Beteer een elarm tee
veel dan tee weinig
vertelt
Herinneringen aan de Vrijwillige (slot)
DE HAVENLOODS, DINSDAG 29 JUNI 1971
26-300
Spuit eiluf
Aan de Nieuwe Markt, dichtbij de Halsstraat, die indertijd de verbinding vormde
tussen dit plein en de Prinsenstraat, was reeds jarenlang de kapperszaak van de
heer Van Leeuwen gevestigd. Deze harenprutser was tevens brandmeester van
spuit 15, die aan de Warmoezierstraat stond. Een zijstraat van de Jonker
Fransstraat. Toen zijn zoon de leeftijd er voor had hij was een ijverig lid van de
onderlinge brandweerclub - werd hij op zijn beurt als brandmeester van de 22
aangesteld. Deze spuit stond aan de Grote Markt, tegenover de zijgevel van het
dagblad De Maasbode. Een grappige situatie. Maar vader en zoon hoefden van
elkaar niet veel concurrentie te verwachten, want er waren slechts enkele straten
waar beide spuiten samen mochten komen. En dat mocht dan alleen nog maar bij
groot alarm.
Nu telde spuit 22 onder haar brand
meesters een zekere meneer Van Dijl.
In het dagelijks leven was hij manager
van een grote leder- en kofferwinkel in
de Hoogstraat. Hij woonde boven de
zaak op de derde etage; vlak naast het
café-restaurant Rondeel. Telkens ver
baasde deze brandmeester een ieder
door de snelheid, waarmee hij bij
alarm gereed was. Of het nu dag was of
nacht, goed of slecht weer, hij was
altijd en eeuwig de eerste, die aanwezig
was. Het was zo, dat van de 10 keer
dat er uitgerukt werd slechts een of
twee keer een ander dan hij de leiding
had.
Vlug als water
Sterke staaltjes staafden de roem van
de heer Van Dijl. Vader en zoon Van
Leeuwen kwamen op zekere nacht -
het was tamelijk laat of vroeg; 'Lis
maar hoe je het bekijkt - terug van
een of andere feestelijke gebeurtenis.
Juist bij de voordeur van de kappers
zaak hoorden ze brandschel van de 22
aanslaan. Met iets van „nou zal ik dan
eindelijk eens de eerste zijn" spurtte
zoonlief weg. Hup over de Nieuwe
Markt, in een paar seconden door het
stukje Botersloot, dan de Kaasmarkt
over en de Lamsteeg in. Alles bij elkaar
hoogstens een afstand van 200 meter.
Daar aangekomen ziet hij tot zijn
stomme verbazing juist de heer Van
Dijl de deur uitpezen om vervolgens de
Hoogstraat af te rennen richtingspuit.
Achteraf beweerde de heer Van Dijl
linea recta uit zijn bed te zijn geko
men, toen hij de brandschel hoorde.
Dergelijke voorvallen typeerden de
geest, die er onder de mensen van de
vrijwillige leefde. Er waren er honder
den als Van Dijl en Van Leeuwen.
Azend om de eerste te zijn. Dag en
nacht paraat en zo vlug als water, zoals
we wel eens zeggen. Vroeger kende
men bijna in alle sectoren van het
dagelijkse leven een grote dienstbaar
heid. Men bood elkaar snel de helpen
de hand. Daarom ook kon de vrijwilli
ge brandweer zoveel uitstekend werk
doen. Iedereen was attent. Brandjes
werden vaak al in de kiem gesmoord
dotu de waakzaamheid en de doortas
tendheid van de spuitploegen
gehouden. Deze bemanning assisteerde
de mensen van de 9.
