"Wij mannen mogen niet erkennen dat de mode ons interesseert" Scha en mode haakt in op hot pants Mode-ps ycholoog De Wit: DE HAVENLOODS. DONDERDAG 4 MAART 1971 gekleurde lint om zijn hals te vlechten. Een volkomen onnuttig iets. Ik zelf vind het een prachtding. Penissymbool beweren de Freudianen. Ik geloof er niks van. Die stropdas brengt heel simpel het heer zijn tot uitdrukking. De lengte ervan is precies voorgeschre ven. De zelfbinder van tegenwoordig vervult wel precies dezelfde functie als de peniskoker van toen. Kleine jongens hadden zo'n koker niet. Waarom niet? Wel, omdat ze nog geen heer hoefden te zijn. Pas op latere leeftijd gaan ze zo'n ding omdoen. En datzelfde geldt voor de stropdas. Hij accentueert uit sluitend het „heer" zijn. Het is een ornament, dat hardnekkig blijft voort bestaan en dat we beslist niet kwijt willen. Eigenlijk is hij onhandig, zo'n sliert die herhaaldelijk in de soep bengelt. Maar de man blijft hem hand haven. Want de stropdas is het uiterlijk teken van correctheid". iSi 1S1 (.7t"?! |5!< tKi >!Z< I»| Hot-pants. Voetbalbroekje. Heisse-Hose. Brand-broek. j| Dynamische directoire. Kreet van mijnheer: „Wie moet er nou hot van worden? Wij of jullie? Antwoord: „Mode is in feite toch g alleen maar om Jiot' van te worden! Mijnheer: „Nou ik werd anders hele- II maal niets van die lange lappen die ze maxi noemden! Antwoord: „Nou, dat was ook een afkoelingsperiode". N „Ik vind die meiden in die korte broeken net allemaal leden van het N Nederlandse dameselftal voetballen". „Wacht maar tot het warmer wordt. Dan loopt heel de wereld ermee", kan er weer wat goeds onderzitten". Op Binnenhuis '71: „Ik ben toch blij dat ik gegaan ben. De meubels was niks, maar ik heb m'n eerste HOT PANTS in 't wild gezien". Wie moet het dragen? Wie moet het verdragen? 1 Maart 1971: Vraag: Wat vindt u van hot-pants? Antwoord: Wa-voor-ding? niks van! „Di intellectueel, die kleedt zich de Engelsen hebben er een heel mooi woord voor - sophisticated. Net alsof hij eigenlijk niets om zijn kleren geeft. Zijn belangrijkheid zit in zijn hoofd, voelt u? Vaak zie je ze in van die lichte of donkergrijze pakken, al dan niet met een streepje, de overall van de intellectueel Bij de beeldhouwer, de schilder is nog iets te merken van de artisan: man chester pakken en lange kielen. De musicus en de toneelspeler, die in hun vak iets hebben van - en dan moet ik dat in het Duits omschrijven - het „sich zur Schau tragen", wel, bij hen kom je meer de nonchalante kleding tegen. Die teddybeerjassen met die grote puntkragen, kijk, dat zijn de acteurs. Als die heren zich hebben omgekleed en ze zitten in het restau rant naast de schouwburg wat na te praten over de voorstelling, dan zie je meteen dat ze hun lichaamlijkheid ten toon spreiden. Ze hunkeren naar be wonderende blikken. Maar dat hoeft niet vrouwelijk te zijn. Binnen die groep komt echter wel fatterige kle ding voor mannen voor". En dan de studenten. Die vallen in groepen uiteen. De aanstaande jurist draagt iets zeer stemmigs. Het is opval lend dat de derdejaars student rechten al de richting uitgaat van de rechtersto- ga. Die lui vallen op. Dat schijnt trouwens ook de groep te zijn die met een paraplu loopt De jongens van de Gteraire vakken en de sociologie lopen er doorgaans veel slordiger bij. Zo ongeveer op de manier van de jongelui van de kunstacademie. Dat zijn de hyperindividuelen. Die willen zich