1.! 9? kssssm ,Er is nooit iemand die zegt: ik heb geen kiespijn' kboHfatg Toon in Rotterdam mmmmmmmmmrnrnrn 98 w* DE HAVENLOODS, DONDERDAG 18 MAART 1971 Ik sta met manager Dick Binnendijk achter de coulissen van de Maastrichtse Schouwburg op Toon Hermans te wachten. Er zitten drie" leden van zijn combo te praten over het gevecht Cassius Clay Joe Frazier, dat 's nachts heeft plaatsgevonden. Superlatieven als „geweldige, fantastische partij" rollen de donkere toneelzaal in. Toon Hermans komt binnen, kijkt katterig om zich heen en vertelt later dat hij zich inderdaad „wrakkerig" voelt: „Heb tot kwart voor zes naar het boksen gekeken. Daarna niet meer geslapen". Hij blijft op het toneel rondhangen, praat wat met zijn musici en maakt geen aanstalten om naar zijn kleedkamer te gaan. Ik heb een uur gekregen om hem te interviewen. Langer kon niet omdat hij moet optreden. Daarvan is inmiddels een kwartier verstreken. Om hem daar, staande tussen zijn musici, te interviewen lijkt me onbegonnen werk. Uiteindelijk pak ik brutaalweg mijn spullen bij elkaar en loop langzaam naar de kale houten trap die naar zijn kleedkamer feidt. Toon Hermans en zijn manager sjokken achter me aan. Ik heb het gevoel dat Toon geen zin heeft in het interview. Later zegt hij: „Dat gevoel heeft elke jounalist bij mij, omdat ik vaak denk: vooruit, we zullen maar weer eens wat zeggen. Dat kan ook niet anders na vijfentwintig jaar in de kranten gestaan te hebben en als je telkens denkt„Maar dat ben ik natuurlijk niet". Om zijn tegenzin te breken, begin ik over het „grootste boksgevecht van deze eeuw" te praten. Wie was uw favoriet (Onverschillig) „Ach, dat is moeilijk te zeggen, hè. Om te beginnen kende ik Joe Frazier niet". Hoe vond u Cassius Clay? „Veel van zijn tempo kwijt, hoor. Ik ben natuurlijk geen boksexpert, hoe wel ik veel naar boksen ga kijken. Maar ik geloof, dat je er toch meer van af moet weten om er een echt goed oordeel over te kunnen vormen". Vond u de wedstrijd mooi? „Nee, ik vond het geen mooie wed strijd. Ik vond het een beetje merk waardige, gekke wedstrijd. Vertrouwde het af en toe niet. Had het gevoel dat ik bedonderd werd. Vooral toen ze elkaar zo zaten te aaien. Maar dat gevoel zal iedereen wel gehad hebben. Ik vraag me trouwens af of zo'n hele zaak niet van tevoren getimed en gerepeteerd is". Ik vertel hem een roddel over de pas gestorvenAmerikaanse bokser Sonny Liston. Hjj luistert geïnteresseerd, doet de deur van de kleedkamer dicht en gaat er eens goed voor zitten. Zijn belangstelling is gewekt, de katterig heid verdwenen en ik stap direkt over op de volgende vraag. Hoe vindt u het om in Rotterdam te spelen? Moeilijke plaats? „Och nee". uit ons tuincentrum Weereen aantrekkelijke aanbie ding uit ons tuincentrum...... vaste planten, éénmaal geplant, voor jarenlang genot en sier in Donkerblauwe konifeer (Cham Alumi), lierlijk pyramidaal groeiende donkerblauwe koni feer, zeer geschikte haagplant, 's winters kleurhoudend. Nu in de maat 40-60 cm, met for se aardkluit, winterhard. Brem in pot (Genista-Cytisus). Doet 't op iedere grond, de he le plant geeft in het voorjaar een fontein van bloemen. In geel en rood. Vuurdoorn (Pyracantha Oran ge Glow) in pot, een klimmer die in de herfst en winter Uw gevel in gloed zet met massa's oranje-rode bessen (schimmel en rotvrij). Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij in ons tuincentrum, 2e etage, deze 3 vaste planten, eerste klas kweekprodukten, nu door elkaar per stuk Ook maandagmc Zijn alle plaatsen hetzelfde? Uheeft geen voorkeur? Maastricht bijvoor beeld - waar u woont - dat is een gezellige stad. „Ja, gaat wel". Ik begin te lachen. Hij heeft duidelijk geen zin in een interview. Hij kijkt ietwat verbaasd en zegt verontschuldi gend: „Je moet niet selekteren". (Ik douw door). Dus het publiek is overal hetzelfde? Ze lachen allemaal om dezelfde timing van de grap? (Brommerig) „Ja, ja". Plotseling vraagt hij: „Rookt u? Ik krijg een filtersigaret aangeboden en Toon Hermans zoekt naar lucifers. Ik heb een doosje in mijn tas en bied hem dat aan. De rook genietend uitblazend, steekt hij onverwacht van wal: „Ik denk niet zo diep na over die dingen. Ik denk natuurlijk wel heel diep, maar om dat nou te gaan vertellen. Dat interesseert het publiek toch niet. U heeft vroeger armoede gekend. „Diepe armoede zelfs! Eerst waren we rijk. Mijn vader was bankier. Toen moesten we alles verkopen en waren we dus arm. En in die periode, die lang geduurd heeft, ben ik als kind begon nen. Ik heb uit de tragiek van mijn eigen familie de humor ontdekt. Ik was van nature de tiller in de familie. Ik tilde ze uit de ellende. Dat gebeurde intuitief. Niet van: ik ben zo'n lieve jongen of de aalmoezenier van de familie. Helemaal niet. Maar het zat in mijn aard en toen dat begon te groeien en ik zag dat ik mijn moeder aan het lachen kon maken enen de hele familie die zo'n beetje in de ellende zat, toen dacht ik: „Dat kan ik mis schien bij andere mensen ook". Natuurlijk ook niet beredeneerd, maar dat liep zo. En opeens stond ik in een boerendorp en begonnen ze allemaal te lachen. Ik dacht helemaal niet. Ik heb nooit gedacht. Ik denk nog niet. Ik schilder en ik speel. Meer niet. Dat betekent niet dat ik niet weet wat ik doe. Want dat is iets anders. Ik weet alles wat ik doe. Iedere nuance. Kijk om humor te bedrijven moet je beslist een ernstig mens zijn. Dat staat voor rhij vast. Ik heb u nu verteld hoe het begon. Hoe uit de tragiek de humor kwam. Als je nou kijkt bij Danny Kae of bij Chaplin, bij de grootste mensen - niet dat ik zo'n grote ben, maar dat zijn toevallig een paar hele groten - dan komt die hu mor altijd uit hetzelfde voort: uit dat zwart komt dat licht en uit die traan komt die lach. Dat is bij mij ook zo gegaan. En dat is nog zo. Hoe langer hoe meer ik me verdiep in het drama van het bestaan, van het leven, van de eeuwigheid en de liefde. Daaruit groeit dan dat ene gekke boompje dat volhangt met bal lonnen. Waar ik natuurlijk verdomd goed van weet dat er verrekt weinig ballonnen zijn in de wereld en dat een ballon zo kapot is. Maar ik doe dit gewoon omdat ik vind, dat als je naar het licht wijst je dan ook naar de schaduw wijst. Ik ben dus niet de zifter die zich bezig houdt met de details van het leven, maar ik zeg gewoon: (tikt ritmisch op de schminktafel) „Er is hoop, er is liefde, er is licht, er is geluk en zoek de rest maar uit. En als je dan morgen verdrietig bent, nou dan denk je nog maar eens aan het geluk waarvan ik je probeer iets te vertellen". Dat is mijn instelling en die komt dus voort uit wat ik daarnet vertelde". Hoe beleeft u nu uw welstand? Dat is toch een enorme welstand? „U bedoelt het succes? Inderdaad, het succes en de daarmee gepaard gaande rijkdom. (smalend) „Nou, rijkdom zou ik maar tussen haakjes zetten. Want het valt ontzettend tegen. Als u eens wist wat er allemaal afgaat. De mensen denken: „Die man is schatrijk". Maar daar moet u maar eens met mijn manager en mijn accountant over praten. Wij betalen zo ontzettend veel belasting. Dat is zelfs proleterig om over te schrijven. Maar dat is onwaarschijnlijk hoog. Het is onbeschrijfelijk! Hoeveel procent? (onverschillig) „O dat weet ik niet eens. We krijgen af en toe van die dingen te tekenen waarop staat: hon derdduizend gulden, tachtigduizend gulden, en dat gaat maar door: weg, weg. Ik zeg vaak tegen Dick: „Laten we maar één maand per jaar spelen, dan komen we op hetzelfde bedrag uit". Ik kom beslist op hetzelfde uit. Het gaat allemaal, allemaal weg. We U zot nog ir „Ik - r Amerika gaan. Zit dat e MATTHaUS -PASSION Het Stuttgart Kamer Orkest o.l.v. Karl Münchinger, Peter Pears (Evangelist), Herman Prey (Jezus), Elly Ameling (Sopraan aria's). Bekroond met de „Edison" en „Le Grand Prix du Disque". Decca 4 L.P.'s f 98.