Je hart laten spreken
kan gevaarlijk zijn...
w
Chauffeur Willem van Os ondervond:
Onderzoek alcoholgebruik
onder verkeersdeelnemers
Brief van
Amnesty
aan Paus
RSCHIJNT OP Dl
dinsdag 29 juni 1971
20e jaargang no 26
EDITIE
SCHIEDAM
EN DONDERDAG IN ROTTERDAM RECHTER MAASOEVER - SCHIEDAM - VLAARDINGEN - KRIMPENERWAARD E.O.- HOOFDKANT. PRINS HENDRIKKADE 14, ROTTERDAM. TEL. 13.21.70
De rust is weer zo'n beetje teruggekeerd, daar aan de stille en vooral
landelijke Doeverensestraat in Genderen, waar de 24-jarige Willem van
Os woont met zijn vrouw en zoontje en waar men over korte tijd
gezinsuitbreiding verwacht. Toch heeft dit kleine woninkje enkele
dagen lang in het brandpunt van de belangstelling gestaan. Zelfs uit
Duitsland kwamen journalisten naar het dorpje, dat daar zo vreselijk
groen ligt te zijn, om met Willem van Os te praten over het avontuur
van zijn leven: het naar Nederland smokkelen van de knappe,
negentienjarige Hermine Brumme uit het Oostduitse plaatsje Burg.
Hermine kwam veilig in Nederland, maar Willem van Os was gelijk
zijn baantje kwijt.
Toch is Willem van Os niet thuis,
wanneer zijn vrouw de deur voor mij
open maakt, zelfs zonder dat ik ge
klopt heb. Ze is de laatste tijd wel
gewend, dat er vreemden met haar of
haar man willen praten en ze zit als het
ware te wachten op het volgende
bezoek. Nee, vertelt ze, haar man is
niet thuis. Hij werkt al weer. „Ik denk
wel, dat hij nu ergens in Zuid-Frank
rijk zit, maar helemaal zeker weet ik
het ook niet", zegt ze.
Liften
Ze is echter wel bereid me binnen te
laten om het verhaal in kleuren en
geuren te vertellen. Enige weken gele
den ontmoette Willem van Os in Oost-
Duitsland Hermine Brumme, die langs
de weg stond te liften. Willem nam het
knappe meisje mee en al spoedig vroeg
zij hem of ze met hem mee kon naar
Nederland. „Ze had het er maar over,
dat Nederland zo'n mooi land was en
dat je hier vrij kon zijn", zegt de
vrouw van Willem van Os. „Dat wilde
ik eerst ook niet geloven, maar Willem
heeft het zelf meegemaakt, dat de
mensen daar naar je toekomen en dan
over Nederland beginnen te praten.
Een buitenlandse auto is daar echt nog
iets bijzonders".
Willem weigerde echter het meisje over
de grens te smokkelen, omdat hij het
risico veel te groot vond. Het meisje
bleef echter aandringen. Tenslotte gaf
ze hem een aantal pasfoto's van zich
zelf en haar adres. Ze werkte, zo
vertelde ze, in een hotel in Buig, zestig
kilometer voorbij de grens tussen de
beide Duitslanden en ten noordoosten
van Maagdenburg.
DE HAVENLOODS
„Mij. tot uitg. van periodieken
DE HAVENLOODS N.V."
TOTALE OPLAGE:
255.000
DIRECTIE:
en randgenm
HOOFDKANTOOR:
Hendrikkade 14, Rotterdam. Po
Tel. 010-132170. Giro 18344.
BIJKANTOREN:
ADVERTENTIES:
de donderdaguitgave. Voor de dinsdaguitga
8 STADSEDITIES ROTTERDAM Rotte.
EDITIE SCHIEDAM:
Schiedam Kethel. Oplage 30.000.