zo geweldig exclusief en anders kleden dat ze zelfs de leden van de eigen groep voorbijlopen. Dat kun je zo fotograferen als je dat wilt. De een is jaloers op de ander zijn exclusi viteit- Supersnob „N even iets anders. Ik heb een aardig onderzoek gedaan. De gemiddel- Het beroep van dr. G. de Wit uit Leende bij Eindhoven is tamelijk zeldzaamhij is mode-psycholoog. Waarschijnlijk is hij één van de weinigen in Europa die dit „vak" beoefent. Dr. de Wit wordt af en toe geraadpleegd door confectiemodeontwerpers uit de gehele Bene lux. Tot nu toe kon hij de heren helaas niet van dienst zijn. Zij verwachtten namelijk voorspellingen van hem. Maar dr. de Wit - smal postuur, spitse baard, grijzend haar, zeer beweeglijk, keurig in het pak - is geen helderziende die het modebeeld van de toekomst en de daarmee verwante kleuren haarscherp tot in alle details voor ogen heeft. Het gaat hem om de achtergronden, het waarom, en niet zozeer om het hoe. Daarom zal het nog wel even duren, verwacht hij, voordat de (internatio nale) kledingindustrie hem als deskun dige zal inschakelen. Dat het toch eens zal gebeuren ligt met het oog op de groter wordende concurrentie en de voortgaande specialisatie volgens hem voor de hand. Want dr. De Wit mag dan wel geen lijnen, vormen en kleuren kunnen voorspellen, hij voorziet wel bepaalde ontwikkelingen. Om een voorbeeld te geven: een paar jaar geleden merkte hij dat de verkoop van naaimachines, 'n weliswaar gerin ge, maar niettemin duidelijke stijging vertoonde. Dr. De Wit combineerde en deduceerde en kwam tot de conclusie dat de vrouw wel eens genoeg kon hebben van de eenheidsjurkjes en dito rokjes en jasjes. „Ze zagen waarschijn lijk dat de jas van C en A bijna niet verschilde van die van een andere zaak. Hoogstens waren de knopen, de kraag of de zakken anders. De vrouwen hadden niet voldoende keus. Zij na men daar geen genoegen mee en gingen proberen zelf iets in elkaar te flansen. De naaimachine maakte zijn rentree. Niet in grote getale, maar toch Die confectiemensen lachten er toen om. Weet je welke invloed dat heeft? zeiden ze. Hooguit een half procent van de textielverkoop. Dat interesseert ons niets. Maar het percentage lag na verloop van tijd hoger. Het sprong op anderhalf. Dat was een symptoom voor: terug naar een persoonlijke smaak. In de tijd van alleen maar confectie maakte de vrouw met geld uit wat mode zou worden. En dat was de vrouw van in de twintig. Het meisje van achttien jaar en ouder, dat behoor lijk verdient. Maar nu zie ik allerlei aanwijzingen dat deze jongedame haar invloed op de zakenlieden verliest. De vrouw met een goede smaak gaat meer en meer bepalen wat „in" zal zijn. De vraag is niet meer: wordt de rok lang of kort, maar: lang voor wie, kort voor wie en „hot pants" voor wie? Let eens op de razendsnelle opkomst van de boetieks. Vanaf de luxueuze van de echte couturiers tot aan het hippe ding voor de tieners. Bekijk hun inrichting. Weet u nou wat ik bedoel, als ik zeg: we zijn op weg naar de cultuur van het persoonlijke? Ook het breien is terug. Niet op de manier van twee rechts, twee averechts voor goed kope blauwe truitjes voor kinderen. Nee, alle mogelijke fijne, fantasievolle dingen worden er door de vrouw zelf gefabriceerd. Overall We vergeten even de huiselijke knus heid van het brei- en naaiwerk en stappen over op de mannen van 1971 en de kostuums die zjj tegenwoordig dragen. Onze vraag: