1.!
9?
kssssm
,Er is nooit iemand die zegt:
ik heb geen kiespijn'
kboHfatg
Toon in Rotterdam
mmmmmmmmmrnrnrn
98
w*
DE HAVENLOODS, DONDERDAG 18 MAART 1971
Ik sta met manager Dick Binnendijk achter de coulissen van de
Maastrichtse Schouwburg op Toon Hermans te wachten. Er zitten
drie" leden van zijn combo te praten over het gevecht Cassius Clay
Joe Frazier, dat 's nachts heeft plaatsgevonden. Superlatieven als
„geweldige, fantastische partij" rollen de donkere toneelzaal in.
Toon Hermans komt binnen, kijkt katterig om zich heen en vertelt
later dat hij zich inderdaad „wrakkerig" voelt: „Heb tot kwart voor
zes naar het boksen gekeken. Daarna niet meer geslapen". Hij blijft
op het toneel rondhangen, praat wat met zijn musici en maakt geen
aanstalten om naar zijn kleedkamer te gaan.
Ik heb een uur gekregen om hem te interviewen. Langer kon niet
omdat hij moet optreden. Daarvan is inmiddels een kwartier
verstreken. Om hem daar, staande tussen zijn musici, te interviewen
lijkt me onbegonnen werk. Uiteindelijk pak ik brutaalweg mijn
spullen bij elkaar en loop langzaam naar de kale houten trap die naar
zijn kleedkamer feidt. Toon Hermans en zijn manager sjokken achter
me aan.
Ik heb het gevoel dat Toon geen zin
heeft in het interview. Later zegt hij:
„Dat gevoel heeft elke jounalist bij
mij, omdat ik vaak denk: vooruit, we
zullen maar weer eens wat zeggen. Dat
kan ook niet anders na vijfentwintig
jaar in de kranten gestaan te hebben en
als je telkens denkt„Maar dat ben ik
natuurlijk niet".
Om zijn tegenzin te breken, begin ik
over het „grootste boksgevecht van
deze eeuw" te praten.
Wie was uw favoriet
(Onverschillig) „Ach, dat is moeilijk te
zeggen, hè. Om te beginnen kende ik
Joe Frazier niet".
Hoe vond u Cassius Clay?
„Veel van zijn tempo kwijt, hoor. Ik
ben natuurlijk geen boksexpert, hoe
wel ik veel naar boksen ga kijken. Maar
ik geloof, dat je er toch meer van af
moet weten om er een echt goed
oordeel over te kunnen vormen".
Vond u de wedstrijd mooi?
„Nee, ik vond het geen mooie wed
strijd. Ik vond het een beetje merk
waardige, gekke wedstrijd. Vertrouwde
het af en toe niet. Had het gevoel dat
ik bedonderd werd. Vooral toen ze
elkaar zo zaten te aaien. Maar dat
gevoel zal iedereen wel gehad hebben.
Ik vraag me trouwens af of zo'n hele
zaak niet van tevoren getimed en
gerepeteerd is".
Ik vertel hem een roddel over de pas
gestorvenAmerikaanse bokser Sonny
Liston. Hjj luistert geïnteresseerd, doet
de deur van de kleedkamer dicht en
gaat er eens goed voor zitten. Zijn
belangstelling is gewekt, de katterig
heid verdwenen en ik stap direkt over
op de volgende vraag.
Hoe vindt u het om in Rotterdam te
spelen? Moeilijke plaats?
„Och nee".
uit ons
tuincentrum
Weereen aantrekkelijke aanbie
ding uit ons tuincentrum......
vaste planten, éénmaal geplant,
voor jarenlang genot en sier in
Donkerblauwe konifeer (Cham
Alumi), lierlijk pyramidaal
groeiende donkerblauwe koni
feer, zeer geschikte haagplant,
's winters kleurhoudend. Nu
in de maat 40-60 cm, met for
se aardkluit, winterhard.
Brem in pot (Genista-Cytisus).
Doet 't op iedere grond, de he
le plant geeft in het voorjaar
een fontein van bloemen. In
geel en rood.
