Bisö UI lis 1 Ouden nieuw in Amersfoort Utrecht krijgt een cultureel centrum Heuvelrug biedt alles NA DOMKLIM MUSEUM IN D€ HAVENLOODS DINSDAG 26 JANUARI 1971. 4-300 Het pierement de Aalster tiavioli' Boswachter De .meer waarde- Foto links: Het Maanschapenpark bij het Jagershuis te Zeist. Vooral een trekpleister voor de jeugd. Foto rechts: Op het buitenterrein van het Spoorwegmuseum staat „echt" spoorwegantiek. Alleen de Arend, de locomotief die samen met De Snelheid in 1839 de eerste trein vervoerde, is een copie. Er is een aparte hoek ingeruimd met tramwegmaterieel. De groep kinderen - met in hun midden oud-stoommachinist, de heer Bregonje - staat hier bij een stoom tramloc. Deze loc., de .Vrijland", deed dienst voor de Stoomtram-Maat schappij Zutphen-Emmerik en werd in 1904 in dienst genomen. Uiterst rechts: De Havik in Amers foort, een van de oude winkelstraten. O Nederland k dikwijls mooier en interessanter dan gemiddeld wordt gedacht. Vandaar dat vanaf woensdag 27 januari tot en met woensdag 31 maart in het VVV-kantoor aan het Stadhuis plein te Rotterdam onder de naam ,J)e stad uit, het land in "1 een actie zal worden gehouden met een beetje chauvinistische publiciteit over het eigen landje. Wat bepaald geen kwaad kan, want er zijn echt dingen die de moeite van een bezoek meer dan waard zijn. Steeds met tussenruimte van een week zullen gedurende acht dagen (van woensdag t/m woensdagéén of meer provincies acte de présence geven. Dit houdt in, dat een informatrice uit desbetreffende streek aanwezig zal zijn om geïnteresseerden voor te lichten over de vakantiemogelijkheden, terwijl tevens uitgebreid foldermateriaal en een kleine fototentoonstelling een indruk kunnen geven wat die provincie(s) te bieden hebben. Als eerste stap de stad uit het land in komt Utrecht van 27 januari t/m 3 februari aan de beurt. Om u alvast een beetje wegwijs te maken hebben wij deze provincie bezocht. Natuur lijk. We weten wel dat we na een dagje in deze contreien nauwelijks een gewettigd oordeel kunnen vellen, maar toch menen we met die geringe kennis van zaken een summier overzicht te kunnen geven van de belangrijkste mogelijkheden in het Stichtse. Een korte beschrijving van het bezochte - we zijn over de befaamde heuvelrug gesleurd, naar historierijk Amersfoort getuft en hebben bovendien tijd gevonden twee musea in de stad Utrecht, waar er nog veel meer zijn, aan een nader onderzoek te onderwerpen - vindt u op deze pagina. Waar we onder andere niet naar toe zijn gegaan noemen wij u losjes even op: Natuurbaden: Amersfoort (Birkhoven), Baam (De Vuursche), Bilthoven (De Biltse Duinen), Doorn (Westduin), Lopikerkapel (Strandbad Klein Scheveningen), Maarssen (Strandbad Maarssen en De Maarsseveense Plassen), Rhenen (Ouwehand en Bergbad), Soestduinen (Soester Natuurbad), Veenendaal (Natuurbad Bergbad), Vinkeveen (Vinkeveense Plas), Zeist (Mooi Zeist, Bosbad Dijnselburg). Dierenparken: Dierenpark Amersfoort, Ouwehands Dierenpark op de Grebbeberg en bisonpark en hertenkamp te Zeist. Watersportcentra: Abcoude, Breukelen, Loosdrecht, Vinke veen. En wat te denken van de veelgeroemde Vechtstreek en het drukbezochte Eemmeer met plaatsen als Spakenburg en Bun schoten. Dat wij daar allemaal niet geweest zijn wil niet zeggen dat het er niet aangenaam toeven is. Zaterdagmiddag, 30 januari, zal op het Schouwburgplein bovendien nog een harmonieorkest en een poppenspeler de aandacht