bestaan er groepen waarvan de kleding typerende trekjes vertoont? En zo ja, wat zijn dan bijvoorbeeld de uiterlijke kenmerken van de intellectueel, de kunstenaar en de student? de student beweert, dat hij niets om kleren geeft. Hij is wat dat betreft een supersnob.... Nou, ik vroeg aan een paar van hen: kom een keer in het pak van je grootvader. Bij wijze van experi ment. Dat deden ze rustig. Daar schaamden ze zich helemaal niet voor. Ze flaneerden er rustig mee over straat. En lieten zich welgevallig, en met verholen trots, nakijken. Ook tegen een oud soldatenpak uit een van die „stores" hadden ze geen bezwaar. Ze liepen er rustig college mee. Maar de grens lag bij de overall. Die trokken ze beslist niet aan. Daar kreeg je de weerstand. Maar ze schreeuwen wel van de daken dat kleren niet belangrijk zijn..." Welke uitwerking heeft de technische vooruitgang in de samenleving op de mode? Wat is, om maar iets te noe men, de invloed van de auto op de „Dat heb ik nog maar oppervlakkig geobserveerd. Er bestaan twee aspec ten. Namelijk de vorderingen op het gebied van de textiel als zodanig. Ik denk dan aan de kunststoffen. De andere kant van de zaak is de aanpas sing van de mode aan de auto, neenrde carcoat. Ik geloof ook dat de wagen het dragen van lange broeken door vrouwen heeft bevorderd. Jaren gele den al, uiteraard. De korte rok dwong de vrouw vrouw -bij in- en uitstappen iets te laten zien. Een lange jurk is moeilijk bij het rijden, dus daarom doen steeds meer vrouwen een broek aan als ze achter het stuur gaan zitten. Panty De mode stelt de techniek soms voor zeer moeilijke vraagstukken. Die mini rok bijvoorbeeld. Die kon niet worden gedragen met normale kousen. Stel je voor hier die jarretel - hij wijst op zijn bovenbeen - dan een stuk bloot en dan pas het rokje....nee. Zoiets zou alleen in een bordeel kunnen worden getoond. Al heel spoedig echter, dook de panty op. De gewezen maillot. Hier is sprake van een wederzijdse beinvloeding. De mode stelde de indus trie voor problemen. Hier is sprake van een wederzijdse beinvloeding. De mode stelt de indus trie voor problemen, een creatief door denken. Dat ding bestond al wel, alleen in een wat andere vorm en met een andere naam. De kousenindustrie ging niet failliet, integendeel, de bedrij ven schakelden spoorslags over op de vervaardiging van een ander produkt Knuppel De auto zorgde echter ook nog voor iets anders. Naast de gemakkelijke korte jas dook de handige, korte knup pel-paraplu op. Een statussymbool? Dr. De Wit: „Ja, dat regenscherm voor heren, wat symboliseert dat? Dat zegt: ik ben geen bromfietser, ik bezit een.automobiel....! De beter gesitueer den gaan dan ook 's zondags met een paraplu naar de kerk. De arbeider doet dat niet. Een jongen, die bij mij uit de buurt komt, studeert in Tilburg. Ik zal u iets over hem vertellen in verband met de paraplu. In Tilburg liep hij er namelijk heel zwierig mee over straat. Ik vroeg hem: ga er hier in het dorp ook eens mee naar de kerk. Zegt hijons vader zal me zien aankomen. Ik vraag: doe eens een experimentje voor me, ga nou eens met dat ding over straat op een zondag, zomaar, voor de lol. Ik zal je vader wel inlichten, zei ik. Kijk, die man had het er niet mee op dat zijn zoon, die zo mooi in Tilburg studeert, met een paraplu zou paraderen. Dat is niets voor ons soort volk, zal hij hebben gedacht. „Ik laat me hier niet uitlachen", zei de