Even later die middag. De brandschel
len lopen weer. De heer Van Dijl komt
over de Grote Markt aansnellen. „Hol
len, groot alarm voor de Tweede Lom
bardstraat". Een premie was er niet te
verdienen, maar toch zo snel als maar
mogelijk brandwaarts. Het was tenslot
te groot alarm. Dit keer woedde de
brand bij de firma De Winter, groot
handel en opslagplaats van lompen en
papier. Het was goed raak! Er was
heel wat materieel voor nodig het spul
te blussen. Een paar Ahrend-Fox mo
torspuiten moesten de zaak klaren. De
alleszins gewaardeerde hulp van spuit
22 was overbodig. Inrukken dus maar
Ahrend—Fox
Ondertussen was het al 7 uur gewor
den en iedereen wilde nu wel rustig bij
moeder de vrouw uitblazen van de
vermoeienissen van die dag. Het was
mooi geweest.
Deze drukke werkzaamheden van de
22 kwamen me 's avonds omstreeks 9
uur ter ore in het Lithauerhuis aan de
Grote Markt. Het was de heer Van Dijl
zelf, die" me onder het genot van een
welverdiend pilsje de gang van zaken
uiteenzette. „Vier keer op een dag. Ik
heb mijn portie wel gehad. Bovendien
Dagtaak
Dat de mensen van de vrijwillige wel
eens een dagtaak hadden aan hun
„hobbyisme" toont het verslag van een
overbezette dag van de 22.
's Morgens nog voor 7 uur meldde zich
de eerste klant. Klein alarm voor de
Wolfshoek. Op de hoek bij de Leuve-
haven aldaar was een opslagplaats ge
vestigd voor mosselen bestemd voor de
verkoop aan de groothandel. Een om
geduikeld oliestel had de houten be
timmering in brand gestoken. De klei
ne slang aangesloten op de huisleiding
maakte spoedig een eind aan de vlam
men. Nog een beetje hakken en breken
om de laatste restanten smeulend hout
weg te werken en de kous was af.
Ongeveer half 10. Tweede bedrijf. Een
zware schoonsteenbrand bij Pöckel, de
overbekende banketbakkerij in de
Hoogstraat. Helemaal geen brand! Ze
hadden een paar versleten schoenen in
de oven geduwd. Daarbij was geen
rekening gehouden met het feit, dat de
buitenlucht over grote afstand verge
ven was van de stank. Dus onverrich-
terzake weer naar huis.
12 uur. Middagpauze. Maar niet voor
de bemanning van de 22. Middelalarm
voor de Franse bazar, eveneens aan de
Hoogstraat, een eind verder in de
richting van het Oostplein net voorbij
de Hoofdsteeg. Het werd een tam
klusje voor spuit 9, die hier het eerste
aanwezig was. Spuit 19 werd in reserve
MAAK ER EEN POTJE VAN
Op de hoek van de Korte Bierstraat
was een post van de gemeentereiniging
en daar had zich al eens eerder een
brandje voorgedaan in een van de
vuilniswagens. Ook hier bleek echter
dit keer niets aan de hand te zijn. Juist
toen ze een volgend pand aan een
nader onderzoek wilden onderwerpen,
hadden ze de poppen aan het dansen.
Letterlijk. Een van de brandweerman-
De Hoogstraat anno 1917. Een winkel
straat, waar het altijd gezellig druk
was. Indertijd de Kalverstraat van Rot
terdam.
nen maakte een luchtsprong gevolgd
door nog enkele wonderbaarlijke capri
olen en brulde: „Help. ik sta in
brand". En inderdaad kringelde er
rook uit z'n jasje omhoog. Behulpzame
handen trokken het kledingstuk uit en
zijn we eigenlijk drie keer voor niks
uitgerukt. Alleen bij de brand op de
Wolfshoek hebben we de spuit kunnen
inzetten. Ik zal blij zijn als ik in m'n
bed lig". Nauwelijks was hij uitgespro
ken of hij veerde overeind, mompelde
iets van „wat nou weer" en vloog het
café uit. En inderdaad, het buitenlicht
van het spuithuis brandde alweer. Zon
der me te bedenken rende ik achter
Van Dijl aan. De spuit was al weg. In
de Nieuwstraat haalden we 'r in. Er
was middelalarm gegeven voor de
WolfshoekHet bleek een fikse pen-
sionbrand te zijn. Uit het pand werden
enkele mensen bevrijd, terwijl de scha
de wonder boven wonder beperkt
bleef tot een uitgebrande kamer op de
eerste verdieping. Zo was de dag be
gonnen en geëindigd op de Wolfshoek.