EDITIE VLAARDINGEN:
rdingen, Maassluis, Maasland, Maas
Hoek van Holland. Oplage 37.000
EDITIE KRIMPENERWAARD:
.pen a.d. IJsset, Krimpen a.d. Lek
rkerk a.d. IJssel, Stolwijk, Bergam
Ammerstol. Berkenwoude, Schoon
i en Lekkerker*. Oplage 15.500.
GROOT ROTTERDAM:
nbinatie met „Het Zuiden" 455.300
van een andere wereld is. Toch liet de
gedachte aan het meisje hem niet los.
Hij besprak met zijn vrouw de moge
lijkheid om het meisje toch naar Ne
derland te halen. „Ik wilde er eerst
niets van weten, want ik vond het vee!
te gevaarlijk", vertelt zij. „Maar toen
hij vertelde, dat hij alles al in orde had
gemaakt, heb ik er in toegestemd".
Een week later keerde Willem met de
vrachtwagen van het transportbedrijf
van de 59-jarige Hendrik van de Wete
ring uit Poederoijen terug naar Oost-
Duitsland. In Burg zocht hij Hermine
Brumme op. Ze kreeg een paar dikke
jassen aan, werd ten overvloede nog in
een paar dekens gewikkeld en Willem
van Os bracht haar, veilig opgeborgen
onder zijn vrachtwagen, de grens over.
Daarna reed hij regelrecht naar Gende
ren in het Land van Maas en Waal en
leverde de Oostduitse af aan zijn
vrouw, die haar met open armen ont
ving. Daar is zij overigens nu niet meer.
Desgevraagd vertelt zijn vrouw: „Ze zit
nu ergens in Duitsland. Ik weet ook
niet waar. Misschien bij een tante in
Hannover, maar dat wordt nog. uitge
zocht".
Ontslag
De baas van Willem, de transporton
dernemer Hendrik van de Wetering,
was niet zo geestdriftig over deze
menslievende zaak als Willem van Os
misschien had gehoopt. Willem werd
op staande voet ontslagen, op advies
van de Nederlandse Bond van Prot.
Chr. Beroepsgoederenvervoerder. „Op
aandringen van de Oostduitse ambassa
de", zegt mevrouw Van Os, „daar kan
Hendrik van de Wetering dus niets aan
Hendrik van de Wetering, die meehelpt
met het schilderen van een van zijn
vrachtwagens, maar wel bereid is even
met mij in de keuken te gaan zitten
praten, zegt, dat hij niet weet welke
contacten de Bond heeft gehad. Zijn
zoon Hendrik, een van de twee met
wie hij samen het bedrijf leidt, zegt
echter, dat het ministerie van buiten
landse zaken er iets mee te maken
heeft gehad. „Maar dat moet je verder
zelf maar aan de bond vragen", zegt
hij. „Het fijne weten wij er ook niet
van". Bij informatie bij de „bond"
blijkt, dat de man, die de zaak heeft
behandeld, met vakantie is gegaan.
Zijn plaatsvervanger weet wel van de
zaak af, maar „heeft er niet bij geze
ten". Hij gelooft echter niet, dat het
ministerie van Buitenlandse Zaken er
iets mee te maken heeft gehad. Wan
neer ik blijf aandringen en hem vertel,
dat ik dit uit verschillende bronnen
heb gehoord, aarzelt hij. Dan blijkt,
dat de heren, die er alles van af weten,
er op dat moment niet zijn. „Vanmid
dag" komen ze terug. Hoe laat is niet
Voor Willem van Os maakte het verder
echter allemaal niets uit. Of het nu via
de diplomatieke kanalen is gespeeld of
niet, ontslag had hij toch gekregen.
Vader en zoon Van de Wetering zijn
daar heel positief in. „Van Os had van
tevoren natuurlijk niets tegen ons ge
zegd", zegt vader Van de Wetering
zuchtend. „Als ik het tevoren geweten
had, was hij niet weggekomen". Zijn
zoon voegt er aan toe: „Onze jongens
hadden allemaal beloofd, dat ze niet
zouden smokkelen. En dan doet die
Van Os het toch. Nou hebben ze er
voor moeten tekenen. Het zal niet
weer gebeuren".