student, „met carna val misschien". Hij durfde niet. Zie je: de standsverschillen van nu zijn even keihard als in de tijd van de koning die alleen zelf hermelijnen mantels mocht dragen. De edellieden moesten het niet wagen zich eveneens met zo'n sierlijk gewaad te vertonen. Deze bevinding - dat die knaap in zijn eigen geboorteplaats niet met een para plu op straat durfde te verschijnen - was voor mij aanleiding een wat groter onderzoek te doen. Conclusie, de hoed is vrijwel verdwenen, de paraplu terug van weggeweest. Met zo'n ding be klemtonen mannen het „heer" zijn. Zo van: ik rij niet op een brommer, maar ik heb een wagen, voel je. Het leuke is dat de meesten dat niet willen toege ven. Zij zullen nooit erkennen, dat zij zo'n knuppeltje zelf hebben gekocht. Zij kregen hem altijd op een verjaardag of bij een andere gelegenheid De meeste mannen lopen zogenaamd niet koud of warm voor mode. Is de interesse van mannen voor hun kleding wel zo minimaal als menigeen sugge reert. Of bestaat er een latente belang stelling voor wat hij aan heeft, een belangstelling die hij niet durft prijs te „Wij willen tot een bepaalde groep behoren", zegt dr. De Wit, „en dat symboliseren wij in onze kledingwijze, hoe subtiel ook. Wij trachten onze belangrijkheid te benadrukken. Kijk, op een galafeest lopen wij allemaal in vrijwel dezelfde rok. Wat proberen wij daarmee te zeggen? Zie je nou wel, wij kerels geven niets om kleren. Maar zou u op zo'n deftige partij durven ver schijnen met een overhemd met vlek en een knoopje eraf? Geen sprake van. En neem dan de man die ooit ergens voor een of andere prestatie een lintje heeft gekregen. Hij speldt zo'n onder scheiding keurig op. Daarmee beklem toont hij heel duidelijk zijn importan tie. Kijk en dan staat hij daar tussen de vrouwen en dan vangt hij de bewonde rende blikken. Verkeer je in kringen waar men toevallig de „taal" van die lintjes kent, dan ligt het dragen ervan heel erg gevoelig. Nu de vrijetijdskleding. Daarin demon streert de man veel meer zijn persoon lijkheid en karakter. Ik zou bijna zeggen: de onderbewuste naaktloper, he, gaat alleen met een kort broekje aan in de tuin werken, de onderbewus te landjonker doet dat in een jagerspak of in een knickerbocker, de onderbe wuste kunstenaar, loopt in zijn oude klofje, hartstikke afgedragen, de kno pen eraf, maar hij voelt zich helemaal zichzelf in dat versleten kostuum, gera feld en wel. Wat kan mjj dat schelen, zegt hij. De sportieveling kiest namaak- zeükleding of zo.... Kijk, wij mannen mogen niet erkennen dat de mode ons interesseert. Zomin de vrouw openlijk mag zeggen dat zij zich uitsluitend opdoft voor de man. En hoe worden wij betiteld als wij de mode belangwekkend vinden? Men noemt ons onmiddellijk een fat. Heer-zijn Er is meer dat erop wijst dat de mode, de kleding, de man bepaald niet onbe roerd laat. Elke dag knoopt hij weer een stropdas om zijn nek. De reden daarvoor? Zit hij zo fijn of is hij zo „Iedereen staat elke ochtend dat De strijd mini-, midi- of maxi- mode is nog steeds niet definitief gestreden. Kort geleden bleek mi di nog de beste kansen te heb ben, maar de voorjaarsshows brachten plotseling de come-back van het been, door lancering van mini-shorts, waarvoor de jeugd a la minute geporteerd bleek. Zowel in Parijs als in Amerika, waar men er de naam „hot pants" voor creëerde, blijkt het een succes voor voorjaar-zomer 1971 te worden. Geen