Vuurdoorn (Pyracantha Oran
ge Glow) in pot, een klimmer
die in de herfst en winter Uw
gevel in gloed zet met massa's
oranje-rode bessen (schimmel
en rotvrij).
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij in ons tuincentrum,
2e etage, deze 3 vaste planten,
eerste klas kweekprodukten,
nu door elkaar
per stuk
Ook maandagmc
Zijn alle plaatsen hetzelfde? Uheeft
geen voorkeur? Maastricht bijvoor
beeld - waar u woont - dat is een
gezellige stad.
„Ja, gaat wel".
Ik begin te lachen. Hij heeft duidelijk
geen zin in een interview. Hij kijkt
ietwat verbaasd en zegt verontschuldi
gend: „Je moet niet selekteren".
(Ik douw door).
Dus het publiek is overal hetzelfde?
Ze lachen allemaal om dezelfde timing
van de grap?
(Brommerig) „Ja, ja".
Plotseling vraagt hij: „Rookt u? Ik
krijg een filtersigaret aangeboden en
Toon Hermans zoekt naar lucifers. Ik
heb een doosje in mijn tas en bied hem
dat aan. De rook genietend uitblazend,
steekt hij onverwacht van wal: „Ik
denk niet zo diep na over die dingen.
Ik denk natuurlijk wel heel diep, maar
om dat nou te gaan vertellen. Dat
interesseert het publiek toch niet.
U heeft vroeger armoede gekend.
„Diepe armoede zelfs! Eerst waren we
rijk. Mijn vader was bankier. Toen
moesten we alles verkopen en waren
we dus arm. En in die periode, die lang
geduurd heeft, ben ik als kind begon
nen. Ik heb uit de tragiek van mijn
eigen familie de humor ontdekt. Ik
was van nature de tiller in de familie.
Ik tilde ze uit de ellende. Dat gebeurde
intuitief. Niet van: ik ben zo'n lieve
jongen of de aalmoezenier van de
familie. Helemaal niet. Maar het zat in
mijn aard en toen dat begon te groeien
en ik zag dat ik mijn moeder aan het
lachen kon maken enen de hele
familie die zo'n beetje in de ellende
zat, toen dacht ik: „Dat kan ik mis
schien bij andere mensen ook".
Natuurlijk ook niet beredeneerd, maar
dat liep zo. En opeens stond ik in een
boerendorp en begonnen ze allemaal te
lachen. Ik dacht helemaal niet. Ik heb
nooit gedacht. Ik denk nog niet. Ik
schilder en ik speel. Meer niet. Dat
betekent niet dat ik niet weet wat ik
doe. Want dat is iets anders. Ik weet
alles wat ik doe. Iedere nuance.
Kijk om humor te bedrijven moet je
beslist een ernstig mens zijn. Dat staat
voor rhij vast. Ik heb u nu verteld hoe
het begon. Hoe uit de tragiek de
humor kwam. Als je nou kijkt bij
Danny Kae of bij Chaplin, bij de
grootste mensen - niet dat ik zo'n
grote ben, maar dat zijn toevallig een
paar hele groten - dan komt die hu
mor altijd uit hetzelfde voort: uit dat
zwart komt dat licht en uit die traan
komt die lach.
Dat is bij mij ook zo gegaan. En dat is
nog zo. Hoe langer hoe meer ik me
verdiep in het drama van het bestaan,
van het leven, van de eeuwigheid en de
liefde. Daaruit groeit dan dat ene
gekke boompje dat volhangt met bal
lonnen. Waar ik natuurlijk verdomd
goed van weet dat er verrekt weinig
ballonnen zijn in de wereld en dat een
ballon zo kapot is. Maar ik doe dit
gewoon omdat ik vind, dat als je naar
het licht wijst je dan ook naar de
schaduw wijst.
Ik ben dus niet de zifter die zich bezig
houdt met de details van het leven,
maar ik zeg gewoon: (tikt ritmisch op
de schminktafel) „Er is hoop, er is
liefde, er is licht, er is geluk en zoek de
rest maar uit. En als je dan morgen
verdrietig bent, nou dan denk je nog
maar eens aan het geluk waarvan ik je
probeer iets te vertellen". Dat is mijn
instelling en die komt dus voort uit
wat ik daarnet vertelde".