Vader van de Wetering kan er al
hoofdschuddend nog steeds niet over
uit. Zijn vrouw, die in de keuken aan
het redderen blijft, geeft er af en toe
ook blijk van, dat ze het nog steeds
een vreemde toestand vindt, al bete
kent dat contact met al die journalis
ten, die zo maar komen aanwaaien,
voor haar en voor alle andere personen
„Weet je, persoonlijk, ja...wat mot ik
nou zeggen, hè. Persoonlijk vind ik het
wel een aardige daad", gaat vader Van
de Wetering dan verder. „Maar het is
niet te zeggen hoe groot het risico is,
dat die jongen heeft genomen. Die
auto's kosten een ton. Als ze hem bij
de grens hadden gepakt, dan hadden ze
de auto in beslag genomen. Hoe had ik
dan mijn geld teruggekregen"? Zijn
zoon voegt er, wat vinniger, aan toe:
„Hij had ons hele bedrijf kapot kun
nen maken"..
Nog steeds hoofdschuddend zegt vader
Hendrik van de Wetering: „Ja, en het
is best een aardige jongen". Zijn zoon
voegt er aan toe: „En hij werkte best
hard, dat moet ik wel zeggen. Maar ja,
dit kan toch niet. Ze hadden het nog
zo beloofd. Maar omdat het zo'n harde
werker was, heb ik ook voor ander
werk voor hem gezorgd. Bij een trans
portonderneming in Den Bosch. Daar
mag hij maandag beginnen. Toen heb
ik er ook nog voor gezorgd, dat hij er
tussendoor nog een karwei kreeg".
Of dat erg moeilijk was? „Nou, het is
hem zelf niet gelukt", zegt zoon Van
de Wetering. „Voor hem was het wel
moeilijk, want niemand wilde hem
meer hebben. Daarom heeft hij een
paar weken schaloos gelopen. Maar
voor ons was het gemakkelijk. Wij
hadden hem zo onder dak".
Maar naar Oost-Duitsland gaat Willem
van Os nooit meer terug. Vader en
zoon Van de Wetering beginnen allebei
bij die gedachte te lachten. „Nee, daar
zullen ze hem niet meer naar toe
sturen". Dan zegt vader Hendrik van
de Wetering bezorgd: „Maar denkt u
nou niet, dat ze mijn spulletjes in
Oost-Duitsland in beslag gaan nemen?
We rijden er nu een half jaar op en we
hebben nog nooit last gehad". Als ik
hem verzeker, dat het beslist niet meer
zal gebeuren, omdat hij toch aan Wil
lem van Os ontslag heeft gegeven, kijkt
hij weer wat opgeluchter.
De vrouw van Willem weet ook heel
zeker, dat haar fÊzit nooit meer ten
oosten van de grens tussen de twee
Duitslanden zal komen. „Nee hoor,
daar wil hij nooit meer naar toe. Hij
heeft me verteld, dat hij altijd zo'n
medelijden heeft met die mensen daar.
Dat meisje ook, die heeft gezegd, dat
KlSlCO ze liever dood zou zijn dan daar nog
langer te moeten leven". Ze kijkt mij
met haar grote, eerlijke ogen strak aan.
Ik knik alleen maar. In Genderen zijn
die dingen wel moeilijk te beoordelen,
Jan Dijkstra.
De 59-jarige transportondernemer Hendrik van de Wetering te Poederoyen poseert bij
zijn vrachtwagens.
