vader en moeder, huis en akkers etc. om mijn Naam verlaat, zal het hon derdvoud ontvangen en 't eeuwige leven hiernamaals". Dat laatste moet ik natuurlijk nog afwachten, maar dat eerste ja, hoe waar is dat Is deze correctie sterk genoeg? Dr. K. J. Kraan Twee weken geleden ontstond er bij de elektriciteitscentrale van de PNEM te Geertruidenberg een lek in een tank, waardoor dikke stookolie in de Amer vloeide. Aanvankelijk verklaarde men, dat er niets aan de hand was, omdat de olie te dik was om zich zodanig te verspreiden, dat het water in ernstige nate vervuild zou worden of dat de vogels gevaar liepen. Dat was twee veken geleden. Nu zijn er op en langs le Amer geen vogels meer te vinden. Volgens de heer L. Jans, coördinator van de actie om de vogels te redden, lijn alle vogels omgekomen. Dp vele manieren heeft men getracht de olie uit de rietkragen langs de Amer te krijgen. Men is de smurrie met grote grijpers te lijf gegaan, maar het mocht niet baten. Maandag werd een nieuwe poging ondernomen. Rijkswaterstaat had op de olie een middel gestrooid, waardoor de brij beter brandbaar moest worden. Toen werd de zaak aangestoken. Het resultaat was een dikke roetende rookwolk, erger dan honderd fabrieksschoorstenen tegelijk kunnen produceren. Het resultaat was, dat slechts enkele kilo's olie over een afstand van nauwelijks dertig meter verbrandden. Toch moest men ook deze poging stopzetten. Ook in een ander opzicht zijn de sussende woorden, die men aanvanke lijk sprak, geloogenstrafd. In de haven van Hank heeft men ook reeds olie aangetroffen, die daar via de Biesbos moet zijn gekomen. Twee weken gele den werd beweerd, dat dit niet zou gebeuren. Met een triest gezicht zit de heer J. Vos, beheerder van het Vlaardings dierentehuis voor olieslachtoffers, bij enige vogels, die slachtoffer zijn gewor den van de olie en niet meer te redden waren. Meer geluk hebben de witte ganzen - dat zijn die zwarte vogels - die in het dierentehuis zitten bij te komen van de schrik. PRATEN OVER LIJST EN SCHILDERIJ De N.C.R.V.-uitzending „Bomans in Triplo", die zondag werd herhaald, was één van de beste Nederlandse t.v.-programma's die we de laatste tijd hebben gezien. Godfried Bomans interviewde zijn broer Arnold, die tientallen jaren in het Trappistenklooster in Rucphen bij Zundert is opgenomen en zijn zuster Wally, die sinds 1929 lid is van de Borromeüs-congregatie in Maastricht en ziekenhuiswerk doet. Juist door de familie-relatie kon Bo- 5 diep en kritisch vragen, zonder onbeschaamd te wezen of te schijnen. En de herinnering aan een belevenis uit hun ouderlijk huis of een geestige woordspeling bracht telkens even ont spanning, als de sfeer al te zwaarwich tig en geladen zou kunnen worden. We zouden deze uitzending van Jan van Hillo op één lijn willen stellen met het programma, dat Bregstein maakte met wijlen prof. Presser en dat terecht onderscheiden werd. Het lijkt dat via de televisie vaak personen veel beter zijn over te brengen dan zaken. Mij trof vooral het feit, dat concentra tie op het gebed een menselijke adel en een diepe zekerheid, een groot geluk en een volhardende offerbereidheid blijkt te kunnen wekken, die niet alleen uit een sterk karakter kan wor den verklaard. Het meef t bleven mij bjj de opmerkingen, die Wally (in het klooster zuster Borromée geheten), maakte over haar deelname aan ver schillende gespreksgroepen. Op de vraag van Godfried, of ze alle ontwikkelingen volgt, antwoordt zij: „Ja, zoveel mogelijk. Ik lees erover, in boeken, tijdschriften en kranten, ik doe mee aan discussiegroepen. Soms intiem, je wordt of onbegrijpelijk of je stelt je aan. Ook moet je niet denken dat ik die discussies niet nodig of vruchtbaar vind. Als ik inzien dat het zo niet langer meer kan, dan geef ik toch toe dat er iets gebeuren moet. Maar daar heb je het nu. Die correcties moeten vanuit de warmte komen. Je moet voelen als zo iemand opstaat: Die is vol van God.' Is hij dat niet, dan kan alles wat hij zegt waar zjjn, maar het helpt niet. Hij spreekt vanuit een afwezigheid. En die blijft, ook al gaat het allemaal door wat hij voorstelt. Hetzelfde heb ik als ik over zulke dingen lees. Wat is dat knap bedacht, denk ik, ik wou dat ik het zo zeggen kon, maar dat is weer niet voldoende. Alleen als zijn woorden bljjven door werken wanneer ik bid is het