Hoe beleeft u nu uw welstand? Dat is
toch een enorme welstand?
„U bedoelt het succes?
Inderdaad, het succes en de daarmee
gepaard gaande rijkdom.
(smalend) „Nou, rijkdom zou ik maar
tussen haakjes zetten. Want het valt
ontzettend tegen. Als u eens wist wat
er allemaal afgaat. De mensen denken:
„Die man is schatrijk". Maar daar
moet u maar eens met mijn manager
en mijn accountant over praten. Wij
betalen zo ontzettend veel belasting.
Dat is zelfs proleterig om over te
schrijven. Maar dat is onwaarschijnlijk
hoog. Het is onbeschrijfelijk!
Hoeveel procent?
(onverschillig) „O dat weet ik niet
eens. We krijgen af en toe van die
dingen te tekenen waarop staat: hon
derdduizend gulden, tachtigduizend
gulden, en dat gaat maar door: weg,
weg. Ik zeg vaak tegen Dick: „Laten
we maar één maand per jaar spelen,
dan komen we op hetzelfde bedrag
uit". Ik kom beslist op hetzelfde uit.
Het gaat allemaal, allemaal weg. We
U zot
nog ir
„Ik -
r Amerika gaan. Zit dat e
MATTHaUS -PASSION
Het Stuttgart Kamer Orkest
o.l.v. Karl Münchinger, Peter
Pears (Evangelist), Herman
Prey (Jezus), Elly Ameling
(Sopraan aria's). Bekroond
met de „Edison" en „Le
Grand Prix du Disque".
Decca 4 L.P.'s f 98.-
PASSIO SECUNDUM
MATTHAEUM
Münchener Bach - Orchester
o.l.v. Karl Richter, Ernst
Haefliger (Evangelist) Kieth
Engen (Jezus) Dietrich Fischer
Dieskau (Aria's) Irmgard See-
fried (Sopraan)
Archiv 4 L.P.'s f 98.-
MATTHaUS PASSION
De eerste opname met origi
nele instrumenten.
Concentus musicus Wien o.l.v.
Nikolaus Harnoncourt, Klirt
Equiluz (Evangelist) Karl Rid-
derbusch (Jezus) Max van
Egmond (Bas) m.m.v. het
Collége Chores, Cambridge.
Telefunken 4 L.P.'s f g8.-
COOLSINGEL
doen dan ook maar 's af en toe wat
voor liefdadige doeleinden. Gister
avond hebben we ten bate van polio
patiëntjes gespeeld. In Rotterdam gaan
we ook zoiets doen. Niet omdat ik
zo'n lieve man ben, maar omdat ik
Toon Hermans voelt dat hij op gevaar
lijk terrein komt, kapt af en zegt:
„Anders krijg ik de belasting helemaal
op mijn dak".
„Neem bijvoorbeeld Carré Amsterdam.
Daar hebben we negen weken gestaan.
Ik had er ook negen maanden kunnen
staan. Dan krijg je nog eens een la vol
geld. Maar wat heb ik aan een la vol
geld als er onmiddellijk een mijnheer
komt die zegt: „mag ik de la effe
niet eens wanneer ik naar
Den Bosch ga, bij wijze van spreken. Ik
heb nou bijvoorbeeld tegen Dick ge
zegd: „We doen Rotterdam nog en dan
zien we wel weer. Dat valt allemaal
onder die beredenering en planning die
ik niet heb. Ik heb dat niet. De jongens
kwamen gisteren naar me toe, die
musici, en vragen: „Hoe gaat het ver
der? Ik zeg: „Nou, na Rotterdam-
moet ik eens effe ademhalen. Ik weet
het nog niet". We kunnen ook naar
Wenen; we kunnen naar Duitsland; we
kunnen naar Curasao; we kunnen naar
Australië; we kunnen naar Amerika;
we kunnen naar Engeland. Alles ligt
daar. Die mensen bellen maar van:
Kom je nog of kom je niet? En dan
zeg ik: „Nou, ik weet het niet".