Hierboven is de naam Ahrend-Fox
motorspuit genoemd. Deze spuitwa-
gens zijn al zo'n 40 jaar in dienst bij de
gemeentebrandweer. Ook nu nog wor
den ze in ere gehouden. Al die jaren
zijn ze de paradepaardjes van het corps
geweest. Misschien dat ze binnenkort
het veld volledig moeten ruimen voor
modern materieel, omdat ze voor het
huidige verkeer te log zijn geworden.
De brandweer van Amsterdam, alom
bekend als een der best uitgeruste
eenheden, heeft altijd met afgunst naar
de robuuste wagens gekeken. Iets van
het respect spreekt uit de omschrijving
die de Amsterdammers van de
Ahrend-Fox gaven - ze hadden het
altijd over de mobiele pompstations
van de Maasstedelijke brandweer.
Loos alarm
Tot sloi twee merkwaardige geval
len van loos alarm. Het eerste deed
zich voor in een gang in het midden
van de Twee Leeuwensteeg. Deze gang
liep dood tegen een drie verdiepingen
hoog pand, dat gebruikt werd door een
zakkenstopperij annex gonjezakkenfa-
briek. Drie meestal met luiken afgeslo
ten ramen kwamen uit op de gang.
Op een avond wandelde een brand
weerman door de steeg en nam een
hevige vuurgloed door de kieren van de
luiken waar. Hij aarzelde geen mo
ment. Binnen een mum van tijd stond
de hele buurt op haar kop. De eerste
spuit sjeesde de straat in en een brand
spuitmeester gevolgd door enkele man
schappen stoven door de geopende
buitendeur de trap op. Boven werden
De Ahrend-Fox, een motorbrandspuit
waar zelfs de Amsterdamse brandweer
lieden jaloers op waren.
De situatie bij Hoek van Holland is
weer gezond. Het gevaarlijke aflopen
van de zeebodem is verholpen. De 28
paviljoens hebben alle voorzieningen
gekregen, die ze zich meer konden
wensen. Via ondergrondse leidingen
werden ze voorzien van gas, electrici-
teit en water. De afstand tot het water
is redelijk en de verbindingen naar het
strand zijn uitstekend. Vanaf de Bad-
weg loopt een geasfalteerde weg, die in
een T-splitsing uitkomt op een even
eens geasfalteerde weg achter de pavil
joens. Bovendien is een busstation in
een hoek van die splitsing aangelegd.
ze ontvangen door een groep geschrok
ken naaisters en stiksters. die overwerk
bleken te verrichten. Een brand was in
geen velden of wegen te bespeuren.
Het werd een zaak met een staartje. De
gemeente wilde wel eens weten wie de
kosten moest vergoeden van het gege
ven middelalarm. (De gehele steeg en
de helft van de Jufferstraat stonden
vol met brandweermateriaal). En de
arbeidsinspectie bemerkte, dat er door
de firma helemaal geen vergunning was
aangevraagd voor het laten verrichten
van overwerk. Bovendien oordeelde de
politie dat er met de veiligheidsvoor
schriften nogal roekeloos was omge
sprongen, omdat er bij petroleumlicht
met brandbaar materiaal werd ge-
De petroleumlampen vormden trou
wens ook de oorzaak van het vals
alarm. Ze werden namelijk door een
lichte wind heen en weer béwogen.
Van buiten gaf het geheel inderdaad de
indruk van een forse brand. Tegen
woordig zou men zich misschien eerst
van de situatie vergewissen, maar vroe
ger was het safety-first. Elke verloren
seconde kon mensenlevens betekenen.
Men redeneerde beter 10 keer voor
niets, dan 1 keer te laat.