Vrijdagmorgen. Fase 2 is voor het
Rijnmondgebied ingegaan. Verscherpt
toezicht op luchtverontreinigende ob
jecten. Ach, denk je dan wandelend op
de Rotterdamse Coolsingel. Het zou
mij wat. Hier zit ik altijd in de
uitlaatgassen. Om dan - aangekomen
voor het stadhuis - ineens met verba
zing pas op de plaats te maken. Nota
bene recht tegenover de werkkamer
van de heer Thomassen kringelt uit een
vreemd stukkie pijp vieze rook om
hoog. Dat gaat toch te ver. Fase 2
wordt bij het gemeentehuis versmaad.
Daar wil ik meer van weten. Dus even
voorlichting bellen. Die edele tak aan
de ambtenarenstam.
„Meneer, die stoom uit die pijp, weet
u wat dat is"?
„Stoom, zegt u, vieze dieselwalm, be
doelt u zeker".
Weet u waar, dat van afkomstig is"?
„Ik zou het u niet kunnen zeggen,
maar het stinkt wel".
„Maar het gebeurt op straat vlak voor
uw deur. Dan moet u toch weten wat
er gaande is"?
„Ach, er gebeuren wel meer gekke
dingen op straat".
Daarmee konden we het wat de ge
meentelijke voorlichting betrof doen.
Wii hebben het nogDxeven bij het
Gemeentelijk Energiebedrijf gepro
beerd en gelukkig konden de mensen
aldaar een verklaring vinden, hoewel
de handen er niet voor in het vuur
gaan. Maar naar alle waarschijnlijkheid
hebben we hier met een ontluchtings-
pijp van de metro te doen. De rook is
volgens de mensen van het GEB alleen
maar te verklaren door het proefdraai
en van een generatordie op de pijp is
aangesloten. Ziezo, nou weten die
mensen op het stadhuis ook meer.
Welke „verkeersdeelnemers onder invloed" in de toekomst brokken zullen maken
is niet goed te voorspellen.
In elk geval niet op grond van de in de strafregisters vastgelegde gegevens.
Het heeft dan ook weinig zin alcohol-recidivisten (personen die meerdere malen
zijn veroordeeld wegens rijden onder invloed) aan het verkeer të onttrekken om
zichzelf en andere weggebruikers te beschermen.
Dat is de conclusie van een door de
Groningse hoogleraar dr. W. Buikhui-
sen (directeur van het Criminologisch
Instituut van de Rijksuniversiteit Gro
ningen) in opdracht van de Stichting
Wetenschappelijk Onderzoek Verkeers
veiligheid (SWOV) uitgevoerd onder
zoek naar de voorspelbaarheid van
recidive bij rijden onder invloed.
Vast staat dat bij rijden onder invloed
de kans op ongelukken groter is dan
bij „nuchter" verkeer.
Bij 1871 personen, die in 1955 en
1956 veroordeeld werden wegens rij
den onder invloed, werd onderzocht in
welke mate na hun veroordeling op
nieuw een veroordeling voor hetzelfde
feit (Werd gekregen en iri «èlk tempo
werd gerecidiveerd. Daarna werd on
derzocht of er nog verschillen beston
den tussen deze recidivisten en niet-re-
cidivisten. Ruim een derde van de
onderzoekgroep (36, 3 procent) werd
na 1956 opnieuw veroordeeld wegens
het rijden onder invloed; bij bijna de
helft gebeurde dit binnen drie jaar.
Tussen recidivisten en niet-recidivisten
werden de volgende verschillen gevon
den: recidivisten hebben vaak een be
roep waarbij een auto nodig is en
drankgebruik bij het werk hoort; habi
tueel drankmisbruik komt bij recidivis
ten meer voor; recidivisten hebben
gemiddeld een hoger bloedalcoholge-
halte; recidivisten onderscheiden zich
ook ongunstig wat hun criminele voor
geschiedenis betreft (niet alleen alco
hol-delicten); ook na hun vonnis in
1955 of 1956 onderscheiden recidivis
ten zich door meer veroordelingen
voor delicten dan niet-recidivisten.