Houdt u van reizen?
„Helemaal niet".
Waarom niet?
„Nou, ik zit liever thuis. Een beetje te
schilderen en zo".
Dus u bent erg huiselijk?
„Ja, beslist".
Vreemde landen doen u niks?
„Nee".
Hoe komt dat?
„Och ik vind de mensen overal hetzelf
de zo'n beetje. Misschien ook omdat ik
toch wel vaak vermoeid ben, hè. Door
dat vele werken en zo. Dat gaat niet in
je kouwe kleren zitten. En dan zeg ik:
„nou, stop es even, stop eens even.
Eventjes wachten. Even een beetje op
adem komen en dan weer door. „Want
wij werken verschrikkelijk hard".
Tijdens de voorstellingen in Rotterdam
logeert u in het Hilton Hotel.
„Dat heeft ook een bepaalde reden dat
ik in het Hilton Hotel zit. Dat is niet
omdat ik Hilton nou zo'n geweldig
hotel vind. Want er zijn ook andere
hotels die zeker zo goed zijn. Maar in
Hilton heb ik tenminste niet altijd
Tijdens de voorstellingen van Toon
i Herman's One-Man-Show van 17 I
maart t/m 29 mei 1971 in het
Luxor-Theater in Rotterdam zul-
len stickers met de afbeelding van
Toon te koop worden aangeboden, I
I waarvan de opbrengst is voor de
bouw en herbouw van het kinder-
Ihuis Abshoven voor moeilijk op-
voedbare kinderen in Munsterge-
I leen (Limburg). Toon Hermans,
die geheel achter deze aktie staat,
vraagt de bezoekers aan zijn show
een sticker voor het bedrag van
I f. 1.- te kopen. De stickers zullen
te koop worden aangeboden door
meisjes van middelbare scholen uit
de stad. De stickers zijn ook te
I verkrijgen door storting van f 1.25 I
(sticker en porto) op giro 1122427
I t.n.v. Direkteur Huize Abshoven,
Munstergeleen.
mensen om me heen die mij zo goed
kennen! Ik wil overdag een beetje rust
hebben en Hilton zit altijd vol met
Amerikanen, Fransen en Engelsen. Er
zijn weinig Nederlanders. Die moet ik
af en toe een beetje ontlopen. Je kunt
niet altijd de hele dag grappen vertel
len. Dus dan sluit ik me daar een
beetje op Anders ging ik wel bij
Schüler zitten in Amsterdam, waar de
hele scene (spreek uit: sien) is. Daar
onttrek ik me maar een beetje aan".
U moet zonder eten optreden, geloof
ik?
(Schijnt de vraag vertederend dom te
vinden en zegt vriendelijk lachend:)
„Oh, dat doet iedereen. Tenminste
iemand die het serieus neemt. Ik heb
nu bijvoorbeeld om half zes een bief
stukje gegeten. Daar heb ik al spijt van.
Het beste is dus om niets te eten. En
dan na de voorstelling wel".
Waarom?
„Je kunt niet denken. Na je der eten
treedt een soort apathie op. Na het
eten komt altijd een geestelijke inzin
king. Je ad-remmiteit valt weg".
Uw dagindeling?
„Ik heb niet veel slaap nodig. Hooguit
5 a 6 uur. Maar u kunt me nooit
vastprikken op een programma. Ik ben
iemand waarvan je niet kan zeggen:
„Hij leeft volgens een bepaald stra
mien". Het is heel impulsief wat ik
Vindt uw vrouw dat impulsieve leven
niet moeilijk?
„Nou, die is zo makkelijk en ontzet
tend lief".
Dat moet dan wel, hè?
„Oh, een geweldig lieve vrouw, werke
lijk. De laatste dagen heb ik haar weer
zo bewonderd. Als je ziet hoe al die
mensen bij me thuiskomen en hoe ze
dat dan allemaal weer zo gauw flikt.