voldoen de. Hij moet iets in mijn relatie tot God veranderd hebben". Zelfbediening „Komt dat wel voor? „O ja, als je de grote mystieken leest". „Nee, in de theologie van nu". „Het komt wel voor dat ook daar een bezielde spreekt of schrijft. Ik heb dat wel meegemaakt. Maar vaak sta je opeens in een winkeltje, waar bijna moeilijkheid is dat ik die moderne getourmenteerdheid (gekweldheid) eigenlijk zelf niet ken. God is voor mij geen probleem. H(j is vlak bij me. En het valt niet mee om me hem als heel veraf voor te stellen, want dat moet je wel doen, wil je die beschouwingen volgen Soms denk ik weieens: Was ik maar wat ingewikkelder, dan ging 't me gemakkelijker af". Vanuit de warmte Godfried probeerde in het interview haar gevoel te verduidelijken met een beeld. „Stel, een vrouw is reddeloos verliefd op een man. Dan zal ze over van alles praten, behalve over de rede nen waarom ze van hem houdt. Praten over iets is iets discutabel stellen en dat kan ze in dit geval juist niet. Die man staat vast. Niets is zo moeilijk te verdedigen als dat waarvan we hele maal overtuigd zijn. Ben ik er zo ongeveer? „Ja, heel precies. Daarom word ik ook van dat gepraat. Niet nu meer kan, dan geef ik toch toe dat iets gebeuren„Toch een coulante be diening". „Ja. Maar daar kom ik niet voor. Die theologen zijn soms zo royaal, dat ze bijna handen tekort komen om het allemaal weg te geven. Maar vaak is er helemaal geen personeel. Je zoekt het zelf maar uit. Bevalt het je niet, dan breng je het weer terug". „Zelfbediening dan". „Maar dat kan in de kerk niet. De kerk is geen winkel". „Wat is ze dan? „Laten we zeggen een schatkamer. Zo is ze toch altijd gezien? „Dat is geen reden om het nu niet anders te bekijken". „Vind je? „Ik vind dit. De kerk kan niet blijven bewaren waar niemand behoefte aan heeft en wat ook niemand meer heb ben wil. 't Is geen museum". „Nee. Maar ook geen winkel". „De kerk is er toch voor de mensen? En ook in haar bedienaren is ze de speciaal, hoewel ik het daarnet ook uitdrukking van wat er nu leeft. Ze even had, maar meer in het algemeen, kan niet blijven zitten met onverkoop- Vooral in discussiegroepen over het hare dingen. Ze wordt dan een maga- geloof heb ik dat. Het is dan net of ik zij", waar niemand meer komt. Er gaat verraad pleeg aan iets heel innigs Ik ook niemand meer achter de toonbank weet niet hoe ik het zeggen moet", staan. De zaak is dicht". „Je zegt het heel goed". ,Jk zie in die opvatting toch een „Ja? Ik hoor allerlei bezwaren en met gevaar. Ze kan wel wegdoen waar de mijn hoofd volg ik die ook wel, ze zijn volgende generatie juist een grote be soms ook heel redelijk, maar in mijn r"" hart denk ik: Waar hebben we het eigenlijk over? Het staat voor mij zO| vast, ik heb het zo dicht bij me, ik ben er zo gelukkig mee en dan moet ik daarover denken. Ik zou willen bidden. Niet dat ik daar nou zo erg goed in ben, maar het is mijn element. Ik zou soms willen dat zo'n hele zaal dat deed. Dat kan natuurlijk niet, want er wordt een referaat gehouden en dat is ook heel goed. Maar toch. Ik geloof dat ik weer vastloop". „Helemaal niet". „Ik heb dan het gevoel: „We praten over de lijst en over 't schilderij zegt niemand wat. Je kunt er ook moeilijk wat van zeggen. Het zich verbonden voelen met God is zo persoonlijk en hoefte aan heeft' Godgegrepenheid Tot zover zuster Borromée. We gelo ven dat intussen die volgende generatie zich al gemeld heeft. Bij velen van de jongeren doet zich een sterke behoefte aan verinnerlijking en aan verruiming van het geestelijk leven gelden. Het is niet toevallig dat onlangs het oecume nische contactblad „De Open Deur" als titel had: „Binnenwerk". Ds. W. W. Verhoef van Vlaardingen schrijft daar in: „De wereld is praktisch geworden. Wat nuttig is en zichtbaar, wat effekt heeft, beheerst ons leven. Dat is de maatstaf voor onze waardering. En daarom komt innerlijk leven er niet best af. Bovendien: meegenomen in de haast van het leven, in de onrust van het bestaan, blijft ons weinig tijd voor een kuituur van de vroomheid. We zouden het ook amper meer kunnen. We heb ben het verleerd. En om nog even negatief verder te gaan: De meeste vroomheid die we tegenkomen is niet inspirerend. Ze doet wereldvreemd aan, is nogal eens moraliserend of dogmatisch, bepaald niet funktioneel. Soms met de bijsmaak van