Met betrekking tot leeftijd en burger
lijke staat werden geen verschillen tus
sen de beide groepen gevonden.
Het algemene criminele verleden bleek
een belangrijk verschilpunt te zijn tus
sen alcohol-recidivisten en niet-recidi
visten. Verder bleek de combinatie van
een hoog sociaal-economisch milieu
gecombineerd met een auto nodig voor
beroep en alcoholgebruik bij het werk
een ongunstige prognose op te leveren.
Hetzelfde geldt voor een lage sociale
status gecombineerd met een verkeers-
crimineel verleden.
Een gemiddeld hoger bloedalcoholge-
halte en een crimineel verleden blijken
de beste voorspellers te zijn, maar ze
zijn te zwak om van praktische waarde
je hebt jezelf nodig
KOM WERKEN BIJ CONTENT EN
KIES UIT 89 KANTOORBANEN
doorbetaling bij-ziekte
opname in een ziekenfonds
vergoeding van avondstudie
belasting adviezen
wekelijkse uitbetaling
CONTENT UITZENDBUREAU
R.dam Heemraadssingel 130 010-235011
Mijnsherenlaan 210 010-177540
Vlaaid. Westhavenplaats 18 010-340399
te zijn voor het identificeren van toe
komstige alcohol-recidivisten.
Mogelijk is dat de gekozen factoren
inderdaad geen voorspellende waarde
bezitten. Maar de kritieke vraag is
hierbij of de personen, waarvan op
grond van hun strafregister is aangeno
men dat ze niet-recidivist waren (ook
na hun veroordeling in 1955 en 1956
nooit meer onder invloed hebben gere
den), dit ook zijn. Een groot aantal
mensen neemt immers onder invloed
aan het verkeer deel zonder ooit ge
pakt te worden. En zelfs als zou dit
het geval zijn, dan is de registratie niet
waterdicht. Een onderzoek wees uit
dat slechts 5 procent van de aanrijdin
gen op het strafblad werd gere
gistreerd.
Amnesty International heeft zich In
een open brief tot paus Paulus VI
gewend over de kwestie van de Spaan
se priesters, die tot hoge gevangenis
straffen zijn veroordeeld. Priesters, die
zich uit christelijke overtuiging en in
overeenstemming met hun ambt op
een vreedzame manier hebben ingezet
voor hen, die onderdrukt en vervolgd
werden.
De strafmaat staat in geen enkele
verhouding tot de oorzaken en punten
van aanklacht, zo staat er in de brief te
lezen, hoe men ook de geestelijke en
politieke doelstellingen van deze o-
verwegend tot de Baskische minder
heid behorende priesters beoordelen
mag. In het rechtssysteem van andere
landen zou niet eens een aanklacht
worden ingediend.
Verder stelt Amnesty in haar brief aan
paus Paulus, dat Spanje zich door
middel van uitzonderingswetten en mi
litaire rechtbanken aan internationale
en democratische grondrechten ont
trekt. Bovendien worden de bepalin
gen van het Concordaat, dat de Heilige
Stoel en de Spaanse staat hebben
gesloten, in het nadeel van de aange
klaagden uitgelegd en misbruikt.
Verder wordt er op gewezen, dat
ook al zouden de priesters door hun
opvattingen en handelingen niet in
overeenstemming met de regels van
hun kerk gehandeld hebben - dat het
de Kerk en haar herders niet van de
verplichtingen ontheft zich ook om
deze priesters te bekommeren en zich
voor een rechtvaardige behandeling in
te zetten. Verder dringen de mensen
van Amnesty er bij de paus op aan
eens een bezoek te brengen aan de
Spaanse priestergevangenis Zamora als
teken van een daadwerkelijke inzet
voor gerechtigheid en verzoening.
„DE HAVENLOODS'
BEZORGERS(STERS)
or het huis aan huis bezorgen van
s blad op dinsdag en/of donder-
itterdam, telefoon 13.21.70.