Zpals gisteravond het etentje: in een
mum van tijd heeft iedereen patates
frites en een biefstukje. „Moet je nog
een'wijntje, moet je nog...?" Voor
iedereen, of dat nou hippies of intel
lectuelen zijn. Voor dat hele zootje.
Het is net een woonwagenkamp bij mij
thuis. Iedereen komt maar binnen en
iedereen doet maar en daar heeft zjj de
supervisie over. En dat doet ze vir-
tuoos. Geweldig".
INTERVIEW: MARIAN ANDIEK
FOTO'S: EPPO NOTENBOOM
Wat vindt u van de tegenwoordige
sex-uitbarsting?
(minachtend) „Primitief. Kinderach
tig".
Het doet u niets? U bi nt het er niet
mee eens?
„Laat ze maar klungelen. Ik vind het
kinderlijk. En natuurlijk commercieel
goed in elkaar gezet. Het is weer
handel. Zoals de mensen tegenwoordig
handel drijven in muziek, in mode,
songs en festivals. Alles wordt georga
niseerd en aUes wordt vercommerciali-
seerd. De sex is ook een object gewor
den om geld te verdienen door winkel
tjes en pinkeltjes en sexuologen. Ik
bedoel: ik vind het allemaal niet nodig.
Maar ik vind zoveel niet nodig wat zich
in deze tijd afspeelt. Ze moeten het
maar uitzoeken. Ik ploeg mijn eigen
akkertjes en meen daar iets mee toe te
voegen aan het welzijn van de gemeen
schap. Maar dat is dan ook alles. Je
kunt je niet op teveel terieinen bege
ven. Alhoewel ik het allemaal wel
overweeg, want ik ben geen idioot.
Ik zie dus wel wat er om me heen
gebeurt, maar ik trap er niet in.
's Avonds op het toneel ook. Ik wil de
mensen niet aan de dingen herinneren
die er nu allemaal plaatsvinden. Ik wil
ze op een andere golflengte brengen en
laat ze daar maar een beetje darren.
Daarom gaan ze ook altijd 's avonds
met een soort gevoel van: „Ach, het is
nog niet zo rot" de deur uit. Ik ga
altijd van het principe uit, dat er
gewoon ontzettend veel goede dingen
gebeuren waar je nooit van hoort.
Maar dat we altijd de nadruk leggen
altijd - ook in de publiciteit, op de
nare dingen. Ook in het hele simpele.
Er is nooit iemand die zegt: „Ik heb
geen kiespijn". Wel: „Ik heb kiespijn".
Weet je, de mens is geneigd om de
zwarte dingen zwart te zien en ook te
projecteren. En de andere zaken, die
toch ook fantastisch zijn, over het
hoofd te zien. Dat kan een algemene
ontmoediging teweegbrengen. Dat vind
U besteedt veel aandacht aan uw con
ditie. Wat doet u daarvoor?
„Nou, voetballen en gewone balspelen
buiten. Morgenochtend ga ik zeker
weer één uur a anderhalf uur naar de
MVV-velden en daar ga ik met een
vriendje van me - journalist - min
stens een uur sporten tot ik helemaal
door en door bezweet ben en dan
neem ik een koude douche. Daarna ga
ik wat schrijven en wat schilderen. Ik
schrijf altijd. De hele dag. Altijd. Maar
ik weet een uur later niet meer wat ik
geschreven heb. Dat smijt ik in kisten
en dozen en dat ligt daar maar".
Houdt u zich aan een bepaald dieet?
„Nee. Hoewel, niet dat verschrikkelij
ke nasjen natuurlijk, wat de meeste
mensen wel doen. Ik eet wel een beetje
met verstand".
Ieder jaar medische controle?
„Nooit".
Roken?
„Niet veel".
Drinken?
„Matig. Maar ik ben een onbereken
baar man. Ik kan dus ineens
verschrikkelijk doorzakken.
Vorige week ben ik in Amsterdam
ontzettend doorgezakt met Wim
Wagenaar. Daar ging ik een beetje eten.
Dat vind ik een leuke man. Na afloop
vroeg hij: „Ga je nog even mee een
borreltje drinken? Het is zes uur
's morgens geworden, 's Avonds moest
ik weer spelen".