- PASSIO SECUNDUM MATTHAEUM Münchener Bach - Orchester o.l.v. Karl Richter, Ernst Haefliger (Evangelist) Kieth Engen (Jezus) Dietrich Fischer Dieskau (Aria's) Irmgard See- fried (Sopraan) Archiv 4 L.P.'s f 98.- MATTHaUS PASSION De eerste opname met origi nele instrumenten. Concentus musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt, Klirt Equiluz (Evangelist) Karl Rid- derbusch (Jezus) Max van Egmond (Bas) m.m.v. het Collége Chores, Cambridge. Telefunken 4 L.P.'s f g8.- COOLSINGEL doen dan ook maar 's af en toe wat voor liefdadige doeleinden. Gister avond hebben we ten bate van polio patiëntjes gespeeld. In Rotterdam gaan we ook zoiets doen. Niet omdat ik zo'n lieve man ben, maar omdat ik Toon Hermans voelt dat hij op gevaar lijk terrein komt, kapt af en zegt: „Anders krijg ik de belasting helemaal op mijn dak". „Neem bijvoorbeeld Carré Amsterdam. Daar hebben we negen weken gestaan. Ik had er ook negen maanden kunnen staan. Dan krijg je nog eens een la vol geld. Maar wat heb ik aan een la vol geld als er onmiddellijk een mijnheer komt die zegt: „mag ik de la effe niet eens wanneer ik naar Den Bosch ga, bij wijze van spreken. Ik heb nou bijvoorbeeld tegen Dick ge zegd: „We doen Rotterdam nog en dan zien we wel weer. Dat valt allemaal onder die beredenering en planning die ik niet heb. Ik heb dat niet. De jongens kwamen gisteren naar me toe, die musici, en vragen: „Hoe gaat het ver der? Ik zeg: „Nou, na Rotterdam- moet ik eens effe ademhalen. Ik weet het nog niet". We kunnen ook naar Wenen; we kunnen naar Duitsland; we kunnen naar Curasao; we kunnen naar Australië; we kunnen naar Amerika; we kunnen naar Engeland. Alles ligt daar. Die mensen bellen maar van: Kom je nog of kom je niet? En dan zeg ik: „Nou, ik weet het niet". Houdt u van reizen? „Helemaal niet". Waarom niet? „Nou, ik zit liever thuis. Een beetje te schilderen en zo". Dus u bent erg huiselijk? „Ja, beslist". Vreemde landen doen u niks? „Nee". Hoe komt dat? „Och ik vind de mensen overal hetzelf de zo'n beetje. Misschien ook omdat ik toch wel vaak vermoeid ben, hè. Door dat vele werken en zo. Dat gaat niet in je kouwe kleren zitten. En dan zeg ik: „nou, stop es even, stop eens even. Eventjes wachten. Even een beetje op adem komen en dan weer door. „Want wij werken verschrikkelijk hard". Tijdens de voorstellingen in Rotterdam logeert u in het Hilton Hotel. „Dat heeft ook een bepaalde reden dat ik in het Hilton Hotel zit. Dat is niet omdat ik Hilton nou zo'n geweldig hotel vind. Want er zijn ook andere hotels die zeker zo goed zijn. Maar in Hilton heb ik tenminste niet altijd Tijdens de voorstellingen van Toon i Herman's One-Man-Show van 17 I maart t/m 29 mei 1971 in het Luxor-Theater in Rotterdam zul- len stickers met de afbeelding van Toon te koop worden aangeboden, I I waarvan de opbrengst is voor de bouw en herbouw van het kinder- Ihuis Abshoven voor moeilijk op- voedbare kinderen in Munsterge- I leen (Limburg). Toon Hermans, die geheel achter deze aktie staat, vraagt de bezoekers aan zijn show een sticker voor het bedrag van I f. 1.