Stinkerd je
Ik ben er bijna zeker van, dat u, toen u
jong was, wel eens de geur van een
„stinkerdje" geroken hebt. Een oude
schoenveter of een lapje goed, dat
lekker stinkend lag te smeulen. Het
was trouwens ook wel een grapje voor
in de klas. De walm en de geur van
stinkerdjes waren uitdagingen voor
kwajongens.
Een zomerse avond net na etenstijd.
Klein alarm. Voor de Bierstraat. Ren
nend met hun spuit over de Scheepma
kershaven drong de geaffecteerden ter
hoogte van de Glashaven de lucht van
brandende lompen of van iets derge
lijks al in. de neus. Meteen dachten ze
aan het grote magazijn van matraslin
nen, kapok en andere zaken op het
gebied van de stoffeerderij, dat aan de
Bierstraat gevestigd was. De firma
Cleef, Hessian en Comp. Daarmee tn
gedachten gooiden de gasten er nog
een schepje bovenop. Op topsnelheid
vlogen ze de Bierstraat in.
Het enige wat daar te zien viel was een
oudere man, die zijn hondje aan het
uitlaten was. Het grote magazijn stond
onbeschadigd overeind. (Overigens is
dat pand van Cleef, Hessian en Comp.
later door brand volkomen verwoest).
Maar de geur van brand bleef de
neuzen onophoudelijk prikkelen. Dus
op nader onderzoek uit.
Als het weer meewerkt zijn alle facto
ren gunstig om Hoek van Holland een
zonnig seizoen te bezorgen.
Foto: Dick Lemcke
Voor de liefhebbers van kalfsnier en
van lamsvlees vandaag een enkel heel
smakelijk (en zorgvuldig uitgedacht)
recept. Beide vleessoorten zijn niet
overal altijd verkrijgbaar. U moet dus
van tevoren bestellen. Het lamsvlees
waarschijnlijk bij een slager, die regel
matig al of niet geïmporteerd lams- en
schapevlees verkoopt.
KALFSNIER MET TOMATEN.
Ontvlies de nieren en zet ze een uur in
warm water. Snijd het vlees in schijven
en bak die zachtjes in 100 gram boter
of margarine. (Gerekend is hierbij op 4
a 500 gram nier). Leg er desgewenst 75
gram bacon in plakjes bij. Fruit intus
sen in wat jusvet of boter of margarine
een dozijn of zo kleine sjalotjes (min
der als ze groot zijn) en doe er vijf in
stukken gesneden, uitgelekte tomaten
bij, met wat zout, peper, als u ervan
houdt wat marjolein, een theelepel
suiker en zo mogelijk een glas port of
witte wijn. Laat dit tien minuten
doorstoven en leg er dan de niertjes en
bacon in, en als u graag wat „meer"
van deze schotel wilt, 100 gram cham
pignons. Laat het met elkaar nog 10
minuten trekken. In Frankrijk v--dt
hierbij gegeten een
AARDAPPELPANNEKOEK.
Als u dat ook eens wilt proberen kunt
u het beste dit (van de vele methodes
het gemakkelijkste! recept volgens:
kook - voor vier volwassenen met een
flinke eetlust - 1 1/2 pond aardappe
len in water met zout gaar, giet ze af
en maak er met hete melk een niet te
dunne puree van, die u goed koud
moet laten worden. Roer er dan afhan
kelijk van de grootte twee of drie
eieren door, 100 gram witte bloem en
desgewenst nog een paar lepels room
of koffieroom. Meng alles goed door
elkaar met wat peper en nootmuskaat,
verwarm in een niet te grote koekepan
wat boter of margarine en bak van het
aardappelmengsel koeken; zet de vlam
niet te hoog, en bak de bovenkant ook
lichtbruin door de koek op een deksel
uit de pan te laten glijden en om te
keren. U kunt natuurlijk ook een rest
puree hiervoor op gebruiken.