voor deze centraal in Nederland gelegen provincie vragen. In Utrecht staat op cultureel gebied een aantal ingrijpende veranderingen te gebeuren. Het historische Catharijne-Convent in de Lange Nieuwstraat, waar het museum Van Speeldoos Tot Pierrement gaat verdwijnen en het aartsbisschoppe lijk museum rigoreus wordt uitgebreid, zal in de nabije toekomst één groot museum worden. Nog dichter naar het centrum toe, eigenlijk hartje stad, komt in de schaduw van de aloude Domtoren zelfs een heus centrumpje van musea in een niet meer gebruikt postkantoor. In dit ruime pand, Achter den Dom nummer 14, komt naast de pierementenantiek (ook de dependance uit de Schoonhovense Waag zal erbij getrokken worden) het museum van Hedendaagse Kunst Utrecht (met wisselende tentoonstellingen), terwijl het Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum er al gevestigd is. Conservator van het pierementen- en speeldozen, maar mog meer op smart lappen. Liederen omstreeks de eeuw wisseling gemaakt op moorden, bran den en andere vreselijke dingen die het nieuws haalden. Ze werden voorgedra gen door muzikanten met buikorgels; speeldoosgedoe Jules Jongenelen is met deze gang van zaken bijzonder tevreden: „Wat komen de mensen al tijd in Utrecht doen? Ze vliegen de Dom op, komen er met knikkende knieën weer af, staan dan trillend buiten en weten niet meer wat ze verder zoeken. De meeste musea liggen op een steenworp en dat valt na die klim niet mee. Maar straks, als we daar eenmaal zitten, lopen ze als het ware regelrecht uit de Dom de muzikale fuik binnen en vinden daar naast ons museum nog enkele musea waar van alles te zien is. Het is verdorie uniek gelegen. Het lijkt wel uitgezocht. Let op. het wordt een prachtig geheel". Over een paar maanden zo met het zomerseizoen moet de inrichting voltooid zijn. Dan is er een geweldige behuizing veroverd, dankzij de steun van - en dat wil de heer Jongenelen per se vermeld zien rijk, provincie en indertijd de voorlopers van de jour- naal-nos-mensen. Er werd aan een paal een beschilderde lap gehangen (kijk maar eens naar het Farce Majeurstelle- tje op de televisie) en de zanger wees bij de coupletten het bijbehorende plaatje aan. De liedjes waren altijd moraliserend en eindigden óf met het kerkhof óf met de gevangenis. Maar al werd een gruwelijke moord bezongen, het liedje begon met klingelende kloos terklokjes en stervend avondrood...." ken maar erg goede. Wie van wonderlijk melancholische stemming wil proeven moet beslist eens naar Van Speeldoos Tot Pierement om de ro- gemeente, alsmede door de persoon- mantische atmosfeer en de mengel- Bjke inzet van een sympathiserende particulier. Van Speeldoos Tot Pierement is ont staan door de bezetenheid van twee mensen. Ruim twaalf jaar geleden be leefden de Utrechtenaren een merk- moes van geluiden diep in zijn poriën op te zuigen. Lekker genieten van die tingel-tangel, dat pianolaatje, dat buik orgeltje of dat knoertig pierement. Jules Jongenelen: „Want vergeet dit niet: Romke de Waard is minstens vakantie organiseerden mr. Romke de tijdens i de rechtbank Waard, orgelfiel bij uitstek, en Jules een orgel door de straat zou komen, i Jongenelen, speeldozenmaniak, op ei i staat te zeggen: even wachten schoolplein een expositie van speeldo- jongens. En dan loopt hij zen tot pierementen. Het overweldi- dat orgel te bekijken. Pas je gend succes van de tentoonstelling gaf niet °P dan loopt ie de