In tegenstelling tot Wim Kan houdt u
tijdens uw optreden de politiek buiten
de deur. Heeft u geen belangstelling
voor de Nederlandse of buitenlandse
politiek?
„Nou, privé bekijk ik ze af en toe
weieens, die mensen. Dan hoor ik wat
ze zeggen zo links en rechts. Maar ik
houd niet van de politiek".
Waarom niet?
„Ik vind het niet zo'n menselijke
bezigheid. Ik vind het een te geraffi
neerd spel. Niet warm genoeg. Te
bedacht. Te zelfzuchtig. Voor het ene
partijtje en het andere partijtje. Ik vind
het ook te bekrompen: de opvattingen
van links en rechts. Het is zo vierkant.
Zo square! Ik vind het niet soigneus.
Het is jammer, dat de politiek nodig is.
Het is een hiaat in de menselijkheid.
Dus nou moeten er groeperingen zijn
die de mensen proberen in bepaalde
frames te drukken. De mens heeft 't
helaas nodig. Maar het is werkelijk
helaas. Je komt nooit tot een algemene
menseüjkheid van broederschap,
Wij konden beslag leggen op
een partij kamerbreed nylon ta
pijt van een prima kwaliteit,
die wij U nu voor een onge
looflijk lage prijs aanbieden
Wat let U dus om eens een
kijkje op onze tapijt-afdeling
te nemen enwellicht mee te
profiteren van deze geweldige
aanbieding?
kamerbreed
nylon tapijt
380 cm breed
Kwaliteit 'PERFEKT' met zig
zag patroon 80
per meter
Kwaliteit 'SUPER' in mêlée
dessin OQ 50
per meter OwL
Neemt U de maat
van Uw kamers mee?
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij op de 1e etage ka
merbreed nylon tapijt 380 cm
breed in 2 kwaliteiten, beide
met jute rug. U kunt kiezen
uit de kleuren beige, fraise,
groen en geelvoor aantrek
kelijke prijzen.
zusterschap en liefde onder de mensen.
En omdat dat niet lukt, moeten er
verkeersagenten zijn die de mensen in
banen leiden. Liefst in hun eigen baan
met een vlaggetje waar ze zelf veel van
plukken".
Stemt u?
„Nee, bijna niet. Ik heb weieens ge
stemd - een keertje".
Bent u gelovig?
„Ja".
Hoe, via een bepaalde kerk? Dat lijkt
me haast niet, gezjen uw aversie tegen
alles wat voor eigen standje werkt
zoals bijvoorbeeld de politieke partij-
(vinnig) „Maar de kerk is geen politie
ke partij. Ik ben dus katholiek. En ik
ga naar de kerk. Enneja ik ge
loof".
Die moderne stromingen in de katho
lieke kerk: afschaffing celibaat; het
niet accepteren van de pil door de paus
terwijl het wel door een groot deel van
de Nederlandse geestelijkheid wordt
geaccepteerd etc. etc. Wat vindt u
daarvan?
„Ik val onder de mensen die zich niet
gauw een oordeel aanmatigen over iets
waar ze niet helemaal induiken, (fel)
En ik vind het een laffe trek, dat in
deze tijd ontzettend veel mensen op
staan - ook in het cabaret - die met
stenen gaan smijten naar de kerk. Nu
de' kerk wankelt. Dat is geen kunst. Ik
heb het ook gehad in mijn leven dat ik
wankelde (film „Son aan See"). Toen
kwamen de grootste lafbekken me
schoppen en spugen. Uit alle hoeken
en gaten kwamen toen de ratten. Dat
is altijd zo.
Maar als morgen de oorlog begint, gaat
iedereen weer naar de kerk. Vinden ze
opeens God weer belangrijk. Maar dat
staat dan weer zo wijs. Ik weet het dan
weer zo goed. Zo bedoel ik het niet.
Maar ik vind, dat de mensen zich over
do kerk en haar interne zaken veel te
makkelijk uitlaten voordat ze zich erin
verdiept hebben. De mensen spreken
over geloofszaken hpewel ze er nooit
iets voor doen.