een zelfge richtheid om het hiernamaals. De vro men zijn niet progressief. Tegelijk komt er in onze tijd een nieuwe drang naar gegrepen innerlijk heid. Zoals we nu leven voltrekt zich een uitholling. Het is leven met een leegte. Leven zonder zingevende ge loofservaring. Ook voor veel heden daagse gelovigen wordt de gegrepen- heid voor de wereld (protestakties, ontwikkelingshulp) steeds minder de oorspronkelijke geloofsgegrepenheid We slaan los van de bron van inspiratie. Moderne verschijnselen als drggebruik zijn voor een deel een reaktie hierop; een krachttoer voor nieuwe, subjektie- ve ervaring. Mystiek als protest. Vanuit deze achtergronden ontstaat de vraag naar innerlijk leven, naar persoonlijke inspiratie. Godsgegrepenheid. Het zou opjuist zijn nu op te roepen tot een terugkeer naar de klassieke vroomheid zonder meer. Die zou, hoe groots ook, toch weer de traditionele kwalen hebben. Onze tijd betekent een herontdekking van de wereld, ook in geloofsvisie, is verstaan vanuit de bij bel. Een tijdloze vroomheid is niet meer mogelijk, is in ieder geval onecht. Innerlijk leven is Godgegrepenheid. Maar God is de aktueel bezig zijnde God van de wereld. In bidden en mediteren, in stilzijn en nadenken, mogen we deze God ontdekken. Hij wordt geloofservaring, tot bron van inspiratie. Hij is God en goed bij de tijd: van Israël, van Jezus Christus, daarom van voortzettende geschiedenis met de mensen. In dat drama van God met de mensen zijn we opgenomen. Dat moet ons hevig aanpakken, als intieme Gods ontmoeting en als betrokkenheid bij de aarde. God is niet te beleven los van de wereld. Als we zo zoeken te leven met God dan is de wereldvreemde vroomheid voorbij. Want de Godserva ring is tegelijk de manier waarop ik in het geloof de wereld ervaar. Dit is mystiek als bewogenheid om de aarde, delend in de nood van Christus in Gethsémané toen alles op Hem af kwam, mystiek als mede-lijden in de nood van de aarde, als zijn tegelijk in Gods nood om de aarde. Gelovend worden wjj betrokken in deze verbon denheid van God met zijn schepping. Dit is leven. Dit is innerlijk leven dat inspireert tot gebed en daad. Het is diepe emotie en heldere visie. En wat zo op ons afkomt wordt tot eigentijds gebed. Want zo gaat de wereld door ons heen, door ons heen naar God". Aarde trouw Onze kritiek op de inhoud van de interviews, speciaal met broeder Ar nold was, dat hier het „Broeders, blijft de aarde trouw" toch wel erg scheen te ontbreken. Het leven hier beneden werd alleen maar als toeven in een wachtlokaal gezien, als voorbereiding op een eigenlijk leven hierboven en hierna. Broeder Arnold heeft hierop in De Volkskrant enigszins een correctie gegeven. Hij schrijft: „U begrijpt dat het voor iemand die dertig jaar z'n mond moest houden, 'n hele opgaaf was, zo maar onvoorbereid vragen van z'n broer Godfried te beantwoorden. In een klassiek interieur hoort een Smyrna kleed op tafel en de prijs kan tijdens deze speciale opruimingsaanbieding geen bezwaar zijn. Deze machinaal geknoopte Smyrna tafelkleden hebben de luxe allures van een handge knoopt kleed, maar zijn stuk ken goedkoper in prijs. Nu koopt U zo'n Smyrna tafel kleed in fraaie kleuren, wegens kleine weeffoutjes extra voor delig, voor nog géén zes tien- Vrijdag en zaterdag verkopen wij op de eerste etage deze ma chinaal geknoopte Smyrna ta felkleden in fraaie kleuren, bij zonder mooi afgewerkt met franje,maat 135 x 165 cm of 135 cm doorsnede, Duur van de opruiming 14 januari tot 4 februari I een zomerhuisje in NOORWE- I GEN of ZWEDEN? een fjordentocht langs de NOORSE KUST? met Uw auto door één van de I prachtige SCANDINAVISCHE landen? Informeert U dan bij: I reisburo- schiedrecht| keerweer4 rotterdani 010 - 137455 I J Vrijdag en zaterdag verkopen wij op de parterre deze royale boodschappentassen met voor vak en ritssluiting, een tas waar heel wat in kan, kleuren zwart, cognac t blauw Duur van de opruiming 14 januari tot 4 februari Géén tel. of schrift, best. Speciaal voor de vele huisvrou wen die toch zeker een paar keer in de week boodschappen doen (en dan misschien met een te kleine tas of boodschap pennetje tobben) verkopen wij deze ideale tas. Grote skai boodschappentas met voorvak met rits, 2 solide handvattenen beschermdoppen op de bodem.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 13