rechtbank uit de stoot tot de oprichting van het en 8aat met toga en al met de muziek museum. mee". Jules Jongenelen, ex-tekenleraar n is een typisch naar sehnsucht smach- Amersfoort heeft nog drie stadspoor ten. Dit is de. Monikkendam een wa terpoort waar in de Middeleeuwen de schippers doorvoeren om de stad van levensmiddelen te vnnrrièn in Parijs in triesterige schemering met een beetje motregen bij de „porte des lilas" (waarom daar weet ik niet, maar ik vind het zo'n mooi woord) op een straathoek gaan staan; voor een cafee tje met een luifel compleet met uitge rafelde franje, daar wil ik m'n levens lied zingen". Zegt genoeg over het sfeertje van een uniek museum. Er zijn nogal wat musea die hun ontstaan en voortbestaan dikwijls danken aan de hartstocht en toewij ding van echte liefhebbers. Ook bij het bekendste en drukst bezochte museum van Utrecht (in 1970 111.653 bezoe kers en daarmee behorend tot de groep van tien musea in Nederland die de meeste belangstelling genieten) is dat het geval: het Spoorwegmuseum, ge vestigd in het uit 1874 stammende station Maliebaan aan de Joanv.Olden- barneveltl.nr. 6. Hier zijnde initiatiefne mers voortgekomen uit spoorkringen, terwijl de suppoosten nog heden ten dage gerecruteerd worden uit gepen sioneerde of door andere redenen vrij gekomen NS-mensen. Wonderbaarlijk, bij dit alles is wel datde huidige directeur van het museum een zij is. Mejuffrouw M. A. Asselbergs zwaait de scepter over haar mannelijke onder danen. Op zich weer niet zo vreemd als u bedenkt dat zij het vak leerde van haarvader, mede-oprichter en ex-direc-, teur. Het museum bestaat uit drie afdelin gen: een historische en een moderne (beide binnen), en een buitenterrein met perron waar antieke trein- en tramstellen bewonderd kunnen wor den. Vooral de historische afdeling bevredigt de hang naar romantiek, die bij vele bezoekers leeft. Maar ook de moderne afdeling en vanzelfsprekend het „echte" materieel buiten is gewel dig in trek. Over de loc's, tenders en rijtuigen bestaan nogal wat misvattin gen. Zo zei een vrouwelijke bezoeker eens tegen haar kroost: „Jongens, ga gauw mee naar buiten. Kijk daar eens wat een grote modellen er staan Op dat buitenterrein loopt al 6 jaar de heer J. H. Bregopje rond, die 25 jaar net als Willem Bever de „stoomma- sjien" heeft bediend, vervolgens 15 jaar „geëlektrificeerd" heeft gereden en nog eens 5 jaar op een diesel heeft gezeten. Een uitgekiende man voor een rondleiding nog behorend tot een ge neratie die aan het uitsterven is. „Kijk, dat is de blikken Tinus, genoemd naar de herrie die hij produceerde, daar staat een tiener en dat is een achten- eenhalver, getallen die betrekking heb ben op de aantallen atmosfeer, hier heb je de groene met daarachter de jumbo en daar is de moordenaar, de tram die Rotterdam met Hellevoetsluis heeft verbonden". En verder loopt de heer Bregonje al weer, wijzend op duizend en een bijzonderheden. Alles laat ie uitgebreid bewonderen en betas ten. Over de toeloop zegt hij: „Het wordt me soms allemaal een beetje te veel - vooral 's zomers is het ontzet tend - maar deze omgeving ligt me nu eenmaal, dus blijf ik zolang ik kan". Binnen in de moderne afdeling staat een pracht maquette waarmee het fijn spelen is. Al moet dat wel aan een bevoegde overgelaten worden. Natuur lijk ook een oud-NS'er. getooid met uniform en pet. De portier heeft nog een elementair voorwerpje meer. Dat bleek