Voordat men God veroordeelt, moet
men Hem eerst eens proberen te zoe
ken. Maar daar is men over het alge
meen te lui voor. Men zal 's morgens
eerder honderd kniebuigingen maken
danvtien minuten op de knieën gaan
zitten en de ogen dichtdoen en probe
ren God te vinden. Dat doet men
niet".
Wat doet u ervoor?
„Ik doe dat wel. Ik bid dus. Niet altijd
in de kerk. Ook buiten in het gras of in
de sneeuw of in de badkamer".
Zou u buiten uw geloof kunnen?
„Nee, beslist niet. Ik zou alles kunnen
missen - behalve mijn kinderen en
mijn familie - maar het theater zou ik
makkelijk kunnen missen bij wijze van
spreken. Maar ik zou zeker niet mijn
Godsbesef willen verliezen. Dat zou
het allerergste zijn wat me zou kunnen
gebeuren. Dan zou ik een verloren
mens zijn".
(denkt lang na, zegt dan:) „Nou,
enorm niet. Ik ben bijna nooit enorm
kwaad. Eén van de dingen waar ik me
wel over opwind is, dat veel mensen
zich een oordeel aanmatigen over iets
waar ze niet genoeg van weten. Wat ik
zoëven al zei. Dat stoort me herhaalde
lijk. Dan denk ik: „Hè, dat moeten die
mensen niet doen". Men kletst maar
tegenwoordig en als je vraagt: „Wat
weet je er eigenlijk van? Heb je je er al
eens in verdiept? dan komt altijd:
„nee". Dus men is aan de oppervlakte
met uitlatingen. Ik word er niet wit
heet van, maar wel kwaad om.
Zoals ik daarstraks zei van de kerk
bijvoorbeeld; dat er dan opeens een
cabaretier komt en naar die kerk gaat
gooien. Dan denk ik: „Wie is dat
mannetje in godsnaam. Die cabaretier.
Wat heeft hij voor de mensheid ge
daan? Over de kerk kun je denken
zoals je wilt. Men hoeft helemaal niet
te denken zoals ik. Voor mijn part
gelooft men in een boom of een plant.
Er zijn zoveel religieuze richtingen die
een grote levensvatbaarheid hebben en
de mensen grote kracht gegeven heb
ben. Dat zal in Tibet wel anders zijn
dan in... in., weet ik veel.
Maar ik denk, als ik iemand hoor
afgeven op zo'n instelling die eeuwen
lang de mensheid toch iets gegeven
heeft; die stervenden heeft bijgestaan;
die zieken heeft bijgestaan; die huwe
lijken bepaalde kracht gegeven heeft.
En dan komt er zo'n klootje en die
gaat staan schoppen en vloeken tegen
zo'n kerk. Dat vind ik dan een kip die
kakelt tegen de hemel, (fel) Dat vind
ik iets belachelijks. Daar word ik dan
boos om".
De laatste vraag: u bent in uw leven
honderden keren geïnterviewd. Welke
vraag hebben ze u nooit gesteld?
„Kijk, de mensen die me interviewen
kennen me niet. Ze praten een uurtje
met me; gaan dan weg en zeggen:
„Nou, ik heb een portret van Toon
Hermans". Dat is natuurlijk niet waar.
Aan de andere kant weet ik, dat ik een
gewoon mannetje ben en dat je niet te
druk moet doen over jezelf. Jezelf niet
te belangrijk moet vinden. Zullen ze je
verkeerd interpreteren, wat dan nog?
Roestvrij staal is mooi, duur
zaam en praktisch in het onder
houd, dus het ideale materiaal
voor een pedaalemmer, onmis
baar in keuken, badkamer enz.
Roestvrij stalen pedaalemmer
met kunststof deksel en hand
vat, solide trapmechanisme en
een losse plastic emmer (inhoud
11 liter) voor nog géén tien
roestvrij staal
Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver
kopen wij in de kelder deze
roestvrij stalen pedaalemmers
met kunststof deksel, solide
trapmechanisme en losse
plastic binnenemmer
(inhoud 11 liter)