- te kopen. De stickers zullen te koop worden aangeboden door meisjes van middelbare scholen uit de stad. De stickers zijn ook te I verkrijgen door storting van f 1.25 I (sticker en porto) op giro 1122427 I t.n.v. Direkteur Huize Abshoven, Munstergeleen. mensen om me heen die mij zo goed kennen! Ik wil overdag een beetje rust hebben en Hilton zit altijd vol met Amerikanen, Fransen en Engelsen. Er zijn weinig Nederlanders. Die moet ik af en toe een beetje ontlopen. Je kunt niet altijd de hele dag grappen vertel len. Dus dan sluit ik me daar een beetje op Anders ging ik wel bij Schüler zitten in Amsterdam, waar de hele scene (spreek uit: sien) is. Daar onttrek ik me maar een beetje aan". U moet zonder eten optreden, geloof ik? (Schijnt de vraag vertederend dom te vinden en zegt vriendelijk lachend:) „Oh, dat doet iedereen. Tenminste iemand die het serieus neemt. Ik heb nu bijvoorbeeld om half zes een bief stukje gegeten. Daar heb ik al spijt van. Het beste is dus om niets te eten. En dan na de voorstelling wel". Waarom? „Je kunt niet denken. Na je der eten treedt een soort apathie op. Na het eten komt altijd een geestelijke inzin king. Je ad-remmiteit valt weg". Uw dagindeling? „Ik heb niet veel slaap nodig. Hooguit 5 a 6 uur. Maar u kunt me nooit vastprikken op een programma. Ik ben iemand waarvan je niet kan zeggen: „Hij leeft volgens een bepaald stra mien". Het is heel impulsief wat ik Vindt uw vrouw dat impulsieve leven niet moeilijk? „Nou, die is zo makkelijk en ontzet tend lief". Dat moet dan wel, hè? „Oh, een geweldig lieve vrouw, werke lijk. De laatste dagen heb ik haar weer zo bewonderd. Als je ziet hoe al die mensen bij me thuiskomen en hoe ze dat dan allemaal weer zo gauw flikt. Zpals gisteravond het etentje: in een mum van tijd heeft iedereen patates frites en een biefstukje. „Moet je nog een'wijntje, moet je nog...?" Voor iedereen, of dat nou hippies of intel lectuelen zijn. Voor dat hele zootje. Het is net een woonwagenkamp bij mij thuis. Iedereen komt maar binnen en iedereen doet maar en daar heeft zjj de supervisie over. En dat doet ze vir- tuoos. Geweldig". INTERVIEW: MARIAN ANDIEK FOTO'S: EPPO NOTENBOOM Wat vindt u van de tegenwoordige sex-uitbarsting? (minachtend) „Primitief. Kinderach tig". Het doet u niets? U bi nt het er niet mee eens? „Laat ze maar klungelen. Ik vind het kinderlijk. En natuurlijk commercieel goed in elkaar gezet. Het is weer handel. Zoals de mensen tegenwoordig handel drijven in muziek, in mode, songs en festivals. Alles wordt georga niseerd en aUes wordt vercommerciali- seerd. De sex is ook een object gewor den om geld te verdienen door winkel tjes en pinkeltjes en sexuologen. Ik bedoel: ik vind het allemaal niet nodig. Maar ik vind zoveel niet nodig wat zich in deze tijd afspeelt. Ze moeten het maar uitzoeken. Ik ploeg mijn eigen akkertjes en meen daar iets mee toe te voegen aan het welzijn van de gemeen schap. Maar dat is dan ook alles. Je kunt je niet op teveel terieinen bege ven. Alhoewel ik het allemaal wel overweeg, want ik ben geen idioot. Ik zie dus wel wat er om me heen gebeurt, maar ik trap er niet in. 's Avonds op het toneel ook. Ik wil de mensen niet aan de dingen herinneren die er nu allemaal plaatsvinden. Ik wil ze op een andere golflengte brengen en laat ze daar maar een beetje darren. Daarom gaan ze ook altijd 's avonds met een soort gevoel van: „Ach, het is nog niet zo rot" de deur uit. Ik ga altijd van het principe uit, dat er gewoon ontzettend veel goede dingen gebeuren waar je nooit van hoort. Maar dat we altijd de nadruk leggen altijd - ook in de publiciteit, op de nare dingen. Ook in het hele simpele. Er is nooit iemand die zegt: „Ik heb geen kiespijn". Wel: „Ik heb kiespijn". Weet je, de mens is geneigd om de zwarte dingen zwart te zien en ook te projecteren. En de andere zaken, die toch ook fantastisch zijn, over het hoofd te zien. Dat kan een algemene ontmoediging teweegbrengen. Dat vind U besteedt veel aandacht aan uw con ditie. Wat doet u daarvoor? „Nou, voetballen en gewone balspelen buiten. Morgenochtend ga ik zeker weer één uur a anderhalf uur naar de MVV-velden en daar ga ik met een vriendje