snerpend toen m'n taxi arriveer de - zijn fluitsignaal verscheurde echoënd de gedachten van de mijme rende bezoekers. i een afwasmachine of vloerbedekking kopen, wat heeft Stenotyp daar dan mee te maken? Weinig - maar Stenotyp zorgt wél dat u geheel gratis lid kunt worden van een Inkoopcombinatie. En dat geeft voordelen - wélke vertellen u graag persoonlijk! Stenotyp, hét adt :t dat alleen uitzenden De Utrechtse Heuvelrug, gebied van Kromme Rijn, Zeist, Driebergen, Austerlitz, Maarsbergen, De Haar. Leersum, Cothen en Bunnik. Een streek voor degenen, die buiten in de natuur willen zijn. Voor degenen, die tóch echt vakantie willen, met beziens waardigheden en vermakelijkheden. De Utrechtse Heuvelrug is uitermate geschikt voor zo'n vakantie. In deze streek zijn nog tientallen kaste len en ruines van kastelen. Nederland heeft geen streek, waar ze dichter bij elkaar liggen dan juist hier. In de 13e en 14e eeuw ontstonden deze kastelen, bijna altijd uit versterkte boerderijen. Echte bergbeklimmers zullen mis schien wat teleurgesteld naar de Utrechtse Heuvelrug kijken; de „berg toppen" tellen meestal zo ongeveer 50 meter. Maar die 50 meter is precies voldoende om prachtige vergezichten De dorpen, die in een lange rij van Utrecht naar Arnhem liggen, zijn soms nog vrij groot. Zeist is de grootste stad, maar ook Driebergen, Rijsenburg, Doorn, Leersum, Amerongen en Rhenen mogen er best wezen. Velen zullen deze plaatsen goed kennen 'en dat zijn ze waard ook. Vooral Zeist is een uitgebreid bezoek dubbel en dwars waard. Middeleeuwse bouwwerken zal men in Zeist niet vinden, maar toch valt er op bouwkundig gebied veel te bewonderen. De mooiste panden, oude herenhuizen, vindt men vooral ter weerszijden van de Nassau Odijklaan, de brede oprijlaan naar het beroemde Slot van Zeist. Dat slot is vermoedelijk het eerste gebouw, dat in Zeist werd neergezet. Het werd gesticht tegen het einde van de 15e eeuw. In 1672 werd het kasteel door brand verwoest en later herbouwd; de zijvleugels kort na 1677, de hoofdpartij is van latere datum. Nabij Leersum ligt een flink natuur reservaat, het Veld. Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer. Het Veld is beroemd om de grote groepen kopmeeuwen, die in het reservaat hun broedplaats vinden. Er zitten jaarlijks zo'n 2500 broedkolonies in het Leer- sumse Veld. Van 1 april tot 15 juli, het broedseizoen, is het Veld van ook voor bezoekers gesloten. Men kan er dan alleen onder geleide van de boswachter in. Boswachter T. de Man: „De mensen beginnen zo langzamerhand steeds meer waardering voor de natuur te krijgen. In de bossen wordt nu lang niet zoveel troep meer gemaakt als 15 jaar terug. Men krijgt in de gaten, dat de natuur iets prachtigs is en dat men er heel zuinig op moet zijn". Hoe ziet de heer De Man het jagen? „Jacht is een penibele zaak. Er is een heel groot verschil tussen jagers en schieters. Men moet ontzettend uitkijken, wat men allemaal schiet. Het wordt op den duur een hele kwalijke zaak! Zijn taak bestaat vooral, zoals hijzelf zegt, uit het „bijbrengen van liefde voor de_natuur_aan andere mensen. Stadsmensen vooral. En dat is nog ontzettend fijn werk ook". Hij heeft regelmatig schoolkinderen op bezoek, die hem van alles kunnen vragen over de natuur. Hij weet er eigenlijk alles van en kan er fijn over vertellen. Onder het gesprek haalt hij een foto-album voor de dag met eigen opnamen. „Voor ik deze foto van die