wonder dus, dat direct getracht werd er het juiste schoensilhouet bij te vinden, zodat een mengsel van sandalen en laarzen ontstond, die als „sandal boot" of „summer- boot" internationaal populair kunnen worden. Hernieuwde belangstelling is er voor zomerse materialen: suède, soepel nap pa leer en canvas. Ook sandalen met riemen of linten om enkel en vaak ook om het been zijn vlotte schoentypen bij mini, mini shorts en midi mode. Laarzen voor najaar en winter zullen van soepele nappa en suède leersoorten gemaakt worden. Bont zal vele model len verfraaien. Er komen ook steeds interessantere variaties op het thema „stretch vinyl", een rekbaar materiaal, waarvan laarzen gemaakt worden die strak om enkel en kuit sluiten. Naast het voor kleding zo populaire lakvinyl met „wet look finish" wordt het nu ook in kleuren bedrukt geleverd en in diverse dessins zal dit ook voor laarzen een interessant materiaal kunnen zijn. De neusvormen der leesten worden ronder-ovaler en minder breed en plomp als in vorige seizoenen. Hoe hoger de hak hoe meer de leestvormen naar deze elegantere vorm nijgen. Voor sportieve schoenen met lage hakken zijn vrij brede leesten in voetvorm model populair. Ook de hakken zullen in komende seizoenen wat minder bruut zijn, loop- vlak zal weinig of niet breder zijn als de hiel van de schoen. De rechte lijnen van zij- en achterkanten worden iets holler, waardoor de hakken ook een wat eleganter silhouet krijgen. Voor In vroeger jaren kregen kinderen kleertjes die getrouwe copieën waren van hetgeen de ouderen droegen - op kleiner formaat natuurlijk -. Het gevolg was dat de jongens en meisjes er ouwelijk en on-kinderlijk uitzagen. Kindermode is iets waar de laatste jaren pas weer - creatieve - aandacht is besteed. In de kindermode van nu wordt de „grote-mensen-mode" weliswaar op de voet gevolgd, maar met dit venchil dat ze echt aangepast wordt aan het kind. Kinderkleding moet immers sterk zijn, makkelijk te reinigen en de kinderen moeten zich bij hun spel goed kunnen bewegen. Maxi voor een meisje van vijf is belachelijk, maar midi kan uitstekend. De foto laat zien dat er voor peuters tot tieners geweldige bij-de-tijdse kleren te koop zijn. Een stoer spijkerpak of een chasuble, een suède midi-jas of een vlot overgooiertje: er is keus genoeg. Deze kleren zijn o.m. te koop bij Bambolino Kindermode <n Roner^a™) trotteurs varieert de hoogte van 35-45 mm. en voor stad- en uitgaansschoeisel zijn zij 50-70 mm. hoog. Talonettes, dus hakken die het geleng van de schoen geheel opvullen zullen hun Door de ontwikkeling van nieuwe zeer lichtgewicht materialen op polyure- thaan basis ontstaan voor deze talonet tes en dikke plateauzolen nieuwe mo gelijkheden. Ze zijn nl. ook buigzaam, hetgeen het lopen ermee zeer verge makkelijkt. Hoogfront modellen zullen ook voor de komende najaars- en winterschoenenmode belangrijk blij venMolière typen met ringen, haken of lussluitingen verschijnen in vele Laarzen zullen in grote verscheiden heid gebracht worden, zowel voor da mes als voor de jeugd en mannen. Voor weekend- en vrije tijd schoeisel worden laarzen ook steeds belangrij ker. Voor de „Poor boy look" zijn hoge suède laarzen met ringen en haken, vaak versierd met grove stiksels en/of koperen of zilveren nailheads populair. Steeds meer mannen zullen hoge laarzen dragen, zo hopen de schoenfabrikan ten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 9