van me - journalist - min stens een uur sporten tot ik helemaal door en door bezweet ben en dan neem ik een koude douche. Daarna ga ik wat schrijven en wat schilderen. Ik schrijf altijd. De hele dag. Altijd. Maar ik weet een uur later niet meer wat ik geschreven heb. Dat smijt ik in kisten en dozen en dat ligt daar maar". Houdt u zich aan een bepaald dieet? „Nee. Hoewel, niet dat verschrikkelij ke nasjen natuurlijk, wat de meeste mensen wel doen. Ik eet wel een beetje met verstand". Ieder jaar medische controle? „Nooit". Roken? „Niet veel". Drinken? „Matig. Maar ik ben een onbereken baar man. Ik kan dus ineens verschrikkelijk doorzakken. Vorige week ben ik in Amsterdam ontzettend doorgezakt met Wim Wagenaar. Daar ging ik een beetje eten. Dat vind ik een leuke man. Na afloop vroeg hij: „Ga je nog even mee een borreltje drinken? Het is zes uur 's morgens geworden, 's Avonds moest ik weer spelen". In tegenstelling tot Wim Kan houdt u tijdens uw optreden de politiek buiten de deur. Heeft u geen belangstelling voor de Nederlandse of buitenlandse politiek? „Nou, privé bekijk ik ze af en toe weieens, die mensen. Dan hoor ik wat ze zeggen zo links en rechts. Maar ik houd niet van de politiek". Waarom niet? „Ik vind het niet zo'n menselijke bezigheid. Ik vind het een te geraffi neerd spel. Niet warm genoeg. Te bedacht. Te zelfzuchtig. Voor het ene partijtje en het andere partijtje. Ik vind het ook te bekrompen: de opvattingen van links en rechts. Het is zo vierkant. Zo square! Ik vind het niet soigneus. Het is jammer, dat de politiek nodig is. Het is een hiaat in de menselijkheid. Dus nou moeten er groeperingen zijn die de mensen proberen in bepaalde frames te drukken. De mens heeft 't helaas nodig. Maar het is werkelijk helaas. Je komt nooit tot een algemene menseüjkheid van broederschap, Wij konden beslag leggen op een partij kamerbreed nylon ta pijt van een prima kwaliteit, die wij U nu voor een onge looflijk lage prijs aanbieden Wat let U dus om eens een kijkje op onze tapijt-afdeling te nemen enwellicht mee te profiteren van deze geweldige aanbieding? kamerbreed nylon tapijt 380 cm breed Kwaliteit 'PERFEKT' met zig zag patroon 80 per meter Kwaliteit 'SUPER' in mêlée dessin OQ 50 per meter OwL Neemt U de maat van Uw kamers mee? Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de 1e etage ka merbreed nylon tapijt 380 cm breed in 2 kwaliteiten, beide met jute rug. U kunt kiezen uit de kleuren beige, fraise, groen en geelvoor aantrek kelijke prijzen. zusterschap en liefde onder de mensen. En omdat dat niet lukt, moeten er verkeersagenten zijn die de mensen in banen leiden. Liefst in hun eigen baan met een vlaggetje waar ze zelf veel van plukken". Stemt u? „Nee, bijna niet. Ik heb weieens ge stemd - een keertje". Bent u gelovig? „Ja". Hoe, via een bepaalde kerk? Dat lijkt me haast niet, gezjen uw aversie tegen alles wat voor eigen standje werkt zoals bijvoorbeeld de politieke partij- (vinnig) „Maar de kerk is geen politie ke partij. Ik ben dus katholiek. En ik ga naar de kerk. Enneja ik ge loof". Die moderne stromingen in de katho lieke kerk: afschaffing celibaat; het niet accepteren van de pil door de paus terwijl het wel door een groot deel van de Nederlandse geestelijkheid wordt geaccepteerd etc. etc. Wat vindt u daarvan? „Ik val onder de mensen die zich niet gauw een oordeel aanmatigen over iets waar ze niet helemaal induiken, (fel) En ik vind het een laffe trek, dat in deze tijd ontzettend veel mensen op staan - ook in het cabaret - die met stenen gaan smijten naar de kerk. Nu de' kerk wankelt. Dat is geen kunst. Ik heb het ook gehad in mijn leven dat ik wankelde (film „Son aan See"). Toen kwamen de grootste lafbekken me schoppen en spugen. Uit alle hoeken en gaten kwamen