kopmeeuw heb kunnen maken - dat heeft bijna een halve dag geduurd". Als we nog even zitten te babbelen over allerlei zaken, die Het Veld aangaan, dan zegt hij gezellig: „Aanvragen van excursies voor groepen en scholen moeten gebeuren b'ij de Houtvesterij Utrecht, Woudenbergseweg in Auster litz, telefoon 03439-441". En verdere excursies worden verzorgd door het VVV Leersum, elke woensdagavond, .vanaf 1 april, vertrekt men om 7 uur met rondleidingen vanaf het VW-bu- reau. Natuur hebben we nog wel in Neder land. De Utrechtse Heuvelrug bijvoor beeld. Of het Kromme Rijn-gebied. Of het Leersumse Veld. Paul Houkes „Wfe Amersfoort rüet kent, heeft niets van de wereld gezien hoorden wij eens iemand zeggen. Misschien had hij gelijk. Amersfoort, stad van rust en ingeslapen geschiedenis. Stad met oude muurhuizen en stadsomwallingen. Met oude toegangspoorten, waar je ieder ogenblik een ruiter op een vurig paard verwacht. En: stad van moderne gebouwen en opvattingen. In Amersfoort heeft de tijd stilgestaan gerestaureerd, moet het wel gebruikt en tegelijkertijd is de tijd verdergegaan. Als je door Amersfoort loopt, kun je met een paar stappen vanuit de geschiedenis het heden in stappen. De oude stadskern, die stamt uit een paar eeuwen terug (Amersfoort kreeg in 1529 van de Bisschop van Utrecht stadsrechten) is nog bijna geheel intact gebleven. Het zijn eigenlijk twee kernen: toen de stad in het begin van de 14e eeuw te klein werd, bouwde men rond de oude stadsmuur een nieuwe omwalling. Natuurlijk heeft Amersfoort de laatste tientallen jaren weer een aantal uitbrei dingen ondergaan en over enkele jaren zal er weer een nieuwe stadswijk bij komen. Als die wijk er is, heeft de stad weer zijn zuivere cirkelvorm terug, die zij altijd heeft gehad. Amersfoort is uitstekend geschikt voor de dagrekreatie. Met de trein kan men vanuit Rotterdam zeer snel Jonker Everhard Meyster's stad bereiken. In een uur tijd kan men een komplete stadswandeling maken en als men er langer over wil doen, dan zijn er mogelijkheden genoeg. De heer J. R. L. Laming, direkteur vt worden". Hij loopt naar een grote tekening aan de muur. van zijn VVV-kantoor en legt precies uit, hoe de stad is ontstaan en gegroeid tot wat het nu is. We hebben nog drie stads poorten. Vólkomen intact. Het zijn twee waterpoorten, waar in de middel eeuwen de schippers de stad binnen voeren en nog een landpoort". De fijnste toeristische attrakties zijn natuurlijk de overblijfselen van de oude stadsmuren. In en naast de muur huizen, huizen die op of tegen de stadsmuur werden gebouwd, ziet men vaak nog resten van die stadsmuur. De drie stadspoorten, de Kamperbinnen- port, de Koppelpoort en Monniken dam, geven ook nog stukken van de muur te zien. In de Koppelpoort, een waterpoort over de Eem vindt men nu het poppentheater Toermalijn. Verder heeft Amersfoort verschillende fraaie kerken. Ook op cultureel gebied doet Amers foort het zeker niet slecht. De stad heeft vier bioscopen, bibliotheken, het museum Flehite, een openluchttheater en het Grand Theater. En natuurlijk zijn er de vaste attrakties: is volkomen veel gerestaureerd; verschillende oude muurhuizen, waar je nog stukken gebleven. Er wordt zomer maken ieder vrijdag vanaf 10 j. uur <je stadstrompetters hun ronde. Dat hoort er echt wel bij in van de oude stadsmuur in kan zien. waar de tijd is stil blijven staan en tóch'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 5