Dir klassieke gerecht uit de Franse
keuken (de Navarin Printantier is in
elk kookboek dat zichzelf respecteert
te vinden) wordt gegeten als een ra
gout. Laat daarom door de slager een
stuk lamsvlees van ongeveer anderhalf
pond in stukken snijden van bijvoor
beeld een dominosteen. Smelt in een
stevige, niet te hoge braadpan 2 of drie
volle eetlepels boter of margarine en
leg er het vlees in met een dun
gesneden ui of wat sjalotten. Laat het
samen lichtbruin worden en haal alles
uit de pan. Strooi in het vet in de pan
twee eetlepels bloem en laat dit onder
voortdurend roeren op zacht vuur
bruin kleuren, waarna u er een halve
liter geurige, magere groente- of vlees
bouillon op giet. Doe het vlees en de
uitjes er weer in, strooi peper en zout
naar smaak (goed proeven want de
bouillon is ook al gezouten) over en
kruid met: een teentje knoflook naar
smaak, een laurierblad en als u het
heeft wat rozemarijn. Laat het vlees
een uur stoven en doe er nu de jonge
groenten bij: 1 pond nieuwe kleine
aardappeltjes in hun geheel, en een
niet te grote bos schoongemaakte wor
teltjes. Laat een half uur stoven en doe
er 1 pond verse doperwtjes bij. Als die
gaar zijn is uw schotel klaar. Mocht het
vlees niet jong zijn, dan mo^t u de
malsheid controleren op het moment
dat de aardappels en worteltjes erbij
gaan. Als het vlees dan niet bijna gaar
is, geeft u het eerst nog een half uur of
drie kwartier, en gaat daarna vérder. U
ziet, wel een gerecht, waaraan u vroeg
in de middag moet beginnen, maar het
is dan ook een éénpansgerecht. U kunt
het eventueel een dag van tevoren
klaar maken en weer - voorzichtig en
onder goed roeren opwarmen. Geef
er stokbrood bij.
„Gekkenhuis in de haven. Kraan
met acht armen. Lekker gauw I
klaar. En dan die Rotterdamse
havenarbeiders maar beweren, dat
ze het zo zwaar hebben
In onze naiViteit namen we aan,
dat dit bijschriftje samen met de
hierbij afgedrukte foto geplaatst
in onze dinsdagkrant van vorige
week door jan en alleman onmo- J
1 gelijk anders kon worden opgevat
dan als een grapje. Het was dan
ook eerlijke verbazing, die i
bekroop, toen er over deze vier j
kranteregels allerlei vreemde op- en
aanmerkingen binnen kwamen m
de trant van: „waar staat ie me
neer, die kraan met die acht ar
men" en „wat denkt u wel, een J
achtarmige kraan het zou wat, wij
in de haven moeten toch wel hard 1
werken".
Beste mensen, natuurlijk is er geen I
kraan met acht armen. Onze foto- 1
graaf heeft de plaat zo geschoten, 1
dat de zeven kranen (van de acht I
die er in totaal staan) achter de I
eerste wegvallen. Alleen de armen 1
zijn alle zichtbaar. Voor de haven- j
arbeiders, die een gietijzeren kraan
""">or hun kop hebben, vermelden
e nog even uitdrukkelijk, dat wij
op het Noordereiland er uitdrukke-
lijk van overtuigd zijn, dat er in de
haven stoer gewerkt wordt.
wat bleekIn een van de zakken
bevond zich een pijp met smeulende
tabak. Deze spuitgast had in z'n haast
om de spuit te helpen trekken zonder
er bij na te denken zijn brandende pijp
in z'n jaszak gestopt.
Achteraf moest iedereen er natuurlijk
smakelijk om lachen. Uitrukken op
een loos alarm, maar toch een brand
ruiken. Dat kon in die tijd allemaal
maar. Gekke toestanden, die - en ge
lukkig maar - door de veel professio
nelere werkmethoden en de grotere
mogelijkheden van de hedendaagse
brandweer definitief tot de goeie, ou
we tijd behoren.