toen de ratten. Dat is altijd zo. Maar als morgen de oorlog begint, gaat iedereen weer naar de kerk. Vinden ze opeens God weer belangrijk. Maar dat staat dan weer zo wijs. Ik weet het dan weer zo goed. Zo bedoel ik het niet. Maar ik vind, dat de mensen zich over do kerk en haar interne zaken veel te makkelijk uitlaten voordat ze zich erin verdiept hebben. De mensen spreken over geloofszaken hpewel ze er nooit iets voor doen. Voordat men God veroordeelt, moet men Hem eerst eens proberen te zoe ken. Maar daar is men over het alge meen te lui voor. Men zal 's morgens eerder honderd kniebuigingen maken danvtien minuten op de knieën gaan zitten en de ogen dichtdoen en probe ren God te vinden. Dat doet men niet". Wat doet u ervoor? „Ik doe dat wel. Ik bid dus. Niet altijd in de kerk. Ook buiten in het gras of in de sneeuw of in de badkamer". Zou u buiten uw geloof kunnen? „Nee, beslist niet. Ik zou alles kunnen missen - behalve mijn kinderen en mijn familie - maar het theater zou ik makkelijk kunnen missen bij wijze van spreken. Maar ik zou zeker niet mijn Godsbesef willen verliezen. Dat zou het allerergste zijn wat me zou kunnen gebeuren. Dan zou ik een verloren mens zijn". (denkt lang na, zegt dan:) „Nou, enorm niet. Ik ben bijna nooit enorm kwaad. Eén van de dingen waar ik me wel over opwind is, dat veel mensen zich een oordeel aanmatigen over iets waar ze niet genoeg van weten. Wat ik zoëven al zei. Dat stoort me herhaalde lijk. Dan denk ik: „Hè, dat moeten die mensen niet doen". Men kletst maar tegenwoordig en als je vraagt: „Wat weet je er eigenlijk van? Heb je je er al eens in verdiept? dan komt altijd: „nee". Dus men is aan de oppervlakte met uitlatingen. Ik word er niet wit heet van, maar wel kwaad om. Zoals ik daarstraks zei van de kerk bijvoorbeeld; dat er dan opeens een cabaretier komt en naar die kerk gaat gooien. Dan denk ik: „Wie is dat mannetje in godsnaam. Die cabaretier. Wat heeft hij voor de mensheid ge daan? Over de kerk kun je denken zoals je wilt. Men hoeft helemaal niet te denken zoals ik. Voor mijn part gelooft men in een boom of een plant. Er zijn zoveel religieuze richtingen die een grote levensvatbaarheid hebben en de mensen grote kracht gegeven heb ben. Dat zal in Tibet wel anders zijn dan in... in., weet ik veel. Maar ik denk, als ik iemand hoor afgeven op zo'n instelling die eeuwen lang de mensheid toch iets gegeven heeft; die stervenden heeft bijgestaan; die zieken heeft bijgestaan; die huwe lijken bepaalde kracht gegeven heeft. En dan komt er zo'n klootje en die gaat staan schoppen en vloeken tegen zo'n kerk. Dat vind ik dan een kip die kakelt tegen de hemel, (fel) Dat vind ik iets belachelijks. Daar word ik dan boos om". De laatste vraag: u bent in uw leven honderden keren geïnterviewd. Welke vraag hebben ze u nooit gesteld? „Kijk, de mensen die me interviewen kennen me niet. Ze praten een uurtje met me; gaan dan weg en zeggen: „Nou, ik heb een portret van Toon Hermans". Dat is natuurlijk niet waar. Aan de andere kant weet ik, dat ik een gewoon mannetje ben en dat je niet te druk moet doen over jezelf. Jezelf niet te belangrijk moet vinden. Zullen ze je verkeerd interpreteren, wat dan nog? Roestvrij staal is mooi, duur zaam en praktisch in het onder houd, dus het ideale materiaal voor een pedaalemmer, onmis baar in keuken, badkamer enz. Roestvrij stalen pedaalemmer met kunststof deksel en hand vat, solide trapmechanisme en een losse plastic emmer (inhoud 11 liter) voor nog géén tien roestvrij staal Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij in de kelder deze roestvrij stalen pedaalemmers met kunststof deksel, solide trapmechanisme en losse plastic binnenemmer (inhoud 11 liter)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 11